In de nacht van 13 op 14 september viel er op bepaalde momenten ongeveer honderd maal méér regenwater uit de lucht dan tijdens een normale regenbui. Het gevolg was dat een strook België van het Waasland tot in Luik onder water liep. De grote verzekeringsmaatschappijen lieten natuurlijk prompt weten dat zij niet zouden betalen en dat zij in de toekomst voorstander zijn van een verplichte premie tegen overstromingsschade. Is het vetmesten van de grote verzekeraars de enige manier om ons hebben en houden te beschermen tegen de grillen van de natuur? Of zijn er beleidsmaatregelen mogelijk om het blijkbaar steeds talrijker wordend aantal overstromingen in ons land het hoofd te bieden?

Het is natuurlijk een illusie te denken dat we ons ooit helemaal kunnen vrijwaren van natuurrampen. Maar de overstromingen die de afgelopen jaren ons land teisterden waren toch niet alleen maar te wijten aan overvloedige regenval. Zo valt het bijvoorbeeld op dat de grootste ellende pas dagen na de zondvloed merkbaar werd. De reden daarvan is dat het gaat over een afwateringsprobleem. Pas dagen nadat het geregend heeft vloeit het water via grachten en riolen samen in de rivieren en kanalen die dan een geweldig debiet moeten slikken en op kritieke punten (Diest, Merksem, Niel...) buiten hun oevers dreigen te treden. Het debiet is zo enorm gestegen omdat heel veel natuurlijke "buffers" zoals moerassen en winterbeddingen, natuurlijke meanders enz. de afgelopen decennia verdwenen zijn. In functie van het te gelde maken van de laatste morzel grond moest alles gedraineerd, rechtgetrokken, gebetonneerd, geasfalteerd en gerioleerd worden. De boeren willen gronden die nooit te nat of te droog zijn, de landelijke gemeentebesturen en de immobiliën - en bouwmaatschappijen willen verkavelen naar hartelust en hebben de Belg wijsgemaakt dat hij alléén maar gelukkig kan zijn in een vrijstaande fermette ergens op de buiten (nu ja, "vrijstaand", nu ja, "buiten"...). De verloedering van de grote steden deed de rest. Gevolg is dat we 's morgens met z'n allen in de file staan richting stad waar we onze boterham verdienen en de bevolking vooral in Vlaanderen zich als een olievlek heeft verspreid over heel het grondgebied tot er geen "buiten" meer over was. Maar ook dat het Vlaamse land voor een belangrijk deel verdwenen is onder ondoordringbaar beton, baksteen of asfalt. Als het regent moet al dat overtollige water op die daken, autowegen en megashoppingcenterparkings snel via de riolen naar de rivieren worden afgevoerd. Twee problemen vloeien hieruit voort: wateroverlast als het een beetje teveel regent en een daling van het grondwaterpeil als het een beetje te weinig regent. De natuur wordt geacht zich aan de statistische gemiddelden te houden maar doet dit niet. En hoeveel mensen waren er zich van bewust dat ze zich in een winterbedding of een natuurlijk afwateringsgebied bevonden toen ze dat prachtig stukje grond aangeboden kregen van hun uitgekookte vastgoedmakelaar? Trouwens zij niet alleen betalen de prijs, maar ook de mensen die verder stroomafwaarts wonen in eeuwenoude woonkernen zoals Diest.

Willen we Vlaanderen in de toekomst nog een beetje leefbaar houden dan zal het ruimtelijke ordeningsbeleid uithanden getrokken moeten worden van de beton & asfaltlobby, de Boerenbond en de belastinggeile gemeentebesturen.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken