Op zondag 21 maart kwamen 1.107 arbeiders, vakbondsleden en jongeren bijeen in de Alhambra-hal nr. 1, in het centrum van Lahore, voor het jaarlijkse nationale congres van The Struggle, de Pakistaanse marxistische organisatie die de laatste jaren sterk gegroeid is en nu veruit de dominante kracht is ter linkerzijde. Er waren afgevaardigden uit heel Pakistan: alle vier de provincies – Punjab, Baluchistan, Sindh en de noordwestelijke grensprovincies – alsook een sterke delegatie (146 mensen) vanuit Kashmir.
De delegaties waren erg gevarieerd samengesteld, zoals bleek uit de verschillende soorten kleurrijke kledij, maar ongeacht de verschillen in taal en kledij, was iedereen verenigd door het enthousiasme en de revolutionaire stemming. Heel belangrijk in dit opzicht was de aanwezigheid van een groot aantal vrouwen, die met tweehonderd vertegenwoordigd waren. Hoewel het vrijwel onmogelijk is voor een vrouw om politiek actief te zijn in dit land, hebben de crisis van het kapitalisme en de ontstellende levensomstandigheden van de massa’s ervoor gezorgd dat een groeiend aantal Pakistaanse vrouwen deelneemt aan revolutionaire politiek. The Struggle heeft steeds het belang benadrukt om te werken onder vrouwen, en dit werk heeft uitstekende resultaten opgeleverd.
Het podium was versierd met grote portretten van Marx, Engels, Lenin en Trotski en met rode spandoeken waarop citaten van de grote leermeesters in het Urdu stonden. Een belangrijke plaats werd ingenomen door Trotski, gezien de aanwezigheid van Esteban Volkov, Trotski’s kleinzoon die naar Pakistan gekomen was om de eerste vertaling in het Urdu van ‘Mijn leven’ van Trotski voor te stellen.
Kameraad Volkov opende het congres met een korte toespraak, die begon met de volgende woorden: “Meer dan 150 jaar geleden schreven Marx en Engels het Communistisch Manifest. Sindsdien hebben de kapitalisten geprobeerd om het marxisme te begraven op het kerkhof van de geschiedenis, maar vandaag zijn de ideeën van het marxisme levendiger en sterker dan ooit. En dat zal zo blijven zolang uitbuiting en verdrukking bestaan op aarde.”
Verder legde hij de nadruk op de rol van Leon Trotski: “De bijdrage van Leon Trotski aan dit arsenaal is van onschatbare en essentiële waarde”, zei hij. Kameraad Volkov eindigde zijn toespraak met de woorden: “Ik ben vervuld van vreugde en emotie door hier in Lahore aanwezig te zijn bij de opening van het congres van The Struggle, samen met de revolutionaire marxisten van Pakistan die zich ten volle bewust zijn van de grote waarde en de juistheid van de ideeën en de strijd van Leon Trotski. Vandaag zien alle revolutionaire marxisten in dat Trotski de voortzetter is van Marx, Engels en Lenin. Kameraden, vooruit! De inspiratie en het voorbeeld van de revolutionair Leon Trotski is onverwoestbaar en onuitputtelijk!”
Alan Woods, redacteur van Marxist.com en Socialist Appeal, leidde de eerste sessie over wereldperspectieven in. Hij verklaarde dat de algemene instabiliteit een teken is van de crisis van het kapitalisme op wereldschaal. Hij ging in op het grote belang van de recente gebeurtenissen in Spanje en zag hierin een concrete aanwijzing voor de algemene wispelturigheid in de wereld. “De dialectiek vertelt ons dat de zaken in hun tegendeel omslaan. In deze omstandigheden zitten plotse en scherpe veranderingen vervat in de situatie. We moeten voorbereid zijn.”
De stemming van de afgevaardigden in de sessies was opzwepend. De discipline en de organisatie waren indrukwekkend. De meeste aanwezigen waren jongeren – de gemiddelde leeftijd van de afgevaardigden was 22 – hoewel er ook in mindere mate oudere, ervaren kameraden waren. Op dit congres waren er studenten van alle universiteiten, dokters- en ingenieurscolleges en jongerenorganisaties van Pakistan. Maar de grote meerderheid waren arbeiders.
De volgende vakbonden waren vertegenwoordigd: Pakistan International Airways, Pakistan Railways, National Highway Workers Union, Pakistan Telecommunication Workers Union, Water and Power Development Authorities Union, Pakistan Steel Mill, Karachi Port Trust, Paramedical Association, Town Development Authorities Union, Transport Union, Sugar Workers Union, Cement Workers Union. De voorzitter van de grootste vakbond vertegenwoordigde de bankbedienden. Ook waren er postbeambten, havenarbeiders, journalisten enzovoort.
Onder de aanwezigen waren er drie parlementsleden, en zelfs één districtsgouverneur, Nazar Gondal van de PPP. Hij was de enige in geheel Punjab die niet toegaf aan de druk van het Musharraf-regime om over te lopen. Hij zei: “Er was een tijd dat niemand sprak over het socialisme, en velen onder ons die in de revolutie van 1968-69 gevochten hadden, begonnen te denken dat alles verloren was. Maar nu ik dit congres bijgewoond heb, loop ik over van moed en enthousiasme. Zelfs in de donkerste dagen behield The Struggle haar geloof in het socialisme. Het is ongelooflijk dat in de moeilijkste omstandigheden zulke krachten van het revolutionaire socialisme gebouwd zijn in Pakistan.”
Kameraad Lal Khan, redacteur van de Asian Marxist Review, leidde de Pakistaanse perspectieven in en benadrukte de diepe crisis van het Pakistaanse kapitalisme en de reactionaire en corrupte aard van de burgerij. Hij vertelde de afgevaardigden: “Het is corruptie die de basis vormt waarop de Pakistaanse economie draait. Dit toont aan dat de plannen van de heersende klasse om de corruptie uit te roeien, een farce zijn: als ze de corruptie uitroeien, vernietigen ze zichzelf.”
Deze discussie vond plaats op een moment dat het Amerikaanse imperialisme haar druk op Pakistan opvoert om een offensief te lanceren in de tribale gebieden op de grens met Afghanistan, in de hoop Al Qaeda te vernietigen en Bin Laden gevangen te nemen of te vermoorden. Het Pakistaanse leger stuit op hevig verzet en heeft in deze campagne zware verliezen opgelopen. Het zijn acties die gepaard gaan met zware bombardementen op dorpen, waarbij vele burgerslachtoffers vallen. Lal Khan merkte hierover ironisch op:
“Het regime heeft een staakt-het-vuren afgekondigd. Hiermee bekennen ze dat ze verloren hebben. De imperialistische agressie in Afghanistan heeft ervoor gezorgd dat de oorlog overgeslagen is naar Pakistan. De massale toevloed van heroïne heeft eveneens alle tegenstellingen binnen de staat vergroot.”
Het marxistische parlementslid Manzoor Ahmed kon in het organisatorisch verslag wijzen op aanzienlijke vooruitgang op alle gebieden. “Dit is enkel het begin”, zei hij. “We moeten overal het werk opdrijven – onder de arbeiders, boeren, studenten en vrouwen. We zullen een sterke revolutionaire socialistische organisatie uitbouwen die het hele subcontinent naar de socialistische revolutie kan leiden en de Socialistische Federatie van het Subcontinent kan bouwen als de eerste stap in de wereldrevolutie.”
Alle stemmen over organisatorische kwesties werden unaniem genomen en er werd een nieuw centraal comité verkozen.
Er waren een groot aantal buitenlandse afgevaardigden en bezoekers van India, Iran, Sri Lanka, Denemarken, Groot-Brittannië, Mexico en België. Het congres werd afgesloten door Alan Woods, die nogmaals het voorbeeld onderlijnde van de persoonlijke opoffering van Leon Trotski. Hij drong er bij de afgevaardigden op aan de boodschap van het congres naar elke fabriek of dorp en naar elke school of instituut over te brengen.
Nadat unaniem een resolutie in solidariteit met Venezuela werd aangenomen, sloot het congres af met het zingen van de Internationale.
Pakistaanse marxisten komen op straat
In en rond het congres waren er een reeks belangrijke publieke activiteiten. Op zaterdag 20 maart, de internationale actiedag tegen de bezetting van Irak, was er een militante betoging van zo’n 1.500 mensen in Lahore. De luidruchtige demonstratie trok zingend door het centrum van de stad met revolutionaire slogans, zoals “Socialistische revolutie!” “Weg met Bush!”, “Brood, kleren en huizen!” en “Gooi het imperialisme uit Irak!” De optocht hield halt in Bhati Chowk, het dichtst bevolkte deel van het stadscentrum, waar de demonstranten zich neerzetten in het midden van de weg en slogans riepen.
Hoewel er voor de demonstratie formeel opgeroepen was door het Pakistaans Sociaal Forum, werd ze in praktijk georganiseerd en geleid door The Struggle, de Pakistan Trade Union Defence Campaign en de Pakistaanse afdeling van Youth for International Socialism, die Alan Woods uitnodigde om mee te lopen vooraan in de betoging. De meeste van de rode vlaggen, spandoeken en borden waren van YFIS. De massa werd toegesproken door Manzoor en Qamar Kaira, beiden leden van het nationale parlement.
Urdu-uitgave van ‘Mijn leven’
Op dinsdag 23 maart stelde Esteban Volkov in het Flatti-hotel, voor driehonderd aanwezigen, de Urdu-versie van Trotski’s boek ‘Mijn Leven’ voor. Dit was een historische gebeurtenis. Het was het eerste meesterwerk van Trotski dat vertaald is in het Urdu en het blijkt het eerste meesterwerk van Trotski te zijn in eender welke taal van het subcontinent, op het Sinhala na.
Esteban Volkov gaf een emotionele toespraak waarin hij sprekend de laatste periode van Trotski’s leven in Mexico beschreef. Ondanks de hitte, in de volle zaal binnen, volgde het publiek de dramatische uiteenzetting in volkomen stilte. Op het einde gaven ze kameraad Volkov een staande ovatie.
Bijeenkomst voor Bhagat Singh
Onmiddellijk na de ceremonie voor het boek gingen de kameraden verder naar een bijeenkomst ter gelegenheid van de verjaardag van de executie van Bhagat Singh, de legendarische revolutionaire strijder voor onafhankelijkheid, die 73 jaar geleden opgehangen werd in Lahore door de Britse imperialisten.
Twee bussen betogers, zwaaiend met rode vlaggen en geflankeerd door motorfietsen, ook zwaaiend met rode vlaggen, doorkruisten de bevolkte straten van Lahore naar de plaats waar Bhagat Sing geëxecuteerd werd. Ongeveer een kilometer van die plaats kwamen de betogers uit de bussen, terwijl ze een zee van rode vlaggen zwaaiden en slogans zongen zoals “Lang Leve Bhagat Singh”, “Azië is rood”, “Lang leve de socialistische revolutie”, “Weg met het Amerikaanse imperialisme”.
Aan het graf van Bhagat Singh – een eenvoudige steen – hielden de driehonderd betogers in stilte halt en werd een boeket verse rozen geplaatst op het graf door een delegatie bestaande uit de neef van Bhagat Singh, Koran Jet Singh – die van India gekomen was om zowel deze ceremonie als het congres van The Struggle bij te wonen –, Manzoor Ahmed, Esteban Volkov en Alan Woods. De verslagen van deze demonstratie waren voorpaginanieuws in de kranten.
Voor foto’s van het congres, de voorstelling van het boek en de betogingen, klik hier.