Als de leiders over vrede spreken

Weet het gewone volk

Dat er oorlog op komst is

Wanneer de leiders oorlog vervloeken

Is het mobilisatiebevel al uitgeschreven.

– Bertolt Brecht.

De strijd van de Palestijnen om zich van hun ketenen te bevrijden is een inspiratie voor de arbeiders van de hele wereld. Demonstraties in solidariteit met het Palestijnse verzet overspoelden de wereld: van Libanon tot Frankrijk, van Groot-Brittannië tot Canada.

De strijd tegen het imperialisme heeft een massaal karakter. De internationale uitbarsting van sympathie na aanvallen en bloedvergieten door het Israëlische imperialisme is veelbetekenend. Dit drukt een erkenning uit van de cynische en hypocriete rol die de heersende klasse van ieder land speelt in het Israëlisch-Palestijnse conflict. Deze dames en heren huilen krokodillentranen wanneer het Israëlische leger (IDF) een kind neerschiet dat met stokken en stenen gooit. Wanneer er een staakt-het-vuren wordt overeengekomen, d.w.z. een tijdelijke wapenstilstand ten gunste van Israël, worden ze lyrisch over hun diplomatieke inspanningen. En toch blijven ze vrij stil als het gaat om de systematische brutalisering van het Palestijnse volk.

Het belangrijkste is echter dat radicale jongeren en de arbeidersklasse het probleem niet onoverkomelijk blijken te vinden. In plaats van het aan professionele politici over te laten om een oplossing te brengen, nemen miljoenen het heft in eigen handen en zoeken naar een weg vooruit.

De 'Internationale gemeenschap'

Het wereldwijd groeiende anti-imperialistische sentiment biedt grote kansen aan de linkerzijde. Maar we moeten eerst door de mist van de kwakzalversrecepten, die de zaak alleen maar verwarrend maken, heen kijken. De beroemdheden van de internationale solidariteitsbeweging zijn in dit opzicht het meest schadelijk. Ze houden vast aan beproefde reformistische formules en zijn daardoor vaak vatbaar voor wanhoop en pessimisme. Een van de duidelijkste voorbeelden hiervan is professor Noam Chomsky, de gerenommeerde criticus van het Amerikaanse buitenlands beleid. In het boek On Palestine pleit Chomsky openlijk voor een tweestatenregeling, met het argument dat dit het enige alternatief is voor een Groot-Israël. Bij dat laatste zouden de Palestijnen worden gezuiverd, hetzij door genocide of door ontheemding. De tweestatenregeling zou een moeizaam proces van verzoening opstarten. Zoals hij schrijft:

"Twee staten is een rotte oplossing, maar het heeft in ieder geval de verdienste dat het een overweldigende internationale steun heeft die de afgelopen vijfendertig jaar door de VS is geblokkeerd."

Hoewel hij het een rotte oplossing noemt, suggereert Chomsky dat twee internationaal erkende staten in elkaar zouden storten, aangezien er geen zinvolle manier bestaat om een grens tussen beide te trekken. Dit zou de voorwaarden scheppen voor Israëli's en Palestijnen om op de lange termijn consensus te bereiken, en zou - op een onbekend tijdstip - een soort federale samenleving inluiden.

Wat hierachter schuilgaat, is de overtuiging dat als de Palestijnen simpelweg zouden worden erkend als een volk ten opzichte van een staat, de Israëlische staat zou stoppen met de bedreiging van het leven van de Palestijnen en hun bestaan zou respecteren. Waarom de erosie van internationaal erkende grenzen in het voordeel zou zijn van zowel Israëli's als Palestijnen wordt nooit uitgelegd. Het ‘pragmatisme’ van professor Chomsky was reeds te horen in zijn persoonlijke toespraak tot de Verenigde Naties in 2014. Chomsky smeekte de VN – een dievengilde voor de imperialistische machten – om het GrootIsraël-project te stoppen. Hij wees op het rapport dat in 1976 aan de Veiligheidsraad werd voorgelegd, waarin werd opgeroepen tot een tweefasenplan voor de terugkeer van Palestijnen naar hun huizen en eigendommen, vergezeld van ‘tijdelijke vredestroepen (!) om het proces te vergemakkelijken’. Dit zou volgens hem de blauwdruk voor de toekomst kunnen zijn.

Volgens Chomsky ligt er blijkbaar al bijna vijftig jaar een zinvolle oplossing op tafel, wachtend op de juiste druk van onderaf en leiderschap van bovenaf. Dit is overduidelijk niet juist. Het zijn precies dergelijke illusies in de 'internationale gemeenschap die de wereld komt redden’ die tot de huidige puinhoop hebben geleid. Hoewel deze zogenaamde 'gemeenschap' - met inbegrip van de hypocriete Arabische regimes - af en toe huiverend reageert op de benarde situatie van de Palestijnen, hebben ze allemaal bijgedragen aan de onderdrukking van de Palestijnen en doen ze dat tot op de dag van vandaag.

Schijnstaat

Zoals het gezegde luidt, zijn degenen die niet leren van de geschiedenis gedoemd haar te herhalen. Deze dromen over twee staten zijn niet nieuw. De Oslo-akkoorden zouden een waarschuwend verhaal moeten zijn voor degenen die denken dat er ooit aan de top tot een regeling kan worden gekomen om duurzame vrede tot stand te brengen.

In 1993 leek eindelijk een akkoord te zijn bereikt tussen de Palestijnen en de Israëli's. Yasser Arafat en Yitzhak Rabbin spraken hand in hand over de eerste stappen op weg naar een Palestijnse staat. De ‘internationale gemeenschap’ prees zichzelf de hemel in en verkondigde vrede op aarde. Rabin en Arafat werden zelfs ‘heilig verklaard’ met een Nobelprijs voor de Vrede.

Maar dit optimisme viel al snel in duigen. De oprichting van een Palestijnse Autoriteit (PA), waarvan sommige 'linksen' dachten dat het een regering in afwachting was van een toekomstige Palestijnse staat, betekende een vernederend verraad aan de Palestijnse zaak. De akkoorden legitimeerden in feite de hoofdlijn van de zionistische expansie sinds 1948 – het opgeven van de hoop om de nationale onteigening ongedaan te maken en op zijn beurt de vluchtelingencrisis op te lossen waar de regio mee te kampen heeft.

In plaats van de basis te leggen voor een levensvatbare Palestijnse staat, gaven de overeenkomsten de vergiftigde kelk van het toezicht op de gettosteden op de Westelijke Jordaanoever en de vluchtelingenkampen in de openluchtgevangenis die de Gazastrook is, door aan de Palestijnse Autoriteit. De Israëlische heersende klasse kon de oprichting van een economisch levensvatbare onafhankelijke Palestijnse staat niet tolereren – en dat is tot op de dag van vandaag het geval.

Arafat werd de belangrijkste beveiligingsoperator van Israël, wat leidde tot de erosie van de steun voor de PA en haar transformatie tot een feitelijke agent van het Israëlische imperialisme onder Abbas. Het arresteren, bewaken en zelfs executeren van hun eigen mensen bleek een prijs die het waard was om te betalen voor hun comfortabele kleinburgerlijke levensstijl en de status van het officieel erkende leiderschap van het volk van Palestina. Israël bleef ondertussen al zijn toezeggingen aan de zogenaamde gemeenschappelijke weg naar welvaart negeren. Dit zijn de bittere vruchten van zo'n ‘vrede', de realiteit die schuilgaat achter de woordenstroom van de tweestatenoplossing.

Proberen een hervormingsgezinde oplossing voor het conflict te vinden – vertrouwend op topontmoetingen, routekaarten en ‘consensusvorming’ – houdt in werkelijkheid een toestand van ‘geen oplossing’ in stand. Het Zionistisch project Israël heeft vanaf het allereerste begin een bewust beleid van sluipende annexatie gevoerd. Dit werd natuurlijk benadrukt door kolossale landroof onder de dekmantel van oorlog. Zo blijft de Golanhoogte, bijna zestig jaar geleden gestolen van Syrië, onderdeel van Israël. Dit beleid heeft het landschap volledig hertekend. Zoals de zaken er nu voorstaan, staat alleen al ongeveer 60 procent van de Westelijke Jordaanoever onder directe controle van Israël. De Israëlische staat blijft de kwestie van leven en dood voor Palestijnen beheersen: absolute controle over de watervoorziening en basisinfrastructuur, profiteren van de interne markt in de Palestijnse enclaves, het beperken van de mogelijkheid van bouwvergunningen of gewoon gebouwen platwalsen om plaats te maken voor Joodse nederzettingen. Het merendeel van de ‘illegale’ bouwwerkzaamheden die worden uitgevoerd – gefaciliteerd door de Israeli Land Association (ILA) – wordt met terugwerkende kracht goedgekeurd. Daarnaast is het Joods Nationaal Fonds (een wereldwijde zionistische organisatie) erin geslaagd dunam (duizend vierkante meter) na dunam van de Palestijnen te ontfutselen met behulp van legalistische ‘rook en spiegels’. Voor het succes van het zionistische project was de onteigening van de Palestijnen absoluut noodzakelijk: het verankeren van exclusieve etnische privileges voor Joden en het aanwakkeren van bittere haat tussen de volkeren.

