Als ik me niet vergis was het op 16 januari 2007. Die avond zou Johan Vande Lanotte in Antwerpen de teksten voor het ideologisch congres van 27 januari komen toelichten. SP.a Rood had een pak amendementen ingediend. Dat was nochtans niet gemakkelijk geweest. De ontwerpteksten waren pas vrijgegeven net voor de feestdagen, en de deadline voor de amendementen werd gezet op Driekoningen.
Ik had echt geen zin om na een overvolle werkdag naar het zogenaamde "debat" te gaan. Sinds de "managers" het in de partij voor het zeggen hadden was dat immers vooral een top-down gebeuren. Een distributie van marsorders. Bijna al onze amendementen voor het congres van maart 2006 waren neergemaaid door de mitrailleursnesten van het partijapparaat.
Een rondje hardlopen in het Deurnese Rivierenhof gaf me toch de nodige moed om naar het jeugdcentrum Trix in Borgerhout te trekken. Ik had niets voorbereid. Er waren andere SP.a-Roders afgekomen, zij het ook onvoorbereid. Tot onze grote verbazing werden onze amendementen aan de ingang aan de congresgangers uitgedeeld. Johan gaf ons vrijwel onmiddellijk het woord. Een week later zat ik in Brussel op de resolutiecommissie en een pak SP.a-Rood-amendementen werd daar in de strakke regie van het congres van 27 januari in de Antwerpse Zuiderkroon opgenomen. Waaronder ook een genetisch gemanipuleerde versie van hét amendement dat heel het congres zou kleuren: er moesten opnieuw "arbeiders" op de lijsten staan ("Politiek is te veel een zaak van hoger opgeleiden geworden" luidde ons amendement, maar Johan stak ons bij wijze van spreken links voorbij met zijn arbeiders). Op 10 juni zou echter blijken dat het te weinig was en te laat: de breuk met de syndicale achterban zal pas definitief gelijmd kunnen worden door een inhoudelijke correctie, dat wil zeggen terugkomen op de sociaal-economische stellingen die de partij verdedigde ten tijde van het Generatiepact.
Gisteren las ik in een voorpublicatie in De Standaard uit "De Zestien is voor U" wat er die dagen achter de SP.a schermen gebeurde. Een eerste poging van Vande Lanotte om met behulp van BV's en een structurele binding met een aantal middenveldorganisaties tot een superpartij te komen was op de klippen gelopen. Er was dringend een arbeidersdraai nodig om de leemte op te vullen. De SP.a-Rood-amendementen kwamen daarbij van pas.
De agenda's van de linkerzijde in de partij en die van de top lopen zelden samen. In die bijzondere dagen dus wel. Daar ben ik uiteraard niet rouwig om. Ten gronde moeten we ons echter de vraag stellen of een BV-operatie en het uitrollen van een rode loper voor de middenveldorganisaties de partij had kunnen redden op 10 juni. Om met dat laatste te beginnen. Ik heb het altijd een bijzonder naïef idee gevonden te denken dat organisaties zoals 11.11.11 of Test-Aankoop zich met één politieke partij zouden willen vereenzelvigen. Om tactische redenen ging SP.a Rood op 27 januari 2007 akkoord met het concept van een open actiepartij. Twee maanden later testten we het concept in de praktijk uit door met een lokaal buurtcomité de steun van de nationale SP.a te vragen tegen de sluiting van een postkantoor in Deurne Noord. We kregen nul op het rekwest. Het concept was duidelijk niet bedoeld om geconsumeerd te worden aan de basis, maar enkel aan de top. Alléén kreeg men op topniveau de hoofdrolspelers niet over de brug...
"De zestien procent zijn voor u"
Het aantrekken van BV's dan. Dit soort goedkope stemmenronselarij hadden we al jaren geleden achter ons moeten laten. Een BV op de lijst zetten kan enkel dienen als kersje op de taart, op een ogenblik dat je als partij door je inhoud en je politieke actie de wind in de zeilen hebt. En dan nog op voorwaarde dat de BV met hart, ziel en vooral verstand volledig méé is met het partijprogramma. Als deze voorwaarden niet vervuld zijn dan geef je de kiezer eerder het signaal dat je hem niet voor vol aanziet.
Er waren trouwens al eerdere tekenen dat het "partijmanagement" een vreemde visie heeft op kiezers en partijleden. De afgelopen tien jaar kregen de partijleden vaak de indruk dat ze in de weg liepen als het erop aan kwam om de kiezer te bereiken. Het partijlid was blijkbaar enkel de drager van allerlei oubollige ideeën die het contact met wat er leeft in de samenleving verhinderen. Het strekte dan ook tot aanbeveling om vooral géén partijkaart te hebben als je het wou maken in de SP.a. In een no time schopten deze mensen het tot partijvoorzitter, burgemeester of staatssecretaris. Tegelijk schopten ze de SP.a terug tot zestien procent van het electoraat.
De houding van de partijleiding tegenover de leden is een indicator van haar houding tegenover de kiezer. Wie de partijleden niet ernstig neemt zal ook de kiezer niet ernstig nemen.
In de bewuste voorpublicatie lezen we:
De werkgroepen die het Pro-congres voorbereiden, hebben al stapels teksten gebaard. 'Zorg dat je van dat congres afgeraakt, want je gaat er miserie mee hebben', vertrouwt Stevaert zijn opvolger toe. De nieuwe voorzitter laat alles in de vuilnisbak kieperen. Het congres wordt voor onbepaalde tijd uitgesteld.
Dat "in de vuilnisbak kieperen" passeert hier als een fait divers de revue, maar voor een gewoon partijlid is het een pijnlijke ervaring. Ook die episode heb ik zelf meegemaakt. In 2005 maakte ik deel uit van de werkgroep economie. Voor de werkende mens was dat geen eenvoudige zaak: om 17 uur 's avonds werd je op het kabinet van Peter Van Velthoven in Brussel verwacht (Peter had gelukkig broodjes laten aanrukken). Dat betekende: verlofuren opnemen en 's avonds naar Brussel sporen. Maar het loonde de moeite. Er ontstond een verhit maar diepgravend debat in die werkgroep, en geleidelijk aan raakte de meerderheid in de groep overtuigd van een visie die dicht aanleunt bij wat vandaag de ideologische ruggengraat is van SP.a Rood: "economische democratie" als basisconcept in de socialistische ideologie. Een zeer sterke openbare sector, sterke en onvervreemdbare werknemersrechten en internationale solidariteit versus eeuwige competitie.
Inderdaad, hiermee gingen ze dus "miserie" hebben op het congres. De werkgroep stierf dan ook een stille dood. De sporen van het debat werden in een gedegen Stalin-stijl uitgewist: de laptop van de secretaris van de werkgroep werd gestolen op de trein. En op de congressen van maart 2006 en januari 2007 werd het cruciale thema "economie" zelfs helemaal onaangeroerd gelaten, kwestie van geen "miserie" te hebben.
Dat alles was natuurlijk niet van aard om het vertrouwen van de partijleden in de leiding te versterken. Die betreurenswaardige manier van werken, het zich voortdurend omringen met mensen die het eigen gelijk herbevestigden en het zich afsluiten van de sociale realiteit leidde niet enkel tot het debacle van 10 juni. Het leidde ook tot mijn merkwaardig succes in de strijd om het voorzitterschap van de partij: vanuit het niets en zonder één enkel steunpunt in het partijapparaat haalde ik 34 procent van de stemmen. In Antwerpen waar de leden me beter kennen haalde ik 59 procent. En dat in de gezagsgetrouwe partij die de SP.a altijd geweest is.
De lijdensweg van mijn partij is niet voorbij. Gelukkig worden onder de leiding van Caroline Gennez en Dirk Van der Maelen de eerste schuchtere lessen getrokken. Op de partijraden wordt er weer geluisterd naar de afdelingsvoorzitters en -secretarissen. Het kleuterige ledenblad "Tapas" werd uit de handel genomen en vervangen door een inhoudelijk iets sterkere "KaDee" (Kd. Wat staat voor het gedurende vele jaren als oubollig beschouwde "Kameraadschappelijk").
Ik zal hen in die koerswijziging steunen.
Het grote werk ligt echter nog voor ons: de inhoudelijke vernieuwing. De SP.a zal zichzelf pas aan de haren uit het electorale moeras kunnen trekken door een geloofwaardige plaats in te nemen op de linkerflank van het politieke spectrum. Dat betekent dat we moeten vertrouwen op eigen krachten en inzichten zonder een ongemakkelijk "derde weg" compromis te zoeken met de heersende wereldideologie, het liberalisme. Het betekent onze eigen achterban ernstig nemen zonder ze te willen verleiden met het klatergoud van BV's. Het betekent ook: geleidelijk aan de nodige afstand nemen van de regeringspraktijk van de afgelopen 19 jaar en dat is jammer genoeg moeilijk en pijnlijk. Als we in het eerste nummer van Kd. lezen dat de klassieke wegen verlaten moeten worden ben ik daarmee akkoord: de klassieke weg in de SP.a is namelijk de derde weg geworden, de centrumweg.
De tijd is rijp. Er dreigt een wereldwijde kredietcrisis, maar die dreiging verzinkt in het niets tegenover de voedselcrisis en de milieucrisis. De opeenstapeling van deze crisissen toont glashelder aan dat ons sociaal-economisch wereldmodel faalt. Het is de historische taak van socialisten om op deze uitdagingen een antwoord en een alternatief te bieden.
Naar links en dan vooruit!