Rebellen in de Libische stad Az Zawiyah (dicht bij de hoofdstad) hebben verweer geboden bij een poging van Khaddafi’s troepen om de stad terug in te nemen. Volgens ooggetuigen werd er vorige nacht [maandag] zes uur gevochten met de controle over de stad als inzet. Anti-Khaddafi-activisten zeiden: “We hebben ze kunnen verslaan omdat onze moraal hoog is, en die van hen zeer laag.”

Beide partijen zijn zwaar bewapend omdat een groot deel van het leger naar het opstandige volk overgelopen is. Anderzijds zijn een aantal speciale eenheden Khaddafi trouw gebleven. De opstandelingen hebben tanks, machinegeweren en luchtafweergeschut. Vorige maandag hebben rebellen in Misurata een legervliegtuig van Khaddafi neergehaald.

De kans op een grote militaire confrontatie tussen de twee partijen is nu reëel. Khaddafi en zijn zonen graven zich in om met alle kracht de gebieden die ze nog onder controle hebben te verdedigen. Dit smerige regime, dat de controle over het grootste deel van het land kwijt is, schrikt er niet voor terug zijn eigen volk te vermoorden. Hun motto lijkt te zijn: “Als we dan toch ten onder moeten gaan, zal het hele land samen met ons ten onder gaan.”

Hypocrisie van het imperialisme

Geconfronteerd met deze situatie zijn alle wereldmachten bij elkaar gekomen om druk op Khaddafi uit te oefenen opdat hij zou vertrekken. De crisis in Libië heeft de olieprijs al de hoogte ingestuurd tot 114 dollar per vat, en als het zo verder gaat kan hij nog veel sterker stijgen. De economische groei in de drie grootste regio’s van de kapitalistische wereld, Noord-Amerika, de Europese Unie en Japan, was al traag voor aanvang van de gebeurtenissen in het Midden-Oosten. Een fikse stijging van de olieprijs zou de wereldeconomie terug in een recessie kunnen duwen, net op het ogenblik dat ze aan het herstellen was van de vorige crisis. Hierdoor rinkelen de alarmbellen in de wandelgangen van de grootmachten.

Dat verklaart waarom ze nu allemaal hun bezorgdheid uiten over de “humanitaire” ramp die Libië zou kunnen treffen. De VN Veiligheidsraad besliste vorig weekend dus unaniem het regime van Khaddafi sancties op te leggen, zoals een wapenembargo en een bevriezing van Khaddafi's bezittingen. Khaddafi zal zich ook moeten verantwoorden bij het Internationaal Strafhof wegens misdaden tegen de mensenrechten.

Grootmachten zoals de Verenigde Staten en Groot-Brittannië bekijken de mogelijkheden tot een vliegverbod boven Libië, zoals ze dat in Irak deden ten tijde van Saddam Hussein. De VS sturen oorlogsbodems en gevechtsvliegtuigen richting Libië, terwijl Groot-Brittannië overweegt zijn Typhoon gevechtsvliegtuigen naar de RAF luchtmachtbasis in Akrotiri, Cyprus te sturen.

Premier David Cameron kondigde gisteren aan dat hij het hoofd van Defensie had gevraagd het vliegverbod boven Libië te bespreken met de bondgenoten. En vandaag zei hij: “… we sluiten in geen geval militaire ingrepen uit.” Vorige week riep Ian Birrell in The Guardian de NAVO en de VN op om in te grijpen via een militaire interventie. Uiteraard om “humanitaire” redenen.

Khaddafi voelt zich “verraden” door het Westen

De hypocrisie van de imperialisten kent geen grenzen. In het verleden tekenden ze economische en militaire akkoorden met Khaddafi. Dat verklaart ook waarom Khaddafi in een interview met de BBC verklaarde dat hij zich “verraden” voelde. BBC-verslaggever, Jeremy Bowen vroeg Khaddafi het volgende: “De voorbije jaren was er een toenadering tussen u en de Westerse landen. U ontving belangrijke leiders zoals Tony Blair. Maar nu zeggen de Westerse leider dat u moet opstappen. Beschouwt u dit als een vorm van verraad? Waren ze voor u ooit vrienden?” En Khaddafi antwoordde: “Natuurlijk is het verraad. Ze kennen geen moraal”. Onder dieven bestaat er geen erecode.

Op pagina 524 van Congressional Budget Justification, Foreign Operations FY 2009 Budget Request (verantwoording van het budget voor buitenlandse operaties 2009) zien we dat de VS Libië financierde voor hun zogenaamde “bestrijding van Al Qaida”.

Het document verklaart duidelijk de doelstellingen van de VS in Libië:

“… de VS zullen de Libische veiligheidsdiensten helpen ter bestrijding van het terrorisme. VS-fondsen zullen gebruikt worden voor militaire opleiding en training van Libische veiligheidsdiensten en voor het creëren van banden met Libische officieren, na een periode van 35 jaar zonder overeenkomsten. De eerste fondsen zullen toegekend worden voor cursussen Engels, terwijl afgevaardigden van de VS in Libië kandidaten zoeken voor specifieke cursussen in burgerlijk-militaire samenwerking, grensbewaking, terrorismebestrijding, enz.”

En om zichzelf te beschermen tegen eventuele beschuldigingen omdat ze eigenlijk Libische veiligheidsdiensten - die nooit bekend stonden om hun respect voor mensenrechten - aan het opleiden waren, werd het volgende aan het document toegevoegd:

“Er zullen ook trainingsprogramma’s opgestart worden, waarbij Libische officieren naar de VS komen, waar ze kennis kunnen maken met democratische praktijken en respect voor de mensenrechten.”

Via het IMET fonds (International Military Education and Training) wees de VS in 2008 333.000 dollar, en in 2009 350.000 dollar toe aan Libië omdat “de leiders beloofd hadden af te zien van een nucleair wapenprogramma, om de snel groeiende dreiging van terrorisme vanwege Al Qaida in de regio te bestrijden, en om effectieve en professionele wetshandhaving en militaire diensten met respect voor internationale normen te promoten.” (Bron: http://www.state.gov/t/pm/ppa/sat/c14562.htm). Egypte en Tunesië ontvingen, over een veel langere periode, nog veel grotere bedragen, zonder enige merkbare vooruitgang in “democratische praktijken en respect voor de mensenrechten”.

Europa en Rusland deden het niet beter. Volgens een rapport van de Europese Unie verkochten Europese lidstaten in 2009 voor 344 miljoen dollar militair materiaal aan Libië. Sinds enkele dagen zeggen Russische leiders dat Khaddafi niet bekwaam is zijn land te leiden, maar iets meer dan een jaar geleden, in januari 2010, tekenden ze nog een contract voor wapenlevering aan Libië voor een bedrag van 1,3 miljard dollar. Dat waren de goede oude dagen, toen ze nog zaken konden doen met de man van wie ze nu eisen dat hij opstapt.

Imperialisten overwegen militaire interventie…

De imperialisten overwegen nu, als ze dat ongestraft kunnen doen, de crisis in Libië te misbruiken om vaste voet te krijgen in Noord-Afrika, dat door elkaar geschud wordt door revoluties van Egypte tot Marokko en zelfs verder, tot in het Midden-Oosten. Hun grootste zorg is niet het welzijn van het Libische volk, maar wel de toegang tot Libische olie en de verdediging van de belangen van hun bedrijven in het land.

Lord Trefgarne, voorzitter van de LBCC (Libyan British Business Council), zei in The Independent: “We drijven voor ongeveer 1,5 miljard pond handel met Libië, waarvan het grootste gedeelte bestaat uit de invoer van ruwe olie en gas in het Verenigd Koninkrijk,en we exporteren voor 400 miljoen pond naar Libië, en dat staat nu op het spel.”

De meeste grote oliemaatschappijen opereren in Libië. De olieproductie is nu met 25% gezakt en zou verder kunnen dalen. Als gevolg daarvan schiet de olieprijs de lucht in.

We kunnen de plotse bezorgdheid om de benarde toestand waarin het Libische volk zich bevindt, vergelijken met hun reactie op de oorlog in Congo, waar de laatste jaren naar schatting vijf miljoen mensen vermoord werden. Er was geen sprake van een “humanitaire” interventie omdat de oorlog winstgevend bleek te zijn voor Westerse bedrijven. Deze hadden de mineralen nodig, die in Congo onder op slavernij lijkende condities ontgonnen werden. De verschillende milities werden zelfs gesteund door één of meerdere van de imperialistische grootmachten.

En nu moeten we geloven dat ze zich plots zorgen maken om het lijden van het Libische volk. We moeten klaar en duidelijk zijn: de NAVO en de VN steunen een militaire interventie in Libië om de echte volksrevolutie de nek om te draaien en controle te krijgen over de olie.

De koppigheid van Khaddafi heeft er voor gezorgd dat grote delen van het leger overgelopen zijn naar het volk. De macht is nu in het grootste deel van het land in handen van de rebellen. En daar zijn de grootmachten doodsbang voor.

Maar het Libische volk wil zichzelf bevrijden

Elke echte socialist moet een imperialistische invasie afkeuren. Maar ook het revolutionaire Libische volk wil geen invasie. Abdel Fattah Younes, voormalig Libisch minister van binnenlandse zaken die overliep naar de oppositie, zei volgens Al Jazeera dat het volk nooit troepen uit het buitenland zou verwelkomen.

Dit is bevestigd door Hafiz Ghoga, woordvoerder van de zopas in Benghazi gevormde Libische Nationale Raad. Ghoga zei: “We zijn volledig tegen buitenlandse interventie. De rest van Libië zal bevrijd worden door het volk… en de veiligheidstroepen van Khaddafi zullen geëlimineerd worden door het Libische volk.”

Journalisten die zich in de bevrijde gebieden van Libië bevinden meldden dat de mensen in Benghazi spandoeken dragen met slagzinnen als “Geen buitenlandse interventie” en dat ze geen VS-wapens willen. Ze begrijpen maar al te goed dat een inval van NAVO-troepen, zelfs indien gesteund door de VN, niet het doel heeft de Libische bevolking te helpen.

Ze weten dat toen Khaddafi de macht had en zijn despotisch regime regelmatig tegenstanders martelde en vermoorde de “democratische” grootmachten geen enkel probleem hadden om financiële en economische akkoorden met hem aan te gaan, terwijl het volk aan het lijden was. Ze verkochten hem wapens en trainden zelfs zijn troepen, dezelfde troepen die nu tekeer gaan tegen het Libische volk.

De omverwerping van Khaddafi moet aan het Libische volk overgelaten worden, aan de arbeiders, aan de jeugd, de werklozen en de onderdrukte armen. Als gelijk welke buitenlandse macht Khaddafi zou willen verwijderen, dan steelt ze de revolutie van het Libische volk. Het Libische volk weet dat, en zal zich tegen dergelijke pogingen verzetten.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken