Door de Aziatische crisis van 1997-98 werd algemeen gevreesd voor een wereldrecessie. Maar die bleef uit. Het Westen stevende zelfs af op de grootste economische opleving sinds de jaren ’70. De Tijgers konden hiervan meeprofiteren door hun producten tegen lagere prijzen te exporteren. Zuid-Korea noteerde in 1999 opnieuw een groei van 10,7 %. Toch was de Koreaanse beurs de eerste maanden van 2000 in vrije val (-30 %) en bleef ook na enige stabilisering in juni wispelturig.
Volgens analisten was die wispelturige beurs in grote mate toe te schrijven aan enkele hoog oplopende sociale conflicten in juli. De herstructureringen en winsten worden inderdaad bedreigd door een heropflakkeren van de arbeidersstrijd. De tabel toont dat het aantal conflicten in 1998 als gevolg van de crisis al drastisch steeg. Met de economische heropleving en de daling van de werkloosheid van 8,5 % begin 1999 tot 4,6 % in november 1999 versterkten de arbeiders hun positie. Ze eisten compensatie voor het geleden loonverlies en het optrekken van de werkweek tot 52 uur. Jobzekerheid is zo goed als onbestaande en 52,3% van de arbeiders werken parttime of voor een beperkte duur. De meeste conflicten draaien rond lonen (82,6 %), gevolgd door problemen met het management (39,1 %) en jobonzekerheid (26,1 %). De vakbonden voorspellen een botsing met het patronaat en de overheid in de tweede helft van 2000 omdat ze actie zullen voeren voor een vijfdaagse werkweek.
Repressie...
De afgelopen maanden heeft Zuid-Korea al enkele opmerkelijke conflicten gekend. In juni bezetten een duizendtal hotel-bedienden het Lotte Hotel. Ze eisten de 40-urenweek, 17 % loonsverhoging, een permanent contract en een betere pensioenregeling. Op 29 juni maakten 3000 ordetroepen brutaal een einde aan de sit-in met traangas en gummiknuppels. Daarbij vielen 70 gewonden. Toen buiten rellen uitbraken met omstaanders en verzamelde vakbondsmilitanten, trad de politie opnieuw met harde hand op. Alle arbeiders werden in voorlopige hechtenis genomen en slechts na twee dagen vrijgelaten.
Hetzelfde scenario herhaalde zich een paar dagen later toen 3000 oproeragenten de National Health Insurance Corporation bestormden, waar meer dan 1600 arbeiders een staking hielden. Twaalf vakbondsleiders bleven aangehouden. Op 4 juli verklaarde de ‘progressieve’ president Kim Dae Jung dat hij hard zou optreden tegen elke illegale staking en hij benadrukte tegelijk de nood aan verdere financiële hervormingen. In de volgende dagen werden zijn woorden omgezet in daden. Tijdens de steunbetogingen van duizenden arbeiders verwondde de politie weer verschillende militanten. Toen op 10 juli de voorzitter van de KCTU (de tweede grootste en meest militante vakbond) hetzelfde lot onderging, was de maat vol. Op 11 juli lieten diverse leiders van de KCTU hun hoofd kaal scheren, een daad van extreme opstand in de Koreaanse cultuur, en riepen op tot volledige verwerping van de regering. Op 21 augustus behaalden zij een eerste overwinning. Lotte capituleerde voor de eisen van de stakende bedienden.
...de ware aard van de burgerlijke democratie
De timing van de repressie is veelzeggend. Na de miraculeuze hervatting van de groei in 1999 bleek begin 2000 dat de situatie minder rooskleurig was dan eerst gedacht. De bedrijven gaan gebukt onder kapitaaldroogte. Ze trachten daarom elke druppel meerwaarde uit de arbeiders te persen. Gevraagd naar de reden van zijn financiële perikelen verwees het conglomeraat Sangyong naar de recente staking. Hoewel deze uitspraak eenzijdig is (kapitalistische competitie en overinvestering spelen ook hun rol), toont ze niettemin het belang aan van een verhoogde uitbuitingsgraad. Waarschijnlijk was de eenzijdigheid een seintje aan de overheid. Vooral middelgrote conglomeraten zuchten onder schulden en een gebrek aan kapitaal. Tijdens de eerste vijf maanden van 2000 konden ze slechts 2,4 van de nodige 6,9 miljard $ op tafel leggen voor hun vervallen obligaties. Extra kosten door stakingen, laat staan loonsverhogingen en arbeidsduurvermindering, zijn met andere woorden uit den boze.
Door in te gaan op hun vraag naar meer repressie toont de huidige regering dat achter de aangekondigde grote hervor-mingen nog steeds dezelfde belangen schuilgaan. De liberale president Kim kon door zijn vroeger verzet tegen de dictators aanvankelijk genieten van de sympathie onder de arbeiders. Nu blijkt dat een democratisch regime evengoed toevlucht zoekt tot repressie om de burgerij te redden, valt er weer een illusie weg.
Zie voor uitgebreide verslagen de website van de KCTU: http://www.nodong.org/english/index.htm