Maandag werden de stemmen geteld van het referendum over het voorstel van werkhervatting bij Ford Genk. Een nipte meerderheid (54%) stemde voor. Maar woensdag blokkeerden stakingspiketten de bevoorrading van het bedrijf. Een gedeelte van de arbeiders radicaliseert in dit conflict dat al drie maanden bezig is.

Vooraleer we ingaan op de gebeurtenissen van de laatste dagen zou het goed zijn mocht je vertellen wat er sinds de solidariteitsbetoging van 20.000 mensen op 11 november in de straten van Genk is gebeurd? Vanuit het zuiden van het land, hebben we indruk dat deze strijd uit het nieuws is verdwenen, zelfs in Vlaanderen.

Erik: Nogal wat linkse militanten stelden deze mars voor als een soort begrafenisstoet van de strijd door de vakbondsleiding. Wij legden toen uit dat deze grote betoging niet tot dit kon worden herleidt en dat onder de ogenschijnlijke kalmte er een grote woede schuil ging net zoals een grote vastberadenheid. Het is net deze woede en vastberadenheid die aan het licht is gekomen tijdens het referendum en eveneens bij de stakingspiketten. Deze werden bijna op een spontane manier georganiseerd om de productie van de onderaannemers die Ford bevoorraden stop te zetten.

Sinds deze betoging, nu bijna twee maanden geleden, bestond de strijd erin zoveel mogelijk arbeiders te betrekken bij het centrale piket dat 24 uur op 24 uur de 7000 wagens op de parking bewaakte. Deze wagens zijn een echte oorlogsbuit die de arbeiders en hun vakbonden als onderpand willen inzetten in de onderhandelingen met de directie. Sinds november is er nog wel een tiental dagen gewerkt om wagens en onderdelen te produceren. Het verschil echter met de huidige werkhervatting is dat de productie toen onder de controle is gebleven van de arbeiders en is geen enkele wagen de fabriek buiten gegaan. Bovendien zorgde het voor een extra inkomen voor de arbeiders die al geld verloren hadden als gevolg van de economische werkloosheid. Buiten deze werkdagen lag de fabriek stil.

De directie zit wel opgescheept met een probleem. De modellen, Mondeo, Galaxy en S-Max, worden nergens anders geassembleerd dan in Genk. Er bestaat nog steeds een reële en onmiddellijke vraag voor deze wagens die niet kunnen worden geleverd aan potentiële kopers. Daarom heeft Ford een voorstel voor de heropstart van de productie gedaan aan de vakbonden. Uiteindelijk is de sociale bemiddelaar op de proppen gekomen met een voorstel. Dit voorstel eveneens goedgekeurd door de vakbondsleiding, werd voorgelegd in het referendum aan het personeel van Ford en van de vier toeleveringsbedrijven.

Wat stond er in dit voorstel?

Erik: Het voorstel klonk als volgt: het werk zou voor drie maanden worden hervat in januari, februari en maart .40.000 wagens moeten dan worden geproduceert. Het personeel had de ‘keuze’ tussen twee formules: 40 dagen werken om 1000 wagen per dag af te handelen en een maandelijkse premie van 40 procent van het bruto loon ofwel 42 dagen werken tegen een ritme van 950 geproduceerde wagens per dag en een premie van 25 procent. Indien de productie met een dag zou worden onderbroken gedurende deze 40 dagen, als was het maar één dag, of als er onvoldoende wagens worden geproduceerd, verliezen de arbeiders hun premie die dag en de helft van hun maandelijkse premie. Ook werd er afgesproken dat die 40.000 nieuwe wagens die van de productielijn rollen zonder probleem het bedrijf mogen verlaten. Niets was echter gezegd over de 7000 wagens die nu nog op de parking worden bewaakt door de vakbonden.

Het personeel heeft dus via de post een stembrief ontvangen. Naast het stembriefje zat er in de omslag nog een brief in van de directie. Hierin stond dat het om het ‘ultieme voorstel’ ging en dat indien het ‘Neen’ het zou halen er geen loon of werkloosheidsuitkering zou worden uitbetaald. Het personeel zou als stakers worden behandeld!

De vakbondsleiding heeft dit voorstel verdedigd net zoals een gedeelte van de delegees. Een meerderheid van de delegees heeft enkel de mensen ‘geïnformeerd’, een ander gedeelte heeft duidelijk opgeroepen om ‘neen’ te stemmen. Het resultaat was 54 procent voor en 46 procent tegen het voorstel.

Wat denk je van het resultaat? Gezien de druk op de mensen is het niet echt een duidelijke nederlaag voor de neen stemmers?fight-just-logo

Erik: Om het resultaat op een juiste manier in te schatten moeten we de voorwaarden van deze stemming in het hoofd hebben. Eerst en vooral is er veel druk uitgeoefend op de arbeiders. De brief van de directie was duidelijk intimiderend. Velen hebben het ook zo aangevoeld. Het was een manier om de mensen aan te zetten tot ‘realisme’ t.t.z. voor een ‘ja-stem’.

Bovendien zitten veel mensen met schulden en rekeningen die moeten worden betaald. Met de hoop op werkzekerheid tot 2020 hebben nogal wat koppels leningen gedaan. Het vooruitzicht van een lange staking maakt hen ongerust. Een ander element is dat sinds het beging van het conflict de vakbondsleiding, in het bijzonder met het referendum, geen alternatief heeft geformuleerd dat een tegengewicht had kunnen bieden op de patronale druk en deze van de media. En dan is de stemming zelf helemaal niet eerlijk verlopen. De telling werd gemanipuleerd. Het gerucht circuleert al een tijdje dat een gedeelte van het personeel geen stembrief in de bus heeft gekregen. Een gedeelte van stembrieven waar ‘neen’ was aangekruist met wat geschreven commentaar werden nietig verklaard. Nochtans bestaat er geen enkele bepaling in die zin.

In deze omstandigheden, van intimidaties en andere moeilijkheden en zonder een duidelijk strijdperspectief is het toch opmerkelijk dat nog 46 procent van de arbeiders tegen dit voorstel hebben gestemd. Het verschil was nipt. Tweehonderd stemmen zouden het resultaat hebben veranderd. Dit wijst op een groeiende radicalisering van de arbeiders, op basis van een zeer groot wantrouwen tegenover de bedrijfsdirectie maar ook de leiders van de drie vakbonden.

Welke uitleg wordt er door de directie of de vakbondsleiding gegeven voor deze uitslag?

Erik: Nog voor de stemming, stelden de media, de Forddirecte en de vakbondstop de huidige impasse voor als een conflict tussen zij die willen het werk hervatten en zij die dat niet wensten. Natuurlijk is dat verkeerd: iedereen wil het werk hervatten! Maar de helft heeft begrepen dat drie maanden lang tegen een hels ritme wagens bouwen zonder het minste perspectief van werk na die periode tot in 2014, geen ernstige oplossing is.

Anderen verklaren het resultaat door het feit dat veel mensen diep in de schulden zitten. Dat is natuurlijk waar maar dat is ook het geval met de groep die ‘neen’ heeft gestemd. Zij die het ‘ultieme verzoeningsvoorstel’ hebben verworpen beseffen de inzet gewoon beter dan de anderen. Een recente studie van de UHasselt kwam tot de vaststelling dat de gevolgen van de sluiting van Ford Genk veel erger zijn dat gedacht. Niet alleen in de provincie maar ook ver buiten Limburg. De werkloosheid gaat snel met een derde stijgen. Vanaf 2014, zullen 8000 gezinnen het gemiddeld met 1450 euro minder per maand moeten rooien. De mensen die tegen het voorstel hebben gestemd beseffen dat ze niet snel aan een nieuwe baan zullen geraken. Daarom willen ze het onderste uit de kan halen. Zij weten ook dat Ford ondanks de crisis nog grote winsten boekt (6,7 miljard euro netto in 2011).

Ondanks deze stemming en de oproep van de vakbonden om het werk te hervatten stonden stakingspiketten voor de poorten van Ford. Hoe leg je dit uit.

Erik: Belangrijker misschien dan de uitslag van het referendum is het feit dat de strijdvaardigheid niet in de kiem is gesmoord. Het werk had woensdag moeten hervatten bij Ford. Maar spontaan werden piketten georganiseerd door basismilitanten en delegees voor de poorten van de vier toeleveranciers. Deze bedrijven zorgen voor de onderdelen die het moederbedrijf Ford nodig heeft om wagens te bouwen. Bij gebrek aan die onderdelen werden uiteindelijk slechts een tachtigtal wagens geassembleerd op de 1000 die van de band moesten rollen die dag.

Dit duidt op een heel nieuwe toestand. Niet alleen is er n een echte kloof zichtbaar tussen de vakbondsleiding en een gedeelte van de achterban en delegees, maar dit meer strijdbare gedeelte van de basis is ook in staat zich op een autonome manier te organiseren en tegen de officiële syndicale ordewoorden in te gaan. Dit was al het geval in de aanloop van het referendum toen ongetekende pamfletten en andere goed onderbouwde teksten circuleerden via pamflet of het internet voor een ‘neen –stem’. Dit alles op een moment dat het conflict geïsoleerd leek en tijdens de kerstvakantie.

Deze autonome actie van de arbeiders tegenover de vakbondsleiding wijst op een graad van zelforganisatie die niet aanwezig was in andere gelijkaardige conflicten de laatste jaren of meer recentelijk bij ArcelorMittal. Toegegeven het gaat hier nog slechts om de eerste stappen in die richting, maar het is een begin. Zo was er ook een delegatie Ford arbeiders aanwezig op de betoging van het FGTB Namen tegen de soberheid, zonder de officiële steun van hun centrales. Het initiatief kwam van onderuit, op initiatief van delegees en militanten die elke dag aanwezig zijn aan het piket.

Deze strijdwil en vastberadenheid ondanks het gebrek aan een duidelijke syndicale strategie heeft menig delegee verrast. Drie maanden geleden zouden ze niet hebben geloofd.

Hoe verklaar je dat de radicalisering onafhankelijke actievormen heeft aangenomen in een strijd die, althans van buitenaf gezien, zo ‘rustig’ leek?

Erik: In Limburg is er een oude traditie van spontaneïteit in de klassenstrijd. Waarschijnlijk is dat het gevolg van de bijzonderheid van de provincie: een late industrialisering, de aanwezigheid van veel migranten en vakbonden die de arbeiders minder strak organiseren dan op andere plaatsen. Deze spontaneïteit zorgt soms voor acties die niet door de vakbonden zijn gestart of zelfs botsen met de vakbondsleiding. Dit was het geval in de jaren 60 en het begin van de jaren 70 met zogenaamde ‘wilde stakingen’ t.t.z. stakingen die niet werden erkend door de vakbonden. Dit was het geval in de steenkoolmijnen of bijvoorbeeld met de vorming van het Groot Arbeiders Komitee (GAK) waarin tientallen bedrijfsmilitanten zich groepeerden. Dan zijn er ook nog de grote mijnwerkersstakingen in de jaren 80 tegen de sluiting van steenkoolmijnen. Maar ik ben niet overtuigd dat de herinnering van deze strijd nog op een zeer concrete manier verder leeft in de arbeiders van Ford vandaag. Er bestaat wel een zekere strijdbaarheid die op de voorgrond komt in de provincie zoals in 2008 met de spontane stakingen voor een loonsverhoging van 1 of 2 euro.

Maar de belangrijkste factor die de radicalisering vandaag verklaard is de concrete ervaring: de mensen zijn diep, zeer diep geschokt door de twee grote momenten van verraad door de Ford directie, zowel in 2003 als in oktober van dit jaar. Ze doen nu ook de ervaring op van de zwakke syndicale opstelling van de vakbondstop.

ford-een-bankDrukt deze radicalisering zich uit in een eigen strategie en perspectief verschillend van dat van de vakbondsleiding?

Erik: De centrale redenering achter de neen-stem in het referendum is dat de directie met de ondertekening van het Toekomstcontract 2020 de werkzekerheid had beloofd tot dat jaar in ruil voor toegevingen aan de kant van het personeel zoals de loonsvermindering van 12 procent. Maar het zijn slechts de arbeiders die hun deel van het contract hebben nageleefd. De directie echter heeft haar woord verloochend. Veel mensen zeggen: of de fabriek nu open blijft of niet, werk of niet, wij willen betaald worden tot 2020. Ford heeft hiervoor voldoende middelen. Dit is niet echt de officiële vakbondsstrategie maar die redenering wordt door veel mensen gevolgd. Maar deze stelling is nog niet de basis voor de uitwerking van een aangehouden strategie verschillend van deze van de vakbondstop.

Hoe zie je nu strijd evolueren?

Erik: het referendum heeft gestalte gegeven aan een grote radicalisering onder de arbeiders maar tegelijkertijd heeft het de mensen verdeeld. De toestand is zeer onzeker. Dat was zichtbaar toen de werkwilligen oog in oog stonden met de piketten. Een groot aantal mensen was komen opdagen om de productie te hervatten. Maar ze hebben de piketten niet willen doorbreken. Het komt erop aan om de eenheid weer op te bouwen zonder door de knieën te gaan voor de eisen van de directie en zonder de toegeeflijkheid van de vakbondsleiding. Dit kan gebeuren rond de eis van een gewaarborgd loon tot 2020. Maar om de krachtsverhouding te verbeteren tegenover de directie zouden de wagens die nu van de band rollen en de persdelen onder de controle van de arbeiders moeten blijven. Veel gaat duidelijk worden in de volgende dagen op dat vlak.

Maar zelfs indien het werk snel hervat wordt, twijfel ik sterk dat de directie erin slaagt de mensen 1000 wagens per dag te doen produceren. Dit is een onrealistisch doelstelling. In een dergelijke situatie kunnen nieuwe conflicten snel weer opflakkeren. Gezien het systeem van ‘lean production’ bij Ford, is het voldoende dat een afdeling het werk neerlegt om de hele band te doen stoppen. Tenslotte wil ik zeggen dat het conflict bij Ford de gelegenheid is om het debat te voeren binnen onze vakbonden over de te volgen strategie bij herstructureringen en bedrijfssluitingen. De vakbondsstrijd kan zich niet beperken tot ‘het beperken van de schade’. Het ‘sociale plan’ mag de enige horizon niet blijven van de vakbondsdelegees in deze bedrijven. Centraal in deze bezinning staat volgens mij de kwestie van de inbeslagname en de nationalisatie van de bedrijven die dreigen met sluiting. In Frankrijk hebben delegees het idee van ‘nationalisatie’ weer opgebracht in een reeks conflicten in de industrie. Ook de kortstondige dreiging door de regering van François Hollande om de vestiging van ArcerlorMittal te nationaliseren heeft het debat weer aangewakkerd. Laten we hetzeflde doen in België.

 

Voor de originele Franstalige versie:  zie hier.

 

 

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken