América Socialista, het Pan-Amerikaans tijdschrift van de International Marxist Tendency, interviewde Tomás Andino, revolutionair socialist en leider van het Hondurese verzet.
América Socialista – Na de frauduleuze verkiezingen, georganiseerd door de Micheletti-dictatuur, is de aandacht van de burgerlijke massamedia voor Honduras drastisch gedaald. En de officiële versie, dat Honduras een democratie is, wordt nu aanvaard. Kunt u ons vertellen wat de echte toestand in het land is?
Tomás Andino – De mediablack-out in verband met Honduras is een onderdeel van de VS-strategie die de publieke opinie wil beïnvloeden, zodat het lijkt alsof weer ‘normaal’ is in Honduras, om zodoende de erkenning van de regering van Porfirio Lobo Sosa te rechtvaardigen. De realiteit is echter dat de breuk met de democratie in Honduras niet hersteld is, omdat het coupregime nog steeds heerst, zelfs met dezelfde gezichten. Zo hebben we bijvoorbeeld nog steeds dezelfde hogere rechtbank, hetzelfde openbaar ministerie, dezelfde electorale rechtbank, dezelfde procureur-generaal, dezelfde opperste rekenkamer, en 80 procent van de parlementsleden (opgedrongen door de electorale farce van november 2009) namen deel aan de staatsgreep. Het toppunt is dat de nieuwe, door het Nationaal Congres aangestelde opperbevelhebber van het leger, Carlos Antonio Cuellar, een van de zes bataljonscommandanten was die rechtstreeks betrokken waren bij de uitwijzing van president Zelaya uit Honduras.
Vandaag werken er zelfs meer ‘gepensioneerde’ legerofficieren in de administratie dan ten tijde van Micheletti. Ze krijgen een sleutelpositie van waaruit ze het land kunnen controleren en het verzet ondermijnen. Migratiecontrole, de handelsvloot en de controle over vele hospitalen is daarom in handen van ex-legerofficieren. Zelfs het telecommunicatiebedrijf van de staat, Hondutel, is in handen van niemand minder dan generaal Romeo Vasquez Velasquez, de dirigent van de staatsgreep.
Anderzijds is de Hondurese gemeenschap sterk verdeeld. Er is een minderheid die het regime steunt, en een meerderheid die het afkeurt. Daarom is er wezenlijk niets opgelost wat de democratie betreft. Honduras is een dictatuur in schapenvacht.
AS – We hoorden berichten over selectieve moorden op vakbonds- en volksleiders. Kunt u ons meer informatie geven, zodat we dit internationaal bekend kunnen maken?
TA – Ten tijde van de dagelijkse manifestaties, tussen juli en november 2009, gebruikten de repressietroepen onderdrukkingstechnieken die de wereld schokten. Zo rapporteerde de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten dat tijdens de onderdrukking van meer dan 300 manifestaties gedurende de Micheletti-regering, meer dan 3000 mensen ernstig gewond raakten door politionele en militaire agressie. Vijf mensen stierven toen ze aan de optochten deelnamen.
Na de electorale farce van 29 november 2009 veranderden de repressiemethodes. Ze werden selectiever, minder openlijk, maar dodelijker. Het resultaat is dat er ongeveer 100 mannen en vrouwen gedood werden, en dat er tientallen mislukte moordpogingen geweest zijn. Hun doel is terreur te zaaien onder de activisten van het verzet, hen op die manier te demobiliseren. Hun voorkeur gaat uit naar de leiders uit de middenrangen van de vakbonden, de boerenorganisaties, de lerarenbonden, of naar linkse activisten (zoals kameraad Manuel Flores, trotskistisch leider van de PSOCA in Honduras). Men vermoordt niet enkel deze leiders, maar ook hun familie, dochters, echtgenotes, broers enzovoort. In vele gevallen probeert men de moorden voor te stellen als afrekeningen binnen de georganiseerde misdaad, vetes tussen de mara-bendes, of passionele moorden. Tijdens de maanden maart en april werden zeven journalisten vermoord. Er leven dan ook meer dan 200 verzetsactivisten en -leiders ondergedoken, omdat een aanslag op hun leven werd gepleegd, of omdat ze doodsbedreigingen ontvingen.
De doodseskaders bestaan, volgens de informatie die wij vergaarden, uit elitetroepen, geleid door Israëli’s en Colombianen.
AS – Kan u ons ook wat vertellen over het conflict dat ontstond in de Bajo Aguán-regio?
TA – Dit conflict is niet nieuw, maar het is weer opgeflakkerd nadat Porfirio Lobo aan de macht kwam. De Bajo Aguán-regio was vroeger het centrum van de agrarische hervormingen. 3.500 families van landbouwers uit 28 landelijke gemeenschappen hebben gedurende jaren ongeveer 20.000 ha grond, beplant met Afrikaanse palmen, terug opgeëist. Deze grond was eerder door drie landheren op frauduleuze wijze opgekocht van de coöperatieven die hem bezaten. Eén van deze landeigenaars is Miguel Facussé, mogelijk de rijkste man van het land en ‘peetvader’ van de Hondurese oligarchie.
De boeren bezetten deze gronden enkele jaren geleden en verdedigden ze met de machete in de hand. Natuurlijk lieten de landheren dit niet zomaar begaan, en al voor de staatsgreep hadden ze een tiental boerenleiders vermoord volgens de sicariato-methode (doelgerichte politieke moorden door huurlingen). Maar de boeren verdedigden zichzelf, wat leidde tot harde, gewapende confrontaties, met dodelijke slachtoffers aan beide zijden. Het is geen toeval dat deze militante boerenbeweging een van de sterkste bolwerken van het verzet tegen de staatsgreep werd. Zij waren de enigen die niet verdreven kon worden tijdens de Micheletti-periode.
Maar op 27 januari, de dag dat Porfirio Lobo de presidentiële sjaal ontving, begon een grootschalig militair offensief om de boeren te verdrijven. Meerdere kameraden werden gewond. Maar men slaagde niet in het opzet, en het conflict in Bajo Aguán kreeg een centrale plaats in de nationale politiek. Voor Porfirio Lobo werd het een van de grootste uitdagingen op sociaal vlak.
De Pepe Lobo-regering, met steun van zijn handlangers, de Democratisch Partij van Eenheid (PUD: de vroegere linkse partij die het Nationaal Agrarisch Instituut bestuurt), bood de boeren 6.000 ha land aan, dat gekocht zou worden van de landeigenaars; hoewel dit land in feite illegaal in handen was van deze landheren. Aangespoord door de eigenaars, stuurde de zogeheten “regering van verzoening” van Pepe Lobo, begin april, 4.000 soldaten en meer dan 1.000 politieagenten naar de regio om de boerengemeenschappen te omsingelen. De Bajo Aguán werd een oorlogszone en bevond zich in een niet verklaarde staat van beleg.
In deze omstandigheden van militaire mobilisatie en een dreigend bloedbad, stelden de boeren een overeenkomst voor met een uitbreiding tot 13.000 ha, en andere verplichtingen, zoals technische ondersteuning en leningen, en het recht om zelf te beslissen welk land ze zouden bezitten. Hoewel de overeenkomst een achteruitgang is ten opzichte van de initiële eisen van de MUCA (Movimiento Unificado Campesino de Aguán) heeft ze kunnen vermijden dat de zaak resulteerde in een verpletterende militaire nederlaag, zoals de landheren het wilden. Het doel de organisatie te behouden is bereikt, en het verzet heeft zijn steunpilaar in de strijd voor de Grondwettelijke Vergadering in de regio kunnen behouden. Nu betwisten de landheren echter het akkoord en het conflict zou opnieuw kunnen opflakkeren.
AS – We ontvangen berichten dat, ondanks de repressie, het verzet nog steeds sterk is en kan rekenen op massale steun. Kunt u ons een overzicht geven van de meest recente mobilisaties en bijeenkomsten?
TA – Er bestaat nog steeds een grote en stevige steun van de massa’s voor het verzet. Het is wel zo dat er sinds de electorale farce geen dagelijkse betogingen meer zijn, maar als het verzet oproept tot een manifestatie dan is de opkomst zeer groot. In januari waren er drie grote optochten van minstens 50.000 deelnemers elk; in februari en maart waren er twee met 20 à 30.000 mensen; en op 1 mei kwamen een half miljoen mensen op straat, de slagzinnen van het verzet scanderend. Dit betekent dat de politieke en sociale beweging van het volksverzet krachtig verder gaat en dat de mensen de regering van Pepe Lobo als een voortzetting van de dictatoriale staatsgreep beschouwen.
AS – Het verzet heeft een campagne met handtekeningen voor de Grondwettelijke Vergadering opgezet. Kunt u ons vertellen wat het doel is van deze campagne en of er al succes behaald is?
Het doel van de campagne voor een Declaración Soberana (een uitspraak van het volk over de nood aan een Grondwettelijke Vergadering ) is politiek en organisatorisch. Er zijn twee politieke hoofddoelen. Ten eerste: het volk de mogelijkheid geven zich uit te spreken waarover het zich door de staatsgreep niet kon uitspreken, namelijk of het een Grondwettelijke Vergadering wil om het land te hervormen (via een vierde stemming). Ten tweede: uitdrukking geven aan de steun van het verzet voor de terugkeer van Manuel Zelaya Rosales, en van meer dan 200 politieke bannelingen.
Het organisatorisch doel is deze stroming te benutten om meer mensen te verenigen in de structuren van de FNPR (Frente Nacional de Resistencia Popular) als voorbereiding op de vormingsvergadering van het Front, die plaats zal vinden in september van dit jaar. Het doel is de krachtigste politieke vereniging in het land te worden.
AS – Dit jaar van strijd sinds de staatsgreep is de situatie in Honduras geradicaliseerd en was een buitengewoon politiek leerproces voor de Hondurese arbeidersbeweging en het volk. Wat zijn uw belangrijkste conclusies?
TA – We hebben enkele fundamentele lessen geleerd, lessen die geen precedent kennen in de geschiedenis van het land:
- Er is een grote sprong voorwaarts gemaakt in het klassenbewustzijn van de meerderheid van het volk. Door de strijd voor democratie beseft men nu dat de vijanden, die altijd aan de andere kant staan, de ondernemers en de landheren zijn, en uiteraard het imperialisme.
- Er is een nooit geziene breuk met de burgerlijke democratie ontstaan, met de val van de Liberale Partij, die een pilaar was van het kapitalistische politieke systeem, en met een enorm wantrouwen voor het burgerlijk electoraal mechanisme (de opkomst was slechts 35 procent, terwijl die vroeger gemiddeld 75 procent was). Het is niet toevallig dat de strategie van het imperialisme er vandaag de dag onder andere uit bestaat dit mechanisme te herstellen, wat fundamenteel is om hun dominantie te behouden.
- In het besef van de mensen zijn de instellingen van de heersende klasse (de kerken, mensenrechtenorganisaties, de media, de hogere scholen, enz.), die eerder domineerden en voorkwamen dat de mensen zagen wie nu eigenlijk wie was, enorm in diskrediet geraakt. Ze zijn allemaal in verval.
- Er is een sterk besef betreffende de eenheid van de volksbeweging, die doorgevoerd is zoals nooit tevoren in de geschiedenis van het land. Deze eenheid vindt uitdrukking in de trouwe verdediging van de FNPR.
- Vandaag zijn de mensen van het verzet er van overtuigd dat ze moeten streven naar een nieuw Honduras, zonder oligarchie, zonder militairen en zonder imperialisten; waar een sociale rechtvaardigheid en een echte democratie heerst. En het is duidelijk dat dit bereikt moet worden door een Grondwettelijke Vergadering, wat een radicale breuk met het heden zou betekenen.
- De mensen van het verzet gaan nu verder dan het dagelijks protest – hoewel ze dat niet opgegeven hebben – en hebben nu strategische, politieke doelstellingen, zoals de machtsovername, die vandaag enkel voorkomen wordt met behulp van bajonetten. Zelfs de meer gematigde vakbonden van het verleden worden nu verplicht hun politieke taal aan te passen, of ze riskeren ingepalmd te worden door het systeem. Het duidelijkste voorbeeld was de manifestatie op 1 mei, waar het belangrijkste thema de eis voor een Grondwettelijke Vergadering was, evenals andere eisen van het verzet.
