Al een jaar lang vechten de dames en de heren van de non-profit voor een degelijke CAO voor de periode 2005-2009. Het afgelopen jaar zijn de vakbonden van de non-profit er in geslaagd om tot vijf maal toe 20.000 mensen op de Brusselse straten te brengen. Met een duidelijk en gerechtvaardigd eisenpakket zijn ze begonnen aan de strijd, maar een degelijk voorstel liet op zich wachten.

Op 27 januari was er de recentste nationale grote betoging van de non-profit. Tijdens deze actie was er al ongeduld te voelen onder de betogers. Ze waren het wachten op resultaten beu. Toen de onderhandelingen na deze actie weer tot niets leken te leiden, gingen er voor het eerst stemmen op in de richting van een staking van onbepaalde duur.

De regering en in het bijzonder de bevoegde ministers Freya Van den Bossche en Rudy Demotte hebben deze dreigementen duidelijk niet serieus genomen. Ze leken te denken dat de eisen van de non-profit dingen zijn waarop ze zoveel kunnen afbieden als ze maar willen. Maar de mensen van de non-profit weten heel goed wat ze waard zijn en wat ze nodig hebben. Het voorgestelde akkoord dat een budget van amper 375 miljoen euro ter beschikking stelde, werd door de syndicale afgevaardigden van de christelijke vakbond LBC bijna unaniem geweigerd. Vanaf donderdag 26 februari ging de gehele non-profit in staking. LBC trok zoals altijd het voortouw. Uit een peiling die ze deden bij 46.387 werkers in de sector, bleek dat 96,6 procent het voorstel van de regering verwierp. Aangezien de LBC 84 procent van de mandaten hebben in Vlaanderen en 70 procent in Wallonië, konden de andere vakbonden niet anders dan volgen. Vanaf dag één werd de staking enorm goed opgevolgd in Vlaanderen, met her en der acties. In Wallonië en Brussel was de opvolging eerst iets minder, maar in de loop van de tweede week werd ook daar gestaakt met dezelfde hevige frequentie.

De meest radicalen en voortrekkers in de sector waren dus deze keer Vlamingen van de christelijke vakbond. Normaal gezien willen de media, het patronaat en de rechtse politici altijd alles afschuiven op de ‘Walen’ en dan vooral die van de socialistische vakbond. Zij zouden te oubollig zijn, wat in de taal van de bazen betekent dat ze te veeleisend zijn, dat ze niet gemakkelijk de bevelen van het patronaat pikken. De voorhoede van de witte woede, merendeels Vlamingen van de christelijke vakbond, doorprikt echter deze leugen. Het toont dat al het communautair gezwets enkel dient om de echte klassentegenstellingen te verhullen.

De regering probeerde eerst de non-profit onder druk te zetten door elke onderhandeling te weigeren zolang de stakingen bleven duren. Maar zo snel gaven ze niet op; ze hadden immers niets te verliezen. Afgelopen weekend is de regering dan toch weer met een voorstel over de brug gekomen. Boven op het vooraf beloofde budget van 375 miljoen euro werd nog eens bijna 100 miljoen euro gedaan. Waarom is er deze keer een extra 100 miljoen mogelijk terwijl dat tien dagen geleden niet het geval was? De vastberaden voortzetting (gedurende elf dagen!) en de uitbreiding van de staking hebben duidelijk het verschil gemaakt.

Het gehele budget zal gebruikt worden voor een aanvullend pensioen, een aantrekkelijkheidpremie van ongeveer 300 euro (deze keer geïndexeerd) maar die kan oplopen tot 400 euro en 10.000 extra jobs. Toegegeven, de extra 300 euro is verre van een volwaardige dertiende maand! Maar het is zeker een reële, hoewel beperkte koopkrachtverhoging.

Wat werkgelegenheid betreft betekent het akkoord concreet dat per dertig patiënten er één verpleegkundige bijkomt. De beperkte arbeidsduurvermindering vanaf 45 jaar wordt ook concreet verwezenlijkt door middel van extra vakantiedagen. De arbeiders krijgen na vijf jaar dienst automatisch een bediendenstatuut. Belangrijk is ook dat de poging om van de non-profit een proeftuin te maken voor het ontmoedigen van het brugpensioen, mislukt is. Er zou ook sprake zijn in het akkoord van de erkenning van een vakbondsvertegenwoordiging in kleine instellingen vanaf twintig personeelsleden. Het voorstel werd goedgekeurd door 99 procent van de delegees van de Staten Generaal van de LBC. Bij de Franstalige CNE kreeg het akkoord 93 procent steun. Bij de socialistische BBTK en Setca kwam de meeste kritiek op het akkoord. Uiteindelijk keurden toch 68 procent van de rode afgevaardigden het akkoord goed.

Het akkoord betekent nochtans geen rust in de sector. Vooreerst weten de mensen zeer goed dat er nu hard verder geknokt zal moeten worden voor de toepassing van dit akkoord. Dan zijn er de onderhandelingen op Vlaams niveau die nog moeten beginnen en er wordt opgeroepen tot solidariteit. Op dat niveau (onthaalmoeders, mensen van de thuiszorg enzovoort) moet nu minstens hetzelfde verkregen worden als op federaal vlak. Walter Cornelis heeft het over het begin van “een tweede oorlog”.

Het akkoord in de non-profit is dus een gedeeltelijke overwinning. Deze is enkel mogelijk geweest dankzij de enorme solidariteit en vastberadendheid van alle mensen uit de sector. Voor diegenen die er nog aan twijfelden: strijd loont. In dat opzicht is het behaalde resultaat in de non-profit een voorbeeld voor andere sectoren. Anderzijds is het onderste helemaal niet uit de kan gehaald. De eisenbundel van de non-profit valt te betalen en moet betaald worden. Als er een einde gesteld wordt aan de plundering van de ziekteverzekering door de medische en geneesmiddelenindustrie, dan kunnen minstens alle eisen van de het personeel uit de zorgsector ingewilligd worden. Deze strijd is dus verre van gestreden.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken