Het interview met Hubert Celen van de SP van Mol - waar men in de jaren ’90 nog geprobeerd heeft de greep van de overheid op de nutsbedrijven te vergroten- won eind vorige maand aan actualiteitswaarde door de verdere privatisering van Telenet en van de GIMV, de op stapel staande liquidatie van de gemeentelijke participaties in Electrabel en de intercommunale kabelmaatschappijen, en de overname van het Gemeentekrediet door Dexia met als gevolg de verwatering van het gemeentelijk aandeel in deze bank. Wie dus de illusie koesterde dat de liberalen in deze regering hun privatiseringsdrift niet kunnen botvieren komt bedrogen uit. De samenleving zal voor deze uitverkoop van het openbare tafelzilver een prijs betalen die in de loop van de jaren steeds hoger zal oplopen.
Privatisering = efficiënter + goedkoper ?
De privatiseringen beantwoorden aan een sinds méér dan 10 jaar allesoverheersend dogma: waarom een economische activiteit in handen van de overheid houden indien de private sector ze kan runnen ? Dit laatste wordt dan per definitie gelijkgesteld aan meer efficiëntie, hoewel elke werknemer van een openbaar bedrijf dagelijks kan vaststellen dat een eventueel gebrek aan efficiëntie niets te maken heeft met het al dan niet in privéhanden zijn van het bedrijf maar met goed beheer. De retoriek rond privatiseringen wordt door de media echter zo intens ingelepeld dat sommige werknemers van openbare bedrijven er zelf beginnen in te geloven. Zij zien dan natuurlijk in gedachten deze of gene onbekwame chef reeds gewipt worden uit zijn positie en men hoopt op een positieve reorganisatie. Wat natuurlijk allerminst gegarandeerd is, vraag dat maar aan de werknemers van Belgacom Door de toegenomen efficiëntie en het vrijmaken van de markt zou er ook een prijsverlaging inzitten voor de consument. Met die argumenten werd de publieke opinie sinds de jaren ’80 klaargestoomd voor steeds verderschrijdende privatiseringen. Maar terwijl er her en der wel eens een eerder symbolische tariefverlaging voor de kleine verbruiker inzit (de kleine garnaal moet op de geliberaliseerde markt immers vrij hoge tarieven blijven betalen om competitieve offertes aan de grootverbruikers te kunnen financieren ) blijft de werkelijke kostprijs van de privatiseringen voor de gemeenschap verborgen.
Verlies aan dividenden
Die kostprijs is het verlies aan dividenden. Naast de controle over elementaire nutsvoorzieningen en de investeringen in die sector verliest de gemeenschap ook de jaarlijkse inkomsten die voortvloeien uit de economische activiteiten van de openbare bedrijven. Hierover geïnterpelleerd antwoordde SP-voorzitter Patrick Janssens vorig jaar in Antwerpen domweg met het platte vooroordeel dat openbare bedrijven geen winst maken maar verlies Maar in zijn boek “De kraak van de eeuw” (EPO, 1997) berekende RTBF-journalist Gérard de Selys dat de telecommunicatiediensten in de Europese Gemeenschap in 1986, toen ze nog vrijwel allemaal in overheidshanden waren niet minder dan 2625 miljard frank opbrachten aan de gemeenschap ! Dit bedrag zou vandaag, met de ontwikkeling van het Internet en de GSM-netwerken natuurlijk verveelvuldigd zijn. In hetzelfde boek beschrijft de Selys echter ook hoe de grote multinationals van de telecom net daarom hebben gelobbied om de overheid uit deze lucratieve sectoren te verdrijven. “Ons” mooie eengemaakte Eurpa werd hierin als breekijzer gebruikt
Met het geld van de overheid werd de zware infrastructuur bekostigd. Wanneer die infrastructuur dan winst begint te maken is het tijd voor de uitverkoop. In dat kader moet ook de uitverkoop van Telenet aan de Amerikaanse telecomgroep Callahan worden gezien. Net op het ogenblik dat Telenet haar netwerk in het bereik van zowat alle Vlaamse huisgezinnen gebracht heeft verpatst men de hele zwik !
Stijging personenbelasting
Steden met een grote schuld zoals Antwerpen verlekkeren zich nu al in het vooruitzicht dat zij met de verkoop van hun participatie in Dexia bvb. versneld hun schulden kunnen afbouwen. Maar SP-minister Steve Stevaert sloeg in een interview in De Standaard in januari spijkers met koppen toen hij zei:”We hebben met de kabelinfrastructuur (in handen van gemengde of zuivere intercommunales, nvda) en Telenet veel sneller waarde gecreëerd dan we met de versnelde inkrimping van de schuld hadden kunnen doen. Die infrastructuur moeten we niet zo snel uit handen geven.” Maar na even op de rem te zijn gaan staan legde ook Stevaert zich neer bij de gang van zaken.
De bevolking van Antwerpen moet er zich bij de komende gemeenteraadsverkiezingen trouwens van bewust zijn dat de koekestad jaarlijks zowat 1.5 miljard dividenden int uit de zuivere en/of gemengde intercommunales waarin zij participeert. Bij verkoop van die participaties zullen die centen elders vandaan moeten komen. De Standaard van 31/05 kopte i.v.m. de geplande verkoop van de gemeentelijke Electrabel participaties: “Forse stijging personenbelasting enige alternatief voor wegsmelten electriciteitsdividenden.”
De stadsschulden moeten dus niet worden gedelgd met het verkoop van het tafelzilver, maar worden kwijtgescholden (ze zijn trouwens al méér dan terugbetaald). Zoniet betaalt de gewone man toch steeds het gelag.
De nationalisatie van de kneusjes
Als doekje voor het bloeden kondigt men een gemeentelijke participatie aan in een op te richten maatschappij die het hoogspanningsnet zal beheren. Dit net wordt nu beheerd door Tractebel-dochter Electrabel. Maar met de Europese vrijmaking van de electriciteitsmarkt zal het transport van electriciteit moeten worden losgekoppeld van de productie ervan. Zonder spoken te willen zien is hier toch ook enig wantrouwen gepast. Want als de historische ervaring ons leert dat sectoren worden gedenationaliseerd als er winst te rapen valt, dan leert de geschiedenis ons ook dat nationalisaties in een kapitalistische context vaak plaatsgrijpen wanneer een sector “technisch noodzakelijk” is maar op zich geen winst opbrengt. Enkele voorbeelden: de spoorwegen waren aanvankelijk in privé-handen, maar toen men inzag welke immense investering de uitbouw van volwaardige netten zou vergen werden ze doorgespeeld aan de overheid. Steenkool bleef na de Tweede Wereldoorlog nog een tijdlang nodig voor de staalindustrie maar grote winsten zaten er niet meer in en dus mocht de overheid bijspringen. Hetzelfde met de staalindustrie zelf. En zelfs de ultraliberaal Reagan “nationaliseerde” in de jaren ’80 honderden failliette Savings & Loans banken ten belope van 1369 miljard frank of negenmaal het toenmalige Amerikaanse begrotingstekort
Het zou dus wel eens kunnen dat transport van electriciteit commercieel niet zo interessant is. Wat er ook van zij, de overheid gaat de electriciteitsproducenten de verplichting opleggen om tegen 2004 minstens 3% van de productie voort te brengen via hernieuwbare bronnen. Maar als tegenprestatie wordt al onmiddellijk het gratis transport van deze “groene electriciteit” door de overheid aangeboden. Een teken aan de wand ?