Enkele maanden geleden werden de resultaten van een grootscheeps Vlaams epidemiologisch onderzoek bekendgemaakt. Voor het eerst was niet de vervuiling in lucht, water of bodem, maar in het menselijk lichaam gemeten. De resultaten waren onthutsend, maar niet echt verbazingwekkend voor wie met de milieuproblematiek vertrouwd is: de gemiddelde Vlaming is tot in zijn diepste binnenste vervuild met zware metalen, poliaromatische koolwaterstoffen en ander fraais.
Het maakt daarbij geen verschil of die Vlaming in de industriële voorsteden van Antwerpen (Hoboken, Wilrijk) dan wel in het groene Peer woont. Dankzij de luchtvervuiling, de pollutie van de bodem en van het grondwater, het dichte Vlaamse wegennet, de dagelijke files vanuit de verkavelingen naar de stad en weer terug en de vergiftiging van onze voeding door de agro-industrie heeft de vervuiling zich egaal verspreid over stad en platteland.
Groene machteloosheid
Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw Vera Dua (Agalev) stelde meteen draconische maatregelen in het vooruitzicht: een tweede nog ruimer onderzoek moet de resultaten van het eerste bevestigen... Daarmee illustreert de groene minister meteen de machteloosheid van Ecolo en Agalev in de regering, vooral als het over milieukwesties gaat. Sinds de regeringsdeelname van de groenen heeft het milieu de ene opdoffer na de andere moeten incasseren. Eerst bonden zij in aangaande de ecotaks, dan moesten zij bakzeil halen inzake het verbod op nachtvluchten te Zaventem, vervolgens werd Doel door de havenpatroons van de kaart geveegd en tenslotte werd een plan goedgekeurd om de files rond Antwerpen nog een zevental kilometer langer te maken via het sluiten van de ring dwars door een waardevol natuurgebied.
Arbeid en ecologie
Vluchten naar “de buiten” kan dus niet meer (tenzij het nachtvluchten zijn natuurlijk) en naar het buitenland evenmin. “Zelfs de maan staat vol met kruiwagentjes” zongen Jenny Arean en Frans Halsema al in de jaren ’70, maar wat veel erger is: het broeikaseffect omsluit de hele planeet, er zit een gat in de ozonlaag en tankers slaan lek op ongerepte kusten. De milieubeweging verloor veel kostbare tijd omdat ze de pretentie had een “nieuwe” sociale beweging te zijn die zowel ten strijde trok tegen arbeid als tegen kapitaal. Omdat het toch zo moeilijk was dat kapitaal zelfs maar te bewegen tot het betalen van een futiele ecotaks, beperkte de strijd zich vaak tot een vermanende vinger richting werkende klasse die “anders moest gaan leven”. Maar het is niet te laat, en het bewustzijn groeit dat ecologische strijd en sociale strijd hand in hand gaan. Tijdens de protesten tegen de bijeenkomsten van de WHO (Wereld Handels Organisatie) in Seattle en in Praag en ook door de acties van de Franse schapenboer José Bové werden beide bewegingen weer aaneengesmeed.
Tijd dringt
Het is niet te laat, maar wel de hoogste tijd, want de zogenaamde wereldleiders hebben op de klimaatconferentie in Den Haag in november vorig jaar bewezen dat zij er niet voor terugdeinzen onze toekomst te verkwanselen. Onder druk van de petroleum- en autolobby slaagden ze er niet in om concreet gestalte te geven aan het voornemen van de conferentie van Kyoto in 1997, namelijk de uitstoot van koolstofdioxide met 5% terug te brengen. De conferentie bood ons enkel een beschamende vertoning met de Verenigde Staten die een koehandel wilden opzetten, waarbij een daadwerkelijke aanpak van de oorzaken van de opwarming van onze planeet moest wijken voor de uitwisseling van uitstootquota, het in rekening brengen van bosgebieden en het leveren van kerncentrales aan Oost-Europa. En die 5% zou nog maar het begin van het begin van een oplossing hebben betekend.
Nochtans wordt het zachtjesaan duidelijk wat een verwoestend effect het broeikaseffect zal hebben. De wereldleiders in Den Haag hebben vooral bewezen dat ze onbekwaam zijn om de wereld te leiden. Wat wij dus moeten doen, is deze leiders aan de kant schuiven. Zij vormen de grootste bedreiging voor het milieu en dus voor ons allen.
