Op 18 juni heeft de vijfde kamer van het Antwerpse Hof van Beroep (burgerlijke zaken) actievoerders verboden om de site van Crown te betreden. Op 29 juni werd deze uitspraak teruggedraaid door de achtste kamer.

Drie maal is scheepsrecht

Vier afgevaardigden van vakorganisaties (ACV-METEA, ABVV-Metaal, BBTK en LBC) hadden zich de toegang tot het bedrijf laten ontzeggen door de deurwaarder. Tegen de uitspraak van het Hof van Beroep kon zo derdenverzet worden ingesteld. Wie na een procedure op eenzijdig verzoekschrift een verbod krijgt opgelegd, kan dit immers betwisten omdat hij/zij het voorwerp van een uitspraak is zonder ooit gehoord te zijn.

Hof maakt schroot van de vorige uitspraak

Het Hof is ongemeen scherp voor de advocaten. Sommige ‘truken van de foor’ (bv. het laattijdig deponeren van stukken en een parallelle procedure voor de strafrechter) leveren niets op en tussen de lijnen leest men de afkeuring voor dergelijke praktijken.

Het Hof heeft begrip voor het feit dat de actievoerders geprikkeld zijn door de onwil van het management om te onderhandelen. Hoewel het bezetten van een bedrijf meestal niet op veel sympathie kan rekenen (wegens schending van het eigendomsrecht) is dit hier niet het geval. Het Hof houdt rekening met het feit dat

- de actie geweldloos was;

- de diefstallen/vandalisme waarvan de arbeiders worden beschuldigd louter gebaseerd zijn op beweringen van de werkgever;

- de werkwillige bedienden die op de site werken niet werden gehinderd;

- de actievoerders de voorraad niet blokkeerden;

- er geen aanwijzingen waren dat de aangekondigde solidariteitsactie aanleiding zou geven tot vernielingen of gewelddaden.

De klap op de vuurpijl is evenwel dat het Hof stelt dat de vordering niet zozeer als doel had om de veiligheid op de site te garanderen…. “maar wel de collectieve actie van de werknemers te breken, zodat Crown door deze rechtsvordering geen rechtmatig belang nastreefde”.

Een niet onbelangrijk precedent

Deze uitspraak is niet zozeer van belang omdat ze de werknemers volgt (dat is immers een feitenkwestie), maar wel omdat een belangrijk principe wordt gesteld.

Het Hof oordeelt dat er geen enkele reden was om deze zaak te behandelen zonder tegenspraak (dus zonder de werknemers gehoord te hebben). Verscheidene deelnemers aan de actie waren (uiteraard) niet gekend. Sommige deelnemers waren echter wel gekend zodat men die al minstens had kunnen dagvaarden. Een ‘verrassingseffect’ was niet nodig (sic).

Monica, Elio et les autres…

Een zwaluw maakt de lente niet. Het is best mogelijk dat een volgende maal een derdenverzet niets zal opleveren. Om actievoerders te beschermen tegen werkgevers (en vooral hun advocaten), is een ingrijpen van de wetgever nodig. Alvorens de situatie diepgaand te behandelen, kan men al enkele details wijzigen. Zo zouden bv. de arbeidsgerechten uitsluitend bevoegd kunnen worden. Deze magistraten kennen immers hun pappenheimers beter dan de rechters van de rechtbank van eerste aanleg/hof van beroep. Zij weten welke werkgevers geen sociale dialoog willen en vooral welke advocaten gebruik maken van kunstgrepen om de situatie naar hun hand te zetten.

De regering spuit aan een hoog tempo regeltjes. Dit kan er dan nog bij. Of zou het toch waar zijn dat onze ministers geen oog hebben voor de belangen van de werknemers?

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken