De arbeiders uit de Franse petroleumsector hebben massaal het werk neergelegd. Aan de tankstations staan lange files. De regering Borne vorderde dinsdag 12 oktober een aantal werknemers van raffinaderijen op. Kan dit ook in België?
Macron – Sarkozy: zelfde strijd
In Frankrijk hebben de werknemers uit de particuliere sector stakingsrecht op grond van een artikel uit de grondwet, maar er zijn achterdeurtjes.
In geval van “dreiging” kan de ministerraad door middel van een decreet personen opeisen. Dit veronderstelt dat een werknemer wordt verplicht om te werken zelfs als hij/zij wil staken. Dat het hier een artikel betreft uit de Code de la défense, dus de wetgeving op de landsverdediging, is een niet onbelangrijk detail. De regering moet zich als het ware beroepen op oorlogsrecht. Waarschijnlijk heeft men er de voorkeur aan gegeven om de prefecten van de departementen de kastanjes uit het vuur te laten halen. Deze kunnen op grond van een artikel uit de Code général des collectivités territoriales – vrij vertaald de wetgeving op de lokale besturen - optreden. De techniek werd in 2010 door president Sarkozy reeds gebruikt om een stakingsgolf de kop in te drukken. Toen werd gedreigd met gevangenisstraffen van zes maanden voor werkweigeraars en een geldboete van 10.000 Euro per overtreding. De opeisingen werden met wisselend succes aangevochten voor administratieve rechtbanken en uiteindelijk voor de Raad van State. Deze plaatste weliswaar wat kanttekeningen bij de handelswijze van de regering maar floot ze niet terug. Een klacht van de communistische vakbond CGT bij de Internationale Arbeidsorganisatie leverde ook al niet veel op. Het Committee on Freedom of Association beperkte zich tot een aanbeveling om - als in de toekomst er een regeling wordt uitgewerkt - de vakbonden hierbij te betrekken.
In België
Ook in België hebben wij reeds grimmige stakingen gekend in de petroleumsector. Zo hielden in 1978 arbeiders de raffinaderij RBP gedurende elf maanden bezet. Door solidariteitsacties van andere bedrijven geraakte het land bijna zonder petroleum. Toen werden – zover mij bekend – geen juridische acties ondernomen. Vandaag zou dit zeker wel het geval zijn.
De werkgever van een geblokkeerde raffinaderij kan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg vragen om een beschikking af te leveren waarmee de stakingsposten wordt opgelegd om werkwilligen toe te laten, om tankwagens de toegang te verlenen tot de stock, enz.
Militanten kunnen daartegen in beroep gaan (het zogenaamde derdenverzet) maar het is niet zeker dat ze gelijk krijgen. Als (bijna) iedereen in het bedrijf het werk neerlegt en de productie stilvalt, is dat een ander verhaal. Op dat moment treedt de zogenaamde Prestatiewet in werking. Voor de petroleumsector impliceert dit dat bepaalde prestaties moeten geleverd worden: bedrijfsbrandweerlieden en bewakingsdiensten moeten op post blijven, alsook werknemers die nodig zijn om beschadiging aan het productieapparaat te voorkomen. Maar werknemers kunnen ook verplicht worden om (tegen hun zin) mee te werken aan de productie voor de bevoorrading van bv. ziekenhuizen, koelinrichtingen, serres, enz… De filosofie hierachter is dat de staking geen disproportionele schade mag toebrengen. Wie wat moet doen, wordt bepaald door de werkgever in samenspraak met de vakbondsafvaardiging. Lukt dat niet (bijvoorbeeld omdat de sociale dialoog te zwaar verstoord is) dan zal een gewestelijk comité samenkomen en beslissen. Dit bestaat uit vertegenwoordigers van werknemers- en werkgeversorganisaties en wordt voorgezeten door de provinciegouverneur. Op grond van een beslissing kunnen eventueel arbeiders worden opgeëist.
Leveringen aan benzinestations komen niet voor op het lijstje van verplichte prestaties. Voor een dergelijke opeising zou men al beroep moeten doen op wetgeving over de bevoorrading van het land al is het twijfelachtig of dit wel wettig is. Echter, al meer dan eens heeft de overheid zich gebaseerd op dubieuze wetgeving om stakingen te breken. Tot op heden is dat beperkt gebleven tot de publieke sector (die niet onder het toepassingsgebied van de Prestatiewet valt), maar voor alles is een eerste keer.
Politieke macht komt uit de loop van een geweer
Als stakingen het maatschappelijk leven efficiënt ontregelen, vergeet de overheid vaak dat werknemers het recht hebben om het werk neer te leggen. Er wordt beroep gedaan op allerhande juridische spitsvondigheden om de acties te saboteren. Als dat niet lukt, valt men meestal terug op het repressieapparaat (politie, leger…) om de burgerlijke orde te herstellen. Of de Franse arbeiders zich hierdoor zullen laten tegenhouden, is maar de vraag.