Maar als ik een kritische balans opmaak, zie ik dat we nog meer volwassenheid nodig hebben, een laatste doorbraak moeten forceren, op het gebied van het vertrouwen dat sommige mensen nog hebben in de politici van de heersende klasse, die doen alsof ze met het verzet willen praten. Ik reken erop dat door praktische ervaring, waaruit blijkt dat vele bemiddelingspogingen zonder resultaat bleven, we tot de conclusie komen dat een nieuwe maatschappij enkel verwezenlijkt kan worden met de kracht van het volk, georganiseerd in de FNPR.
AS – Welk lessen moeten we leren uit de houding van de VS in deze, de eerste staatsgreep in Latijns-Amerika onder Obama?
TA – Het volk heeft een steile leercurve doorlopen wat betreft Obama en het imperialisme in het algemeen. Sommige kameraden dachten eerst dat de verkiezingen in de VS tot veranderingen zouden kunnen leiden, maar met de bedekte steun voor de staatsgreep, die zeer duidelijk was voor de massa’s, zijn alle twijfels weggewerkt. De steeds brutaler wordende interventies van VS-ambassadeur Hugo Llorens zorgen er nu voor dat het volk het imperium nog scherper afwijst. Niemand in het verzet heeft nu nog twijfels over de rol van de VS, die aan de kant staan van de vijanden van de democratie.
AS – Volgens ons kan de strijd voor democratische en anti-imperialistische eisen, samengevat in de Grondwettelijke Vergadering, niet afzonderlijk gezien worden van de strijd tegen kapitalisme en voor socialisme. Denkt u dat de socialistische gedachte vandaag sterker aanwezig is?
TA – Het concept van het socialisme is nu zeker meer aanwezig dan vroeger. De weg die we willen bewandelen is die van het “Bolivariaans Socialisme” – hoewel er geen duidelijkheid bestaat over wat dit exact betekent. President Zelaya zelf zegt dat zijn ideologie een pro-socialistisch liberalisme is, en vreemd genoeg is hij degene die het woord “socialisme” meer gebruikt dan de linkse tak van het verzet. Dit kan misleidend zijn, want uit de voorbeelden die hij geeft (de Scandinavische landen) blijkt dat president Zelaya eerder denkt aan een sociaaldemocratie.
Toch zijn de omstandigheden nu uitstekend om de mensen het echte socialisme aan te leren. Door de staatsgreep zal de linkse vleugel het volk nu veel sneller kunnen overtuigen dat een echte democratie niet bestaat onder het kapitalisme. Nu moet getoond worden dat enkel het revolutionaire socialisme echt democratisch is. Voor deze uitdaging staan we. Ik denk dat de situatie in Honduras nu gunstig is om een campagne hiervoor te voeren. De toestand is nooit gunstiger geweest, zelfs niet tijdens de staking van 1958.
AS – President Chávez heeft opgeroepen tot een Vijfde Internationale, die hij beschrijft als anti-imperialistisch, socialistisch, en antikapitalistisch. Wat denk je hierover? Is het besproken in het Front?
We hebben het niet besproken in het Front, maar aangezien Chávez op enorm veel sympathie van het verzet kan rekenen, denk ik dat we er veel steun voor kunnen vergaren. Uitgezonderd misschien van de kameraden van “Liberalen in verzet”, die zich minder met links identificeren. De FNPR noemt zichzelf een antikapitalistische, antineoliberale, anti-imperialistische, antipatriarchale en antiracistische politieke en sociale organisatie. En dit maakt het voor de FNPR gemakkelijker zich te identificeren met het voorstel van Chávez.
Volgens mij is een Internationale nodig, maar deze moet wel bestaan uit politieke en sociale organisaties die de massa’s vertegenwoordigen, en uiteraard gebaseerd zijn op een juist beleid betreffende de verbintenissen met sectoren van de andere klassen, maar die fundamenteel het programma van de arbeidersklasse volgen.
Ik geloof niet in puur anti-imperialistische fronten, zoals sommige kameraden voorstellen, want er is een zekere tendens om zowat iedereen in deze definitie op te nemen, inclusief de vijanden van de armere klassen, zoals de Mexicaanse PRI. Dit leidt tot niets want uiteindelijk zal hun angst voor de zelfbeschikking van de gemobiliseerde massa’s groter zijn dan hun afkeer voor het imperium.
AS – De officiële leiders van de UD (Unificación Democrática) besloten deel te nemen aan de verkiezingen van het Micheletti-regime, maar uzelf en anderen waren er tegen. Wat is er gebeurd met de UD? Wat is de te volgen weg voor de organisaties van de arbeiders vanuit socialistisch oogpunt? Wat is nu uw politiek project?
TA – De UD ontstond als een partij die de verschillende uitdrukking van links verenigde, maar was niet in staat een politiek en ideologisch programma samen te stellen. Ze scheurde zich los van de basis, verliet de barricades van de sociale strijd en legde zich toe op de strijd in het parlement. Ze pasten zich aan het systeem aan tot ze erdoor opgeslorpt werden. Nu zijn hun leiders politieke opportunisten, en het vijfde wiel aan de wagen van de oligarchische coupplegers, in de hoop dat hen een paar kruimels (lees: ‘macht’) toegeworpen worden. Dit leidde voortdurend tot interne crisissen binnen de UD. Met als gevolg dat, beetje bij beetje, alle linkse groeperingen de UD verlaten hebben, over een periode van tien jaar. Er blijft nu enkel een handvol opportunistische leiders over, en het is een thuishaven geworden voor de opportunisten die de partijen van de heersende klasse verlaten.
Ik nam ontslag bij de UD begin dit jaar, omdat de partij niet meer te redden is. Samen met andere kameraden werk ik mee aan de eenheid van revolutionair links in Honduras, om ervoor te zorgen dat het een rol speelt in de opbouw van een revolutionair FNPR, gebaseerd op de arbeidersklasse, met een socialistisch perspectief en de mobilisatie van de arbeidersklasse als belangrijkste methode van onze strijd.
AS – Welke boodschap wilt u sturen aan de democratische arbeidersactivisten in de wereld over de situatie in Honduras? Wat kunnen ze doen?
TA – Internationale solidariteit is cruciaal. Dankzij duizenden broeders, die overal ter wereld mobiliseerden, kreeg het Hondurees verzet de nodige energie om zeven maanden lang, zonder pauze, het verzet in de straten verder te zetten. Dankzij hen was de Micheletti-regering niet in staat zijn macht te consolideren, en zelfs de regering van Porfirio Lobo is er niet in geslaagd.
Mijn eerste oproep is om niet te geloven wat de imperialistische massamedia zeggen, namelijk dat alles weer ‘normaal’ is in Honduras. Wij vragen jullie het bericht te verspreiden dat hier de coupplegers nog steeds aan de macht zijn, met de steun van het VS-imperium. Maar wij vragen jullie ook kenbaar te maken dat er onder de oppervlakte een enorme beweging is van de voorhoede van het volk, die zijn strijd verder zet voor een nieuw Honduras, nu onder gunstigere omstandigheden wat het bewustzijn van het volk betreft. Daarom vrezen de coupplegers ons zo, en proberen ze te voorkomen dat men onze stem hoort in de wereld. Ondanks onze overleden kameraden zullen we de strijd zonder uitstel verderzetten.
Dat jullie geen dagelijkse demonstraties meer zien in de straten, wat de eerste fase van ons verzet karakteriseerde, is te verklaren door het feit dat we beslist hebben om over te gaan naar massabijeenkomsten en ons nu verenigen in basissen in elke wijk, gemeente en district, om op die manier dit mooie strijdinstrument op te bouwen: de FNPR. Dit is een zeer moeilijke taak.
Ik wil jullie oproepen de imperialistische mediablokkade te doorbreken; strijd tegen de erkenning van de Pepe Lobo-regering door uw eigen burgerlijke regeringen; steun de eis van het volk om een Grondwettelijke Vergadering bijeen te roepen, en steun de strijd van de FNPR, de belangrijkste voorhoedeorganisatie in het land.