De golf van graaischandalen doet Kris Peeters (CD&V) reageren. De federale minister wil een wet waarbij elk bedrijf waarin de overheid het meerderheidsaandeel heeft, openbaar maakt hoeveel haar bestuurders verdienen.
Op zich is het openbaar maken van de inkomsten, waarbij men het beleid en de praktijken van politici en zelfs wat er zich afspeelt in de onderzoekscommissies beter kan controleren, natuurlijk een goede zaak. Toch lijkt die openbaarheid al weer vlug relatief, want het zou enkel gelden voor bedrijven die grotendeels bestuurd worden vanuit de overheid. Politici die aangesteld worden bij privé-ondernemingen zoals Karel De Gucht2 bij Arcelor Mittal, Sigfried Bracke3 kort daarvoor bij Telenet of Luc Vandenbossche4 bij het voormalige Optima, blijven buiten schot. Dus met andere woorden kunnen politici blijven verder graaien in privé-ondernemingen zonder dat men weet hoeveel ze er aan overhouden. Dit voorstel legitimeert simpelweg de wandaden van Bracke, Vandenbossche of De Gucht!
De vergoedingen van politici die in een bestuur zetelen worden openbaar als het bedrijf voor een meerderheid in handen is van de overheid. Deze regel is grotendeels absurd want politici mogen nog altijd riante vergoedingen binnenrijven op voorwaarde dat de burgers deze info kan controleren via een website. Dit verandert gewoonweg niets aan het systeem waarbij politici zich kunnen verrijken aan meerdere postjes en legitimeert het alleen, zolang er maar getuigen zijn is het oké. Dat is hetzelfde als diefstal verbieden, maar zeggen dat de dief zijn buit mag houden indien er getuigen zijn.
Er bestaan wel regels zoals die van het onpartijdigheidsbeginsel. Dat houdt in dat bestuursorganen geen belang mogen hebben bij het nemen van beslissingen. Hieronder een voorbeeld wanneer men het onpartijdigheidsbeginsel kan inroepen: Tijdens een gemeenteraad is er discussie of de gemeente een bepaald stuk grond als woonzone of groene zone erkent. Een lid van dat gemeentebestuur is tevens ook aandeelhouder bij een grote bouwfirma. Hij blijft er dan ook op hameren om er bouwgrond van te maken. Het bestuurslid probeert zodoende de kans, dat zijn bouwfirma op die grond kan bouwen en hij zelf ook een aardige duit in zijn zakken kan steken, te benutten.
In theorie kan men dan het onpartijdigheidsbeginsel inroepen waarbij het bestuurslid in kwestie een verbod kan krijgen om te stemmen of mee te beslissen. De praktijk is vandaag veelal anders zoals we zien bij politici die overal aandelen en mandaten hebben. De wet is niet meer dan een vodje papier! Ook met het voorstel van Peeters blijft het onpartijdigheidsbeginsel een hol begrip. Het voorstel wil niets veranderen aan de graaicultuur. Het is niets meer dan een manoeuvre om zo goed mogelijk over te komen in de pers, terwijl Peeters zijn handen in onschuld wast en de graaicultuur legitimeert!
De achterpoortjes
Het is een beproefde techniek die eigen is aan de heersende klasse en waarbij men achterpoortjes creëert om zelf regels te mogen overschrijden zodat aan de macht kan worden vastgehouden. Het onpartijdigheidsbeginsel werd meerdere malen omzeild tot wanneer de bom barstte en de talloze mandaten van politici bij bedrijven bekend raakten. Om deze mandaten te legitimeren, wil Peeters nu een achterpoortje creëren dat vermogens van politici openbaar maakt. Men kan dus mandaten blijven uitvoeren en het onpartijdigheidsbeginsel schenden.
Het is hetzelfde soort achterpoortjes die mogelijk maken dat de elite massaal aan belastingontduiking mag doen en zich blijven verrijken, zoals de Panama Papers en LuxLeaks aan het licht brachten. Er is meer kans dat je in de gevangenis terecht komt voor het stelen van een portefeuille dan voor het verduisteren van miljoenen op een ver tropisch eiland. Ook de onschendbaarheid waarvan politici nog steeds genieten en de moeilijke procedures om hen strafrechtelijk te vervolgen, zijn mooie voorbeelden van de achterpoortjes die de elite voor zichzelf inbouwt in het systeem.
Het zijn de taferelen die recent beschreven zijn in het boek Graailand van Peter Mertens en meer dan 100 jaar geleden in Staat en Revolutie van Lenin; politici en elite die zich verrijken op de kap van de bevolking aan de hand van achterpoortjes, speciale wetten, bureaucratie en indien nodig zelfs politie of leger. De bevolking begint echter genoeg te krijgen van deze achterbakse politiek en van het establishment. Dit uit zich in de polarisering van onze maatschappij, waar religieus fundamentalisme, personen zoals Le Pen, Wilders of Trump ter rechterzijde aan populariteit winnen, terwijl personen als Corbyn en Hedebouw of partijen zoals Syriza en Podemos succes oogsten ter linkerzijde. Podemos is bijvoorbeeld gegroeid als een aanklacht tegen de kaste van corrupte politici, kapitalisten en de kerk.
