Op zaterdag 3 december namen meer dan 200 mensen deel aan de stichtingsconferentie van de Britse ‘Hands Off Venezuela’-campagne in de grote zaal van de Londense zetel van NATFHE (de vakbond van docenten in het voortgezet onderwijs).
Drie jaar geleden, ten tijde van de economische sabotage door de bazen in Venezuela, werd de campagne opgestart en ze is sindsdien enorm gegroeid in meer dan dertig landen, verspreid over de vijf continenten. In Groot-Brittannië is de HOV-campagne er in gelukt bijzonder veel steun te krijgen vanuit de vakbonden. HOV organiseerde tussenkomsten in vrijwel elke nationale vakbondsbijeenkomst, wat resulteerde in de unanieme goedkeuring van een steunresolutie aan de Venezolaanse revolutie op het nationaal overkoepelend TUC-congres.
De conferentie werd georganiseerd op de vooravond van belangrijke wetgevende verkiezingen in Venezuela. Ze werd bijgewoond door mensen uit heel Groot-Brittannië, voor het grootste deel activisten uit de Labour- en vakbondsbeweging, samen met een aanzienlijk aantal jongeren en studenten. Bij de vakbonden die afgevaardigden stuurden waren afdelingen van Unison, Amicus, National Union of Journalists, Transport and General, de spoorwegvakbonden, RMT en Aslef, maar ook Community, Natfhe en de FBU.
Op het podium figureerden een aantal sleutelfiguren uit de Britse Labour- en vakbondsbeweging: Tony Benn, de veteraan van de linkerzijde van de Labour-partij, en de Labour-parlementsleden John Mcdonnell en Jeremy Corbyn, leiders van de Campaign Group van linkse Labour-parlementsleden; Alan Woods, redacteur van Socialist Appeal en stichter van de internationale HOV-campagne; Jeremy Dear, algemeen secretaris van de nationale journalistenvakbond; Maire Daley, lid van het uitvoerend bureau van de docentenvakbond; en Ruth Winters, voorzitter van de Brandweervakbond. De conferentie kreeg ook steunbetuigingen van de Venezolaanse ambassadeur Alfredo Toro Hardy, die hulde bracht aan het prachtige werk van de ‘Handen af van Venezuela’-campagne in het winnen van de steun van de Britse vakbondsbeweging.
Genoeg redenen voor solidariteit met Venezuela
In zijn inleiding merkte voorzitter John McDonnell op dat Venezuela onderweg is naar een socialistische revolutie. “In het verleden organiseerde de linkerzijde solidariteitscampagnes na een nederlaag, zoals in Chili. Voor één keer organiseren we nu een campagne om de nederlaag van de Venezolaanse revolutie te voorkomen. Dit is een prachtige gelegenheid voor ons allemaal. De dreigingen zijn groot. De internationale arbeidersbeweging moet schouder aan schouder staan met deze revolutionaire beweging.” Hij vervolgde: “Dit is een mogelijke socialistische revolutie, niet slechts een democratische revolutie, die we moeten propageren en ontwikkelen.” John riep alle aanwezigen op het nieuws van deze bijeenkomst uit te dragen naar alle delen van de arbeidersbeweging en van het land.
Tony Benn opende het debat met een aanval op de pogingen van de Verenigde Staten om Latijns-Amerika te domineren, verwijzend naar de Monroe-doctrine en de theorie van de ‘Manifest Destiny’ [een 19de eeuwse uitdrukking voor het geloof dat de Verenigde Staten de goddelijke missie hebben uit te breiden en hun vorm van democratie en vrijheid te verspreiden, nvdr.]. Hij herinnerde de conferentie er aan dat, ondanks hun zogezegde steun aan de democratie, de Verenigde Staten altijd de meest brutale dictaturen in Latijns-Amerika hebben ondersteund om de winsten van de multinationale ondernemingen te verdedigen. “De Verenigde Staten lijken heel machtig, maar in werkelijkheid zijn ze erg zwak. Hun imperialistische avonturen in Irak en elders hebben hen het meest onpopulaire land ter wereld gemaakt.” Hij prees het democratisch karakter van de Venezolaanse revolutie, die een bron van inspiratie is in de hele wereld: “Wanneer ik me in de ochtend een beetje terneergeslagen voel over de stand van zaken in de wereld, dan denk ik aan Venezuela en voel ik nieuw zelfvertrouwen.”
De volgende spreker, Alan Woods, wees op de contradictie dat op een ogenblik dat de productiekrachten, wetenschap en techniek voldoende zijn ontwikkeld om alle problemen van de mensheid op te lossen, elk jaar nog steeds acht miljoen mannen, vrouwen en kinderen sterven omdat ze onvoldoende geld hebben om te overleven. “Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie beeldden de aanhangers van het kapitalisme zich in dat socialisme en revolutie niet meer op het agenda staan. De Venezolaanse revolutie is het finale antwoord hierop.”
Alan wees er op dat om president van de Verenigde Staten te worden men een miljardair moet zijn, terwijl president Chavez meer democratische verkiezingen en grondwetten heeft gewonnen dan elke andere leider. Toch beweren de vijanden van de revolutie dat deze laatste “ondemocratisch” is en hebben ze een nieuw begrip uitgevonden: “verkozen autocratie”.
“We moeten ons afvragen wat de gevolgen van een nederlaag in Venezuela zouden zijn. Het zou Cuba isoleren en er een ernstig gevaar voor betekenen, het zou een zware slag zijn voor het moreel van de massa’s in heel Latijns-Amerika, die vechten om zichzelf te bevrijden, het zou de reactionairen aansporen hun offensief tegen socialisme op wereldvlak te versterken en het zou de arbeidersbeweging op wereldvlak ontmoedigen.”
Hij verwelkomde de verklaringen van president Chavez ten voordele van het socialisme en riep alle aanwezigen op de Venezolaanse revolutie te verdedigen en tezelfdertijd voor het socialisme te vechten. Tenslotte herinnerde hij de aanwezigen aan de inspirerende droom van Simon Bolivar van een verenigd Latijns-Amerika. “Deze visie blijft correct en noodzakelijk, maar kan alleen bereikt worden wanneer de arbeidersklasse de macht in handen neemt en de Verenigde Staten van Latijns-Amerika opbouwt, als een eerste stap naar een Socialistische Wereld.
Na de toespraken was er een open en democratisch debat, waarin allerlei meningen naar voor kwamen. Enkele sprekers gaven positief commentaar over het totale ontbreken van sektarisme en de democratische manier waarop de conferentie werd gehouden. Het was Andy Higginbottom van de ‘Colombia Solidarity Campaign’ die deze opmerking maakte, waarbij het verschil belichtte tussen de ‘Handen af van Venezuela’-campagne en andere solidariteitsbewegingen die gevoerd worden in enggeestig sektarisme. Hij benadrukte tevens dat om het socialisme te bereiken, zowel in Venezuela als in Groot-Brittannië, het noodzakelijk was de macht van de grote multinationale bedrijven aan te pakken.
Vanop het podium vroeg Labour-parlementslid Jeremy Corbin zich af waarom de media zo stil zijn over Venezuela. De reden is dat ze gedwongen zouden zijn goed nieuws te brengen! “Ik ben nu voor het eerst sinds lang optimistisch over Latijns-Amerika”, zei hij. In het verleden zagen we een reeks nederlagen, zoals de moord op Allende in Chili of de nederlaag van de Sandinisten in Nicaragua. Hij veroordeelde de Britse regering voor hun steun aan militaire dictaturen in Latijns-Amerika.
Verder bracht hij de contrarevolutionaire rol van de Verenigde Staten in herinnering bij hun invasie van Grenada en de destabilisering van de PP-regering in Jamaica door de CIA. “De invasie in Grenada werd gerechtvaardigd door te wijzen op de dreiging voor de Verenigde Staten. Het onooglijke Grenada kan nog geen dreiging voor zichzelf betekenen, laat staan voor de Verenigde Staten!” merkte hij op, waarmee hij de lachers op zijn hand kreeg. Jeremy zei dat de Cubaanse revolutie hoop had gegeven aan de volkeren van Latijns-Amerika, en dat het essentieel was Venezuela te steunen.
Jeremy verwees verder naar de revolutionaire ontwikkelingen op het continent, niet alleen in Bolivia en Argentinië, maar ook in Mexico, waar hij voorspelde dat president Fox in de verkiezingen van volgend jaar zal verslagen worden en vervangen door Lopez Obrador. Dit zou betekenen dat er een linkse regering komt op de drempel van de Verenigde Staten zelf.
Syndicalisten en de revolutie
Het hoogtepunt van de conferentie was een lange en gepassioneerde speech door Ruben Linares, een nationale coördinator van de UNT, de belangrijkste Venezolaanse vakbond. Ruben gaf een nauwgezet verslag van de Bolivariaanse revolutie, ondermeer een rapport over de contrarevolutionaire coup die in april 2002 door de massa’s werd verslagen, en over de economische sabotage door de bazen in 2002-3. Hij legde uit dat dit laatste werd verslagen door de tussenkomst van de werkende klasse, toen ze de olie-installaties overnamen en ze onder arbeiderscontrole verder exploiteerden.
Een beklijvend moment in de speech van Ruben was toen hij zei: “De arbeiders hebben de bazen niet nodig om de industrie te doen draaien. Zij kunnen dat zelf doen. En dat is net wat we deden.” Deze uitspraak werd met enthousiast applaus begroet.
Hij beschreef verder de beweging voor arbeiderscontrole. Hij vertelde dat in een meeting, die bijeengeroepen was om fabrieksbezettingen te bespreken, “volwassen mannen, gehard door jaren van dagelijkse arbeid in de fabriek, huilden als kleine kinderen”, toen ze fabrieken bezochten die door arbeiders draaiende werden gehouden. “Wanneer we een fabriek bezetten in Argentinië en Brazilië, dan sturen de autoriteiten de politie om dat te onderdrukken. Hier bespreekt de regering hoe het probleem kan opgelost worden.”
Op het eind van zijn inspirerende speech keek Ruben naar de toekomst, naar de dag dat een referendum de naam van zijn land zou veranderen van Bolivariaanse Republiek Venezuela in Socialistische Bolivariaanse Republiek Venezuela. Hij kreeg daarop een staande ovatie en een enthousiast applaus.
Na Ruben Linares sprak Maire Daley van NATFHE over Venezuela in de vakbondsbeweging. Ook Ruth Winters van de brandweervakbond gaf een gepassioneerde bijdrage ten voordele van het promoten van de solidariteit met de Venezolaanse Revolutie. “Het onderwerp bood de gelegenheid om het begrip ‘revolutie’ aan te snijden op de congresvloer van de TUC. We moeten nog een heleboel leren van de Venezolaanse ervaring. De ervaring van een revolutie is niet zo veraf. Tenslotte is elke staking een mini-revolutie”, zei ze tot afsluiting.
Een vakbondsmilitant van Sinaitrainal in Colombië, Euripides Yance, afgevaardigde van de voedingsindustrie, sprak zijn verontwaardiging uit over de moord op Colombiaanse vakbondsmilitanten, waarbij hij een beschuldigende vinger richtte naar de grote multinationale ondernemingen als Coca Cola.
"Wij vechten om te winnen."
Na een zeer rijke en levendige discussie, die steeds vriendelijk en kameraadschappelijk verliep, keurde de conferentie unaniem een beginselverklaring goed en werd een coördinatiecomité verkozen dat de campagne het volgende jaar moet sturen. Enkele amendementen om het comité verder uit te breiden en over hoe de lokale groepen best nationaal kunnen vertegenwoordigd worden, werden eveneens goedgekeurd.
De conferentie was een schitterend succes, zeker in het licht van de constante pogingen om ze op te splitsen. Het bijeenroepen van een rivaliserende meeting door een andere vereniging op precies dezelfde dag gaf een zeer slechte indruk. Het veroorzaakte kwade reacties bij vele afgevaardigden, die opriepen de intriges en manoeuvres om de solidariteitscampagne op te splitsen stop te zetten. De voorzitter van de namiddagsessie, Jeremy Dear, verzekerde de conferentie dat maatregelen zullen getroffen worden om te vermijden dat dit in de toekomst nog kan gebeuren.
Tot slot, en na een zeer succesvolle oproep voor financiële steun, keurde de conferentie unaniem een resolutie goed die pogingen van de Venezolaanse oppositie om de wetgevende verkiezingen te boycotten veroordeelt.
Jeremy Dear vatte het enthousiasme op de conferentie samen door te wijzen op het grote aantal afgevaardigden die bijdragen leverden in de verschillende sessies, waarin ze hun standpunten en verschillende zienswijzen brachten. De opdracht was om nu naar buiten te keren en de campagne op te bouwen in elke vakbond, hogeschool en werkplaats.
Ruben Linares werd opnieuw gevraagd enkele woorden te zeggen ter afsluiting van de conferentie. Hij citeerde Che Guevara: “Laat het weten aan zij die geboren worden, en aan zij die nog moeten geboren worden, dat revolutionairen geboren worden om te vechten en dat wij vechten om te winnen, niet om te verliezen.” Opnieuw bracht dit de hele conferentie overeind als een eerbetoon aan de Venezolaanse revolutie en haar succes.