We staan voor de zwaarste sanering ooit in 30 jaar. Dit gaat de werkende bevolking bloed, zweet en tranen kosten. De plotse schuldstijging in België is net als in de overige landen in de EU of de VS het rechtstreekse gevolg van de redding van de banken in 2008. Toen werd er voor 22 miljard euro overheidsgeld gemobiliseerd om het gapende gat in de kas van de banken te vullen.
De overheid leende dus geld van de banken om de banken te redden! Dit gapend gat van de privésector werd nu het gapend gat van de overheid. De overheidskas werd leeggehaald door diegenen die gedurende jaren hebben gespeculeerd met ons spaargeld. De banken scheppen geen rijkdom. Zij proberen geld te maken met geld. Speculatie heet dat. Dit is geen abnormale of perverse activiteit van een bank. Het is de corebusiness
van elke zichzelf respecterende financiële instelling. Naast de speculatie maken de banken ook geld met het zogezegde ‘administratieve beheer’ van onze bankrekening. Onze lonen worden eerst en vooral aan de banken gestort die er dan geld mee verdienen voordat wij ons inkomen kunnen spenderen. Niet bepaald de meest productieve economische activiteit.
De schuldencrisis van de privésector is nu dus verschoven naar de overheid. Alle saneringen en aanvallen op de sociale zekerheid worden hierdoor gerechtvaardigd. Hoe minder de overheid uitgeeft aan pensioen- of werkloosheidstuitkeringen, hoe meer geld er naar de banken vloeit. Vandaar dat de ‘markten’ vandaag bikkelharde maatregelen eisen van de overheid en de regering in de maak. Indien hier niet aan wordt voldaan worden ze ‘ongerust' en ‘zenuwachtig’. Weinigen stellen zich hier vragen rond. Wie zijn de ‘markten’? Soms lijkt het op een nieuw soort religie, een moderne versie van de aanbidding van het ‘gouden kalf’ uit de Bijbel. De beurzen zijn dan de nieuwe kerken.
De markt is geen abstract gegeven en evenmin een ‘onzichtbare hand’. Die ‘onzichtbare hand’ graait gretig en op een zeer zichtbare manier uit de overheidskas. De markt is ook geen natuurfenomeen zoals een tsunami waarop niemand greep kan hebben. Economische relaties zijn uiteindelijk relaties tussen mensen en de economische structuren die ze hebben doen ontstaan. De markt is iets zeer concreets: de banken, de financiële instellingen, de kredietinstellingen, de verzekeraars en de grote industriële en commerciële ondernemingen. Want van een scheiding tussen industriële ondernemingen en financiële bedrijven is vandaag nauwelijks nog sprake.
Deze geldwolven hebben allen een naam, een toenaam en een adres. De Europese Unie en haar meest recente regelgeving over ‘economic governance’ verpersoonlijken in de instellingen de greep van het kapitaal over de politiek. In België zijn de ‘markten’ ook zeer politiek actief. Op elk kritisch moment in de discussie over de begroting laten ze van zich horen. Als het resultaat hen niet aanstaat worden ze ‘kwaad’ en grommen ze als een vulkaan die op uitbarsten staat... Ze doen de beurskoersen tuimelen en ze dreigen de kredietwaardigheid van de overheidsfinanciën te verminderen. De partijen aan de onderhandelingstafel zijn als gehypnotiseerd door drie letters: AAA, de goede beoordeling door de kapitalistische roofdieren. De liberalen, zowel Open VLD als de MR, zijn de beste belangenbehartigers van diezelfde markten in de onderhandelingen.
De nota Di Rupo, door de vakbonden gewikt en gewogen als een liberaal programma tot de vierde graad, is blijkbaar niet marktvriendelijk genoeg. De liberalen voelen zich gesterkt door de recente rechtse verkiezingsoverwinningen in Europa. Ook weten ze dat de Europese Unie indien nodig België de duimschroeven zal aandraaien. De zwakheid van de PS aan de onderhandelingstafel is niet het karakter van Elio Di Rupo, die het ‘niet zou aankunnen’ of die te star is. De kritiek van de rechtse media (alle media dus) is niet dezelfde als de onze. Van zodra je de wetmatigheden van de markteconomie aanvaardt, zelfs al vind je die schandalig zoals Philippe Moureaux, ben je als een vogel voor de kat. Buiten de lijnen van het kapitalisme denken en handelen is waarvoor talrijke mensen voor de socialisten hebben gestemd. Niet om het programma van de ‘markt’ in een regeerakkoord te gieten.