Ruim 1.200 Belgen hebben verdachte constructies in belastingparadijzen. Dat schrijven de Tijd, Knack en Le Soir. Zij werkten mee aan de ‘Pandora Papers’, een nieuw internationaal onderzoek van het Internationaal Consortium van Onderzoeksjournalisten (ICIJ). Voor het aanslagjaar 2020 kreeg de fiscus 265,927 miljard euro aangiftes van betalingen aan belastingparadijzen, volgens minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V). Het is verleidelijk om uit te rekenen hoeveel belastingen hiermee verloren gaan (voorbeeld: aan een tarief van 25 procent: 66,5 miljard). In haar begroting voor 2022 verwacht de Vivaldi regering 400 miljoen op te halen door “de strijd tegen de fiscale fraude”. Dat is zelfs geen doekje voor het bloeden en even traditioneel is de kans groot dat zelfs dat cijfer niet wordt gehaald.
Het is volkomen logisch dat de arbeidersbeweging iets probeert te doen aan dit schandaal. “Doe de rijken betalen”, “bestrijd de fiscale fraude” het zijn slogans die al decennia meegaan. Vooral in vakbondskringen zijn “eerlijke belastingen” een zeer populair alternatief. Natuurlijk steunen we dit ook volledig. Maar we moeten ook de vraag durven stellen: “alternatief voor wat?” En al te dikwijls wordt dit dan gezien als alternatief voor historische eisen van de arbeidersbeweging als nationalisering van de banken en grote bedrijven onder arbeiderscontrole en -zelfbeheer. Die eisen zouden “te verregaand” en “niet realistisch” zijn.
Dat is niet onze benadering. Ook al steunen wij de eisen voor “eerlijke belastingen” voluit, toch proberen we ook uit te leggen dat dit niet voldoende zal zijn. De kapitalisten beschikken over duizend en één middelen om hetgeen ze met de ene hand hebben moeten geven, met de andere hand terug te nemen. Ze beschikken over voldoende centen om hun belangen te verdedigen met dure advocaten en lobbyisten. Bovendien heeft driehonderd jaar kapitalisme ervoor gezorgd dat heel de wetgeving, heel de inrichting van de staat erop gericht is de winsten van de rijken te beschermen. Eerder vroeg dan laat zal blijken dat - als men niet bereid is verder te gaan - we zullen verzeilen in achterhoede gevechten en verlies van vertrouwen bij onze basis. Een rechtvaardige maatschappij zonder uitbuiting en onderdrukking kunnen we uiteindelijk alleen bereiken door de afschaffing van het kapitalisme. Dat is hetgeen wij bedoelen met een socialistische revolutie.
e. Dat houdt trouwens niet alleen in dat de hefbomen van de economie in handen van de gemeenschap komen. Ook de organisatie van de staat zal op een volledig nieuwe leest geschoeid moeten worden. De geschiedenis van de arbeidersbeweging getuigt ervan dat alle andere benaderingen vroeg of laat schipbreuk lijden. Het zou buitengewoon naïef zijn om te geloven dat de burgerlijke staat bereid zou zijn om “eerlijke belastingen” in te voeren. Zelfs als de ene tak van die staat actie onderneemt kan de andere dat weer ongedaan maken. Een voorbeeld uit Europa: volgens de schatting van de Europese Commissie ‘vermeed’ computergigant Apple 13 miljard euro aan belastingen door zich in het belastingparadijs Ierland te vestigen. De Commissie wilde graag dat Ierland die alsnog opeiste, maar werd teruggefloten door het Europees Hof van Justitie. Apple mocht zijn vermeden belastingsgeld behouden. Juridische hocus pocus is de ultieme manier om de belastingen op winsten te ontlopen.
Het is correct om al binnen de huidige maatschappij oplossingen te zoeken om de levensstandaard van de arbeidersklasse te verbeteren. Maar als we ons enkel daartoe beperken zal dat lijken op het aanbrengen van een pleister op een versleten fietsband, waarin kort daarna weer nieuwe gaten zullen opduiken.
Is een revolutie onmogelijk? Nee hoor, het kapitalisme zelf is is door revolutie aan de macht gekomen. Het meest bekende is de Franse revolutie die begon in 1789. Tien jaar later bleef er niets meer over van de feodale staatsvorm waaronder Frankrijk gedurende honderden jaren had geleefd. Alles was veranderd: de vrijheden, de verhoudingen tussen de klassen, de administratie van de staat, het leger en de verhouding tot de godsdienst. Zoals bij elke grote revolutie wisten de Franse revolutionairen het vertrouwen van de bevolking te winnen met slogans als “vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid”.Heel vlug werd echter duidelijk dat dit een staat werd, gemaakt op maat van de opkomende klasse der kapitalisten. Vrijheid werd vooral het recht van de kapitalisten om de arbeiders uit te buiten. De wet Le Chapelier verbood stakingen en de oprichting van vakbonden. Zo ontstond de burgerlijke staat, die met deze of gene nuance nu overal in de wereld bestaat.
Vandaag is deze burgerlijke staat volledig uitgewoond. De positieve franjes die de arbeidersbeweging er heeft aan kunnen toevoegen (het stakingsrecht, de sociale zekerheid) worden voortdurend aangevallen en uitgehold. Ditmaal moet het de arbeidersklasse, de grote meerderheid van de werkende bevolking, zijn die de macht overneemt in de staat. Voor de eerste maal zal het een klasse zijn die er geen belang bij heeft om de rest van de bevolking uit te buiten en te onderdrukken. Solidariteit zal niet alleen nationaal maar ook internationaal georganiseerd kunnen worden. We kunnen alleen dromen welke enorme mogelijkheden dit zal openen voor de mensheid