Onze voorstellen
Het systeem waarin politici die in ivoren torens leven en geen feeling meer hebben met de bevolking moet verdwijnen. Vele van de politici die vandaag in het parlement zitten, weten niet wat het is om nauwelijks rond te komen, wat er zich afspeelt in buurtwijken of wat de verzuchtingen zijn van de bevolking. Hoewel de politici er wel als de kippen bij zijn om de bevolking te laten betalen voor de crisissen, de pensioenleeftijd op te trekken en tarieven van medicatie en openbaar vervoer te doen stijgen. Allemaal zaken waarmee ze geen problemen hebben. De meeste parlementariërs mogen nog altijd op 55 jaar met pensioen, kunnen gratis gebruikmaken van de trein, in eerste klasse. Tot voor kort konden ze zich zelfs tegoed doen aan gratis alcoholhoudende dranken terwijl men voor de bevolking de accijnzen voor alcohol steeds optrekt. Dit zijn gevolgen die eigen zijn aan de top-down politiek van het kapitalisme. Politici die geen band hebben met de bevolking en niets afweten van wat er onder de bevolking leeft. Politici die zichzelf hoge lonen toekennen en gratis kunnen beschikken over allerhande privileges, maar de bevolking laat besparen en betalen.
Daarom moet ons socialistisch alternatief gestoeld zijn op een bottom-up aanpak, waarbij men start vanuit de bevolking en haar noden en verzuchtingen. Dit druist ook in tegen het stalinisme dat de bureaucratische top-down aanpak van het kapitalistisch systeem behield of beter gezegd in eer herstelde. Wij willen een politiek die de bevolking zelf interesseert. De oplossing hiervoor ligt in de vergrote deelname aan de politiek en daadwerkelijke controle van de bevolking. Politiek begint dan vanuit de wijken, werkplaatsen of onderwijsinstellingen, waarbij de wijkbewoners, arbeiders, bedienden en studenten hun vertegenwoordigers zelf kunnen kiezen. Als de mensen controle kunnen uitoefenen op hun vertegenwoordigers door herverkiezingen of permanente afzetbaarheid, kan men verrijking, corruptie en bureaucratie tegengaan. Dit in tegenstelling tot het huidige systeem waar mensen een bolletje kleuren en vervolgens geacht worden vijf jaar te zwijgen zodat politici alles kunnen beslissen zonder inmenging van de bevolking.
Een politiek die vooral bezig is met de eigen belangen en die van de 1 procent heeft tot de huidige frustratie geleid. Het is een situatie waarin gemakkelijke oplossingen worden gezocht, waarbij er niet naar boven wordt gestampt, maar naar beneden of naar elkaar. Ideaal voor partijen zoals het Vlaams Belang of fundamentalistische imams om personen voor hun ideeën te winnen, want de officiële overheidsinstellingen houden toch geen rekening met de gewone bevolking. Dat zien we vandaag goed terug in de peilingen waar personen als Trump, Wilders, Orban of Le Pen hoog scoren en meer jongeren zich aangetrokken voelen tot religieus fundamentalisme. Ze zijn verontwaardigd over het kapitalistisch systeem, waar politici besparingen opleggen, maar zichzelf verrijken.
Deze onderste lagen van de bevolking moeten we dan ook politiek betrekken. In tegenstelling tot de intellectuele stroming van links die vaak de fout maakt mensen als ‘marginalen’ of ‘uitschot’ te bestempelen. Ook fascistoïde uitspattingen zijn uiteindelijk dikwijls het resultaat van het kapitalistische systeem en het huidige besparingsbeleid.
De economie wordt bestuurd door politici en managers, die enkel bezig zijn met cijfers en winst. Wij moeten ijveren voor een economie die in handen is van de bevolking. Een economie, waarbij de bevolking beslist wat en hoeveel er geproduceerd moet worden in overeenstemming met de noden of verzuchtingen van de bevolking. Dit doormiddel van een democratisch geplande economie, niet te verwarren met de bureaucratisch en totalitaire geplande economie van Stalin of Mao met vele slachtoffers tot gevolg. In een democratisch geplande economie wordt de productie afgestemd op de noden en behoeften van de bevolking. Daarom moeten we op het vlak van de geplande economie eveneens ijveren voor een bottom-up politiek. De bevolking weet immers beter wat haar eigen noden en verzuchtingen zijn dan een stelletje “dames en heren” in maatpak!
Het is het noodzakelijk te breken met het kapitalistische systeem waar een elite regeert en een socialistisch alternatief naar voren te schuiven. De ivoren torens moeten vallen en de ganse bevolking moet aan politiek kunnen doen.
Dit wordt mogelijk door deze maatregelen:
⁃ Politici en hun familieleden mogen geen mandaten meer uitoefenen in eender welk bedrijf of er aandelen van bezitten.
⁃ Politici moeten evenveel verdienen als een geschoold werknemer. Net zoals de PVDA-kamerleden Raoul Hedebouw en Marco Van Hees vandaag al doen. Wat zij boven de 1700 euro verdienen, schenken zij aan hun partij; PVDA/PTB
⁃ De verkozenen moeten onder controle staan van de bevolking. Om de vijf jaar een bolletje mogen kleuren en dan onze mond houden, dat pikken we niet meer. Comités in wijken, op werkplaatsen en onderwijsinstellingen kunnen hiervoor zorgen.
⁃ De verkozenen moeten permanent afzetbaar zijn, waarbij men een bestuurder kan afzetten in geval van machtsoverschrijding, corruptie of andere onfrisse praktijken.
⁃ De bevolking moet controle hebben over een democratische geplande economie.