Als de verdeling van de post in Antwerpen goed is verlopen, zou elke Antwerpenaar op donderdag 4 november een Postnote in zijn/haar brievenbus hebben teruggevonden. Volgens de Post, zo meldt het korte bericht, komt er een nieuwe organisatie voor de uitreiking van de briefwisseling. De Georoute blijkt onafwendbaar.
“Door de concurrentie van nieuwe communicatiemiddelen zoals internet en sms en door de toenemende liberalisering (...) is de Post genoodzaakt zijn werkmethodes grondig te herzien.” Dat de communicatiemogelijkheden vandaag op een andere manier dan met de pen of de typmachine worden gevoerd, lijkt een aanvaardbaar argument. Dit kan echter niet de doorwegende factor zijn voor de komende veranderingen die de Post in haar bedrijf wil doorvoeren. De ‘nood’ aan liberaliseringen omwille van winsten wegen daarentegen in al hun opdringerige gewicht wel door. Het beoogde doel van de Post bestaat erin de rondes van de postbodes te optimaliseren. Niet de postbodes worden geoptimaliseerd maar de rondes. Hoe zit het dan eigenlijk met onze postbodes? En wat betekent dit voor de bevolking? Laten we met het laatste beginnen.
Concreet gezien zouden we niet moeten vrezen voor het uitblijven van zendingen dankzij de op til staande veranderingen. De post zal enkel ofwel vroeger of later dan normaal kunnen worden afgeleverd. Ook moeten we, voorzover we onze postbode kennen, niet verbaasd zijn dat de post door een andere postbode zal worden geleverd. Maar, zo stelt het bericht van de Post ons gerust, deze nieuwe postbode zal net zoals de vorige “blijven ijveren om u optimaal te bedienen.”
Wat zijn echter de consequenties voor de postbode? Die moet zich maar schikken naar de grillen van de liberalisering. Niet hij of zij zal het optimale beheersen, maar andersom. De sociale beweegruimte van onze postbodes: die zullen zich moeten haasten, geen tijd meer hebben om het wekelijks gesprek met een eenzame bejaarde, geen vijf minuutjes voor dat ene tasje koffie bij die vriendelijke mensen van de Pietersstraat 22. In het verkeer zal men extra voorzichtig moeten zijn. En het is daar al zo’n een hectische boel. Haast en spoed is zelden goed, de postbodes zullen deze nog steeds krachtige boerenwijsheid ongetwijfeld beamen. Lijkt het overdreven als we stellen dat dankzij de invoering van de georoute inbreuk wordt gepleegd op de waardigheid van de postbode, op de mens als arbeidend wezen tout court? Neen.
Maar de Post drukt ons op het hart dat we niets hoeven te vrezen: elke verandering vraagt natuurlijk een aanpassingsperiode. Inderdaad, dat kunnen we niet ontkennen, maar tot welk doel? In de steden zou de postbezorging er niet onder lijden; de dorpen, dat is een ander paar mouwen. De postbodes zullen zelf een lijdensweg ingaan. Efficiëntie, optimaliseren, flexibiliseren, kortom de gehele boel liberaliseren. De slagwoorden van de liberalisering worden aan onze hardwerkende postbodes gepresenteerd op een vervloekt schaaltje van de conjunctuur. U weet wel, “het gaat niet goed, dus we moeten besparen en efficiënter werken.” De postbodes hebben een belangrijke sociale functie in onze samenleving – spijtig genoeg minder dan vroeger. Die daalt blijkbaar zienderogen in waarde. Dergelijke veranderingen afgestemd op de maat van lokkende winsten, snijden weer eens diep en scherp in de sociale weefsels van het menselijk bestaan. Niet alleen het leven van de postbodes wordt hectischer, heel onze maatschappij draait dol voor de winsten van een kleine minderheid. De haast en werkdruk van de postbodes is voor zeer veel werkende mensen herkenbaar. Daarom kan het geen kwaad solidariteit te betonen met de stakende postbodes. Toch, Festina Lente, haast je langzaam.