Dit heeft de heersende klasse in staat gesteld om de meest reactionaire elementen van de Israëlische samenleving achter zich te scharen, angst te zaaien en de meer klassenbewuste mensen in toom te houden. Kortom, de Israëlische heersende klasse is nooit geïnteresseerd geweest in het creëren van een levensvatbare Palestijnse staat – of vrede in het Midden-Oosten trouwens. De verschillende 'vredesprocessen' waren een diplomatieke façade, waardoor de Israëlische heersende klasse haar gezicht kon redden. Al die tijd keek de ‘internationale gemeenschap’ de andere kant op.

Opnieuw de twee staten

Niettemin zaaien professor Chomsky en anderen nog steeds illusies in een tweestatenoplossing. Als we eenmaal concreet bekijken hoe dit eruit zou zien, wordt duidelijk dat dit een belachelijke suggestie blijft. Soevereine staten hebben bijvoorbeeld een staand leger. Zou Israël toestaan dat een jonge Palestijnse staat zijn grondgebied bewaakt, met de grote kans dat een dergelijk leger wordt gefinancierd en getraind door vijandige naburige mogendheden? De vraag stellen, is ze beantwoorden. Zou de Israëlische heersende klasse een economische concurrent aan haar grenzen toelaten? De transformatie van Oost-Jeruzalem, ooit klaargestoomd als toekomstige hoofdstad van een Palestijnse staat, suggereert definitief anders. Na decennia van landconfiscatie, samen met het bouwen van nederzettingen in en rond de Palestijnse wijken, groeiden de gemeentegrenzen van Oost-Jeruzalem aan van 38 naar 108 vierkante kilometer. Palestijnen kregen geen bouwvergunningen, wat leidde tot overbevolking, torenhoge huurprijzen en het vertrek van naar schatting 60.000 onder hen naar de Westelijke Jordaanoever. De fundamentalistische zionistische kolonisten gingen toen in de aanval. Ze voerden sloopwerkzaamheden uit van hele Palestijnse districten, waarbij ze zich concentreerden op strategische gebieden om de Oude Stad af te sluiten van Palestijnse toegang. Dit alles werd mede mogelijk gemaakt door de Israeli Land Authority (ILA). Tot op de dag van vandaag spant de ILA openlijk samen met de kolonistengroep Ateret Cohanim, die de Palestijnse gemeenschap de controle over Sheikh Jarrah probeert te ontnemen – een kwestie die internationale aandacht heeft getrokken. Trump’s ‘deal van de eeuw’ heeft sindsdien het stempel van goedkeuring verleend aan het proces dat al aan de gang was: Jeruzalem wordt internationaal erkend als de hoofdstad van Israël. Wat ooit werd beschouwd als een potentieel economisch centrum voor een Palestijnse staat, is voor de Palestijnen een dystopie vol kolonisten geworden. Het idee dat Israël enig verlangen zou hebben om zich los te maken van de Westelijke Jordaanoever, of terug te keren naar de grenzen van 1948, is een complete utopie. En dus elke staatsvorm die zou kunnen worden bemiddeld, zou de naam niet waardig zijn: het zou in feite neerkomen op stadstaten - losgekoppeld en gevormd door getto's. Dit zou midden in GrootIsraël zijn, de dominante macht, die de controle heeft over alles wat essentieel is (water, energie, voedsel, medicijnen, medische benodigdheden, enz.). Het idee van professor Chomsky dat westerse leiders Israël ’s agressieve kolonistenproject zouden verwijten, en de initiatiefnemers zouden zijn van vrede en verzoening, is werkelijk ongelooflijk. Hebben de afgelopen drie decennia niet de rol blootgelegd van de zogenaamde ‘tijdelijke vredestroepen’ van het westerse imperialisme in het Midden-Oosten, of bijvoorbeeld hun rol in het bloedige uiteenvallen van Joegoslavië? Kortom, de tweestatenoplossing is een luchtspiegeling. Als deze stompzinnige ‘oplossing’ er zou komen, zou het niets minder zijn dan een herhalingsrecept voor geweld en vernedering. In het beste scenario zou het iets in de trant van Noord-Ierland zijn. Dit voorbeeld, zoals vele andere, getuigt van de arrogantie en kortzichtigheid van de imperialisten. In plaats van vrede in te luiden, creëerden deze acties een Frankensteinmonster van sektarisch geweld dat de Britse heersende klasse niet in toom kon houden, zelfs toen het niet langer nuttig voor hen was. Elke poging om Israël-Palestina te herverdelen, zou langs een vergelijkbaar pad leiden. Bewijst de met bloed doordrenkte start van Israël 75 jaar geleden dit punt niet duizendmaal opnieuw? Aan de andere kant is er natuurlijk niemand zo blind als degenen die weigeren te zien.

