Tot nu toe konden leerkrachten met pensioen gaan op 60 jaar (ten laatste 65), maar was het ook mogelijk vanaf de leeftijd van 58 jaar een soort brugpensioen aan te vragen, TBS (Ter beschikking stelling) genaamd. Gedurende twee (of vier) jaar genoten de leerkrachten dan een uitkering die neerkwam op zo’n 60 à 65% van hun laatste loon, maar behielden ze dezelfde pensioenrechten alsof ze tot 60 zouden gewerkt hebben. Het systeem wordt veel gebruikt. Ongeveer één op twee leerkrachten die deze leeftijd bereikt, maakt er gebruik van.

In het Vlaams onderwijs bevinden zich nu ongeveer 10.000 leerkrachten in dit stelsel.

Bij haar begrotingscontrole van eind februari heeft de Vlaamse regering TBS volledig afgeschaft voor alle onderwijskrachten, behalve die van het kleuteronderwijs. In het kleuteronderwijs wordt de TBS-leeftijd verhoogd van 56 tot 58 jaar en zou men slechts 40 procent van het laatste loon ontvangen. De onderwijsvakbonden, zonder overleg koud gepakt, deden prompt een stakingsaanzegging voor woensdag 28 maart.

Natuurlijk steunen wij de leerkrachten in hun verzet tegen deze maatregelen die de factuur van eerdere kapitalistische debacles (denk aan Dexia) op hun rug wil afwentelen. Dat is hetgeen we doen voor elke beroepscategorie. Maar we willen in deze syndicale strijd ook wat meer argumenten aandragen, want we hebben de indruk dat de discussie over dit thema meestal compleet verkeerd gevoerd wordt.

In de media

“Leraar Luc, 61 maar geen zin om met pensioen te gaan”, kopte Morgen op haar voorpagina de dag dat de TBS-maatregel bekend werd. Alweer eens trokken de media alle registers open om langer werken als ‘onvermijdelijk’ voor te stellen en degenen die zich daartegen verzetten als halve criminelen. Het ergst is het gesteld met de discussiefora, waar de voorspelbare scheldtirades tegen de vakantie van het onderwijzend personeel opnieuw de kop opsteken, samen met een ergerlijke heen-en-weer-discussie over de ‘zwaarte’ van de job van leerkracht. Een volstrekt zinloze discussie! Niemand is er mee gebaat om te ‘bewijzen’ dat een arbeider uit de bouw, een staalarbeider, een verpleger, een zelfstandige... een job zou hebben die lastiger is dan die van onderwijzer, kleuterleidster of leraar beroepsonderwijs. Het is de gedroomde val om alle beroepscategorieën tegen elkaar op te zetten en ze één voor één uit te persen. Laat ons betere vragen stellen:

  • Is deze maatregel echt nodig om de financiën in het algemeen en de pensioenen in het bijzonder veilig te stellen?
  • Wat zal de weerslag van deze maatregel zijn op het onderwijs?

Wij beginnen met de tweede vraag.

Weerslag op het onderwijs

Met tienduizend zijn ze dus die nu al TBS gebruiken, en dat aantal zou in de komende jaren niet verminderen omdat de babyboomgeneratie van na de Tweede Wereldoorlog nu volop de pensioenleeftijd bereikt. Zijn er daar bij die in staat zouden zijn om nog te werken? Ongetwijfeld: de lening voor het huis is meestal afbetaald, de kinderen zijn het huis uit en sommigen verkiezen om het een paar jaar met een pak minder te doen en wat van het leven te genieten. Dat is een geoorloofde keuze na een leven van hard werken. Wie deze keuze maakt, moet niet als crimineel bestempeld worden. Maar een zeer groot deel van die tienduizend gaat vervroegd met pensioen omdat ze de job niet meer aankunnen, fysiek maar vooral psychologisch. In elke school weten ze u zo te zeggen om welke personen het gaat die zich naar de leeftijd van 58 jaar slepen en nu voor minstens twee jaar de deur voor hun neus krijgen dichtgegooid. Dat is natuurlijk slecht voor de kwaliteit van het onderwijs. Zou u graag hebben dat uw kind les krijgt van een uitgebluste leerkracht van 59? En het gaat niet alleen over lesgeven, maar met de leeftijd komen er meer en meer ziektes. Gevolg: leerlingen die weken, soms maanden zonder les zitten omdat er geen vervanger gevonden wordt.

Een argument dat minister Pascal Smet aanhaalt, is het tekort aan leerkrachten. Dat de ouderen langer blijven werken zou dat tekort kunnen verhelpen. Al lijkt deze redenering op het eerste gezicht juist, in de praktijk zal de maatregel precies het tegendeel veroorzaken. Vandaag stapt een derde van de beginnende leerkrachten na minder dan vijf jaar opnieuw uit het onderwijs. Dit is de belangrijkste reden voor het tekort aan leerkrachten. Oorzaken zijn de zwaarte van het beroep (bv. beginnende leerkrachten die beseffen dat ze geen tucht kunnen houden), maar vooral de extreme werkonzekerheid van een beginnende leerkracht. Iemand die begint aan een volledige opdracht in het onderwijs (een kleine minderheid) of een deeltijdse, is nooit zeker om die ook het volgende jaar te krijgen. Dat hangt af van tal van factoren zoals het aantal leerlingen die zich bij de school inschrijven. Veel beginnende leerkrachten geven les aan twee of drie scholen. Een vaste benoeming komt er dikwijls pas na tien of meer jaar werken. Veel tijdelijke jonge leerkrachten kijken hoopvol uit naar het vertrek van hun oudere collega’s om eindelijk meer werkzekerheid te krijgen. Als dat vertrek nog twee jaar wordt uitgesteld, is het volstrekt voorspelbaar dat nog meer jonge leerkrachten het onderwijs zullen verlaten.

De discussie over de betaalbaarheid

Het is niet omdat iedereen steeds maar herhaalt dat de pensioenen onbetaalbaar zullen zijn als we niet allemaal langer werken, dat dit ook zo is. Het is nochtans het nieuwe dogma van de media en nagenoeg alle politieke partijen. Het feitenmateriaal waarover we beschikken bevestigt dat niet. De vergrijzingscommissie die elk jaar een prognose opstelt voor het Planbureau, geeft telkens weer cijfers die sterk afwijken van de vorige. Veel ‘studies’ zijn bijzonder zwak (bv. die van Frank Vandenbroucke voor de UA). Veruit de beste en meest gedocumenteerde geschriften over vergrijzing zijn de twee boeken van Gilbert De Swert, het vroegere hoofd van de studiedienst van het ACV. Het laatste  met de titel Het pensioenspook geeft naast de cijfers uit het boek zelf aanvullende tabellen op de site van de uitgeverij (EPO). En wat zijn de conclusies? We laten De Swert aan het woord:

“Het wonderlijke aan de vergrijzingvooruitzichten is dit: de rekening van de vergrijzing valt best mee. (…) Gemiddeld 0,19% van het BBP per jaar tot 2030. En gemiddeld 0,112% van het bbp elk jaar tot 2060. Hetzij in euro’s en bbp van vandaag: 650 miljoen per jaar tot 2030, 55 miljoen per jaar daarna tot 2060 en over de hele periode van nu tot 2060 gemiddeld 380 miljoen elk jaar. (…) Evenveel als 1000 bankiersbonussen bij Dexia of KBC of als 250 jaarbeloningen van Didier Bellens (topman Belgacom).”

 Moraal van het verhaal: is de vergrijzing een probleem? Jawel, maar een beheersbaar en oplosbaar probleem indien het zo vlug mogelijk wordt aangepakt. Het is bovenal een zaak van maatschappelijke keuzen. Hoe een maatschappij haar ouderen behandelt, is een van de beste criteria om de deugdelijkheid van die maatschappij meten. De manier waarop mensen aan het einde van hun arbeidsloopbaan vandaag worden beschuldigd en bang gemaakt, is om van te kotsen. De methode van de botte bijl waarmee het probleem nu aangepakt is voor niets nodig. Vergelijk de cijfers die hierboven geciteerd worden met die van de besparingen uit het regeringsakkoord (11,5 miljard) of zelfs van de laatste begrotingscontrole (2 miljard). Zo duur is de vergrijzing nu ook weer niet.

Niet alleen

Wij zijn niet per se tegen langer werken. Integendeel, we vinden het ongehoord dat zoveel bedrijven hun arbeiders op straat zetten als uitgeperste citroenen van zodra ze de 50 voorbij zijn. De Belgische arbeidersklasse staat bekend als een van de productiefste ter wereld. De keerzijde daarvan is dat velen problemen krijgen aan het einde van hun almaar meer gestresseerde loopbaan. Het grote aantal TBS-aanvragen toont dat dit ook het geval is in het onderwijs. Voor de vakbonden is de enige correcte eis dan ook het behoud van de huidige pensioenleeftijd én van het bestaande TBS-systeem. Iets anders zou niet alleen onrechtvaardig zijn, maar ook de kwaliteit van het onderwijs ondermijnen. Langer werken is niet noodzakelijk een taboe, maar dan op basis van vrijwilligheid. Het is perfect mogelijk om maatregelen te treffen die oudere leerkrachten kunnen aanzetten om er nog een jaartje bij te doen, bijvoorbeeld zijn/haar opdracht geheel of gedeeltelijk wijden aan mentorschap van jongere leerkrachten. Alleen mag dat niet ten koste gaan van de andere leerkrachten door hen te laten lesgeven voor grotere klassen. Goed ingevoerd zouden dergelijke maatregelen dus op korte termijn weinig besparingen meebrengen, misschien zelfs een kleine verhoging van de kosten.

Syndicaal gezien stelt zich onmiddellijk een probleem. Met dit standpunt krijg je gegarandeerd de vraag: als het onderwijspersoneel niet langer moet werken, waarom dan de andere werknemers wél? Natuurlijk zij evenmin, moet dan het antwoord zijn. De verhoging van de pensioenleeftijd, de beperkingen van brugpensioen en gelijkaardige stelsels als TBS is iets wat alle vakbonden moeten blijven bestrijden. Dat mag de onderwijsvakbonden niet beletten om eigen acties te voeren, maar altijd in het besef dat zij deel uitmaken van de hele Belgische arbeidersbeweging. Met een oproep ook om samen te strijden tegen de langer-werken-gekte. Dat is de enige manier waarop uiteindelijk kan worden gewonnen.

De val van de begeleidende maatregelen

Tot voor kort kon men op de sites en in de publicaties van de vakbonden sussende woorden lezen over het goede syndicaal overleg met het ministerie van Onderwijs. Ook minister van Onderwijs Pascal Smet liet meer dan eens uitschijnen dat het TBS-systeem “zou worden behandeld als deel van heel de loopbaanproblematiek en in overleg met de syndicale partners”. En dan kwam de begrotingscontrole van de Vlaamse regering en was het verdict: afgeschaft! Zonder overleg! Welkom in de werkelijke wereld van het Europa van de besparingen. De nationale leiding van de onderwijsvakbonden was duidelijk geschokt, vandaar ook de vlugge reactie en aanzegging van een actieplan en een staking (een eerste stakingsdag, zo zegt de mededeling). Minister Smet doet ondertussen zijn uiterste best om de vakbonden te lijmen. Maar het is duidelijk dat hij zeer strikte instructies heeft gekregen vanuit de Vlaamse regering. Er kan onderhandeld worden over overgangsmaatregelen, over begeleidende maatregelen, maar aan de afschaffing van de TBS kan niets worden veranderd. In die val trappen zou zelfmoord zijn. Het enige dat in zo’n situatie kan helpen is actie, goed voorbereid en met een zo ruim mogelijke voorlichting van de betrokkenen: leerkrachten, maar ook ouders en leerlingen. Via de ouders kan ook de band gelegd worden met de rest van de werkende bevolking, die met dezelfde soort problemen kampt. Op het eerste gezicht is het goedgekeurde actieschema met voorlichtingen op 12 en 16 maart, lokale en provinciale acties op 21 maart en een eerste hoogtepunt naar de staking van 28 maart de juiste manier om dit aan te pakken.  Ooit zullen er natuurlijk weer onderhandelingen moeten komen, maar dan over het geheel van de maatregelen, niet over een vorm van stervensbegeleiding. En het onderwijs zal het niet alleen kunnen, dat is misschien nog het belangrijkste.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken