Op 2 december organiseert Venezuela voor de zoveelste keer een nationaal referendum over een belangrijke politieke kwestie: de nieuwe grondwet. Dat is niet slecht voor een land dat constant het etiket ‘autoritair’ en zelfs ‘dictatuur’ opgeplakt krijgt.
Media en westerse politici maken vooral veel ophef over het voorstel om aan presidenten de mogelijkheid te geven bij elke verkiezing zich opnieuw verkiesbaar te stellen. In de woorden van de media wordt dat dan al snel: “Chavez wil president voor het leven worden.” Nochtans kunnen presidenten van ‘bananenrepublieken’ zoals Frankrijk en Duitsland (de bondskanselier) zich ook een oneindig aantal keer verkiesbaar stellen, zonder dat daar een haan naar kraait. Waarom zou iemand zich niet honderd keer verkiesbaar mogen stellen? Het belangrijkste is dat het volk zich daar democratisch kan over uitspreken in verkiezingen. Overigens is dit niet de regel in veel Europese landen, waaronder België. Bij ons is het wettelijke staatshoofd immers aangesteld zonder verkiezing en voor het leven: de koning. Waarom stellen diezelfde media en politici dat niet in vraag?
Nee, dan maar Venezuela bekritiseren voor één voorstel in de grondwet, dat perfect democratisch is. Bovendien heeft Venezuela dankzij de vorige grondwettelijke veranderingen onder Chavez veel meer democratische controles dan eender welk ander land. Het voorstel tot nieuwe grondwet moet bijvoorbeeld eerst nog goedgekeurd worden via een referendum voordat het echt de nieuwe grondwet is. In België kunnen wij dat alvast niet. Toen Europa een nieuwe, zeer ondemocratische grondwet voorstelde, kon de Belgische bevolking daar niet over stemmen. Hij werd er snel doorgejaagd in het parlement. In landen waar zo’n referendum plaatsvond, kreeg die ultraliberale grondwet vaak fikse klappen. Maar de Fransen en de Nederlanders kregen onmiddellijk hele bakken kritiek en medialeugens over zich heen omdat ze via een referendum zich niet akkoord verklaarden.
Venezuela gaat trouwens nog verder dan referenda over de grondwet. Elke politieke mandataris kan in de helft van zijn termijn onderworpen worden aan een herroepingsreferendum. Daarin kan de meerderheid beslissen of hij zijn mandaat mag blijven uitvoeren. Ook Chavez heeft zich in 2004 overgeleverd aan zo’n herroepingsreferendum, dat hij trouwens met glans heeft gewonnen. In welk ander land kan zoiets?
Vollediger beeld
Terwijl de media hameren op dit ene artikel in het grondwetsvoorstel, blijven ze opvallend stil over de tientallen andere voorstellen. Wij zijn er nochtans van overtuigd dat die voorstellen bij veel mensen in goede aarde zouden vallen en een heel ander beeld van Venezuela en Chavez zouden geven. We geven hier slechts enkele:
- het recht op werk garanderen: de overheid moet productieve werkgelegenheid genereren
- gelijkheid van de geslachten in de politiek: evenveel vrouwen als mannen op de lijsten
- stemrecht vanaf 16 jaar
- democratisering van de universiteiten: de stem van een student is evenveel waard als die van een professor
- geen discriminatie op het vlak van gezondheid en seksuele oriëntatie [een ‘revolutie’ in macho Latijns-Amerika, n.v.d.r.]
- een Sociaal Stabiliteitsfonds voor kleine zelfstandigen en andere individuele werkers (huisvrouwen, taxichauffeurs, huishoudsters enzovoort) zodat ze dezelfde rechten hebben als loontrekkenden (pensioenen, betaalde vakanties, zwangerschapsverlof)
- overheidscontrole op de olie-industrie om privatisering te voorkomen
- naast privé-eigendom van productiemiddelen andere vormen van sociale eigendom (coöperatieven, bedrijven in zelfbeheer van arbeiders), die voorrang krijgen op privé-eigendom
- afschaffing van het grootgrondbezit door overheveling van die landgoederen naar staatseigendom, coöperatieven, gemeenschappen en sociale organisaties
- vermindering van de werkweek van 44 uur naar 36 uur [zoals elders in de Derde Wereld heeft Venezuela nog steeds een werkweek van 6 dagen, n.v.d.r.]
- invoering van de 6-urenwerkdag zodat ondernemers meer mensen moeten aanwerven en werkende mensen meer tijd vrij hebben om zich enerzijds te ontspannen en zich anderzijds bezig te houden met politiek en de lokale gemeenschap
Deze wetsvoorstellen kwamen tot stand op initiatief van Chavez, maar ze werden uitgebreid via het parlement en via volksraadplegingen. Het volk kreeg de mogelijkheid om zijn stem te laten horen via straatparlementen (grote bijeenkomsten) en via een suggestiebus aan het parlementsgebouw. In totaal waren er 9.020 publieke bijeenkomsten over het hele land, waarvan 44 procent met mensen ten persoonlijke titel (deelname als individuen) en 56 procent met collectieve vertegenwoordigers van organisaties zoals vakbonden, boerenverenigingen, sociale bewegingen, het leger, ondernemers en politieke partijen. Volgens parlementsvoorzitter Cilia Flores ging de meeste interesse uit naar arbeidsrechten zoals de 6-urendag en naar sociale rechten zoals het Sociaal Stabiliteitsfonds. Dit bewijst opnieuw dat de belangrijkste basis voor de Bolivariaanse Revolutie stevig in de arbeidersklasse en de lagere middenklasse is geworteld.
Volksmacht
Wanneer we deze wetsvoorstellen in ogenschouw nemen, dan wordt duidelijker waarom het kapitaal via de media een campagne voert tegen de nieuwe grondwet. Chavez verklaart zelf dat de heftige aanvallen van de rechterzijde tegen dit voorstel “overeenkomen met de belangen van de oligarchie. Zij beweren dat het een aanval is op het privé-bezit, terwijl het in werkelijkheid een aanval is op hun monopolies.” Deze grondwetsverandering dient “om de oude, overheersende oligarchie en het oude, uitbuitende kapitalisme volledig te laten sterven en geboorte te geven aan een nieuwe staat.” De nieuwe grondwet is niet meer of minder dan een stap in het revolutionaire proces naar het socialisme. En dat roept uiteraard weerstand op bij de machtigen der aarde.
Centraal in de overgang naar socialisme is de overdracht van macht naar het volk. Volgens Chavez is juist dat de belangrijkste grondwettelijke verandering. Dit staat in schril contrast tot het ‘autoritaire’ beeld van Chavez. “Een van de centrale ideeën is mijn voorstel om op grondwettelijk niveau de weg te openen die de machtsoverdracht naar het volk versnelt.” Die volksmacht drukt zich uit in de zogenaamde gemeenschapsraden die gewone mensen organiseren in stedelijke wijken en dorpen. Zij krijgen via die directe raden meer beslissingsmacht over de politieke organisatie van hun wijk (collectieve voorzieningen, onderwijs, gezondheid enzovoort). Nu al bestaan er ongeveer 26.000 van die raden.
In een televisietoespraak op 9 oktober stelde Chavez: “Vanaf volgend jaar, wanneer de volksmacht is opgenomen in de grondwet, staat de regering klaar om middelen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden over te dragen naar de gemeenschappen [hij zegt letterlijk: communes, n.v.d.r.], startend in januari 2008.” Volgens artikel 158 van het nieuwe wetsvoorstel zouden de gemeenschapsraden minimum 5 procent van het jaarlijkse overheidsbudget krijgen om hun beslissingen te financieren. Om te beginnen heeft de regering alvast 1 miljard euro vrijgemaakt voor 2008. Daarmee gaan ze volledig in tegen de besparingsdrang in de rest van de wereld, waar onze besparingen de exuberante winsten van aandeelhouders moeten verhogen. Juist vanwege die voorbeeldfunctie kan het kapitaal de Bolivariaanse Revolutie niet dulden.