In Frankrijk hebben de TV-beelden van het politiegeweld tegen Michel Zecler op 21 november en het enorme succes van de marches des libertés de zaterdag erna, de regeringscrisis verdiept. Macron uitte publiekelijk zijn "schaamte", eiste een "voorbeeldige politiemacht" en deelde mee dat het Elysée contact had opgenomen met Michel Zecler. Kortom, het staatshoofd verkoopt zoveel mogelijk gebakken lucht om zo snel mogelijk over iets anders te kunnen praten.
Onder druk van de minister van Binnenlandse Zaken, Gérald Darmanin, zei hij dat "er mogelijk structurele problemen zijn" bij de politie. ‘Mogelijk’? Als ‘Frankrijks belangrijkste agent’ weet Darmanin heel goed waar het om gaat. Het woord "mogelijk" uit diens mond drukt geen oprechte twijfel uit, stelt eigenlijk niet veel voor en beoogt enkel de meest reactionaire politievakbonden te sparen. Die laatsten vinden dat de hele zaak neerkomt op "een paar zwarte schapen" die "gestraft moeten worden", maar niet te streng. Daarmee zou de kous af moeten zijn...
Toch is het verre van zeker dat de manoeuvres van de regering voldoende zullen zijn om de druk te verlichten. De video van een andere ‘politieblunder’ zou de druppel kunnen zijn die de emmer doet overlopen. Van zulke ‘blunders’ zijn er voorbeelden genoeg maar ze kunnen niet altijd gefilmd worden.
Aan de andere kant rommelt het ook binnen de politiegelederen. Sommigen doorbreken de zwijgplicht die de ‘blunders’ en de leugens binnenskamers moet houden. Ten slotte is de loi de Sécurité Globale nog steeds niet afgeschaft. Inclusief artikel 24, dat het filmen van politieoptreden strafbaar maakt. Elke zaterdag zijn er nieuwe demonstraties gepland. Ze zullen gevoed worden door de algemene woede tegen het hele regeringsbeleid, die toeneemt in heel het land.
Deze marches des libertés hebben duidelijk gemaakt dat een groeiend aantal jonge mensen en arbeiders bereid is een massale strijd aan te gaan. De linkerzijde en de vakbonden moeten de situatie niet ‘kalmeren’, zoals sommigen willen. Integendeel, ze moeten proberen de mobilisatie te vergroten. We moeten eisen dat de loi de Sécurité Globale wordt afgeschaft - en niet alleen artikel 24, want de andere artikelen zijn niet beter. In combinatie met massale demonstraties moet een algemene 24-urenstaking worden aangekondigd en serieus worden voorbereid.
Door de regering te dwingen deze antidemocratische wet op te geven, zou de arbeidersbeweging haar een zware slag toebrengen. Het zou het vertrouwen van de arbeidersklasse in haar eigen kracht versterken. Het zou een belangrijke stap zijn in de ontwikkeling van de strijd tegen het regeringsbeleid en de sociale gevolgen van de crisis.
Tegelijkertijd moet de positie van de arbeidersbeweging ten opzichte van de politie worden verduidelijkt. De leiders van de reformistische linkerzijde wijzen erop dat er een "structureel probleem" is bij de politie. Dit is veel te vaag. De politie zelf is een welomschreven "structuur", of beter gezegd een welomschreven instelling, die deel uitmaakt van het burgerlijke staatsapparaat. Maar, zoals Marx heeft uitgelegd, bestaat de burgerlijke staat uiteindelijk uit "speciale detachementen van mannen met wapens" die de kapitalistische productieverhoudingen verdedigen. Om hier een concreet beeld van te krijgen, hoeven we maar te denken aan de rol van de politie ten opzichte van de gele hesjes-beweging, de massale en explosieve beweging die het Franse kapitalistische regime heeft gedestabiliseerd. Door de gele hesjes op brute wijze te onderdrukken, heeft de politie geen "structurele drift" laten zien; integendeel, ze voerde haar meest fundamentele missie uit, in overeenstemming met haar plaats in het bourgeois staatsapparaat. De wreedheid van de repressie stond in verhouding tot de paniek bij de regering en de heersende klasse.