Een binationale staat?

Na Oslo begonnen velen echter in te zien hoe 'verrot' het vredesproces was geweest. Zich aanpassend als kameleons warmden veel linkse academici zich aan het idee van een binationale staat: één kapitalistische staat die min of meer het hele Mandaat Palestina omvat. Dit is uiteindelijk waar Chomsky's 'instortende' tweestatenregeling naartoe moet leiden. De overleden Amerikaans-Palestijnse academicus Edward Said pleitte voor deze optie. In zijn artikel ‘Truth and Reconciliation’ hekelt hij het 'vredesproces' dat geen vrede bracht: “Ik ben van mening dat het vredesproces in feite de echte verzoening heeft uitgesteld die moet plaatsvinden als er een einde moet komen aan de 100-jarige oorlog tussen het zionisme en het Palestijnse volk. Oslo vormde de basis voor afscheiding, maar echte vrede kan alleen komen met een binationale Israëlisch-Palestijnse staat.” De invloedrijke historicus Ilan Pappe staat erom bekend dat hij zich ook met dit idee identificeert. Pappe heeft betoogd dat de kansen voor een Palestijnse staat om te overleven en zelfs een zinvol bestaan op te bouwen nihil zijn. Net als Said erkent Pappe dat het machtsevenwicht in de regio weinig hoop zou geven op Palestijnse soevereiniteit. We moeten dus ‘het verhaal veranderen’ en onze energie richten op de strijd voor een binationale staat. Wat deze intellectuelen hebben gedaan, is de doelpalen verschuiven naar iets dat even utopisch en reactionair is. Op kapitalistische basis heeft de Israëlische heersende klasse er geen belang bij om de toegang tot haar staat open te stellen voor miljoenen Palestijnen. Evenmin zijn de Palestijnen militair sterk genoeg om deze oplossing op te leggen. De ideologie van de meedogenloze Israëlische bezetting – het zionisme – is historisch geëvolueerd en vindt veel tegenstrijdige uitdrukkingen. Maar iets dat het tegenwoordig in Israël ondersteunt, is de overtuiging dat Eretz Israel het beloofde land is voor de Joden, en voor de Joden alleen; een toevluchtsoord dat achter slot en grendel moet worden bewaard. Het voeden van dit reactionaire en achterlijke standpunt is van het grootste belang geweest voor de Israëlische heersende klasse. Aan de ene kant wil het de Israëlische arbeidersklasse ervan overtuigen dat ze een gemeenschappelijke vijand delen, en dat ze actief profiteren van de uitbreidingen en landroof. Aan de andere kant wil het de Palestijnen tot bedaren brengen en in hun hoofd prenten: ze zijn onoverwinnelijk en verzetspogingen zullen tevergeefs zijn. Het heeft tot doel de klassenvragen te doorbreken en beide volkeren onder een ijzeren hiel gekneld te houden. Het idee dat de Israëlische heersende klasse zou kunnen worden overtuigd om haar basis voor heerschappij te ondermijnen, hoort meer thuis in kinderverhalen dan in politieke perspectieven. Maar als we ons rationeel verstand even in de wacht zetten en veronderstellen dat de 'internationale gemeenschap' de hand van de zionisten zou kunnen forceren, hoe zou zo'n staat er dan uitzien? Eerlijk gezegd zou het resulteren in een vorm van apartheid. We zouden een enorme uitbreiding zien van de wet op de Joodse natiestaat, die de onderdrukking van Palestijnen verankert in de wet van het land. Er zou geen recht op terugkeer voor de 5,9 miljoen officieel erkende Palestijnse vluchtelingen uit 1948 die de regio zijn binnengekomen zijn, laat staan voor de honderdduizenden die zich na de oorlog van 1967 bij hen voegden. En daarom zou de vijandschap tussen de volkeren zich verdiepen en intensiveren. Veel waarschijnlijker dan een binationale staat is dat de Israëlische heersende klasse bemiddelt in overeenkomsten met de reactionaire Arabische regimes om de Palestijnen zelf te bewaken. Er zijn zelfs eerste discussies hierover geweest, waarbij gesproken werd over een ‘Hamastan’ (de Gazastrook) voor de Egyptenaren en ‘Fatahland’ (delen van de Westelijke Jordaanoever) voor de Jordaniërs. Hoewel er geen serieuze stappen in die richting zijn gezet, moeten we ons ook geen illusies maken in deze reactionaire toestanden. Wat betreurenswaardig is aan de oplossingen waarvan ons wordt verteld dat ze ‘realistisch’ of ‘praktisch’ zijn, of het nu de dromen zijn van een eigenlijke opdeling of zij die pleiten voor een binationale staat; ze druisen in tegen de realiteit. Ze verwachten dat het imperialisme een geweten ontwikkelt, zijn wangedrag beseft en zichzelf eenzijdig verandert in een baken van vooruitgang voor het Midden-Oosten.

