Voor de arrestatie van PPK-leider Öcalan waren maar weinig mensen op de hoogte van de Koerdische kwestie. Hierin kwam verandering na het onderscheppen van Öcalan door de Turkse veiligheidsdiensten bij het verlaten van de Griekse ambassade in Kenia. De daaropvolgende bezetting van Griekse ambassades in de meeste Europese hoofdsteden, betogingen met hartscheurende taferelen waarbij sommige militanten zich voor het oog van de TV-camera's in brand staken, brachten de Koerdische kwestie volop in de spotlights. In eigen land verloor de CVP zelfs Vlaamse parlementslid Hugo Van Rompaey die opstapte uit onvrede met de lakse houding van de Belgische regering. "Öcalan is net zo'n terrorist als Mandela of Arafat dit waren," verklaarde hij. "Bovendien heeft hij tot tweemaal toe afstand genomen van elk gewapend verzet en is hij bereid tot een politieke oplossing voor het Koerdische probleem."
Het is juist dat tijdens de vijftien jaar durende oorlog van de Turken tegen het Koerdisch separatisme veel Turkse soldaten en burgers gedood werden. In deze vuile oorlog zijn ook duizenden onschuldige Koerden gesneuveld. Het is dan ook onterecht om de schuld hiervan in de schoenen te schuiven van één man. Aan de wortel van het probleem ligt de nationale onderdrukking van de Koerden door de Turkse heersende klasse. Dezelfde kliek die alle arbeiders, Koerden én Turken onderdrukt. Hierin ligt meteen een eerste element die we willen benadrukken: het Koerdisch vraagstuk zal enkel worden opgelost op basis van een gemeenschappelijke strijd van Koerden en Turken tegen hun gemeenschappelijke onderdrukkers.
Schijnheilige houding
Ook moeten we de hypocrisie aanklagen van de Belgische en andere Europese regeringen. Niemand was bereid Ocalan politiek asiel te verlenen, ook al is dit recht ingeschreven in alle grondwetten van de EU-lidstaten. Dit komt neer op een stilzwijgende goedkeuring van zijn arrestatie. Duitsland vroeg oorspronkelijk om zijn aanhouding. Toen Ocalan in Italië arriveerde om asiel aan te vragen, werd hij prompt gearresteerd. Duitsland vroeg evenwel niet om zijn uitlevering, zodat Italië met de hete aardappel bleef zitten. Ocalan moest het land verlaten en begon een wekenlange zwerftocht op zoek naar een veilige haven. Griekenland, historische aartsrivaal van Turkije, kon hem enkel zijn ambassade in Naïrobi bieden. Het bleek een val te zijn. Het staat vast dat de CIA de Turkse autoriteiten heeft getipt over de verblijfplaats van Ocalan en dat de Griekse regering onder druk van de Amerikanen hem mee in de val hebben gelokt. Dit heeft in Griekenland reeds de kop gekost van drie ministers en de tanende aanhang van Simitis nog verder ondermijnd. Ook binnen de PASOK (socialistische partij) komt Simitis onder vuur te liggen. De PASOK-jongeren organiseerden samen met de Koerden protestbetogingen.
Ocalan heeft een 36-pagina's tellende "bekentenis" afgelegd, wordt beschuldigd van hoogverraad en riskeert de doodstraf. Wie de film Midnight Express heeft gezien kan zich een idee vormen hoe hij tot bekentenissen is overgegaan.
Historische achtergrond
Er zijn ruim 25 miljoen Koerden. "Hun" grondgebied Koerdistan is ongeveer even groot als Frankrijk en spreidt zich uit over Turkije, Irak, Iran, Syrië en enkele voormalige Sovjetstaten in de Kaukasus. De grenzen die het land verdelen werden artificieel getrokken door het imperialisme, tegen de wil van het Koerdische volk in. De Koerden zijn een van de oudste volkeren van het nabije Oosten. Ze leven reeds 2500 jaar in dit gebied, lang voor de Turken er arriveerden (na de elfde eeuw). Ze hebben een eigen taal die niet verwant is met het Turks of Arabisch. De overweldigende meerderheid is moslim (waarvan 75% Sunni).
In 1638 werd Koerdistan officieel verdeeld tussen het Ottomaanse en Perzische rijk en vanaf toen was het de prooi van buitenlandse overheersing. Aan het begin van de negentiende eeuw streden de Koerden voor de eenheid en onafhankelijkheid van hun land, maar werden steeds verslagen. Tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog doemde de Koerdische kwestie terug op. Het Ottomaanse Rijk was ineengestort en het verdrag van Sèvres deelde in 1920 deze gebieden op in nieuwe staatjes. De Britse en Franse imperialisten wilden niet weten van een onafhankelijk Koerdistan en de Britten zetten RAF gevechtsvliegtuigen in tegen Koerdische vestingen in de bergen. In de nieuwe Turkse staat was geen plaats voor de Koerden. Hun bestaan werd zelfs ontkend. De Koerdische taal, cultuur en zelfs de concepten "Koerdisch" en "Koerdistan" waren verboden. Kritiek op hun onderdrukking was een zwaar misdrijf.
In het verdrag van Lausanne werd de regio verdeeld onder de Turken, Iran en Irak en was er evenmin sprake van de Koerden. Dit mondde in 1925 uit in een grootschalige opstand in het zuiden van Turkije, neergeslagen door het Turkse leger. De daaropvolgende opstanden in o.a. Ararat in 1930 en Dersim in 1938 werden eveneens in bloed gesmoord. In feite voert de Turkse staat op permanente basis oorlog tegen de Koerden. Sedert 1979 heerst er een "noodsituatie" en wordt het gebied door militaire wet geregeerd.
Irak en Iran
In Irak ondergingen de Koerden hetzelfde lot als in Turkije. De grootste Koerdische opstand brak uit in 1961 en duurde tot 1970. Toen bereikte de Irakese regering een akkoord met de Koerden over autonomie, maar ze veegde het akkoord aan haar laars waardoor een nieuwe oorlog uitbrak die duurde van 1975 tot 1991. Tijdens de oorlog met Iran bestookte Saddam Hoessein Koerdische dorpen met chemische wapens, waarbij duizenden Koerden sneuvelden.
Na zijn nederlaag in de Golfoorlog brak onder de Koerden een nieuwe rebellie uit. De VS lieten de republikeinse wacht van Saddam ongemoeid, waardoor deze naar het Noorden trok om de "orde te herstellen". De VS verkozen immers Saddam boven een socialistische revolutie. Zijn leger werd evenwel verslaan, maar niemand wist wat de volgende stap moest zijn. De leiders van de PUK (Patriottische Unie Koerdistan) en KDP (Democratische Partij van Koerdistan) hadden een puur nationalistische visie waardoor ze geen oproep konden doen tot de Irakese arbeiders om samen Saddam te verslaan. Uiteindelijk werd de rebellie neergeslagen. De VS creëerden een zogenaamde "veilige haven" voor de Koerden door een vliegverbod uit te vaardigen in het noorden van Irak. Tussen 1994 en 1998 vochten de KDP en PUK een bloedige strijd uit om de macht. In september '98 sloten beide partijen een overeenkomst om de macht te delen en creëerden een "parlement" en "nationale regering".
Het Amerikaans imperialisme maakte misbruik van de strijd van het Koerdische volk tegen Bagdad omdat ze een "protectoraat" wilden vestigen in Noord Irak. Niet om het recht op zelfbeschikking van de Koerden te steunen, maar om Bagdad te verzwakken. De problemen van de plaatselijke Koerden zijn echter ver van opgelost. KDP en PUK zijn marionetten van rivaliserende imperialistische belangen. De KDP controleert de grens met Turkije en profiteert van de belastingen die ze kan heffen op het goederentransport. KDP-leider Barzani haalde fel uit tegen de activiteiten van de PKK binnen Irak. Turkije probeert het op een akkoordje te gooien met deze twee opportunistische en op stammen gebaseerde guerrillagroepen om de basis van de PKK in Irak op te doeken. Zonder een basis in Syrië en Irak en zonder een sympathiserende bevolking die voedsel, onderdak en militair transport verschaft vindt de PKK het steeds moeilijker om zijn guerrillaoorlog verder te zetten.
In Iran ondergaan de Koerden al een even triestig lot als in Turkije. Het fundamentalistisch regime van de mullahs zette het leger in tegen de Koerden, die tot vandaag de dag een gewapend verzet organiseren.
Turkije
In het begin van de jaren '90 controleerde de PKK tot op zekere hoogte grote delen van Oost Turkije. Dit deed alarmbellen rinkelen in Ankara, die het leger inzette. Koerdische dorpen gingen in vlammen op en veel sympathisanten van de PKK werden gemarteld en vermoord. Tussen 1991 en 1997 doodden door de staat betaalde doodseskaders 1500 Koerdische nationalisten. Voor de VS zijn de Koerdische nationalisten in Irak vrijheidsstrijders, in Turkije zijn het terroristen. Ze schreeuwen moord en brand wanneer Saddam zijn troepen inzet tegen de Koerden in het Noorden van Irak, maar reppen met geen woord over de permanente aanwezigheid van 50.000 troepen in Zuidoost Turkije.
Het grootste deel van de Koerden, zo'n dertien miljoen, woont in Turkije. Acht à tien miljoen wonen in Iran, vijf miljoen in Irak en 1,5 miljoen in Syrië. Ongeveer een miljoen Koerden migreerden in de laatste twintig à dertig jaar naar Europa. Ongeveer driekwart van de Koerden in Turkije wonen grotendeels in de sloppen rond Ankara en andere steden. De meerderheid is werkloos. Miljoenen steunen de PKK.
Wij verwerpen de methodes van deze organisatie, die onder meer burgerdoelwitten bombardeert in de steden. Het is een stalinistische organisatie, waarbij degenen die zich niet neerleggen bij de beslissing van de leiding riskeren het hachje te verliezen. De Koerdische arbeiders en boeren zouden moeten proberen samen met de Turkse arbeiders een eenheidsstrijd te ontwikkelen tegen de gemeenschappelijke vijand, namelijk de kapitalisten en grootgrondbezitters die heersen over Turkije. Terrorisme zal deze eenheid zeker niet bevorderen.
PKK in defensief gedrongen
Oorspronkelijk stond de PKK niet alleen voor de afscheiding van de Koerdische delen van Turkije, maar voor de oprichting van een staat die alle Koerden van Turkije, Iran, Irak en Syrië zou verenigen. Geen enkel regime in dit gebied laat dit toe. Het Westen evenmin. De VS wensen evenmin een Koerdische staat in het Noorden van Irak, want dit zou olie op het vuur zijn op de Koerdische kwestie in Turkije. De Koerden mogen dus geen enkel vertrouwen koesteren in de "hulp" van imperialistische mogendheden, die hen enkel misbruiken als pasmunt om hun belangen in de regio te verdedigen. En hoeft het gezegd dat er oliebelangen mee gemoeid zijn? Een groot deel van de oliereserves van Irak bevindt zich in Koerdistan. De Turkse olierijkdommen liggen vrijwel volledig in Koerdisch gebied, dat ook rijk is aan andere belangrijke grondstoffen.
De PKK heeft het zwaar te verduren. Het Turkse leger heeft de beweging zware slagen toegebracht en de druk om de militaire basissen in Syrië op te doeken neemt toe. Dit was nog voor Ocalans arrestatie. De ironie wil dat de PKK-leider in september 1998 voor de tweede maal een eenzijdig staakt-het-vuren heeft aangekondigd om het conflict naar Iers en Palestijns model vreedzaam op te lossen. Hij liet de aanspraak op een onafhankelijk Koerdistan varen en zocht steun bij de Europese regeringen om zijn eis voor een beperkte Koerdische autonomie kracht bij te zetten. Niet bepaald de houding van een echte communist. Bovendien moet Ocalan niet veel hulp verwachten van de EU, die Turkije als een belangrijke bondgenoot ziet die ze op termijn binnen de Unie wil integreren. De Turkse militairen zijn bovendien niet van plan compromissen af te sluiten met de guerrilla. Ze dreigen met een oorlog tegen Syrië en zijn zwaar in het offensief tegen de Koerden. Hierbij gaan ze meedogenloos tewerk. Ze arresteerden zelfs Ocalans jongere broer Mehmet die met de guerrilla niets te maken schijnt te hebben. Hiermee zullen ze het Koerdisch probleem uiteraard niet oplossen en zolang dit blijft aanslepen zal de PKK blijven terugkomen.