Beweren dat er onder het kapitalisme een ‘goede’, ’democratische’ en ‘respectvolle’ politiemacht zou kunnen bestaan, kan alleen door het negeren van de fundamentele rol van de politie en het klassenkarakter van de burgerlijke staat. In plaats van dergelijke illusies in stand te houden, zouden de leiders van de arbeidersbeweging moeten uitleggen dat zolang de bourgeoisie aan de macht is, zolang een kleine minderheid van de bevolking de grote meerderheid uitbuit, die uitbuitende minderheid een staat nodig heeft. Die staat heeft "speciale detachementen van mannen met wapens", om zijn macht te verdedigen tegen de strijd en opstanden van de uitgebuite, onderdrukte en verarmde massa.
Bovendien zal de politie, zolang dit het geval is, onvermijdelijk een aanzienlijk aantal aarts reactionairen, racisten en elementen die anti-arbeidersbeweging zijn in haar gelederen hebben. Die zullen de arbeiders niet alleen ijverig onderdrukken. Ze zullen er ook van profiteren om hun macht uit te buiten en van hun ‘autoriteit’ en wapens gebruik maken om racistische ‘blunders’, provocaties en aanvallen uit te voeren. Dit alles met de instemming van hun hiërarchie en de welwillendheid van het gerechtelijk apparaat. Zo wordt de politie beschermt om de staat als geheel te beschermen.
Natuurlijk zien veel werkenden de politie als een ‘noodzakelijk kwaad’. Criminaliteit moet toch bestreden worden? Maar delinquentie en criminaliteit zijn de gevolgen van een mislukt systeem, een verrot systeem dat miljoenen jongeren en werknemers veroordeelt tot werkloosheid, armoede en onzekerheid. De echte criminelen zijn de grote kapitalisten, die door hun overheersing miljoenen mensen tot ellende en verval veroordelen.
Daarbij is het bekend dat deze luxe-criminelen nooit last hebben van politie en justitie - hún politie en justitie. En zelfs wanneer al te corrupte kapitalisten of politici door de rechter ter verantwoording worden geroepen, slagen ze er meestal in om aan een zware straf te ontsnappen, dankzij hun connecties, hun fortuin en hun hoogbetaalde advocaten.
De officiële leiders van de arbeidersbeweging hebben deze marxistische analyse van de burgerlijke staat allang achter zich gelaten, samen met het doel om het kapitalistische systeem omver te werpen en het te vervangen door een socialistische maatschappij. Het geklets over de noodzaak om "de politie te hervormen”, haar "democratischer", "respectvoller", enz. te maken, sluit aan bij de zogenaamde noodzaak het "kapitalisme te hervormen”, het rechtvaardiger, humaner, meer egalitair, ecologischer te maken.
We moeten deze reformistische praatjes ontkrachten. De diepe crisis waarin het kapitalisme zich bevindt, vraagt om een ernstig antwoord, een revolutionair antwoord. De strijd voor progressieve hervormingen - en om onze vroegere veroveringen te verdedigen - moet stevig verbonden zijn met de strijd voor het beëindigen van het kapitalistische systeem zelf. In de titanenstrijd die voor ons ligt, moet de arbeidersbeweging zich geen illusies maken over de rol en de aard van de politie.
We zullen ook elke scheur die zich voordoet in de gelederen van de politie in ons voordeel moeten gebruiken; er alles aan moeten doen om deze scheuren te verbreden en verdeeldheid te zaaien binnen het burgerlijke staatsapparaat. Het zal met name de progressieve eisen die uit de gelederen van de politie ontstaan, moeten voeden en koesteren. Want de politie bestaat niet alleen uit onverbeterlijke reactionairen. Haar basis lijdt onder verslechterde werkomstandigheden - terwijl de bazen hoge lonen ontvangen. Bij het vormen van haar toekomstige machtsorganen zal de arbeidersklasse moeten streven naar het verdelen van de burgerlijke staat op basis van klassenlijnen. Dit zal veel nuttiger en effectiever zijn dan duizend preken over de noodzaak het burgerlijk politiekorps te "hervormen" of "opnieuw op te richten".