De linkse beweging Attac, vooral bekend om haar campagne voor de Tobin-taks, heeft een brochure uitgebracht onder de welluidende titel ‘Tegen de dictatuur van het kapitaal’. En het mag gezegd worden, het is op gebied van analyse een schitterend document. De auteurs zeggen in minder dan 80 bladzijden wat de meeste auteurs nog niet in een boek kunnen uitleggen en blijven in al hun beknoptheid toch helder. Het beste wat ondergetekende over de financiële markten al heeft gelezen.
Een theoretisch hoogstandje
Na een inleiding van Eric Goeman steekt de brochure van wal met het verhaal van de naoorlogse boom en zijn neergang. Het neoliberalisme was en is voor kapitalisten het beleid dat een antwoord moet geven op deze neergang. Een onderdeel van dit beleid is liberalisering van de kapitaalmarkten, waarvan de auteurs de werking uitvoerig uitleggen, onder meer gebruik makend van Marx’ theorie over de kapitalistische warenproductie. Voorts wijzen ze op de financiële dictatuur, het gevaar van destabilisering en de impasse van het wereldkapitalisme met al zijn tegenstellingen. In hun conclusie beschrijven ze het toenemende verzet tien jaar na de val van de Muur, om vervolgens te argumenteren dat de hervorming van de financiële markten niet ver genoeg gaat en dat “het allereerste belang van de campagne voor de Tobin-taks het educatief aspect is.” (p.70)
Toch heeft deze sterke brochure enkele minpunten. Ten eerste een gebrek aan kritiek op extreemlinks, wat o.a. blijkt uit het kritiekloos overnemen van de term communisme terwijl het stalinisme wordt bedoelt. Verder, en daarmee samenhangend, een makkelijk gebruik van de term fascisme en zwemen van de complottheorie. Bovendien had een kort stukje over de huidige boom ook wel gemogen, door bvb. de rol van de financiële liberalisering daarin aan te tonen. Enkel spreken over crisis kan op dit moment voor velen achterhaald lijken.
Een praktische leemte
Onze belangrijkste kritiek op Attac is echter van praktische aard. Het laatste hoofdstuk draagt de titel ‘Wat te doen?’ maar geeft zelf geen antwoord op die vraag, behalve dan de acht eisen van Attac. We kennen de beweging eigenlijk hoofdzakelijk van hun strijd voor de Tobin-taks. Anderzijds stellen de auteurs zelf: “Een financiële crisis brengt een latente crisis in de productiesfeer alleen maar aan de oppervlakte. Een symptoom bestrijden is zoals gekend niet voldoende om een ziekte uit te roeien.” (p.69) De ideologen van Attac hebben onmiskenbaar een dieper inzicht in het kapitalisme dan Attac-Vlaanderen op dit moment.
Wat hen nochtans ontbreekt, is een politieke strategie die de neoliberale trend daadwerkelijk kan breken. Een breed front vormen rond thema’s kan een impact hebben, zeker als de linkse partijen SP en Agalev daarbij worden betrokken (cf. de parlementaire groep rond de Tobin-taks). Toch overheerst binnen Attac momenteel de idee dat in de huidige context een brede sociale beweging moet worden uitgebouwd. Later komt zogezegd de politieke vertaling wel (in een nieuwe partij?). Nochtans hebben progressieve sociale bewegingen en in de eerste plaats de sterke socialistische vakbond al lang een politieke vertaling, m.n. de SP (en in mindere mate Agalev). Door zich toe te spitsen op het sociale en zich niet te oriënteren op de SP bestendigt Attac, ongewild, mee de greep van de rechtse bureaucratie op de enige massapartij van de arbeidersklasse in België.