Het aantal slachtoffers van de Rapid Support Forces (RSF)-militie in Soedan, nadat die vorige week de protesten neersloeg, heeft 113 bereikt.
Als de mensen aan de top die tot deze slachting opdracht gaven echter dachten dat dit de opstand van het Soedanese volk zou stoppen, hebben ze duidelijk een verkeerde inschatting gemaakt.
De contrarevolutie is aan het manoeuvreren geweest om een situatie te creëren van het schijnbare uiteenvallen van de sociale orde, waarbij ze criminele bendes gebruikte die zich voordeden als revolutionairen. Dit is een middel om open conflicten te provoceren, waarbij de RSF zou kunnen ingrijpen en beweren de wet en de orde te herstellen. Deze manoeuvres hebben echter ook gefaald, aangezien de mensen recht door ze heen kunnen kijken en ze kunnen zien voor wat ze zijn. Ze vallen niet voor deze provocaties, maar hebben in plaats daarvan de beweging geïntensiveerd.
In een op vrijdag uitgegeven verklaring maakte de SPA (Sudanese Professional Association) het Soedanese volk alert op deze smerige trucs die de TMC (Transitional Military Council) aan het gebruiken is in haar wanhopige poging de algemene staking en burgerlijke ongehoorzaamheid te doen falen, en riep ze op tot massale burgerlijke ongehoorzaamheid en een volgende algemene staking.
De interne verdeeldheid binnen het regime
Geconfronteerd met deze massareactie toont het regime zijn interne verdeeldheid. Dit was al aanwezig en het was de klassieke verdeeldheid die bij elke revolutie aanwezig is. Eén vleugel van de heersende klasse neigt naar meer repressie, aangezien deze het doen van concessies slechts ziet als versterkend voor de vastberadenheid van de revolutie. De andere vleugel benadrukt het feit dat de repressie vergroten wanneer er een revolutie in opmars is, slechts dient om de vastberadenheid van de revolutie te vergroten. Het punt is: ze hebben tegelijkertijd allebei gelijk en ongelijk. Wat ze ook doen, de revolutie is in opmars.
Het lijkt er echter op dat de hard-line-vleugel te vroeg heeft bewogen. Diens brute repressie heeft zelfs effect gehad binnen de rangen van de Sudanese Armed Forces (SAF), waarbinnen er secties waren die walgden van wat ze zagen dat de RSF deed. Veel gewone soldaten, maar ook officieren, zeiden dat ze niet vertegenwoordigd werden door het TMC-regime. Er komen zelfs verslagen naar buiten van SAF-troepen die ingrijpen om demonstranten te beschermen tegen de milities.
Zulke gebeurtenissen zullen een waarschuwing zijn voor de mannen aan de top van de TMC die de macht momenteel in handen hebben, effectief het oude regime minus al-Bashir. Laat ons niet vergeten dat de TMC enkele brute militaire krachten tot zijn beschikking heeft. De RSF onder het commando van generaal Mohamed Dagalo (“Helmeti”) werd gesmeed uit de beruchte Janjaweed-milities die massamoorden pleegden in Darfoer. Er is geen limiet aan de bruutheid die deze krachten
bereid zijn los te laten op de Soedanese bevolking. Het enige wat ze kan stoppen is een massamobilisatie die ondertussen de gewone soldaten voor haar wint. Er zijn ook nog de National Intelligence and Security Service (NISS) die soortgelijke wreedheden pleegt als de RSF, en andere reactionaire militiegroepen verbonden aan de oude National Congress Party.
Als het regime de situatie echter te ver op de spits drijft met het gebruik van deze krachten, zou dit een reactie kunnen uitlokken van die lagen binnen de rangen van het leger die sympathiseren met de revolutie. Dit bevestigt wat we hebben gezegd in een eerder artikel. Als het leiderschap van de revolutie een oproep had verspreid om de TMC onmiddellijk ten val te brengen door een volledige, algemene staking, met een pleidooi aan de rangen van het leger, dan zouden deze gekomen zijn en zou de revolutie bewapend zijn geweest. Zo’n oproep is echter niet gedaan.
In tegendeel blijft de oppositie, tot de dag van vandaag, ondanks de bruutheid van het regime, oproepen tot vreedzaam protest! De instinctieve solidariteit van de gewone soldaten blijft dus als potentieel, maar ze wordt niet omgevormd tot actieve steun aan de revolutie. Voordat soldaten de gelederen verbreken en zich tegen de staat keren, moeten ze zeker zijn dat de revolutie bereid is om tot het einde te gaan. Tenzij dat gebeurt, zal het regime zijn best doen om ze in hun barakken te houden en daarmee de balans van fysieke krachten in het voordeel van de RSF en andere contrarevolutionaire veiligheidstroepen te houden.
Algemene staking voorbereid
Op vrijdag, na het gebed, organiseerden mensen uit verschillende moskeeën in het land grote demonstraties. In sommige gevallen werden moskeeën waarin pro-regime-speeches waren gemaakt, geboycot. De mensen riepen op tot de omverwerping van de heersende junta en onder hun slogans was de roep voor nog een algemene staking.
Een algemene staking werd toen voorbereid voor gisteren, zondag 9 juni, en is nu [10 juni] bezig. De Alliance for Freedom and Change (AFC) [die ook de FFC, Forces for Freedom and Change, wordt genoemd], waarvan de Sudanese Professionals' Association een sleutelonderdeel is, samen met de vakbondorganisaties, riep mensen op om weg te blijven van hun werk, wat de hoofdstad en alle grote steden en havens in het land tot stilstand bracht, waarbij miljoenen mensen betrokken waren. De SPA heeft foto’s gepost die laten zien dat de internationale luchthaven van Khartoem volledig verlamd is. Hetzelfde is gebeurd bij de centrale bank, waar veel van het personeel van het werk is weggebleven.
Verslaggeving geeft aan dat bankwerkers, artsen, luchthavenmedewerkers, piloten, elektrisch ingenieurs en andere sectoren aan de ontvangende kant zijn geweest van de pogingen van de veiligheidstroepen om de staking te breken. Honderden werkers en protesteerders zijn gearresteerd. De BBC heeft verslagen gepubliceerd van veiligheidstroepen die traangas gebruikten en met scherp schoten om demonstraties op te breken en protesteerders die barricades opzetten in Khartoem uiteen te jagen. Ondanks dit lijkt de staking vast te houden. De TMC, daarentegen, hoopt dat de algemene staking niet lang zal duren. Of hun hoop zal worden vervuld, zullen we in de komende dagen zien.
Voor nu geven verslagen uit het hele land aan dat de beweging weer in opmars is. In Ed Damazin, in de Blauwe Nijlstaat, blokkeren de plaatselijke verzetscomités wegen, ondanks dat de milities
proberen ze tegen te houden. In El Gadaref waren soortgelijke voorbereidingen onderweg. De AFC in El Obeid in Noord-Kordofan heeft massabijeenkomsten gehouden, met een grote respons van lokale verzetscomités en wijdverbreide deelname aan de staking. Port Sudan Airport is ook aan het staken, net als de havenwerkers. De spoorwerkersbond in Atbara heeft ook een staking georganiseerd.
Pogingen tot bemiddeling
De Ethiopische minister-president Abiy Ahmed – die zonder twijfel de zorgen van zijn imperialistische meesters uit – haastte zich vrijdag naar Khartoem in een poging de situatie te kalmeren. Hij sprak met twee oppositieleiders met het doel om ze te laten onderhandelen met de TMC, iets wat gemakkelijker is gezegd dan gedaan onder de huidige omstandigheden, waarin de massa’s oproepen tot de ondergang van het regime. Abiys rol is te bemiddelen tussen de oppositie en het regime, maar hij ervaart moeilijkheden wanneer de twee oppositieleiders prompt worden gearresteerd door het regime nadat ze met de Ethiopische premier hadden gesproken.
Geconfronteerd met zo’n wijdverbreide massareactie denken onderdelen van het regime zelf wellicht dat ze zich misschien tijdelijk moeten terugtrekken en moeten terugkeren naar de strategie van tijd rekken. Zogenaamde “internationale waarnemers” (d.w.z. Amerikaans en Europees imperialisme), de Egyptische en Saoedische regimes en andere geïnteresseerde partijen in de regio hebben ook druk gelegd op de TMC om terughoudend te zijn en terug te gaan naar de onderhandelingstafel. China heeft ook een aandeel in het land als één van de grote handelspartners van Soedan, met bijvoorbeeld een aandeel van 40 procent in de Greater Nile Petroleum Operating Company, en verkoopt Soedan ook kleine wapens, die gebruikt zijn in de verscheidene interne conflicten in de recente periode. Het Chinese regime zal ongetwijfeld achter de schermen ingrijpen om het land te stabiliseren.
Bestendigheid van de revolutie
De revolutie heeft echter bewezen veel weerbarstiger te zijn dan de mannen van het oude regime zich hadden ingebeeld. Dit komt doordat ze niet begrijpen wat de revolutie drijft. De officiële werkeloosheid is rond de 20 procent; meer dan 45 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens; de inflatie is meer dan 30 procent; de staatsschuld is meer dan 120 procent van het BBP; de buitenlandse schuld staat op meer dan $60 miljard; één derde van de Soedanese kinderen heeft ondergewicht. Er zijn chronische tekorten aan brood, benzine, diesel en cash. De ineenstorting van de plaatselijke munteenheid in de recente periode, waarin de Soedanese pond viel van 26:1 tot bijna 100:1 tegenover de dollar in slechts één jaar, vaagde effectief de middenklasse weg, om niet te spreken van de verwoestende effecten op de arme massa’s, zowel in de steden als op het platteland. Hier bovenop moeten we rekenen de jaren van corruptie, mismanagement en sancties op de economie ingesteld door het imperialisme.
Dit alles liet de bevolking van Soedan uiteindelijk met niets achter – en dus niets te verliezen – en ze trok de straten op, om een einde te eisen aan het oude regime. Dit is een element dat de TMC met geen enkele manoeuvre weg kan toveren.
Ze hebben dus, hoewel ze met bruut geweld naar buiten zijn gekomen, de revolutie niet afgemaakt. De wrede neerslag van vorige week mag de straten dan wel tijdelijk leeg gemaakt hebben, maar het heeft zich bewezen een pyrrhusoverwinning te zijn.
Dus waar gaan we heen vanaf hier? De contrarevolutie moet wellicht haar tactieken veranderen. Sommige mannen van het oude regime zullen wellicht verwijderd moeten worden als ze een “dialoog” met de oppositie wensen te herstellen. Ze zouden dit kunnen doen door “extreme elementen” binnen de RSF – die het smerige werk voor hen gedaan hebben – de schuld te geven en het leger een grotere rol in het proces te geven. Dit zou kunnen omvatten dat alle blaam zou komen te vallen op de leider van de RSF, Helmeti.
Ze zouden dan het Egyptische model kunnen aannemen, welke eerst het Moslimbroederschap zou gebruiken om de revolutie te doorsnijden om vervolgens de macht ferm terug in de handen van het leger te plaatsen. Er is zo’n organisatie in Soedan, de National Ummah Party, die deel uitmaakt van de oppositie, maar eigenlijk het Trojaanse paard van het regime is binnen de oppositiebeweging. Het is een Moslimbroederschap-achtige trouwe oppositie, die voorheen semi-legaal was.
Hier is een verklaring van de leider van de Ummah Party die zij gisteren tweetten:
“1) De doorgaande uitwisseling van escalaties tussen de Oppositie Alliantie (Freedom & Change Announcement) + TMC zullen het land schaden.
“2) Er is nog steeds een mogelijkheid voor een vreedzame uitweg; in het bijzonder met Abiye Ahmeds betrokkenheid & de schorsing van Soedan uit de Afrikaanse Unie.
“3) Er is een sterke noodzaak voor een erkend internationaal orgaan om de gewelddadige omstandigheden en misdaden te onderzoeken.
“4) Het is niet juist om door te gaan met burgerlijke ongehoorzaamheid zonder een tijdsbestek.” [Onze vertaling - red.]
Deze mensen zijn nog steeds deel van de oppositie. De rol van zulke organisaties is te doen alsof ze bij de revolutie horen terwijl ze haar constant tegenhouden. Het probleem is dat de SPA, ondanks haar radicalisme, weigert om met hen te breken, ondanks dat ze de beweging in alle stadia saboteren.
De waarheid is dat partijen zoals de Ummah Party het feit zullen uitbuiten dat ze in het verleden een soort semi-oppositie tegen het regime waren – in werkelijkheid getolereerd door het regime, zoals de Moslimbroederschap in Egypte – om erin te stappen als en wanneer er verkiezingen worden gehouden, in een poging het vacuüm te vullen. Of ze dit zullen bereiken is een andere vraag, maar dit is hun doel. Zelfs als ze geen directe meerderheid zouden winnen, zouden ze tevoorschijn kunnen komen als kracht die groot genoeg is om enige opkomende radicale elementen tegen te houden.
Laten we niet vergeten dat Soedan nog steeds een zeer onderontwikkeld land is, waarin slechts 34 procent van de totale bevolking in stedelijke gebieden leeft, met de overige 66 procent op het platteland. Onder zulke omstandigheden kan, tenzij de revolutie resoluut voorwaarts beweegt, het initiatief in handen van meer reactionaire krachten vallen, die zich in de kleding van de revolutie zouden hullen teneinde haar te doen ontsporen. Dit is wat in Egypte gebeurde.
Het geduld van de contrarevolutie
De contrarevolutie zou dus gedwongen kunnen worden geduldig te zijn, enkele van de lelijkere en meer blootgelegde elementen uit haar rangen aan de kant te schuiven, en haar meer “redelijke” personen te tonen. Dit zou een contrarevolutie in “democratische kleding” zijn. Als dit zou worden toegestaan plaats te vinden, zou het land komen te zitten met een vorm van regering, coalitie of anderszins, bestaande uit krachten die de essentie van het oude regime, het privaat bezit van de productiemiddelen, van het land, etc., zouden behouden, en die geen van de drukkende problemen zouden oplossen die de massa’s aangepakt willen zien.
Als dit niet werkt, kunnen ze altijd nog de etnische kaart spelen. De bevolking van 43 miljoen is voor 70 procent Soedanees-Arabisch, met de overige 30 procent bestaande uit verarabiseerde etnische groepen van Beja, Kopten, Nubiërs en andere volken. Er zijn ook bijna 600 stammen in Soedan die meer dan 400 dialecten en talen spreken. En hoewel 97 procent van de bevolking de Islam aanhangt, waarvan de grote meerderheid Soennieten, zijn deze verdeeld onder verschillende vormen van Soefisme. Er is ook een kleine Sjiitische minderheid, vooral in Khartoem. Zulke opdelingen kunnen uitgebuit worden, zoals ze in Syrië en Libië werden, om het volk te splijten en het land richting barbarisme te duwen.
Dit is niet het onmiddellijke vooruitzicht, maar de waarschuwingen zijn er. Als de revolutie wordt ontspoord, zou de RSF geen scrupules hebben de bloedigste der burgeroorlogen te ontketenen als dit het doel zou dienen om de bevoorrechte elite van Soedan aan de macht te houden.
Om zulke mogelijke toekomstscenario’s te vermijden, moet de revolutie voorwaarts bewegen. Vorige week ontving het een serieuze waarschuwing van wat er in de toekomst zou kunnen gebeuren. De contrarevolutie heeft haar lelijke gezicht getoond. De massa’s herkenden wat het voorstelde en hebben moedig gereageerd. Moed alleen is echter niet genoeg. De massa’s willen een eind aan corruptie, aan privileges, aan de onrechtvaardige verdeling van welvaart, aan armoede en werkloosheid. Niets hiervan kan beëindigd worden als het kapitalisme overleeft in Soedan. Het land zal ten prooi blijven vallen aan imperialistische dominatie en zijn welvaart zal vampierachtig worden weggezogen.
De oppositie zou eerst moeten breken met de valse vrienden die simpelweg wachten om haar in de rug te steken wanneer het moment daar is. Dan zou ze moeten bouwen op de algemene staking, alle verzetscomités onder één lichaam samenbrengen met verkozen vertegenwoordigers van alle werkplaatsen en buurten, deze comités uitbreiden naar de rangen van het leger, de soldaten voor zich winnen en zich dan tot regering van het land verklaren en de macht nemen. Door dat te doen, zouden ze aan de massa’s een concrete weg uit de huidige impasse tonen. Het is of dit, of de langzame dood van de revolutie. De beulen staan te wachten. De Soedanese massa’s moeten ze niet de overhand laten krijgen.