Oplossing niet mogelijk op kapitalistische basis
Alle arbeiders in Turkije lijden onder dezelfde problemen: militaire repressie, slechte behuizing, werkloosheid, De oorlog in Oost Turkije maakt deze problemen alleen maar erger. Anderzijds zijn Turken en Koerden verenigd in dezelfde vakbonden. Een beweging in de steden zou hen verenigen tegen de gemeenschappelijke vijand.
Onder het kapitalisme is een oplossing voor het Koerdische vraagstuk uitgesloten. Hoewel de Turkse autoriteiten de PKK willen breken, hebben ze hun keiharde houding tegen alles wat Koerdisch is wat afgezwakt. Zo is het gebruik van de Koerdische taal niet langer verboden in de dagelijkse omgang. Op radio en teevee, in de geschreven pers en de scholen blijft het wel taboe. Twintig jaar geleden zouden democratische toegevingen misschien voldoende zijn geweest om het probleem te ontzenuwen, maar nu is het te laat.
Anderzijds leidt de weg van de PKK ook nergens. De PKK heeft noch een internationalistische visie, noch een klassenbenadering van de problemen waarmee de Koerdische arbeiders en boeren geconfronteerd worden. Door deze houding loert nationalisme steeds achter het hoekje. In werkelijkheid zit de PKK-leiding na 15 jaar guerrillaoorlog in een impasse. Ze staat verder dan ooit van haar doelstelling: zelfbeschikking voor het Koerdische volk. Indien het kapitalisme een sterke groei zou kennen zou dit de basis kunnen leggen voor de oplossing van het probleem. Indien er genoeg jobs en huizen waren voor Koerden en Turken en een voortdurende stijging van de levensstandaard, dan zou een vreedzame, politieke oplossing kunnen gevonden worden voor alle volkeren in de regio. Dit is echter geen realistisch perspectief. Bijna de helft van de wereld is in een diepe recessie verzonken, waarbij vooral de volkeren van de arme landen het zwaar te verduren krijgen. Koerdistan is potentieel rijk, maar economisch erg onderontwikkeld. Alle winsten vloeien weg uit de regio. De maatschappij is niet gemoderniseerd en de oude feodale structuren zijn lang niet volledig uitgewist. Om de steun aan de PKK te ondergraven plant de Turkse regering een investering van 1,8 miljard dollar in de regio voor transport, gezondheidszorg, onderwijs, telecommunicatie, mijnen, industrie en toerisme. Het zou niet de eerste keer zijn dat het bij woorden bleef. Het Turkse bedrijfsleven twijfelt sterk aan de winstgevendheid van activiteiten in Oost Turkije en buitenlandse investeringen blijven uit. Hoe kan het anders met een groeiende overproductiecrisis op wereldschaal?
De enige uitweg is een socialistische federatie van alle staten in het Midden-Oosten, Turkije inbegrepen. Binnen deze federatie zou autonomie gegarandeerd worden voor alle nationale minderheden, de Koerden incluis. Eens de belangen van de kapitalisten en grootgrondbezitters in de regio niet langer gelden, zouden de Koerden zelfs recht hebben op een eigen staat. Alle regimes van het Midden Oosten zijn repressief. Het is in het belang van de massa's in al deze landen om ze omver te gooien. Dit kan op basis van het bouwen van echte arbeiderspartijen die ijveren voor de eenheid van de arbeidersklasse en socialisme.
Velen vinden dit standpunt utopisch, simplistisch of irrealistisch. Het is dan altijd goed te zien met welke realistische oplossingen deze critici op de proppen komen. Meestal mondt hun oplossing uit in bloedvergieten en nationalistisch strijdgewoel als in Joegoslavië. De strijd voor socialisme is niet utopisch, maar de enige praktische weg voorwaarts om de talloze problemen van het Midden Oosten op te lossen.