In zijn boek “Six milliards sur la planète: sommes-nous trop?” concludeert de Franse academicus Michel Husson dat om het hoofd te bieden aan de ecologische crisis, we een “andere manier van het toewijzen van middelen en van oriëntatie van onze productie nodig hebben”. Hij dringt daarbij aan op de herwaardering van het element planning. “Wij moeten de economie politiseren” stelt Husson, dat wil zeggen de doelstellingen en beslissingen in de economie op een democratische manier sturen in het algemeen belang. Natuurlijk speelt de strijd van de milieubeweging zich af in de wereld zoals zij nu is, zegt hij, en het is goed dat deze strijd de onmiddellijke beschadiging van onze planeet wat afremt, maar dat volstaat niet. De ecologisten moeten (mee) de wereld veranderen en zich eens ernstig bezinnen over een “duurzaam socialisme”.
Om te tonen dat dit niet enkel droge theoretische en academisch geformuleerde stellingen zijn, belichten we hierna enkele concrete voorbeelden waarbij ecologie, humor en socialisme onafscheidelijk met elkaar verbonden blijken.
Erika, Jessica et les autres...
Het jaar 2000 begon al goed voor de zwartkijkers: op 4 januari konden zij zich vergapen aan een zwarte zee, niet op de Krim maar voor de kust van Bretagne waar de tanker Erika op de klippen gelopen was. In het najaar was het in dezelfde contreien alweer prijs, ditmaal ging het om een tanker met chemische lading. En begin 2001 werden de pinguins en de varanen van de ongerepte Galapagos Eilanden ruw de 21e eeuw binnengesleurd door het vergaan van de Jessica.
De juridische afwikkeling van deze scheepsrampen vertoont doorgaans hetzelfde patroon: het betreft veelal schepen in een kennelijke staat van ontbinding zodat er heel wat smeergeld bij te pas kwam om deze roestbakken gekeurd te krijgen en havenkapiteindiensten een oogje in iemands anders zeil te laten houden. Wie eigenaar is van zo’n gezonken schip is steevast onduidelijk. Daarvoor moet je maar eens terugkomen wanneer de winsten worden uitgekeerd.
In de Antwerpse haven worden geregeld schepen aan de ketting gelegd die met niets in orde blijken en waarvan de reders plots besloten hebben de gemeenschap van dienst te zijn door hun geld in een andere economische activiteit te steken (of te rentenieren). De bemanning is dan steevast gedurende maanden niet betaald en wordt aan de goede zorgen van de zeeliedenvakbonden overgelaten. Zij die schipbreuken veroorzaken, veroorzaken evengoed sociale uitbuiting. De privé-sector is totaal onbekwaam om het internationale zeetransport te organiseren en deze sector zou dan ook dringend genationaliseerd moeten worden: beter voor mens én milieu.
Kathy Lindekens, Martine Tanghe en...
Hetzelfde kan worden gezegd van de voedingsnijverheid, die er niet in slaagt om een aardbei naar aardbei te doen smaken (tenzij door toevoeging van kankerverwekkende additieven) en die runderen en varkens zodanig oppompt met water en antibiotica dat het vlees in de pan meer dan de helft van z’n volume verliest. Het kan natuurlijk ook zijn dat men die runderen varkens te eten geeft en vice versa, of afgewerkte motorolie, maar dat zijn incidenten. Wanneer deze onsmakelijke experimenten dan uitlopen op voedselcrisissen is de rekening voor de overheid, zijnde u en ik -belastingbetalers. Nationaliseren die zw(ezer)ik. Zodat we de boeren die nog op eerlijke wijze hun kost willen verdienen door het kweken en/of verbouwen van eerlijk voedsel een eerlijke prijs kunnen bieden voor hun product zonder dat deze prijs oneerlijke proporties moet aannemen in de supermarkten. Als overgangsmaatregel zouden de vakbonden alvast moeten strijden voor het herstel van de index en méér nog, de invoering van een échte gezondheidsindex waarbij men zich baseert op de (hogere) prijs van biologisch geteeld voedsel in plaats van op junkfood.
We kunnen hetzelfde zeggen van de farmaceutische industrie, die in Bangladesh en andere “”afzetmarkten” (met de nadruk op “afzetten”) goed geld verdient met geneesmiddelen (met de nadruk op?...het doel heiligt de middelen?) die in Europa en de Verenigde Staten al lang uit de handel genomen zijn vanwege hun kwalijke neveneffecten, maar het vertikt het om anti-AIDS cocktails ter beschikking te stellen aan prijzen die voor de slachtoffers in de ergst getroffen landen in Azië, Afrika en Zuid-Amerika betaalbaar zijn. Farmaciebedrijven in Brazilië en India hebben nu aangekondigd dat ze de internationale afspraken rond patenten zullen schenden om de cocktails te kunnen aanmaken aan een democratische prijs. Een mooie zet die de interne tegenstellingen in het kapitalisme aan de oppervlakte brengt, maar onvoldoende. Geneeskunde is geen Monopoly. Wil je opkomen tegen kanker, Kathy? Vecht dan voor een gezond milieu, gezond eten, een degelijke en gratis gezondheidszorg voor iedereen en een farmaceutische industrie onder controle van de gemeenschap.
Renaat Braem is dood, leve Renaat Braem
De woonblokken op het Antwerpse Kiel en in Leuven en de Antwerpse politietoren mogen dan misschien stalinistische trekjes vertonen (zoals elk belangrijk Antwerps bouwwerk moest dit laatste gebouw volgens de plannen minstens twéé torens krijgen waarvan er maar een werd uitgevoerd, doch dat geheel terzijde), vooruitstrevende ideeën qua ruimtelijke ordening had deze onlangs overleden architect met communistische sympathieën wel. Al drukte hij ze niet altijd even subtiel uit. Van hem zijn de gevleugelde woorden “België, lelijkste land ter wereld,” maar ook: “De Belgen zijn dommeriken die moeten worden opgevoed omdat ze anders de neiging vertonen zich te omringen met lelijke Mechelse meubelen”. Ergens is dat wel waar natuurlijk, maar die uitspraak was niet direct van die aard om er de Belgische werkende klasse mee te mobiliseren in de strijd voor een betere ruimtelijke ordening. Zo’n strakkere ruimtelijke ordening had ons nochtans veel kapotte landschappen, benzine en fileleed bespaard en de grote lijnen ervan vinden we 30 jaar en duizenden hectaren verkavelingen, maneges, KMO-zones en golfterreinen later terug in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen: een concentratie van stedelijke, industriële en transportinfrastructuur in de driehoek Antwerpen-Brussel-Gent en langs het Albertkanaal.
Doch wat baten Structuur en Plan als de Vlaamse Minister niet zien kan? Johan Sauwens, minister van een partij die zelf niet meer weet wat ze wil en die in Antwerpen nog goed is voor één verkozene op 55 in de gemeenteraad weet zéér goed wat de Antwerpse bevolking wil: een sober beleid waarbij in één beweging acht miljard wordt bespaard op de stadsbegroting, 1000 contractuelen worden ontslagen en het Stedelijk Onderwijs wordt opgedoekt. Dat is nog eens wat anders dan die kruideniers van de VLD die alleen maar de Antwerpse Waterwerken wilden privatiseren en de politie willen laten sponsoren door de meest biedende. Met zo’n Vlaams-nationalisten worden de liberalen gewoon overbodig en kunnen hun kiezers voortaan metéén en zonder omwegen bij het Vlaams Blok terecht.
Stoppen van de stadsvlucht? Herwaarderen van de volkswijken? Openbaar vervoer uitbouwen en het onderwijs herfinancieren? Niks van! Véél te duur: verdubbel de stadsbelasting en halveer de dienstverlening en jaag al die stadsbewoners die nog solvabel zijn bij de bank de verkavelingen van Peer en vooral Bree in, tot meerdere eer en glorie van boer Sauwens.
De gerechtvaardigde strijd voor de kwijtschelding van de Antwerpse stadsschuld en voor méér middelen voor de grote steden in het algemeen gaat hand in hand met de strijd voor een leefbare omgeving in de stad en op het platteland...
Er zit geld in uw vuilnisbak
Wij voegen aan onze verlanglijst van te nationaliseren sectoren graag de afvalverwerkende industrie toe. De tijd dat schroothandelaars en allerhande maffiabaasjes deze sector domineerden, is lang voorbij. Er zijn nu verscherpte controles, maar de commercialisering van de afvalsector doet die positieve ontwikkeling teniet. In dit hoofdstukje laten we een gastspreker aan het woord, namelijk Remi Poppe, parlementslid van de Socialistische Partij van Nederland, in het Nederlandse vakblad “Handhaving” (17e jaargang januari-februari 2001):
“Mede door de verzelfstandiging van de nutsvoorzieningen voorzie ik grote milieuschandalen. Wat er allemaal onder een afvalverwerkende holding valt: een wirwar van ondernemingen, groot en klein, nuts en privaat. Volstrekt ondoorzichtig. En ja, hoe gaat dat dan. Het ene bedrijf levert afvalstoffen aan het andere in dezelfde holding. Ergens halverwege verandert gevaarlijk afval in een grondstof voor nuttige toepassing of andersom. Je moet marktwerking dus niet loslaten op de verwerking van gevaarlijk afval.”
“Wat is het probleem voor de ordehandhavers ?”
“Die verliezen het zicht op de afvalstromen. Ze rennen erachter aan, controleren een enorme papierwinkel. Tegenwoordig staan slimme juristen van grote internationale ondernemingen tegenover je. Die kunnen stoffen zo omschrijven dat het wél mag. De strijd tussen juridisch deskundigen die zo ontstaat, is natuurlijk wat anders dan het aanpakken van het echte probleem. Dat doe je door de pijp in te gaan (en ze terug uit te gaan nvdr.), constateren dat het fout gaat.”
Om de pijp in en uit te gaan, beschikt de Stad Antwerpen over één toezichthoudend ambtenaar die gemachtigd is om de circa 10.000 bedrijven waarop het stadsbestuur moet toezien te controleren. Het meest gunstige scenario in acht genomen, namelijk dat de controle én de administratieve voorbereiding en afhandeling een halve dag in beslag zou nemen (wat een schromelijke onderschatting is), maak je als bedrijfsleider kans om eens om de 25 jaar de inspecteur over de vloer te krijgen. Wetende dat de looptijd van een vergunning doorgaans 20 jaar bedraagt, kan je je inbeelden dat er bedrijfsleiders zijn die als volgt redeneren: “als de papiertjes van mijn vergunning in orde zijn, hoef ik het voor de rest niet te nauw te nemen.”
Controle op de naleving van de wet is eigenlijk een soort “end of pipe” oplossing. De controle en handhaving zou eigenlijk geïntegreerd moeten zijn in de bedrijfsvoering door middel van arbeiderscontrole en zelfbeheer. Dat betekent ook dat een iets of wat groene jongen zich volop zou moeten scharen achter de syndicale eis van vakbondsvertegenwoordiging in de KMO’s, en dat hij mee met de vakbonden paal en perk zou moeten stellen aan onderaanneming en uitbesteding. Maar dan nog zouden tien controleurs in een stad zoals Antwerpen geen overbodige luxe zijn. Minister Sauwens, u hebt dit goed begrepen.
Het betoog van Poppe heeft nog een ander raakpunt met een sociaal dossier: de privatisering van de vuilnisophaaldiensten. In Gent is het al een tijdje zo, met alle negatieve gevolgen van dien, in Antwerpen staat het volop ter discussie. We hebben echter juist het omgekeerde nodig: in plaats van de huidige versnippering (waarbij er één vrachtwagen de kapotte Tl-buizen komt ophalen en nog een andere de lege inktcassettes en ga zo maar door, zijn we dan nog milieuvriendelijk bezig?) is er integratie nodig in één democratisch gecontroleerd en doorzichtig stedelijk bedrijf dat zowel de privé, de gezinnen als de schepen in de haven voor haar rekening neemt. Want nu gaat het zo: de burger mag sorteren, de overheid mag recycleren en de privé zal wel potverteren...
De broek van uw facteur is in Tunesië geweest
Globalisering betekent onder andere dat mensen in gammele bootjes de zee oversteken op zoek naar een hoger loon (of een loon tout court) en dat het kapitaal in learjets diezelfde zee oversteekt in de andere richting op zoek naar een lager loon. Voor hun werknemers natuurlijk. Dat resulteerde enkele jaren geleden onder andere in de sluiting van de fabrieken van Levi Strauss in België en Frankrijk. Maar design en commercialisering van confectie gebeurt nog altijd in Europa. Dat resulteert onder andere in het volgende: de firma Pelsmaekers is gespecialiseerd in het maken van uniformen voor leger, politie, posterijen... Maar alléén het ontwerp en het snijden van de patronen gebeurt door middel van gesofistikeerde computers in België. Vervolgens worden deze patronen netjes ingepakt en op het vliegtuig richting Tunesië gezet, waar Arabische schonen er een broek of een vest van maken. Belgische kleermakers doen dan nog enkel de retouches, geknield aan de voeten van een Belgische kolonel. Kan iemand de Zwitsers verwittigen dat de lijn Brussel-Tunis een goudmijn is voor SABENA? Patronen en uitgeprocedeerde asielzoekers heen, uniformen terug...
Dit over en weer gehannes met goederen in vliegtuigen of schepen wordt eerder regel dan uitzondering. De milieuwetgeving is trouwens niet van toepassing op het kerosineverslindende luchtverkeer vanwege de... internationale concurrentie. Onze vrije markteconomie is dus alweer goed bezig: ze creëert uitbuiting in het zuiden en werkloosheid in het noorden en brandt en passant een gat in de ozonlaag met nutteloze transporten.