Gedurende de laatste weken is Venezuela eindelijk opgedoken in de bladen van de zogenaamde ernstige Britse pers. Dit is in de eerste plaats het gevolg van de rechtse Venezolaanse oppositiecampagne die probeert een referendum te organiseren om president Chavez af te zetten.
Acht maanden na de nederlaag van de lockout in december-januari, die een staatsgreep moest voorbereiden (lees ons artikel Venezuela: staken tegen de staking), blijft de sociale situatie in Venezuela gekenmerkt door een krachtsverhouding ten voordele van de revolutionaire strijd, die massaal ondersteund blijft door de arbeiders en de armen, ondanks alle moeilijkheden en de manipulatieve truken van de reactionaire krachten. Anderzijds is de contrarevolutionaire oppositie springlevend, onder leiding en met de financiële steun van het Amerikaanse imperialisme. Zij wendt dan ook alle denkbare middelen aan, met als enige doel de regering van Hugo Chavez te destabiliseren en te saboteren, en zo de sociale basis van de revolutie te ondermijnen.
Contrarevolutionaire provocaties
Op 13 juni organiseerde de rechtse partij COPEI een demonstratie tegen Chavez in Petare, een van de wijken van Caracas waar de steun aan het revolutionaire proces het sterkst is. Het doel van deze provocatie was een gespannen sfeer te creëren (met slachtoffers, indien mogelijk) die dan nationaal en internationaal tegen Chavez gebruikt kan worden.
Op bevel van burgemeester Alfredo Peña, een van de oppositieleiders, voerde de plaatselijke politie een brutale aanval uit op de inwoners van Petare, die spontaan waren gemobiliseerd tegen de contrarevolutionaire provocatie. Peña’s politieagenten doorbraken het veiligheidscordon dat was opgetrokken door de Nationale Garde en de gemeentelijke politie van Sucre (de gemeente waarvan Petare deel uitmaakt en die een pro-Chavez burgemeester heeft). De mannen van Peña vuurden op de bewoners en bestookten een hospitaal met traangasgranaten. Er waren tal van gewonden, waarvan sommigen ernstig, zoals enkele weken voordien in Catia, toen een aanhanger van de pro-Chavez partij MVR werd gedood.
Dit is slechts een van de vele voorbeelden die de huidige situatie in Venezuela typeren. Er bestaat zowel in Venezuela als internationaal een campagne om de Chavez-regering aan te vallen. De Britse krant The Guardian verwoordde het als volgt op zaterdag 16 augustus:
“Venezuela is sterk gepolariseerd. Stemmers van de middenklasse zeggen zich bedrogen te voelen: zij stemden voor een politicus die beloofde een halt toe te roepen aan de corruptie en Venezuela nieuw leven in te blazen, zeggen ze, maar nu vaart hij een communistische koers.”
Chavez is natuurlijk geen communist. Alleen door de ogen van het Amerikaanse imperialisme en de verdedigers van haar belangen kan hij beschouwd worden als communist. De internationale media proberen Chavez af te schilderen als een hersenloze dictator om toekomstige aanvallen tegen de revolutie goed te praten.
Het intelligentste deel van de oppositie beseft dat na de overwinning van de arbeiders en de volksmassa in december, een groot deel van hun (anti-Chavez) oppositie gedemoraliseerd is en ontmoedigd, toen ze de lockout afsloegen die georganiseerd was door de kapitalisten en gesteund werd door de corrupte vakbondsbureaucratie van de CTV. In Petare konden zij dus amper twee à drieduizend mensen mobiliseren, beduidend minder dan de massale spontane tegenbetoging van de aanhangers van de revolutie.
Terwijl de oppositie deze campagne organiseerde, had ze een overeenkomst gemaakt met de regering over het mechanisme om een afzettingsreferendum te houden. Het doel hiervan was tijd te winnen en de internationale publieke opinie in verwarring te brengen, en tegelijkertijd de eigen sociale basis voor de gek te houden. Het akkoord bevestigt enkel wat reeds in de Bolivariaanse Grondwet [een nieuwe grondwet die ingevoerd is onder Chavez en aanzienlijk democratischer is dan de vorige grondwet, n.v.d.r.] was toegekend: dat een afzettingsreferendum gehouden kan worden tegen eender welke verkozen staatsambtenaar – of het nu om president Chavez gaat of eender welk lid van het parlement, gouverneur, burgemeester of schepen – zodra deze de helft van zijn termijn heeft beëindigd, door een reeks handtekeningen te overhandigen (men heeft ongeveer 20 procent van het electoraat nodig om de afzettingsoptie te kunnen gebruiken). Wanneer deze handtekeningen door de Nationale Electorale Commissie zijn nagetrokken, kan het referendum worden gehouden op de manier zoals deze is aangevraagd.
De oppositie stelt het akkoord nu voor alsof het gaat om het referendum zelf, zonder dat ook maar een van de noodzakelijke voorafgaande stappen is gezet. Een van de redenen hiervoor is dat de opiniepeilingen reeds een nederlaag aankondigen. De twijfel bestaat of ze wel aan de wettelijk minimale steun van 20 procent geraakt. Nu probeert ze dus de regering ervan te beschuldigen het referendum niet te willen laten doorgaan en de Grondwet te schenden, in de hoop haar sociale basis opnieuw te kunnen aansporen en het offensief te heropenen. Hiervoor rekent ze op de steun van het VS-imperialisme en op alle grote private ‘desinformatiemedia’. In Groot-Brittannië zullen we mogelijk een toename zien van de ruimte die de ‘onafhankelijke’ en ‘gerespecteerde’ kranten vrijmaken om de huidige Venezolaanse regering te bekritiseren. De campagne is begonnen. Op 21 augustus publiceerde The Evening Standard een artikel over het afzettingsreferendum; natuurlijk repten ze met geen woord over de enorme demonstraties om het derde jaar van de Bolivariaanse regering te vieren. Zo werd ook de overwinning van de arbeiders op de coup niet belangrijk genoeg geacht om te vermelden in het nieuws.
De oppositie controleert ook het Hooggerechtshof en gebruikt het om de regering in haar acties te dwarsbomen. Het laatste voorbeeld daarvan was het verdict dat het ontslag van deelnemers aan de lockout ongedaan maakte in het genationaliseerde oliebedrijf PDVSA. Het antwoord van de regering was dat aanhangers van de coup niet opnieuw zouden worden aangesteld. Een van de tactieken van de oppositie is het blokkeren van de wetgevende macht: het parlement (dat met een kleine marge gecontroleerd wordt door aanhangers van Chavez). Tegelijkertijd oefent ze druk uit op volksvertegenwoordigers of probeert ze hen af te kopen om een meerderheid te kunnen behalen in het parlement.
Economische sabotage en het antwoord van de arbeiders
Maar de belangrijkste bedreiging voor de revolutie is ongetwijfeld de economische sabotage, waaraan de bourgeoisie en de imperialistische machten de Venezolaanse economie momenteel onderwerpen. Zo verergeren ze de effecten van de internationale crisis van het kapitalisme, net als de wonden van de pro-coup lockout, die de economie nog niet volledig te boven is gekomen. Het aantal fabriekssluitingen, productieverminderingen, onbetaalde salarissen en ontslagen bereiken een recordhoogte. De economie is reeds met 29 procent gekrompen gedurende het eerste kwartaal van dit jaar (The Guardian, 16 augustus 2003). Er zijn problemen in de distributie van medicijnen en sommige basisproducten, de prijzen stijgen terwijl er dagelijks gevallen van hamsteren en speculatie worden vastgesteld.
Zoals in Chili en Nicaragua in het verleden hopen het Amerikaanse imperialisme en de oligarchieën met de economische moeilijkheden de arbeiders en de armen die de revolutie steunen, te demoraliseren en de middenklasse definitief naar rechts te duwen. Wat deze plannen steeds opnieuw heeft gedwarsboomd, is het krachtige klasseninstinct en het diepe geloof in de nood aan revolutionaire verandering die de arbeiders en het volk van Venezuela bezitten. Het indrukwekkendste aspect van de Venezolaanse revolutie is de vaste overtuiging die leeft bij de armsten (het zijn ook net zij die het meest onder deze situatie lijden) dat het land revolutionaire verandering nodig heeft.
De enige manier om de contrarevolutionaire plannen van de kapitalisten te dwarsbomen, is het revolutionaire proces te voltooien en zo snel mogelijk te bepalen hoe de ernstige economische problemen van de massa’s kunnen worden opgelost en de economische transformatie van het land te verwezenlijken door de weg op te gaan van het socialisme.
Arbeiders in een aantal bedrijven (bv. Fenix, CNV en andere) blijven hun bedrijven bezet houden nadat ze gesloten waren of na dreigementen met ontslagen door de bazen. Deze arbeiders vragen nu om financiële steun en grondstoffen aan de overheid. Op 17 augustus besloten de arbeiders van Venepal (een papierfabriek met miljoenen dollars aan schulden) de controle over te nemen en de productie voort te zetten. De arbeiders van CNV waren aanwezig en betuigden hun steun. Dit is nogmaals een stap voorwaarts voor de georganiseerde arbeidersklasse als revolutionaire kracht. We vragen aan al onze kameraden de strijd van de Venezolaanse arbeiders te steunen door boodschappen van solidariteit te sturen en de val open te breken die de imperialisten willen opzetten tegen de Venezolaanse arbeidersklasse.
Arbeiders in andere bedrijven zoals Covencaucho, Sonorodven enzovoort zijn verwikkeld in een bittere strijd. Onder de arbeiders van de PDVSA en meer algemeen binnen de volksbeweging groeit het debat over hoe echte controle behouden kan blijven door de arbeiders en het volk over de bedrijven die bijna 80 procent van de nationale rijkdom produceren, en hoe te verzekeren dat de slogan waarmee de lockout van de petroleummaatschappij was overwonnen, “PDVSA is van het volk”, werkelijkheid wordt. Wat ontbreekt is een revolutionaire organisatie die in staat is deze ervaringen naar een hoger niveau te tillen en ze een socialistische inhoud te geven.
Participatie en organisatie aan de basis, vanuit de massa’s, met als doel volks- en arbeiderscontrole te realiseren – het bestaat. Sinds april 2002, toen de rechtse staatsgreep werd omvergeworpen (lees Venezolaanse massa’s buigen niet!), ontstonden er honderden organisaties in buurten en wijken (Bolivariaanse kringen, stadscomité’s, volksbewegingen, democratische arbeidersverenigingen enzovoort), die nu meer dan een miljoen mensen organiseren. Een van de hoofdtaken voor revolutionairen is de coördinatie en de eenmaking van al deze volksorganisaties te beschermen op lokaal, regionaal en nationaal niveau door middel van verkozen afgevaardigden, met de mogelijkheid tot permanente afzetbaarheid, zodat een nationale leiding de democratische controle van het proces kan garanderen en de verschillende strijdende groepen kan verenigen en de politieke taken van de beweging kan bespoedigen. De andere hoofdtaak is ervoor te strijden dat deze leiding zich baseert op een socialistisch programma en oriëntatie.
Noot:
De situatie in Venezuela vandaag vertoont veel gelijkenissen met Chili 30 jaar geleden. Daarom is het belangrijk de lessen uit de mislukte Chileense Revolutie te onthouden. Dit is ook de reden waarom wij hierover teksten schrijven én waarom onze Venezolaanse kameraden tussenkomen in de beweging op basis van deze ideeën.
11 september 30 jaar geleden: de coup van Pinochet in Chili
Herinneringen van een Chileense marxist