Het klinkt als het begin van de beroemde stripboekenreeks Asterix & Obelix over een klein dorpje dat dapper weerstand biedt tegen de Romeinen. In het geval van het Spaanse dorp Marinaleda dienen de Romeinen alleen vervangen te worden door ‘kapitalisten’. Het dorp, bewoond door circa 2.800 zielen, weet zich al decennia te onttrekken aan de kapitalistische hegemonie.
Spanje wordt er vaak van beschuldigd achter te lopen op de rest van Europa. Tot op de dag van vandaag bevindt het platteland in het zuiden van Spanje zich in zeer grote mate in handen van grote landeigenaars van aristocratische oorsprong. Zij laten het land vooral braak liggen terwijl 33 procent van de landarbeiders geen werk heeft. Op het gebied van politiek activisme lopen de inwoners van Marinaleda echter ver voor op de rest van Europa.
Marinaleda zoals we het vandaag kennen is het resultaat van een historische massabeweging van de arme landarbeiders en kleine boeren eind jaren ‘70 in heel Andalusië. Deze strijd bevindt zich in het verlengde van een anderhalve eeuw strijd voor grond. La tierra para quien la trabaja (“Het land voor wie het bewerkt”), is de voornaamste eis van alle bewegingen in de provincie. De beweging van landarbeiders is steeds voorstander geweest van het maatschappelijk eigendom van het land. Het dorp Marinaleda bevond zich toen in het epicentrum van de landbezettingen, de eerste sinds de val van de Franco. Deze klassenstrijd leidde dan tot de overwinning van de linkse politieke partij CUT bij de verkiezingen van 1979 en de overname van het bestuur door de actievoerders en landarbeiders. Tot burgemeester wordt de charismatische Juan Manuel Sánchez Gordillo gekozen.
De eerste strijd wordt gevoerd om zeggenschap over de eigen watervoorraad, maar deze wordt zo eenvoudig gewonnen dat zij daarna hun vizier richten op het grondgebied van de Hertog van Infantado. Dit was een veel zwaarder gevecht: de dorpelingen lopen elke dag de 16 kilometer om de vruchtbare grond te bezetten. Vrijwel elke dag worden ze ontruimd door de politie. Ze vertrekken dan vreedzaam om de volgende dag weer terug te keren. In de snikhete zomer van 1985 houden de dorpelingen dit een maand lang vol. In totaal werd het landgoed van de hertog ruim 100 keer bezet. In 1991 wonnen de inwoners van Marinaleda. De Andalusische overheid compenseerde de hertog met een onbekende hoeveelheid geld en gaf het grondgebied, 1.200 hectare groot, aan de dorpelingen.
Op het nieuw gewonnen land gaan de dorpelingen olijfbomen verbouwen. Dit is een arbeidsintensieve bezigheid, waardoor het meer banen oplevert. Om de olijven te verwerken tot olie, openen de Marinaleños in 2000 een fabriek. Sindsdien zijn ze begonnen hun producten te verkopen, zowel nationaal als internationaal. De fabriek maakt echter geen winst, omdat elke opbrengst gelijk weer werd geïnvesteerd om meer banen te scheppen. Dit heeft tot gevolg dat Marinaleda een werkloosheid heeft van slechts 5%. Ter vergelijking: de werkloosheid in de rest van het land is 27%.
Marinaleda, op 108 kilometer gelegen van Sevilla, is trots op haar socialistische karakter. De muren in het dorp zijn vol geschilderd met slogans, communistische afbeeldingen en solidariteitsbetuigingen aan het adres van Venezuela en Cuba. Het van de Hertog van Infantado afgepakte land werd gelijk gecollectiviseerd en de opbrengst wordt eerlijk verdeeld onder de inwoners. Het salaris van elke werknemer in de coöperatie is 1200 euro per maand. Dit klinkt misschien niet als heel veel, maar het valt reuze mee als je bedenkt dat de huur van elk huis 15 euro per maand is.
Hoewel het dorp een burgemeester heeft, is het een voorbeeld van directe democratie. Alle grote beslissingen worden collectief genomen in het stadhuis. De vergaderingen vinden drie keer per maand plaats en worden door 300 tot 400 mensen bezocht. Iedereen mag zijn zegje doen en men maakt maar al te graag gebruik van dit recht. De politiek is verdeeld tussen twee organisaties: de vakbond (SAT) en de politieke partij CUT, welke onderdeel is van Izquierda Unida (Verenigd Links). Beide hebben hun eigen structuur, steunend op plaatselijke algemene vergaderingen die afgevaardigden verkiezen naar een nationale algemene vergadering die een dagelijkse verkozen leiding verkiest. De strijd om water en grond kwam voort uit de doelstellingen van de vakbond.
Het dorp is echter niet immuun voor de economische crisis en de Marinaleños nemen vaak deel aan demonstraties en stakingen. Een bekende actie zijn de supermarktinvallen in de nabijgelegen dorpen Écija en Arcos de la Frontera. Inwoners van Marinaleda namen dan ongeveer tien winkelwagentjes vol voedsel mee zonder te betalen. Het voedsel wordt vervolgens verdeeld onder de gezinnen die niet of moeilijk in hun eigen onderhoud kunnen voorzien.
Marinaleda is een bemoedigend voorbeeld voor iedereen met linkse sympathieën. In een wereld die verstikt is onder een kapitalistische hegemonie, laat het dorp zien dat het kapitalisme niet het enige alternatief is. Het laat zien dat het socialisme niet ingaat tegen de menselijke natuur, zoals door de tegenstanders van links wordt beweerd. Bovendien is het een voorbeeld dat een socialistisch systeem niet gepaard hoeft te gaan met de verstikkende bureaucratie die de Sovjet-Unie decennia lang in haar grip hield. Marinaleda laat zien dat het socialisme democratisch, rechtvaardig en haalbaar is. Iedere marxist moet dan ook solidair zijn met het dorp en haar eigenzinnige burgemeester.
Toch maakt het geen verschil in het grotere geheel. Een klein dorp van 2.800 inwoners vormt geen bedreiging voor het kapitalisme. De regering van Andalusië tolereert het bestaan van de unieke situatie in Marinaleda omdat het geen gevaar vormt voor haar machtspositie. Het vuur van de revolutie spreidt zich niet uit naar andere dorpen in de omgeving en zodoende blijven de Marinaleños geïsoleerd, ondanks de sympathie uit binnen- en buitenland. Het was echter nooit de opzet van Gordillo en zijn kameraden om Marinaleda voor te stellen als een experiment dat op zichzelf kan bestaan en overleven. Zij zien het als deel van een algemene strijd voor de 'Reforma Agraria' (de landhervorming) gebaseerd op het gemeenschapsbezit van het land, de industrialisering van de provincie en voor een maatschappij zonder onderdrukking en zonder klassen. Zolang de machtspositie van de heersende klasse niet in het gevaar komt en het dorp geïsoleerd blijft, zullen de kapitalisten Marinaleda zoveel mogelijk met rust laten, zoals een leeuw een mier met rust laat.
Het is dan ook een illusie om te denken dat dit soort communes de eerste stap vormen voor de mondiale proletarische revolutie. Zolang dit soort initiatieven beperkt blijven tot kleine gebieden, zal er geen socialistische transformatie van de samenleving plaatsvinden. In Groot-Brittannië probeerde het linkse Labour-gemeentebestuur van Liverpool, geleid door de Militant Tendency, tevens om op lokaal gebied een totaal andere koers te varen. Hierbij schuwde het geen confrontaties met de landelijke regering van Thatcher, en probeerde het andere linkse gemeentebesturen (helaas tevergeefs) in een front tegen de Thatcher-regering te verenigen. Hier kunt u meer over lezen in dit artikel.
Alleen een brede volksbeweging kan een dergelijke ontwikkeling tot stand brengen. Toch mogen we het belang van Marinaleda niet weggooien. Het is en blijft een voorbeeld van hoe een socialistisch systeem eruit kan zien zonder een bureaucratie die haar macht misbruikt. Het dorp moet een voorbeeld zijn voor andere steden waar de potentie aanwezig is, maar de politieke wil ontbreekt.
Nijmegen staat al jaren bekend als ‘Havana aan de Waal’ vanwege de linkse samenstelling van haar College van Burgemeester en Wethouders, maar het stak geen vinger uit in protest toen vanuit Den Haag de opdracht kwam om het openbaar vervoer te privatiseren. In plaats van het openbaar vervoer langs collectivistische lijn te organiseren, ging men kritiekloos mee met het kabinet in het rampzalige privatiseringsbeleid. Voor de politici die de politieke wil wél bezitten en de bevolking die geen genoegen meer neemt met een uitbuitend systeem dat alleen de elite bevoordeelt, vormt Marinaleda een voorbeeld van hoe het wel kan. Het bestrijdt elk tegenargument door te bestaan en vol te houden. Laten we niet stoppen tot elke stad en elk dorp in Nederland wordt geleid zoals Marinaleda!