Revolutionair potentieel

In een recent interview met Middle East Monitor verklaarde Chomsky het volgende:

“Veel van de discussie over dit onderwerp lijkt mij misplaatst. Het is meestal een debat tussen twee staten en één staat die de belangrijkste optie elimineert, de live-optie, degene die wordt nagestreefd, namelijk Groot-Israël.”

De belangrijkste optie is inderdaad verwaarloosd, door professor Chomsky en co. Terwijl deze academici toespraken houden bij de VN, of druk uitoefenen op hun bourgeoisie om ‘het beter te doen’, gaan feitelijke revolutionaire ontwikkelingen in de regio – ‘the live option’ – aan hen voorbij. Chomsky, Said en dit type academici hebben altijd de krachten genegeerd die in staat zijn om de situatie radicaal te veranderen. Hun ‘pragmatisme’ komt op weinig meer dan pessimisme neer. Ze richten hun hoop op instellingen van de zogenaamde internationale ‘gemeenschap’ die in de regio en daarbuiten een spoor van vernietiging hebben achtergelaten. Deze linkse intellectuelen spreken van vrede, vrede, wanneer er geen vrede kan zijn op kapitalistische basis. Eén of twee kapitalistische staten – zelfs wanneer ze op de meest genereuze manier voor de Palestijnen uitgetekend worden – kunnen niets oplossen. Zolang Israël een agressieve imperialistische staat blijft, zal het te kwader trouw blijven onderhandelen en vrede eisen op eigen voorwaarden. We moeten eerlijk zijn. Zonder een revolutionaire strategie die tot doel heeft alle onderdrukte mensen in de regio te verenigen, zal de horrorshow onverminderd doorgaan. Zonder de Israëlische staat omver te werpen, het gif van het zionisme uit te roeien en de despotische Arabische regimes die bijdragen aan de onderdrukking van de Palestijnen omver te werpen, zal er geen vrede van betekenis zijn. Onlangs trokken activisten door de straten van Londen uit protest tegen de aanhoudende onderdrukking van het Palestijnse volk door toedoen van de Israëlische staat. Kameraden van Socialist Appeal sloten zich aan bij de betoging en riepen op tot een revolutionaire weg vooruit. De oplossing ligt niet in het afbakenen van de meest eerlijke grens, of het bedenken van de meest perfecte juridische instellingen om over beide volkeren te heersen. Als we serieus kijken naar het probleem van nationale onderdrukking, zullen we zien dat het, hoewel het zijn wortels heeft in de geschiedenis, bijzonder acuut wordt door de crisis van het kapitalisme. Het zionistische project is gebaseerd op het opzetten van arbeiders tegen elkaar; Israëlische arbeiders ervan overtuigen dat ze meer gemeen hebben met hun heersers dan dat ze ooit met een gewone Palestijn zouden kunnen gemeen hebben. Het is essentieel voor het zionisme en de Israëlische heersende klasse dat Israëlische arbeiders geloven dat ze profiteren van de onderdrukking van de Arabieren – die in de leerboeken worden ontmenselijkt en waarover met behulp van reactionaire religieuze frasen als gezworen vijanden wordt gesproken. Enkel de socialistische revolutie zal het hele verrotte gebouw van het kapitalisme in de regio neerhalen. Van Iran tot Jordanië, van Egypte tot Libanon, en onder Palestijnen zelf: de massa’s beginnen zich te roeren. De noodzaak van massale strijd om kapitalisme en imperialisme uit te roeien moet de richting bepalen. Hierin ligt de sleutel tot een vreedzame toekomst die de naam waardig.