Mijn naam is Leonard, ik ben 25 jaar oud en werk deeltijds als administratief medewerker op een school. De rest van de tijd ben ik militant voor de Revolutionair Communistische Internationale. Hoewel ik vanaf mijn 14e al met Marxisme bezig was, ben ik pas echt communist geworden toen ik mij 8 jaar geleden aansloot bij Vonk, wat nu de Revolutionair Communistische Organisatie heet.
Sabeniens
Mijn politiek bewustzijn is bijna letterlijk met de paplepel ingegeven. Mijn moeder was in haar studententijd feministisch activiste, mijn beide ouders zijn altijd bij de vakbond geweest en toen Sabena, de vroegere nationale luchtvaartmaatschappij waar mijn ouders werkten, werd geprivatiseerd en uitverkocht deed ik als 2 jarige peuter mee aan mijn eerste vakbondsbetoging vanop de schouders van mijn vader. Zoals bij alle Sabeniens sloeg het dubbele ontslag van mijn ouders in als een bom en kwamen, net zoals dat in de samenleving gaat met economische crisissen, eerder ondergrondse tegenstellingen naar boven. Beetje bij beetje werd de relatie van mijn ouders slechter en konden ze het constante geruzie minder verstoppen.
Mijn moeder schoolde zich gedurende enkele jaren om naar leerkracht, maar mijn vader, die net zijn diploma van piloot had behaald, vond geen werk. Toen hij een aanbod kreeg om in de Nederlandse Antillen te gaan vliegen, heeft hij dat dan ook meteen aangenomen. Ik, mijn broertje van amper een jaar oud en mijn moeder die in vervangingscontracten les gaf, bleven achter. We waren dan ook enorm gelukkig toen we te horen kregen dat mijn vader na anderhalf jaar terug zou komen met een jobaanbod vanuit België. Maar ook dat liep uit op een fiasco toen in 2008 de financiële crisis toesloeg en mijn vader bij zijn aankomst in België te horen kreeg dat hij:
“Eventjes moest wachten tot de markten zich weer zouden stabiliseren.”
Hij werd maanden aan het lijntje gehouden voor er een definitieve "nee” kwam. Ik was nog geen 10 jaar oud en voor de tweede keer in mijn leven werd mijn vader zijn werk afgenomen. Een paar jaar later gingen mijn ouders uiteen.
Machteloos
Voor een puber die opgevoed was met een sterk gevoel voor gerechtigheid, maar zonder structurele maatschappijvisie was dit allemaal te veel. Ik voelde me machteloos, verzonk in een depressie en stopte met naar school te gaan. Op dagen waar ik me beter voelde, zocht ik online naar antwoorden op mijn eindeloze vragen. Waarom bestaan armoede, oorlog, racisme, seksisme en onderdrukking? Er waren de antwoorden van de conservatieven en liberalen:
“De mens is inherent hebzuchtig, kleingeestig en gewelddadig, de wereld kan niet anders zijn dan hoe ze is.”
Het fameuze “There Is No Alternative” dus. Maar er waren ook andere stemmen, de stemmen van revolutionairen van over heel de wereld die zeiden dat we niet moeten accepteren wat we zogezegd kunnen veranderen, maar dat we moeten veranderen wat we niet kunnen accepteren. Zij gaven mij weer een beetje hoop en toen een vriendin mij de Penguin Classics editie van het Communistisch Manifest cadeau deed, las ik het in één keer uit. Er ging een wereld voor mij open. Sindsdien verorber ik gestaag het ene na het andere Marxistische werk.
Communist
Ik noemde mezelf meteen Marxist maar was geen lid van een organisatie. In België leek mij de PVDA de beste optie, maar ik had al meteen mijn twijfels. Ze waren ooit wel een echte communistische partij geweest, maar nu vond ik over kapitalisten onteigenen, Lenin of revolutie niks meer terug. Ik kwam in contact met de RCO toen mijn vader een pamflet van een open discussie zag liggen en mij uitnodigde om samen met hem eens te gaan kijken wat die Marxisten allemaal te zeggen hadden. De eerste keer ging ik niet mee, het zal wel één of andere academische kring zijn dacht ik, maar toen mijn vader thuis kwam en vertelde hoe de sprekers echt veel te revolutionair waren voor hem was mijn interesse gewekt. De dag erop was er nog een activiteit, ik ging deze keer wel en the rest is history.
Mijn boodschap aan de lezer is simpel. Als je net zoals duizenden anderen niet meer kan leven met het verschil tussen de schoonheid van wat kan zijn en de lelijkheid van wat is, verwerp dan het alomtegenwoordige nihilisme en vecht voor een wereld die de mensheid waardig is. Zoals Trotski zei in 1938:
“Ja, onze partij neemt ieder van ons volledig in. Maar in ruil daarvoor geeft ze ieder van ons het hoogste geluk: het bewustzijn dat je deelneemt aan de opbouw van een betere toekomst, dat je een deeltje van het lot van de mensheid op je schouders draagt en dat je leven niet voor niets is geweest.”
De Revolutionaire Communistische Internationale is die partij. Sluit aan!