Zes dagen na de plotselinge overstromingen die 214 doden hebben geëist, voornamelijk in Valencia, vond er een officieel bezoek plaats van het staatshoofd, de Spaanse koning, zijn vrouw koningin Leticia, de Spaanse premier Pedro Sanchez en de regionale president van Valencia, Mazón, aan enkele van de zwaarst getroffen gebieden. Bij hun aankomst in Paiporta, buiten Valencia, werden ze opgewacht door boze inwoners die hen met modder bekogelden en hen wegjoegen. Deze ongekende taferelen waren een openlijke uiting van de woede van de arbeidersklasse die zich dagenlang had opgebouwd.
De Spaanse monarchie wordt altijd beschouwd als de laatste verdedigingslinie van de burgerlijke staat. Het is een instelling die zich in normale tijden voordoet alsof ze boven de partijpolitiek staat en een imago cultiveert van nabijheid tot het volk, zodat zij als troef kan worden ingezet wanneer alles anders heeft gefaald. Ik kan me geen ander moment in de recente geschiedenis herinneren waarin de koning en koningin publiekelijk en fysiek werden aangevallen door een menigte boze mensen.
De inwoners van Paiporta schreeuwden "asesinos" ("moordenaars") naar de monarchen en de meegekomen politici. Het officiële bezoek werd vroegtijdig beëindigd, en de geplande reis van de staatsfunctionarissen naar het bergdorp Chiva werd afgelast. De lokale bevolking juichte de beslissing toe met kreten van "lafaards" toen de politieagenten – die niet waren gekomen om te helpen bij de hulp- en opruimingswerkzaamheden, maar alleen om de autoriteiten te beschermen – hen opnieuw aan hun lot overlieten. Wat leidde tot deze ongekende uitbarsting van woede?
Vanaf het allereerste begin is er een krachtig idee langzaam in de geesten van de massa’s in Valencia en daarbuiten aan het ontstaan: dit was niet slechts een natuurramp veroorzaakt door meteorologische verschijnselen. Veel van de doden hadden voorkomen kunnen worden.
Er zijn verschillende factoren die deze conclusie bevestigen.
Wat veroorzaakt een DANA-storm?
De DANA (van het Spaanse acroniem voor ‘geïsoleerde depressie op hooggelegen niveaus’), die de overstromingen veroorzaakte op dinsdag 29 oktober, is een vrij veel voorkomend verschijnsel langs de Middellandse Zeekust van Spanje rond deze tijd van het jaar. Warme, vochtige lucht afkomstig van de zee, opgewarmd in de zomermaanden, botst met koude lucht op grote hoogte, die zich heeft losgemaakt van de polaire straalstroom. Dit leidt tot de vorming van tot 10 kilometer hoge cumulonimbuswolken die zware, plaatselijke regenbuien veroorzaken. Deze buien blijven hangen, opgesloten tussen de oostenwind en de bergketens die parallel aan de zee lopen, waardoor de regen steeds op dezelfde plek valt.
Met de opwarming van de aarde, waardoor de gemiddelde temperatuur van de Middellandse Zee toeneemt, worden deze DANA-stormen doorgaans heviger. Dit jaar bereikte de gemiddelde zeetemperatuur een recordhoogte van 28,9ºC op 15 augustus.
Klimaatverandering was echter slechts een algemene factor bij de ramp van 29 oktober. Er waren ook meerdere directe oorzaken die rechtstreeks aan de regionale overheid kunnen worden toegeschreven. De rechtse Partido Popular [PP] heerst al lange tijd in deze regio, met slechts een korte periode waarin een breed linkse coalitie de verkiezingen won. De partij heeft sterke banden met lokale projectontwikkelaars betrokken bij grond- en bouwspeculatie en massatoerisme. Lange tijd zijn gebieden met overstromingsrisico’s volgebouwd, waarbij winst boven andere overwegingen ging. Jarenlang gebeurde er niets, totdat de ramp op een dag toesloeg.
Een van de eerste maatregelen van de huidige regionale regering onder Carlos Mazón, die in juli 2023 aantrad, was het invoeren van een pakket bezuinigingsmaatregelen en verlagingen van de sociale uitgaven. Daaronder viel ook het opheffen van de Valenciaanse Noodhulpdienst, die was opgericht om noodhulp te coördineren.
Genegeerde waarschuwingen
Hoewel weersverschijnselen berucht onvoorspelbaar zijn, kan de waarschijnlijke locatie van DANA's redelijk accuraat worden voorspeld. Al op 25 oktober gaf AEMET (de Spaanse Meteorologische Vereniging) een algemene waarschuwing voor de regio Valencia. Op 28 oktober, de avond voor de ramp, gaf AEMET een oranje waarschuwing voor de regio en een rode waarschuwing specifiek voor de gebieden met het grootste risico op plotselinge overstromingen.
De regionale overheid negeerde de waarschuwingen grotendeels en beweerde achteraf dat AEMET dergelijke waarschuwingen niet had afgegeven. Maar er is een verslag van de AEMET-bulletins, en de Universiteit van Valencia besloot haar activiteiten voor 29 oktober te annuleren in lijn met de waarschuwingen.
Het is duidelijk geworden dat een belangrijke factor in de houding van de regionale overheid de bescherming van kapitalistische winsten was. Adviezen om werkplekken te sluiten zouden die dag een verlies voor de werkgevers hebben betekend.
Het werd nog erger. Op 29 oktober, rond het middaguur, terwijl steden en dorpen in de heuvels al geteisterd werden door stortbuien, gaf de regionale president Mazón een verklaring af dat de storm tegen 18.00 uur waarschijnlijk zou afnemen. Er werd geen verdere informatie gegeven. Sommige van deze dorpen in de heuvels kregen meer dan 400 liter water per vierkante meter op hun dak, wat neerkomt op een jaar aan neerslag in slechts enkele uren. Er circuleerden al video's van gewelddadige waterstromen die door de straten van Chiva, Letur (in Albacete) en andere steden stroomden, in sommige gevallen tot de tweede verdieping. Je hoeft geen meteoroloog te zijn om te begrijpen dat al dat water zijn weg naar de zee zal vinden en alles op zijn pad zal verwoesten.
Verder stroomafwaarts, in de steden van de Horta Sud, in de zuidelijke buitenwijken van de stad Valencia, regende het echter niet en de meeste mensen gingen door met hun dagelijkse leven, zich niet bewust van wat er komen ging.
Pas na 20.00 uur besloot de regionale overheid een waarschuwing te sturen naar mobiele telefoons in de hele provincie, waarin mensen werd geadviseerd om thuis te blijven of naar hoger gelegen gebieden te gaan. Op dat moment waren duizenden mensen al vast komen te zitten in hun huizen of voertuigen terwijl ze op weg naar huis waren. Velen ontvingen de waarschuwing pas toen hun auto letterlijk werd meegesleurd door het water.
Kapitalistische winsten boven mensenlevens
Er zijn verschillende gevallen van werknemers die moesten blijven en niet eerder naar huis mochten. Sommige werden vervolgens opgesloten in hun werkplek (in een IKEA-winkel, de Ford Almussafes-fabriek, het Bonaire-winkelcentrum, enz.). Anderen werden door de overstromingen getroffen terwijl ze naar huis reden en hadden gered kunnen worden als ze iets eerder waren vertrokken. Verschillende werknemers kwamen vast te zitten en verdronken in een supermarkt.
Thuisbezorgbusjes van Mercadona, een van de grootste supermarktketens van het land, werden uitgezonden en kwamen vast te zitten. Een Mercadona-bestelwagenchauffeur moest door brandweermannen in een helikopter worden gered omdat zijn voertuig onder het stijgende waterpeil verdween. De beelden werden breed gedeeld op sociale media. Het Mercadona-logo werd gepixeld om te voorkomen dat het merk in verlegenheid werd gebracht, maar iedereen herkende de karakteristieke groene bus.
De incompetentie van de overheid kwam niet alleen voort uit onkunde, maar werd ook versterkt door de drang om de winsten te behouden. “Jullie winst, onze doden” is een slogan die overal in de regio op muren is geschreven na de ramp en vat de situatie perfect samen. Het aantal doden is onthutsend.
Het staat momenteel op 214. Velen vrezen dat dit slechts het topje van de ijsberg is.
De enorme ondergrondse parkeergarage van het Bonaire-winkelcentrum, met een capaciteit van bijna 2000 auto's, staat nog volledig onder water en reddingsteams hebben nog geen toegang kunnen krijgen. Het onderste niveau van het winkelcentrum staat ook onder water. Werknemers van Bonaire hebben geklaagd dat ze niet eerder mochten vertrekken, terwijl het water begon te stijgen, en honderden werknemers en klanten zaten de hele nacht vast en konden niet weg. In de bioscoop van het winkelcentrum werd het personeel zelfs verboden het daar verkochte eten te eten. Zelfs tijdens een ramp van deze omvang overheerst de onverzadigbare drang naar winst bij de bazen.
Terwijl de dagen voorbijgaan, spoelen er steeds meer dode lichamen aan op de kust, meegevoerd door de woeste kracht van het water dat uit de heuvels naar beneden stroomt. Op een gegeven moment voerde de Barranco del Poyo-kreek – die meestal droog staat of hoogstens een bescheiden stroompje is – vier keer zoveel water als de rivier de Ebro.
Het uiteindelijke dodental zal naar verwachting nog aanzienlijk stijgen. Volgens officiële cijfers zijn er ongeveer 1900 mensen als vermist opgegeven door hun familieleden. Niet allemaal zullen ze overleden zijn, en sommigen zijn inmiddels teruggevonden, maar zijn nog niet gemeld omdat er geen centrale meldingsstructuur is. Velen zullen helaas nooit worden gevonden.
Daarbij komt de enorme schade aan huizen van mensen en de infrastructuur in de regio (wegen, spoorlijnen, elektriciteitsnet, waterleidingen, trottoirs, telefoonlijnen, enz.). Tienduizenden mensen hebben alles verloren, hun huizen zijn volledig gevuld met modder. Gestapelde auto’s blokkeren de straten, waardoor het opruimen nog moeilijker wordt.
Een rommelige hulpverlening
Tot overmaat van ramp hebben de regionale regering van Mazón en de landelijke socialistische regering van Sánchez het reddings- en opruimwerk totaal verknald. Tot op grote hoogte komt dit door een kleinzielige politieke berekening over welke administratie (regionaal of nationaal) de leiding over de hulpverlening mag hebben of de schuld moet dragen voor de tekortkomingen ervan.
Er was een lange vertraging in de inzet van het leger voor reddingsoperaties. Brandweerbrigades uit nabijgelegen provincies, uit Catalonië, Bilbao en zelfs Frankrijk, hebben hun diensten aangeboden, maar werden geweigerd door de regionale overheid, die beweerde genoeg middelen te hebben. Maar de inwoners van de getroffen steden zagen dat dit een regelrechte leugen was. In sommige van de zwaarst getroffen dorpen was er zes dagen na de overstroming, nog geen zwaar materieel aanwezig. Sommige brandweermannen gingen publiekelijk in protest. Uiteindelijk mochten ze na vier of vijf dagen toch naar Valencia komen.
De hele hulpoperatie is chaotisch en ontbreekt het aan goede coördinatie en centrale aansturing. Een coördinatieorgaan met de nationale regering werd pas vijf dagen later door de regionale overheid ingesteld. Sommige mensen zitten op dit moment nog steeds zonder toegang tot stromend water of elektriciteit.
“Alleen het volk redt het volk”
Zoals bij elke ramp, kwam het beste in de mens naar boven. Duizenden vrijwilligers van de werkende klasse kwamen in actie, pakten emmers en bezems en gingen naar de getroffen dorpen om spontaan samen te werken aan de opruimwerkzaamheden. Ze haalden modder uit huizen weg, ruimden obstakels van de straten, pompten parkeergarages en kelders leeg en zorgden voor water, voedsel en basisbehoeften voor de getroffenen. Een bijzondere rol speelden lokale llauradors (kleinschalige boeren), die via hun vakbond hun tractoren en andere machines mobiliseerden om auto's en andere zware voorwerpen te verwijderen, een taak die gewone vrijwilligers niet aankonden.
Ondertussen creëerden sommige gewetenloze ondernemers kunstmatige schaarste en verhoogden de prijzen. De klassenstrijd werd niet opgeschort door de omvang van het verlies.
Hoe reageerden de regionale autoriteiten op de golf van vrijwilligers? In eerste instantie zeiden ze dat deze niet nodig waren. Ze gingen zelfs zo ver om te zeggen dat ze de hulpverlening in de weg zouden staan en een obstakel vormden!
Toen, door de toenemende woede, draaiden ze bij en besloten de vrijwilligers te 'organiseren'. Op zaterdag 2 november werden ze opgeroepen om om 7 uur ’s ochtends naar de Stad van Kunst en Wetenschap te komen. Zo’n 10.000 tot 15.000 mensen kwamen opdagen, maar de autoriteiten konden slechts een beperkt aantal naar de getroffen gebieden vervoeren. Sommigen realiseerden zich dat ze naar het Bonaire-winkelcentrum werden gestuurd in plaats van naar de dorpen om hun medeburgers te helpen. Ze weigerden, en gaven aan dat ze vrijwillig kwamen om mensen te helpen, en niet bedrijven. Velen brachten uren door in bussen of moesten uiteindelijk naar huis zonder te hebben geholpen.
Op zondag 3 november besloot de regionale overheid, onder het voorwendsel van dreigende regen, om vrijwilligers de toegang tot tien dorpen in de Horta Sud te verbieden. Maar duizenden vastberaden vrijwilligers negeerden dit bevel, vonden alternatieve routes en gingen door met hun werk.
Door heel Spanje, in steden, arbeiderswijken en kleine dorpen, verzamelden mensen en organisaties voedsel, luiers en andere benodigdheden om naar Valencia te sturen. Het kapitalistische staatsapparaat was grotendeels afwezig of kwam laat aan, waardoor de lokale bevolking en vrijwilligers het zware werk op zich namen. De leus "alleen het volk redt het volk" werd een strijdkreet om de vrijwilligers te organiseren.
Dit alles leidde tot groeiende woede jegens de autoriteiten. Niet alleen werden zij verantwoordelijk gehouden voor veel sterfgevallen vanwege het uitblijven van waarschuwingen, maar ook door hun nalatige organisatie van de hulpverlening.
Na de tragedie namen verschillende linkse en arbeidersorganisaties het initiatief om een protestdemonstratie te organiseren op 9 november, met als leus de oproep tot het aftreden van de regionale president:
“Mazón dimissió!”
Deze woede kwam tot uitbarsting toen de staat besloot de monarchen naar de getroffen gebieden te sturen voor een fotosessie. Zodra de koning en koningin, premier Sanchez en regionale president Mazón in Paiporta arriveerden, begonnen mensen op straat hen uit te schelden. Ze gooiden modder en schreeuwden:
“Moordenaars!” “Waar waren jullie?” “Niemand heeft ons gewaarschuwd.”
Een man bood demonstratief zijn schop aan koning Felipe VI en daarna aan Sanchez aan. De boodschap was duidelijk: waarom komen jullie hier?
“Pak een schop, jullie komen niets tekort,” snauwde een boze vrouw tegen koningin Letizia.
Een andere inwoner zei tegen de koning en koningin:
“Jullie aanwezigheid hier betekent dat zwaar materieel vandaag niet kon komen, waardoor de hulpverlening werd vertraagd.”
Velen moesten hun woede bedwingen in het bijzijn van de royals. Sommigen riepen zelfs:
“Bourbons naar de guillotine!”
In een ander incident werd de baas van Mercadona, Juan Roig, geconfronteerd door boze klanten bij een van zijn supermarkten, vanwege het uitzenden van zijn bezorgers op de dag van de overstromingen.
“U schaamt zich niet. U stuurde uw werknemers naar hun dood.”
Deze woede is niet los te zien van de recente toename in massademonstraties in Spanje, met name over massatoerisme en woningproblematiek, die nauw samenhangen. Sommigen beschouwen deze massademonstraties als het begin van een nieuwe 15-M-beweging, een verwijzing naar de protestbeweging van de indignados in 2011.
Die beweging ebde uiteindelijk weg en werd gekanaliseerd richting de parlementaire politiek met de opkomst van Podemos. Deze partij, die aanvankelijk het gehele regime uitdaagde, matigde geleidelijk haar toon en werd de junior partner in een coalitieregering met de [sociaal-democratische] PSOE, om de crisis van het kapitalisme te beheren. Uiteindelijk werd Podemos zonder pardon uit de regering gezet toen de PSOE haar niet langer nodig had als linkse dekmantel voor haar kapitalistische beleid.
Het kapitalisme doodt. Wij moeten het kapitalisme doden
De kameraden van de Revolutionaire Communistische Organisatie, de afdeling van de RCI in de Spaanse staat, zijn betrokken bij het vrijwilligerswerk in Valencia. Ze hebben ook een artikel uitgebracht, geschreven door een kameraad in Valencia, en een verklaring opgesteld waarin de belangrijkste politieke punten worden benadrukt. Zoals zij stellen, zijn de mensen niet zomaar om het leven gekomen: ze zijn vermoord. Vermoord omdat in het kapitalistische systeem privéwinst boven mensenlevens gaat.
De kameraden roepen op om de spontane organisatie van de vrijwilligers te verdiepen en te versterken tot wijkcomités, die het heft in handen nemen bij het verdelen van hulpgoederen, het organiseren van de schoonmaakacties, het handhaven van de openbare orde en het controleren van prijzen en voorraden.
Ook wijzen ze erop dat de heersende klasse de prijs voor deze tragedie zou moeten betalen, niet de arbeiders, door middel van de onteigening van de verzekeringsmaatschappijen en de inbeslagname onder arbeiderscontrole van alle benodigde apparatuur voor de hulpverlening en schoonmaakacties. Bedrijven die om overheidssteun vragen, zouden eerst hun boekhouding moeten openstellen. Als hulp nodig blijkt, zouden deze bedrijven in publieke handen moeten worden genomen onder arbeiderscontrole.
Zonder enige twijfel zal de demonstratie op 9 november in Valencia massaal zijn. Solidariteitsprotesten worden al aangekondigd in Catalonië en zullen zeker ook elders in de Spaanse staat plaatsvinden. Er is potentieel voor deze beweging om minstens de regionale regering ten val te brengen. Maar daarbuiten is de enige logische conclusie uit de realisering dat kapitalisme doodt, dat het hele systeem moet worden omvergeworpen.