Enkele weken voor de verkiezingen worden we regelmatig geconfronteerd met het vreemde schouwspel van de paars-groene regering die al vechtend over straat rolt zonder dat dit eigenlijk vertaald wordt in reële politieke tegenstellingen binnen de regering. De huidige coalitiepartners, en dan vooral SP.a en Agalev, hebben er immers alles voor over om opnieuw in de volgende regering te zitten. Zelfs hun eigen politieke traditie.
Deze situatie verklaart waarom de regering-Verhofstadt reeds ruime tijd voor de verkiezingen het ontslag van de regering indiende. Dat de regering al zolang voor de verkiezingen ontslag neemt, heeft als voordeel dat een aantal interne tegenstellingen en mogelijkheden tot interne crisis binnen de regering worden beheerst of uitgesteld. Nochtans zijn die tegenstellingen enorm en het potentieel om alsnog voor de verkiezingen ten onder te gaan eindeloos.
Opnieuw zijn het de loontrekkenden die de rekening betalen. Onze regering trekt immers ten oorlog, en zij beperkt zich niet tot één front maar zet de aanval in op twee fronten tegelijkertijd.
Wapentransporten naar de Golf
Een eerste front betreft de oorlog in Irak. Nu de oorlog begonnen is, vallen eindelijk ook de maskers af. Na maanden van hypocriete vredespropaganda over de demarches van onze regering binnen de VN om de vrede te bewaren, wordt meer dan eens duidelijk dat onze regering de Amerikaanse oorlogsmachine weinig in de weg heeft gelegd. Meer nog, zij verleende en verleent haar actieve medewerking aan de organisatie van de oorlog en is dus ondubbelzinnig medeplichtig.
Het schouwspel dat zowel de socialisten als groenen in deze zaak opvoeren, is ronduit triestig. Ondertussen is reeds door verschillende bronnen, waaronder vooraanstaande juristen, aangetoond dat er eigenlijk geen enkele juridische basis bestaat voor de Amerikaanse wapentransporten via ons land. De inhoud van de Conventie van 1971, waarop de regering zich baseert, is nu eindelijk uitgelekt. En wat blijkt: ze is helemaal niet toepasbaar op de huidige transporten! Ze geldt enkel voor conflicten gedekt door de regio van de NAVO, waartoe Irak niet behoort (voor meer juridische argumenten zie elders op deze website). De bewering van Verhofstadt dat we die transporten juridisch niet kunnen tegenhouden is dan ook een maat voor niets.
De houding van de socialisten en de groenen is dat nog minder. Zij vinden dat de wapentransporten moeten stoppen. Maar de opzegging van de geheime conventie van 1971 kan pas binnen zes maanden in werking treden. Dat het merendeel van het Amerikaanse militaire materieel dat via ons land werd verscheept zich nu al in de Golf bevindt, wordt hierbij vergeten. Er zijn echter nog meer transporten op komst midden april. Het lijdt geen twijfel dat deze toegelaten zullen worden. Volgens uitgelekte informatie van de opvolgingscommissie in het parlement pronkt België nu dankzij de garanties van Verhofstadt niet meer op de lijst van de ‘coalition of the weasels’. De geheime waarborgen van de regering aan de VS in verband met de wapentransporten zorgen dat ons land toch bij de ‘coalition of the willing’ behoort. Het is verwonderlijk dat socialistische en groene verkozenen zich nog durven laten zien op anti-oorlogsmanifestaties. We moeten hen daar confronteren met hun hypocrisie zodat zij zich niet meer kunnen verschuilen achter nepargumenten.
De inzet van de verkiezingsstrijd ligt dus eigenlijk hier. De regeringspartners willen kost wat kost de huidige coalitie voortzetten. Het militaire opbod van de Amerikanen en de Amerikaanse wapentransporten via de Antwerpse haven mogen bijgevolg niet meer leiden tot een vroege val van de regering. De ‘vredesdiplomatie’ van Louis Michel dient daarom vooral voor interne consumptie: te grote scheuren in de coalitie vermijden en alzo de samenhang vergroten met behulp van de voor de regering nuttige Amerikaanse arrogantie. Het conflict in Irak zal echter niet de laatste oorlog zijn die de Amerikaanse imperialisten zullen voeren en het zal dus ook niet de laatste keer zijn dat er via ons land oorlogsvoorbereidingen worden getroffen. Fijn dus om te weten dat onze regering ons land aanbiedt als een vooruitgeschoven Amerikaanse militaire basis. Dat is de inzet van de verkiezingen.
Offensief tegen de arbeidersklasse
Onze regering trekt ook nog op een tweede front ten aanval, meerbepaald op het sociale front. Meer en meer worden we immers geconfronteerd met de gevolgen van de sociale oorlog die gevoerd wordt tegen de arbeidersklasse.
De huidige paars-groene regering kon nog beginnen onder een positief gesternte. Er was een goede conjunctuur, een klein begrotingsoverschot en de overheidsschuld kon worden afgebouwd. De volgende regering zal echter moeten regeren in een slechtere economische situatie. We worden steeds meer geconfronteerd met de gevolgen van de economische recessie: sluitingen, ontslagen, een aanval op onze sociale verworvenheden en een algemene onzekerheid. Als we afgaan op de ballonnetjes die nu al worden opgelaten voor de volgende regeerperiode, dan hebben de loontrekkenden niet veel goeds te verwachten van de volgende regering. Een greep uit wat er zoal op het menu zal staan: nog meer sluitingen en ontslagen, nog meer vermindering van patronale bijdragen en dus nog meer druk op de sociale zekerheid, nog meer flexibiliteit en stress, besparingen in de ziekteverzekering, de privatisering van een aantal openbare diensten en afschaffing van de index. Het lijkt wel of de kerstman zal langskomen. Die is echter wel van kleur veranderd en draagt geen rood meer, maar verhult zich in het blauw van de liberalen. De socialisten gaan plat op de buik.
De inzet van de verkiezingen is dus hoog, temeer omdat de regering momenteel ook bezig is haar repressieapparaten uit te bouwen. Allerlei uitzonderingssituaties worden uitgeroepen voor politie en leger. Er wordt kwistig met uitzonderingsmaatregelen gesmeten, en dat alles uiteraard onder het mom van de strijd tegen het terrorisme. Je moet maar weinig verbeelding gebruiken om te weten dat die repressie uiteindelijk zal worden ingezet tegen de arbeidersbeweging wanneer die protesteert tegen het antisociale beleid dat gevoerd wordt.
Deze verkiezingen zijn een gelegenheid om aan de meest kritische delen van de bevolking uit te leggen hoe het overleven van het kapitalisme onverzoenbaar is met vrede, zekerheid en voorspoed. Hoe links bepaalde partijen ook beweren te zijn, als ze proberen voor vrede en sociale rechtvaardigheid te strijden binnen de perken van het winstsysteem, dan zijn ze gedoemd om hun goede intenties te ruilen voor praktische medewerking en steun aan de oorlog. Ook op het sociaal-economische vlak geldt deze grondregel. Als je probeert te handelen binnen de logica van de ‘vrije’ markteconomie, dan word je medeplichtig aan een vreselijke aderlating voor de tewerkstelling en sociale rechten van arbeiders en bedienden. Daarom is het belangrijk om te strijden voor een echt socialistisch programma dat breekt met het kapitalisme. Jongeren moeten zich organiseren met de arbeidersbeweging en er strijden voor zo een programma. Als je vrede en sociale rechtvaardigheid wil, dan moet je strijden voor socialisme.