De voedingssector is als eerste op koers om de loonnorm te doorbreken. Na tien unieke actiedagen op initiatief van de socialistische vakbond en moeizame onderhandelingen komt er een verzoeningsvoorstel. Dit voorstel wordt snel goedgekeurd door een overgrote meerderheid zowel in het ABVV als in het ACV. De patroonsorganisatie van de voedingsindustrie verenigd in Fevia doet er veel langer over om met een standpunt naar buiten te komen. Syndicale onderhandelaars merkten al dat het verzoeningsvoorstel voor kwaad bloed zorgt bij de patroons van de voeding, maar ook bij die van andere sectoren.

Tot verschillende malen toe stelt Fevia een officiële standpuntinname uit. Dit wijst duidelijk op interne verdeeldheid. Andere patronale organisaties zoals het VBO en VOKA mengen zich ongetwijfeld in de discussie en geven ‘wijze’ raad. Eerst werd die avond zelf al een verklaring over het verzoeningsvoorstel aangekondigd. Het wordt niets. Dan wordt er een antwoord verwacht op dinsdag 29 maart. Opnieuw niets. Tot eindelijk op 30 maart, of vijf dagen nadat de vakbonden zich hebben uitgesproken, Fevia beweert het voorstel van de sociale bemiddelaar te aanvaarden.

Fevia aanvaardt het voorstel mits, en nu komt de kat op de koord, een aanpassing van de paragraaf over “ruimte voor ondernemingsoverleg”. Ter herinnering staat er in het akkoord dat er een marge van 0,4 procent wordt toegekend op ondernemingsvlak bovenop de 4,4 procent voor de hele sector.

Fevia vraagt “Een gesloten enveloppe van 0% tot 0,40 % voor bedrijven die het economisch goed doen, door de werkgever en de vakbonden te onderhandelen op ondernemingsniveau, bovenop de sectorale opslag van 4,40%; deze enveloppe dient verminderd te worden met alle mogelijke loonkostverhogende factoren tijdens de jaren 2005 en 2006”.

Met andere woorden, het voedingspatronaat wil een vaste en maximale loonnorm voor de ondernemingsonderhandelingen. Zowel binnen het ABVV als binnen het ACV wordt dit niet gepikt. Dit wordt duidelijk als een provocatie aangezien. De kern van de onderhandelingen in de laatste twee maanden ging juist om het feit dat de socialistische bond geen maximale bedrijfsenveloppe aanvaardde. Enkel een indicatieve norm werd aanvaard.

Een vakbondssecretaris verwoordt de houding van Fevia als volgt: “Het patronaat beweert ja te zeggen aan het voorstel van de bemiddelaar, maar het is een ‘Ja’ dat meer op een ‘Neen’ lijkt”.

Ook de eis voor verplichte sociale vrede ontkracht de afspraak dat er nog op ondernemingsvlak onderhandeld kan worden voor een grotere loonenveloppe. Wie onderhandelingen zegt moet ook actie kunnen zeggen om de eisen kracht bij te zetten. In het tegenovergestelde geval zijn de syndicale onderhandelaars met de handen op de rug gebonden.

Nieuwe acties nodig als Fevia been stijf houdt

ACV en ABVV wachten nog de vergadering af van het paritair comité van de sector dat woensdag 6 april moet bijeenkomen. Als Fevia dan het akkoord niet aanvaardt zoals het door de vakbonden is goedgekeurd, wordt het vuur weer aan de lont gestoken.

De vakbonden kunnen dan niet anders doen dan opnieuw de strijdbijl op te graven en weer in actie te komen. Veel arbeiders zien dit als een beproefd recept, want is het enkel dankzij de stakingen dat er schot in het overleg is gekomen. Enkel op deze manier kan men Fevia dwingen tot het ondertekenen van dit akkoord. Onderhandelen, ja, maar vanuit sterke krachtsverhoudingen aan de basis! Dat is de les die duizenden arbeiders uit de voeding hebben getrokken. Fevia weze gewaarschuwd!

De CAO van de voedingsindustrie wordt duidelijk gezien als een testcase voor de andere sectoren. Het overleg draait vierkant in talrijke sectoren. Neem de metaalsector bijvoorbeeld, waar Agoria bovenop een basisverhoging van 4 procent hooguit een eenmalige premie van maximaal 0,5 procent wil afspreken op bedrijfsvlak. Deze keer zitten beide grote vakbonden ACV en ABVV op eenzelfde lijn. Een stakingsaanzegging verloopt in de metaalindustrie op 11 april. In de textielsector is er ook een patstelling in de onderhandelingen. Niet toevallig voerden Febeltex en Agoria het verzet binnen het VBO tegen het Interprofessioneel Akkoord in januari. In de bouw wordt er gewacht op duidelijkheid over de lastenverlaging op de overuren die de regering heeft beloofd. Het CAO-overleg in de bediendensectoren moet nog op gang komen maar ook hier voorspelt de rechtse pers “een harde confrontatie” (De Standaard 30 maart 2005).

We staan dus slechts aan het begin van een opgang van de klassenstrijd in België. De volgende maanden zullen wel eens een grote invloed kunnen hebben op de toekomst van de vakbeweging.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken