Bankroet van burgerlijke economie

De economen hingen koppig vast aan de oude illusie dat een wereldwijde recessie onmogelijk was en dat ze de lessen van het verleden geleerd hadden (zoals een dronken man zijn les leert na elke kater). Ze argumenteerden dat de financiële crisis zich zou beperken tot de Verenigde Staten, dat de Amerikaanse economie ‘ontkoppeld' zou worden van de rest van de wereld (en zo ontkenden ze alles wat ze voorheen gezegd hadden over globalisering), dat Europa en China de nieuwe stuwkrachten achter de wereldeconomie zouden worden enzovoort.

Hoe hol klinken deze argumenten vandaag! De prijzen van vastgoed vallen wereldwijd. De wereldeconomie vertraagt. Europese economieën vertragen al beduidend en het is onvermijdelijk dat er meer banken zullen sneuvelen en dat er een tekort aan kapitaal en krediet komt, waardoor dit proces zal voortduren. Het is juist dat de zogenaamde landen met opkomende markten zijn blijven groeien, maar het is ondenkbaar dat ze uit de greep van de algemene crisis kunnen blijven naarmate kapitaal opdroogt en goederenprijzen achteruitgaan. Uiteraard zal dit een lang en ongelijk proces zijn. Bepaalde landen zullen eerder in crisis zijn, andere later. Uiteindelijk zullen ze er allemaal echter in meegesleept worden.

Het is irrelevant in welk land de crisis begint. Het voornaamste is dat ze zich onvermijdelijk zal uitspreiden vanuit één land en continent naar een ander. In dit geval begon het in de Verenigde Staten, het land waar de speculatiemanie tot in het extreme doorgevoerd is. Maar al snel daarna, en tegen alle prognoses van de economen in, verspreidde ze zich naar Ierland, Spanje, Groot-Brittannië en heel Europa. De gevolgen ervan zullen Latijns-Amerika, Azië en Afrika bereiken. China zal niet ontsnappen, hoewel het op dit moment nog steeds vooruit gaat.

In een crisis zijn de kapitalisten gedwongen buitengewone maatregelen te nemen om een deel van de afgenomen markt te verwerven. Ze zoeken hun toevlucht tot het geven van kortingen, dumpingpraktijken en andere methoden om hun concurrenten te ondermijnen. Hierdoor maken ze de crisis alleen maar erger en creëren ze een deflatoire neerwaartse spiraal. Mensen stellen hun aankopen uit in afwachting van lagere prijzen en dwingen de prijzen zo nog meer omlaag. We zien dit fenomeen het duidelijkst in de huizenmarkt.

De besmetting verspreidt zich als een oncontroleerbare epidemie van één land naar een ander. Het zal duidelijk worden dat elk land te veel geëxporteerd heeft (namelijk te veel geproduceerd) en ook te veel geïmporteerd (te veel verhandeld). (Zie Capital, Volume 3, p. 481) Het zal duidelijk worden dat elk land krediet te veel uitgerekt heeft en de vlammen van de inflatie en speculatie aangewakkerd heeft, die nu uitgedoofd moeten worden, hoeveel pijn dat ook doet. Het is namelijk niet de vraag van dit of dat land, van deze bank of deze individuele speculant, maar van het systeem zelf. Het is juist dat geen enkele economische neergang eeuwig duurt. Op lange termijn wordt er een evenwicht bereikt, stabiliseren de prijzen, wordt de rentabiliteit hersteld en begint de nieuwe cyclus. Maar die is nergens in zicht. De neergang is nog niet ten einde. Ze is nauwelijks begonnen. Niemand weet hoelang ze zal duren. En zoals Keynes het ooit stelde: "Op de lange duur gaan we allemaal dood."

Het is gemakkelijk om wijs te zijn na de gebeurtenis. De burgerlijke economen zijn uitstekend in het voorspellen van dingen die al gebeurd zijn. In dit opzicht doen ze erg denken aan de auteurs van het Oude Testament, die met grote nauwkeurigheid historische gebeurtenissen voorspelden die verschillende honderden jaren eerder plaatsvonden. Goedgelovige zielen zoals de Getuigen van Jehovah zijn hiervan erg onder de indruk en zien dit als bewijs van de Goddelijke Inspiratie voor de bijbel. Anderen, met een meer sceptische en wetenschappelijke overtuiging, begroeten dit soort ‘voorspellingen' met een bulderende lach. Dezelfde mensen die de spot dreven met de marxisten en ons ervan verzekerden dat er geen crises meer zouden zijn, jammeren nu en wringen de handen. Ze vertellen ons dat we in de diepste crisis verzeild zijn sinds de jaren '30 en hopen dat niemand de openlijke contradictie hiertussen zal opmerken en wat ze gisteren vertelden.

Het simpele feit is het volgende: de laatste twintig of dertig jaar hebben de burgerlijke economen niets begrepen, niets geanticipeerd en niets voorzien. Ze zijn niet in staat geweest economische opgang of neergang te voorspellen. Ze hebben ons decennialang proberen te overtuigen dat de economische cyclus niet meer bestond, dat massale werkloosheid iets uit het verleden was, dat het monster van de inflatie getemd was enzovoort. Alle reformistische politici aanvaardden dit natuurlijk klakkeloos. In Groot-Brittannië pochte Gordon Brown: "de cyclus van economische opgang en neergang is afgeschaft." Nu moet hij zielloos toekijken hoe de Britse economie in recessie gaat. Dit alles toont aan dat burgerlijke economie voor niets goed is, behalve dan het rechtvaardigen van een gedegenereerd en bankroet systeem.

Wat we voorspelden

Laat ons de perspectieven van de marxisten vergelijken met die van de burgerij. In tegenstelling tot de burgerlijke economen die de zware fout begingen hun eigen propaganda te geloven, verklaarde de marxistische tendens de realiteit van de situatie. In het document On a Knife's Edge: Perspectives for the world economy (Op de rand: perspectieven voor de wereldeconomie) schreven we in 1999 het volgende:

"In het verleden werd gezegd dat de rol van de Fed erin bestond de punchkom weg te halen net wanneer het feest in gang begon te komen. Maar dit is niet langer het geval. Terwijl hij in het openbaar lippendienst bewijst aan financiële rechtschapenheid en soberheid, is Alan Greenspan bereid geweest de creatie te tolereren van de grootste uitspatting van financiële speculatie in de geschiedenis, ook al moet hij de gevaren daarvan inzien. Hij is zoals keizer Nero die wat aan het spelen is terwijl Rome in brand stond. Door de rentevoeten met een armzalige kwart procent te verlagen, heeft hij olie op het vuur gegooid. De oude leuze wordt zo bewaarheid: ‘Wie de goden eerst willen vernietigen, die maken ze eerst gek.'"

In hetzelfde document lezen we:

"De fundamentele rem op de ontwikkeling van de productiekrachten in het moderne tijdperk zijn het privé-eigendom van de productiemiddelen en de natie-staat. Gedurende een tijd kan het kapitalisme echter een weg vinden rond deze barrières door een reeks middelen zoals de ontwikkeling van de wereldhandel en de uitbreiding van krediet. Marx legde lang geleden de rol van krediet uit in het kapitalistische systeem. Het is een middel waardoor de markt zijn normale grenzen kan overstijgen. Op dezelfde manier kan de uitbreiding van de wereldhandel een tijdelijke oplossing zijn, maar enkel door een prijs te betalen met nog grotere crises in de toekomst:

" ‘Kapitalistische productie is voortdurend bezig deze immanente barrières te proberen omzeilen, maar ze omzeilt ze enkel op een manier waarop dezelfde barrières opnieuw op de weg geplaatst worden in een grotere vorm.

" ‘De echte barrière van kapitalistische productie is kapitaal zelf. (Marx, Capital, vol. 3, 15; 2-3.)

"De keten van kapitalistische productie hangt onder andere af van krediet. De solventie van één schakel in de keten hangt af van de solventie van een ander. De keten kan op verschillende punten gebroken worden. Vroeg of laat moet krediet afbetaald worden in cash. Dit feit wordt al te vaak vergeten door wie schulden heeft tijdens het proces van kapitalistische opgang. In de eerste fase van kapitalistische expansie gedraagt krediet zich als een stimulans voor productie: ‘de ontwikkeling van het productieve proces verlengt het krediet, en krediet leidt tot een uitbreiding van industriële en commerciële verrichtingen.' (Marx, Capital, vol. 3, p. 470.)

"Dit is echter slechts één kant van de medaille. De snelle uitbreiding van krediet en schuld duwt de markt boven zijn normale limieten, maar op een bepaald moment moet dit in zijn tegengestelde veranderen. Tijdens de opgang lijkt krediet eindeloos te zijn, zoals de Hoorn des Overvloeds in de oude Griekse mythologie. Maar zodra de crisis verschijnt, wordt deze illusie aan diggelen geslagen. Opbrengsten worden uitgesteld, goederen zijn niet verkoopbaar in verzadigde markten en prijzen dalen. De ontwikkeling van de wereldmarkt verandert dit fundamentele proces niet, maar zorgt ervoor dat bereik waarin dit zich manifesteert, veel groter is. De accumulatie van schuld zorgt er in laatste instantie voor dat de crisis dieper en langer is dan ze anders zou zijn. De recente geschiedenis van Japan bevestigt dit maar al te goed. Na een decennium van economische opgang gekenmerkt door snel toenemende activa en aandeelprijzen, spatte de luchtbel uiteen door een scherpe vermeerdering van de rentevoeten. De situatie was erg vergelijkbaar met die van de Verenigde Staten op dit moment. Op 25 december 1989 verhoogde de Bank van Japan de rentevoeten en veroorzaakte zo de scherpe daling op de beurs, maar doordat de prijzen voor land bleven stijgen, was er een nieuwe stijging van de rentevoet nodig. Uiteindelijk werden de rentevoeten verhoogd tot 6 procent en tegen het einde van het jaar waren aandeelprijzen scherp gezakt met 40 procent. Daarna hield de Bank van Japan de rentevoeten hoog. Op dat moment werd de Bank van Japan geprezen door economen voor haar verstandige beheer van de economie. Maar het resultaat was dat de recessie tien jaar verlengd werd.

"Met globalisering en de afschaffing van de beperkingen op krediet en financiële transacties, is het potentieel voor expansie nog nooit zo groot geweest, maar dat geldt evenzeer voor het potentieel voor een wereldwijde crash. Het is echter niet het geval dat crises veroorzaakt worden door fictief kapitaal, beurszwendel en het buitensporige gebruik van krediet. Marx legt dit uit in het derde deel van Het Kapitaal:

" ‘Laat ons ook geen acht slaan op deze pseudotransacties en -speculaties, die het kredietsysteem genegen is. Een crisis zou zo enkel verklaard kunnen worden als het resultaat van een productiewanverhouding tussen de consumptie van de kapitalisten en hun accumulatie. Maar zoals de zaken ervoor staan, hangt de vervanging van kapitaal dat geïnvesteerd is in productie, voor een groot deel af van het consumptievermogen van de niet-producerende klassen; terwijl het consumptievermogen van de arbeiders gedeeltelijk beperkt wordt door de loonwetten en gedeeltelijk door het feit dat ze enkel gebruikt worden zolang ze nuttig tewerkgesteld kunnen worden door de kapitalistische klasse. De ultieme reden voor alle reële crises zijn altijd de armoede en beperkte consumptie van de massa's geweest in tegenstelling tot de stuwkracht van kapitalistische productie om de productiekrachten te ontwikkelen alsof enkel het absolute consumptievermogen hun limiet uitmaakte.' (Marx, Capital, vol. 3, p. 472.)

"De uitbreiding van de wereldhandel en het openen van nieuwe markten in Azië bood eveneens een tijdelijke stimulans, maar enkel ten koste van het veroorzaken van een nog grotere ineenstorting. Dit is wat ons te wachten staat."

Het bovenstaande werd bijna een decennium geleden geschreven, toen de overgrote meerderheid van de burgerlijke economen nog steeds de mogelijkheid van een wereldwijde recessie ontkenden. We kunnen dan ook terecht vragen: wie begreep de processen van de wereldeconomie beter en wie maakte de correcte voorspellingen: de burgerlijke economen of de marxisten?

Kan China de wereld redden?

Het oude gezegde stelt dat iemand die verdrinkt zich aan iedere kleinigheid zal vastklampen. De burgerij en haar apologeten zijn gealarmeerd door de diepte van de crisis en zoeken naar een strohalm die hen uit het water kan trekken. Tot recent rustte hun hoop op Azië, en China in het bijzonder. Maar China's economie wordt nu sterk omringd door de wereldmarkt en zal al diens wispelturigheid weerspiegelen. Een recent artikel in de Financial Times geschreven door Geoff Dyer had als leerzame titel: De druk van Peking: een vertragend China is een slecht teken voor de wereldeconomie.

Ondanks de neergang in de VS is de exporthandel sterk blijven groeien en breidde die 22 procent uit in de eerste acht maanden van 2008. Een deel van de verklaring is dat Chinese bedrijven nieuwe markten zijn blijven vinden voor hun producten in andere economieën die in opgang zijn. Maar dit is enkel een uitstel voor het onvermijdelijke. Na de crisis op Wall Street en stagnatie in Europa en Japan, zullen investeerders beginnen vragen of China ook in crisis zou kunnen gaan. Na vijf jaar van snelle groei vertraagt de Chinese economie ook duidelijk. Een groeipercentage van minder dan 8 procent zou grote implicaties hebben voor China en de wereldeconomie. De economen zijn eveneens bezorgd over de banksector in China.

Er zijn al symptomen van problemen in de exportmarkt. De kledingsindustrie in Guangdong staat onder zeer grote druk. Volgens provinciale statistieken viel de export van kledij en accessoires in de periode van januari tot juli met 31 procent in vergelijking met dezelfde periode verleden jaar tot 13,3 miljard dollar (7,2 miljard pond, 9,1 miljard euro). Export van plastieken goederen, speelgoed en lampen is ook aan het stagneren of afnemen. Dit valt samen met de zwakke vraag van de VS, waar de kleinhandelsverkoop  afnam in juli en opnieuw in augustus. De gehele exportgroei van Guangdong naar de VS vertraagde tot 6,3 procent gedurende de eerste zeven maanden van dit jaar. Dat kan geen toeval zijn.

Een sterke euro en een 27 procent stijging in de export van Guangdong naar Europa dienden als tegengewicht voor een zwakke dollar en een krimpende Amerikaanse markt. Maar er is meer en meer bewijs van een scherpe samentrekking in Europa, dat ook een van China's grootste markten is. Dit zal uiteindelijk een impact hebben op de Chinese export. "Dit zou de stilte voor de storm kunnen zijn", zegt Stephen Green, een econoom van Standard Chartered in Shanghai.

Er bestaan nog grotere zorgen over de vastgoedmarkt, een van de voornaamste onderdelen van de investeringsopgang die de Chinese economie in de voorbije jaren heeft voortgestuwd. De verkoop is afgenomen en bewoonbaar oppervlak onder constructie viel in augustus, terwijl de productie van staal, cement en airconditioners gelijk bleef of daalde in die maand - nog een teken van zwakke activiteit. Analisten zeggen dat hypotheektoezeggingen ook sterk gedaald zijn de voorbije maanden. "We geloven dat de kans op een instorting in de vastgoedsector China hoog is", zegt Jerry Lou, een analist van Morgan Stanley in Shanghai.

Als de vastgoedmarkt scherp daalt in het komende jaar, zal dat serieuze gevolgen hebben voor de banksector. Als de groei in het bruto binnenlands product volgend jaar een stuk onder 8 procent valt, zou dat een nog sterkere val in huizenprijzen veroorzaken, samen met een daling in investeringen in de privésector. De sociale en politieke gevolgen zouden aanzienlijk zijn.

Er zijn waarschuwingssignalen in andere delen van de economie. De crash op de beurs heeft een negatief effect gehad op het consumentenvertrouwen. Het groeipercentage van stedelijke inkomens is dit jaar sterk afgenomen. De autoverkoop is de voorbije maand gedaald met 6 procent en vliegtuigreizen zijn deze zomer sterk afgenomen. Gome, de grootste elektronicawinkel in het land, zei dat de verkoop per vierkante meter in zijn winkels met 3 procent afnam in het tweede kwartaal.

De regering heeft de rentevoet verlaagd, wat erop wijst dat ze voor een crisis vreest. Haar manoeuvreerruimte op monetair gebied is echter beperkt door de vrees om inflatie weer aan te wakkeren. Die stond in februari op een hoogtepunt met 8,7 procent alvorens ze in augustus terugviel tot 4,9 procent. Zhou Xiaochuan, hoofd van de centrale bank, zei deze maand: "De inflatie is inderdaad naar beneden gegaan de laatste maanden, maar we kunnen onze aandacht niet laten verslappen omdat ze weer naar omhoog kan gaan."

Een recessie in China of zelfs een serieuze vertraging in de groei zou een zeer ernstig effect hebben op de wereldmarkt, te beginnen met de warenproducerende landen in Afrika, het Midden-Oosten en Latijns-Amerika. Koperprijzen zijn bijvoorbeeld gedaald met 23 procent in de laatste maanden, deels vanwege bezorgdheid over Chinese consumptie van metaal, die met meer dan de helft gedaald is dit jaar.

Over zwendelaars en speculanten

Er bestaat een groeiende stemming van woede en vijandigheid tegenover ‘de markt', d.w.z. tegenover het kapitalisme. Als reactie op deze stemming proberen burgerlijke politici zoals Alec Salmond van de Scottish National Party de woede van de bevolking weg te leiden van het kapitalisme en deze te richten op een specifiek deel van de kapitalistische klasse - de "zwendelaars en speculanten" van de haute-finance.

Plots is het mode onder politici om deze mysterieuze individuen te veroordelen die instellingen zoals de The Bank of Scotland tegen de grond gewerkt hebben. Deze respectabele oude dame, zo vertelt men ons, is al driehonderd jaar van de partij en heeft de napoleontische oorlogen, de crash in Wall Street en de Eerste en Tweede Wereldoorlog overleefd, om simpelweg vernietigd te worden door een bende hebzuchtige haaien in designerpak en met zonnebril. Dit soort ‘verklaring' verklaart helemaal niets. Hoe komt het dat een klein aantal hebzuchtige individuen zulke fenomenale macht hebben? Wie zijn deze mensen? Wat is hun naam? Waar wonen ze? Er is niemand die dit weet. Maar het is altijd nuttig om de schuld op iemand te kunnen steken in een crisis, en des te beter als die persoon toevallig iemand anoniem en onopspoorbaar is.

Plots beginnen deze "zwendelaars en speculanten" dezelfde rol te spelen die Al-Qaeda bekleedt in de internationale politiek. In werkelijkheid zijn alle bankiers en kapitalisten zwendelaars en speculanten. Dat kan niet anders want het kapitalistische systeem is gebaseerd op zwendelarij en speculatie. Het is ook gebaseerd op hebzucht. Hebzucht ontkennen is de werking van de markteconomie ontkennen, die gebaseerd is op het winstmotief, d.w.z. hebzucht. Hebzucht naar winst is wat het kapitalistische systeem uiteindelijk voortstuwt sinds haar ontstaan. O ja, maar ze zijn te hebzuchtig geworden en verdienen te veel! Dit is wat David Walker, de president-directeur van de Peter G. Peterson Foundation en voormalige baas van de rekenkamer van de Verenigde Staten heeft te vertellen:

"Vallen er lessen te trekken uit de subprime-crisis? Het antwoord is ja. De recente maatregelen moesten genomen worden omdat de regering geen regelgevende structuur kon vastleggen met betrekking tot hypotheken, derivaten en andere obligaties. Hebzucht greep snel om zich heen. Fannie Mae en Freddie Mac weken af van hun oorspronkelijke missie en richtten zich te veel op winst en persoonlijk gewin in plaats van hun openbare goed. Lakse controle werd geholpen door machtige Wall Street-lobby's en het lobbyen van Fannie Mae en Freddie Mac." (The Financial Times, 22 september, 2008)

Dit is heel juist. Terwijl werkende mensen een bonus uitgereikt worden volgens hun resultaten, betalen de bazen zichzelf obscene bedragen uit, of ze nu resultaten neerzetten of niet. Wanneer een bedrijf het goed doet, kan het zijn dat de arbeiders wat meer loon of bonussen krijgen, maar de bazen betalen zichzelf miljoenen uit. Wanneer het bedrijf het slecht doet, krijgen de arbeiders niets, maar betalen de bazen zichzelf nog steeds rijkelijk uit. En wanneer het bedrijf failliet gaat, worden de arbeiders met weinig of geen compensatie (vaak zelfs zonder pensioen) ontslagen, terwijl de bazen die het bedrijf geruïneerd hebben, er vandoor gaan met een gouden handdruk.

Dit is algemeen bekend. Jarenlang hebben werkende mensen gemopperd over het onrecht en de ongelijkheid. Maar doordat de economie vooruitging, en doordat de markt resultaten leek af te werpen voor iedereen (ook al waren dit erg ongelijke resultaten), en doordat de bevolking onderworpen werd aan een oorverdovend refrein in de kranten en op televisie, en doordat de politici van elke partij het met elkaar eens waren, namen ze het argument voor waar aan dat "wat goed is voor de ‘scheppers van welvaart' (namelijk de bazen) ook goed is voor mij."

De stupiditeit van Brown

Aan deze kant van de Atlantische Oceaan worden de processen die we in de VS zien gereproduceerd, maar dan in de vorm van een klunzige en pathetische karikatuur. Op de conferentie van de Labour Party jammerde Gordon Brown over de ‘onverantwoordelijkheid' van de beurs van Londen en zei hij dat bonussen, in zeker opzicht, ‘onaanvaardbaar' zijn. Alistair Darling, de minister van financiën, echode de opmerkingen van de eerste minister. Hun ‘aanval' leek echter op die van een man die een neushoorn aanvalt met een plumeau. Hun commentaar is, vergeleken met de pakkende commentaren van  John McCain en Barack Obama rond Wall Street, even vaal als afwaswater.

Het nietszeggende buigen en krassen van Brown en Darling op het congres toont dat ze zoveel tijd gespendeerd hebben met kruipen voor de beurs van Londen, dat ze hun rug niet meer recht krijgen. In een situatie waarin honderdduizenden werkende mensen hun baan, huis en spaargeld dreigen te verliezen, zou zelfs de minst snuggere reformist moeten kunnen uitdokteren dat een veroordeling van het zwendelen en profiteren van de bankiers, immens populair zou zijn. De zogenaamde Labour-leiders zijn niet eens in staat de demagogische aanvallen op de Big Business gemaakt door Obama en McCain, over te nemen. Dit bewijst hun complete failliet en hun stupiditeit.

Ze zijn niet eens even radicaal als de Kerk van Engeland, waar de twee oudste figuren de corrupte praktijken van de financiële handelaars veroordeeld hebben. In een artikel van The Spectator, viel de aartsbisschop van Canterbury, Dr. Rowan Williams, "papierentransacties zonder andere concrete uitkomst dan winst voor de verhandelaars" aan. Wanneer die handel fout loopt, veroorzaakt ze echte en verlammende schade, zei hij. Dr. Williams wees op de handel in schulden binnen de financiële industrie, die "zonder verantwoordingsplicht...de motor van astronomisch financieel gewin was voor velen de afgelopen jaren. De huidige financiële crisis legt de elementen van regelrechte onechtheid in de situatie bloot, namelijk de waarheid dat onvoorstelbare weelde gemaakt werd met even onvoorstelbare niveaus van fictie, papieren transacties zonder andere concrete uitkomst dan winst voor de verhandelaars." De aartsbisschop vervolgde: "Gezien het risico voor de sociale stabiliteit in dit proces overal enorm blijkt te zijn, heeft het geen zin om te doen alsof de financiële wereld tot in de oneindigheid in deze mate vrijgesteld kan zijn van toezicht en regulering, zoals ze het nu gewend is." (mijn nadruk, AW)

Hier komen we tot de kern van de zaak. De vertegenwoordigers van het kapitalisme (inclusief de religieuze) voelen de aarde beven onder hun voeten. Ze vrezen voor de sociale en politieke gevolgen van de crisis, die de sociale stabiliteit aan een groot risico blootstellen. Ze roepen de regering en de bazen op iets te doen voor het te laat is. Maar wat stelt Dr. Williams voor?  Hij zegt dat een ‘versoepeling van het financiële regime' soms nodig is om bedrijven aan te moedigen en weelde te creëren om op die manier "hele volkeren uit de armoede te trekken". Een nobele aspiratie, maar een die onmogelijk te verwezenlijken valt op deze zondige aarde.

Nog vernietigender was zijn collega, Dr Sentamu, de aartsbisschop van York. Lloyds TSB, een grote Britse bank, kondigde de week voordien aan dat het een overnamebod van 12,2 miljard pond had gedaan op HBOS, nadat diens aandelen gekelderd waren. Na de overname hebben vele commentatoren kritiek geleverd op handelaars die geleende aandelen verkochten onder hun gewoonlijke prijs. Zij gokten erop dat de prijzen nog verder zouden zakken voor ze de aandelen opnieuw kochten. Dr Sentamu vertelde op het jaarlijkse diner van de Worshipful Company of International Bankers: "We bevinden ons in een marktsysteem dat zijn handelsregels blijkbaar heeft gehaald uit Alice in Wonderland." En verder: "Voor een toeschouwer als ik, zijn diegenen die 190 miljoen pond verdienden door de aandelen van HBOS opzettelijk onder hun prijs te verkopen, ondanks een sterke kapitaalsbasis en door het zo in de handen van Lloyds TSB te duwen, duidelijk bankrovers en activastrippers."

Die sterke taal, komende van een man van God, was onverwacht en ondenkbaar en had een onfortuinlijk effect op de spijsvertering van de Worshipful Company. De verzamelde bankiers waren ook niet erg gelukkig met de commentaar van de aartsbisschop op het plan van de VS om een fonds op te richten met 700 miljard dollar staatsgeld om daarmee het merendeel van de schulden over te kopen van de banken en andere financiële instellingen. De aartsbisschop erkende de nood van stabiele financiële systemen om armoede uit te roeien, maar voegde daaraan toe: "Een van de ironieën in deze financiële crisis is dat het actie om armoede te bestrijden erg haalbaar doet lijken. Het zou 5 miljard dollar kosten om 6 miljoen kinderlevens te redden. De wereldleiders vonden in een week tijd 140 maal dat bedrag voor de banken. Hoe kunnen ze ons vertellen dat actie voor de allerarmsten te duur is?"  

Terwijl ik dit artikel schrijf, komen wereldleiders in de VS samen om de vooruitgang in de millenniumdoelstellingen te bespreken, een reeks doelen om de armoede op wereldschaal terug te dringen en de levensstandaard tegen 2015 wereldwijd te verbeteren. We leggen onze hoop bij de Heer en hopen dat de straffe berispingen van de aartsbisschop het verhoopte effect hebben. Onze ervaring doet ons echter vermoeden dat dit niet het geval is.  

Zelfs The Financial Times schreef:

"Zelfs in tijden van bloei, glimlachen maar enkelen warm bij het contrast tussen hun bescheiden inkomen en de gigantische bonussen van de gelukkige enkelingen."

"Eenvoudige jaloezie is nu gerechtvaardigde woede geworden, eerst om de schade die de financiële neergang veroorzaakte bij onschuldigen en nu om de serie blanco cheques die de belastingsbetalers onder dwang moeten uitschrijven. Verzet komt eraan. Het is zinvol een onderscheid te maken tussen excessieve bonussen en betalingen die roekeloosheid aanmoedigen. Vette betalingsdeals zijn enkel een zaak voor de aandeelhouders die ze betalen. Beloonde roekeloosheid daarentegen, is een probleem van ons allen.

"Te veel investeringsmanagers zijn betaald voor diensten die indrukwekkend leken, maar in werkelijkheid de zaden van de catastrofe in zich droegen. De catastrofe is gekomen, investeerders zijn met de grond gelijk gemaakt, belastingsbetalers zullen volgen en nog steeds houden de managers de bonussen die ze in jaren van overvloed verzamelden."

Dan echter, om het juiste evenwicht te houden, voegt de krant eraan toe:

"Het pleit voor hen dat Mr. Brown en Mr. Darling zich niet gefocust hebben op de hoge salarissen, maar wel op betaalplannen die gokkers belonen."

Het feit dat diegenen die aandelen kopen en verkopen allemaal gokkers zijn en dat gokken op de beurs hun vak is, wordt tactvol genegeerd. De journaliste van The Financial Times gaat voort (schijnbaar zonder blikken of blozen):

"De volgende stap ligt nu bij de Autoriteit Financiële Diensten, de regelgever van de City, maar het probleem is makkelijker op te sporen dan op te lossen. De uitdaging is handelaars en investeringsmanagers te betalen voor hun eerlijke diensten. Als dat makkelijk was, zouden aandeelhouders dit routineus doen. Een imperfecte benadering bestaat erin de toekenning van sommige bonussen te laten afhangen van een dienstverlening op langere termijn. De betaling daarmee uitstellende tot het stof is gaan liggen of er op staan dat de managers wat van hun eigen rijkdom op het spel zetten. Harde en snelle maatregelen zijn echter moeilijk voor te stellen."

"De meest praktische weg vooruit is dat de Autoriteit Financiële Diensten stimulerende plannen overweegt, als deel van de volledige bespreking van de stabiliteit van de financiële bedrijven. Het is optimistisch om veel van zo'n inspanning te verwachten, maar regelgeving rond beursbonussen zouden hopeloos contraproductief zijn. Dat soort wetten is makkelijk te ontduiken door risico's te verbergen of ze overzee te zenden."

Het beleid van New Labour wordt duidelijk gestuurd door de laatste artikels van de Financial Times.

"Economische Concentraties"

Lenin merkte ooit op dat politiek geconcentreerde economie is. De economische crisis die de wereld overspoelt, heeft duidelijk serieuze psychologische effecten op alle klassen, te beginnen bij de kapitalisten zelf. In een periode waarin het kapitalisme vooruit ging, was de druk van burgerlijke ideeën op de werkende klasse en haar organisaties verdubbeld. In Groot-Brittannië is er twee decennia lang geen serieuze economische recessie geweest. Daarom vonden de argumenten van de burgerlijke politici en economen (de twee werken hand in hand) over de miraculeuze kwaliteiten van de ‘vrije markt' zelfs een echo in de werkende klasse, vooral dan in haar leiding. Dit was de materiële basis voor de totale degeneratie van de sociaal-democratie, de ‘communistische' partijen in Europa en de vakbondsleiding overal. In Groot-Brittannië, dat in de voorhoede zat van de kapitalistische contrarevolutie de afgelopen drie decennia, was het de voedingsbodem waarop New Labourisme ontsproot en bloeide, onder de leiding van  eerwaarde Anthony Blair.

Voor de activisten van de arbeidersbeweging was deze periode een nachtmerrie waar geen einde aan leek te komen. Er leek geen grens te zijn aan de degeneratie van de leiders van de massaorganisaties, geen diepte waartoe ze niet konden zinken, geen actie zo laaghartig dat ze die niet konden voeren om de heersende klasse, en natuurlijk de beurs, te plezieren.

De wanhoop van de activisten leidde tot apathie en de uitholling van de traditionele massaorganisaties, die opgevuld werden met middenklasse-carrièristen die uitkeken naar  promotie. Dit op zijn beurt leidde tot een verdere stoot naar rechts, waardoor de desillusie bij de arbeiders nog dieper werd. Deze vicieuze cirkel voedde zichzelf en hield tot nu stand. Momenteel beginnen de dingen echter snel te veranderen.

Het menselijk bewustzijn is over het algemeen conservatief. Mensen zijn meestal bang voor verandering en klampen zich vast aan wat ze kennen. Gewoonte, routine en traditie wegen zwaar door op het bewustzijn van de massa, dat op de feiten achterloopt. Op kritieke momenten in de geschiedenis echter komen gebeurtenissen versneld op een kritiek punt en maakt het bewustzijn een grote sprong vooruit. We zijn nu op zo'n kritiek punt gekomen.

Wat voor de geïndustrialiseerde wereld geldt, is nog tien keer meer werkelijkheid voor wat soms de ‘Derde Wereld' wordt genoemd. De hoeveelheid mensen die in extreme armoede leeft, groeit snel in Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Een rapport dat onlangs door de VN werd uitgegeven, meldt dat een kwart van alle kinderen in de ontwikkelingswereld met ondergewicht kampt. Meer dan 500.000 vrouwen sterven jaarlijks bij het baren of aan andere complicaties tijdens de zwangerschap. Een derde van de groeiende stedelijke bevolking in ontwikkelingslanden woont in een sloppenwijk. Een rapport van de Inter-American Bank waarschuwde deze zomer dat de stijging van de prijzen 26 miljoen mensen in Zuid-Amerika in absolute armoede zou duwen. Dit was de toestand na een lange periode van economische groei op wereldschaal. Dit was het beste dat het kapitalisme te bieden had. Wat gaat er gebeuren in de huidige toestand van crisis?

We worden daarom geconfronteerd met een wereldwijd fenomeen dat zwanger is van revolutionaire implicaties. De globalisering manifesteert zichzelf als een globale crisis van het kapitalisme.

Wat is de oplossing?

Er wordt geargumenteerd dat de huidige crisis het resultaat is van een falen in regulering. Het nemen van buitensporige risico's in het financiële systeem, vooral in de VS, werd niet bewaakt. Verder wordt gezegd dat we moeten zorgen dat dit niet nog eens gebeurt. Dit is ironisch! De afgelopen drie decennia argumenteerden de burgerlijke economen en politici precies het omgekeerde: dat elke regulering slecht is voor de zakenwereld en opgedoekt moest worden (dit was vooral voor de financiële sector het geval).

De demagogische verklaringen over de nood om excessieve bonussen in te tomen en de verloning van managers te reguleren zijn gewoon gebakken lucht. Hoe moeten deze mirakels verwezenlijkt worden? Met welk mechanisme? De bankiers kennen duizenden manieren om regulering te ontduiken. Ze houden een dubbele boekhouding bij die het onmogelijk maakt voor controleurs om hun frauduleuze praktijken op te sporen. Zelfs de regering van de VS maakt gebruik van gelijkaardige trucs om de werkelijke dimensies van haar begrotingstekort te verdoezelen.

De argumenten die pleiten voor regulering van de beurs zijn absurd, net als de beslissing om (tijdelijk) de praktijk te bannen van blanco verkoop (verkoop van effecten, waarover de verkoper op het moment van verkoop nog niet beschikt). Om de beurs te laten functioneren is het nodig dat mensen aandelen kopen en verkopen en ze moeten dit doen op basis van een inschatting: zal de waarde van het aandeel stijgen of dalen? Het idee dat het enkel toegestaan is om aandelen te kopen die gaan stijgen, is simpelweg absurd.

Instellingen die de kredietwaardigheid moeten inschatten, werden verondersteld goed krediet van fout krediet te onderscheiden, maar ze schatten de door hypotheek gedekte waardepapieren zonder naar de zwakheid van de onderliggende hypotheken te kijken.
Tegelijkertijd veronderstelden vorderaars van schulden uitgegeven door de hypotheekverstrekkers Fannie Mae en Freddie Mac vrolijk dat de regering van de VS borg stond. Als resultaat hiervan staan de Amerikaanse belastingsbetalers 5000 miljard dollar achter in hypotheken en het is nog te vroeg om te zeggen wat de eindrekening zal zijn.

De conclusie is overduidelijk. Ofwel hebben we een vrije markt, gebaseerd op het najagen van winst, ofwel hebben we een geplande economie. ‘Gereguleerd kapitalisme' is een tegenstrijdige term. In een ander artikel stelt The Financial Times de kwestie veel duidelijker: "Met welke zotte ideeën politici ook afkomen om controversiële betalingspakketten in te tomen, knappe financiële koppen zullen steeds achterpoortjes vinden of de regels omzeilen."

Wat noodzakelijk is, is dat we de groteske casino's die het lot van miljoenen mensen bepalen sluiten. De kapitalistische anarchie moet vervangen worden door een rationele samenleving, gebaseerd op een geplande economie. Er wordt gezegd dat de maatregelen die door Bush en Brown genomen worden, nationalisaties zijn. Deze maatregelen lijken nochtans in niets op het socialistische idee van nationalisatie. Ze zijn niet bedoeld om de economische macht uit handen van een aantal rijke parasieten te nemen, die een monsterlijke last zijn voor de samenleving en een obstakel in vooruitgang. Integendeel, ze zijn een poging om de belangen van deze parasieten te verdedigen door ze vaste subsidies te geven, betaald door de werkende klasse en middenklasse.  

Socialisten zijn radicaal tegen dit beleid, dat niets te maken heeft met oprechte nationalisatie en dat slechts een vorm van staatskapitalisme is, bedoeld om het kapitalisme veilig te stellen. Het leidt onvermijdelijk tot een toename in monopolisering, massaontslagen, banksluitingen, hogere hypotheken en andere maatregelen tegen de werkende klasse. De bankiers worden door de staat beloond voor hun schandelijke activiteiten, de staat betaalt alle verliezen en spendeert dan verder het belastingsgeld om er terug iets winstgevends van te maken, waarna ze alles terug verkoopt aan de bankiers. De bankiers zullen er dus een ‘dubbele moord' van maken op kosten van de samenleving, want ze zullen gewoon kunnen herbeginnen met hun speculaties en diefstal.

De belangrijkste takken van de economie moeten uit private handen genomen worden, door de banken, verzekeringsmaatschappijen en grote bedrijven te nationaliseren, dit met slechts een minimumcompensatie en dan nog alleen daar waar dat noodzakelijk is. Alleen indien de productiekrachten in handen van de samenleving zijn, zal het mogelijk worden een rationeel socialistisch plan van productie in te voeren. Hierin zullen beslissingen genomen worden in het belang van de samenleving en niet in het belang van een handvol rijke parasieten en speculanten.

Dat is het fundamentele streven van het socialisme. Het is een idee dat nu begrepen en verwelkomd zal worden door miljoenen mensen, die het voordien als iets vreemds en buitenaards zagen. De mensen die tegen de plannen van Bush betoogden in New York waren geen socialisten. Twaalf maanden geleden zouden ze waarschijnlijk nog de vrije markt verdedigd hebben. Ze lazen nooit Marx en zien zichzelf ongetwijfeld als vaderlandslievende Amerikanen. Het leven leert ons echter (harde) lessen en in een situatie als deze leren mensen meer op enkele dagen tijd, dan in een heel leven. De werkende mensen van de VS leren snel. Zoals Victor Hugo ooit zei: "Geen leger zo machtig als een idee waarvoor de  tijd gekomen is."

London, 26 september, 2008

Zie ook Het wereldkapitalisme in crisis - Deel 1

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken