In vorige artikels (Marxisme en de nationale kwestie  en De mythe van de sociale staatshervorming) zijn we vrij uitvoerig ingegaan op het nationaal probleem (de marxistische term voor wat wij in België de communautaire kwestie noemen). Met 15 juli dient zich een nieuwe deadline aan voor de onderhandelingen hierover. We spraken ons daarin uit tegen een splitsing van het arbeidsmarktbeleid.

Yves Leterme had het daarover in Terzake, naar aanleiding van de ‘herdenking' van één jaar verkiezingen. Hij haalde het voorbeeld aan van regio's in Vlaanderen waar de werkloosheid slechts 3 procent is (waarschijnlijk bedoelde hij zijn eigen thuisbasis Ieper, Roeselare, Kortrijk), terwijl enkele kilometers verder over de taalgrens de werkloosheid 20 procent bedraagt. Dat zijn juiste en onaanvaardbare feiten, maar wat bewijzen ze? Toch niets anders dan dat de splitsing van de arbeidsbemiddeling (VDAB in Vlaanderen en FOREM in Wallonië) gefaald heeft! Er zijn onderzoeken geweest naar de redenen waarom de Waalse arbeiders er zo moeilijk toe kwamen om werk te zoeken in Vlaanderen. Het belangrijkste obstakel was niet de taal, maar de gebrekkige verbindingen, vooral met het openbaar vervoer. En natuurlijk is het buurtvervoer gesplitst (De Lijn in Vlaanderen, TEC in Wallonië), wat een oplossing bemoeilijkt. Als we nu nog de zotten volgen die ook het spoor willen splitsen, dan komen we helemaal in de problemen. Dat Leterme uit de vorige feiten de conclusie trekt dat het arbeidsmarktbeleid verder moet worden geregionaliseerd door de splitsing van de RVA, is helemaal een giller. Helaas wordt hij hierin gevolgd door de meeste Vlaamse politici, onder wie ook socialisten (Vande Lanotte, Vandenbroucke).

De staatshervorming wordt door de Vlaamse partijen vrijwel unaniem beschouwd als een nooit ophoudende overdracht van bevoegdheden van het federale niveau naar de gewesten. Dat is compleet onefficiënt en helemaal geen ‘goed bestuur'. Over het algemeen zijn marxisten voorstander van een unitaire staat om een maximaal behoud te hebben van gemeenschappelijke bescherming (arbeidswetten, sociale zekerheid, pensioenregeling enzovoort) en om redenen van efficiëntie (bv. openbare bedrijven zoals spoorwegen en post).

Dat betekent niet dat er geen verschillende aanpak mogelijk is voor problemen zoals arbeidsmarktbeleid, gezondheidsbeleid e.d. naargelang de regio van het land. De vraag is echter: vallen de taalgrenzen samen met economische, sociale, politieke, gezondheidsgroepen? Het antwoord is neen. Centraliseren en decentraliseren kan via één wettelijk systeem geregeld worden, wat het voordeel heeft dat men de problemen van anderen kent en er uit leert. Niet het steeds verder opsplitsen van alle bevoegdheden is nodig, maar het laten werken, binnen één wettelijk systeem van verschillende mogelijkheden. Zo zou een socialistische maatschappij georganiseerd zijn. In kapitalistische staten als België wordt alles echter ondergesneeuwd in hopeloos ingewikkelde structuren om zo de echte klassentegenstellingen te verbergen. Onze taak is daarom niet het voortouw te nemen in om het even welke nieuwe staatshervorming. Wél moeten we binnen dergelijke discussies de sociale rechten van de bevolking bewaken, ook met respect voor de ambtenaren die het allemaal in praktijk moeten brengen. Meestal zijn die helemaal niet gebrand op verdere splitsingen of reorganisaties, maar willen ze gewoon voldoende middelen om hun werk te doen. Zo komt er vandaag eindelijk meer samenwerking tussen de diensten voor arbeidsbemiddeling VDAB (Vlaanderen), ACTIRIS en FOREM (Brussel en Wallonië). Laat ons dat eerst een kans geven.

Brussel-Halle-Vilvoorde

BHV! Het heeft alle allures van een Belgenmop. Iedereen vertelt dat hij er niet wakker van ligt en toch schijnt het probleem de Belgische politiek te blokkeren. Het zou niet de eerste keer zijn dat dit gebeurt door een probleem van tweede en derde garnituur (Voeren!) en ongetwijfeld verbergt dit andere tegenstellingen. Toch willen we een poging doen om in te gaan op de echte problemen in BHV. De Vlaamse partijen eisen de splitsing van het gerechtelijke en het kiesarrondissement dat nu Brussel en Vlaams Brabant omvat. Het eerste is mogelijk bij gewone wet, voor het tweede is een grondwetsherziening nodig. In feite is de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde een verkeerde oplossing voor een zeer reëel probleem. Natuurlijk verdient het geen schoonheidsprijs dat de inwoners van Vlaams-Brabant voor de (tweetalige) Brusselse lijsten kiezen en die van Waals-Brabant niet. Maar het echte probleem is natuurlijk de begrenzing van Brussel en de faciliteitengemeenten. Beter gezegd: het echte probleem is de stelselmatige uitbreiding van de grootstad Brussel en de rechtmatige verzuchtingen van de bewoners van de landelijke gemeenten er rond. Dat is een probleem dat Vlaanderen ook kent, of is men de polderdorpen rond de Antwerpse haven (Doel!) vergeten? Die werden en worden gewoon van de kaart geveegd! Het is vooral een sociale problematiek, die trouwens ook speelt in Waals-Brabant. Met grote voorsprong het belangrijkste probleem is niet het taalprobleem, maar het woningprobleem. Door de inwijking vanuit Brussel zijn de grondprijzen in deze landelijke gemeenten zodanig gestegen dat het voor de jonge bevolking onbetaalbaar wordt om er nog te huren, laat staan te bouwen. Velen zien zich gedwongen te emigreren uit hun geboortestreek. Enkel een socialistische grondpolitiek, die voorziet in verkavelingen voor kleine percelen bestemd voor bescheiden woningen en het aanbieden van voldoende sociale woningen, kan hier een oplossing voor bieden.

Brussel heeft recht op een betere plaats binnen het Belgische staatsbestel. Economisch het sterkste onderdeel van de Belgische staat, wordt Brussel uit Vlaanderen (ook wel eens uit Wallonië) vooral als een probleem bezien. Wij vinden dat Brussel meer middelen en mogelijkheden moet krijgen. Dat houdt ook de territoriale uitbreiding in (met garanties voor de oorspronkelijke bevolking). De situatie van de faciliteitengemeenten is soms hilarisch. In deze nominaal ‘Vlaamse gemeenten' spreekt tot 80 procent Frans! Volgens veel definities zouden de 20 procent Vlamingen niet eens voldoende in aantal zijn om aanspraak te maken  op faciliteiten. Laat staan dat zij de ‘meerderheidsgroep' zouden zijn en dat de Franse faciliteiten ‘uitdovend' zouden moeten zijn. Een verstandige uitbreiding van (tweetalig) Brussel lijkt de enige mogelijkheid, gebaseerd op een democratische stemming in de verschillende randgemeenten. In Brussel zelf moet erop worden toegezien dat Vlamingen er in hun eigen taal kunnen worden bediend (administratie, ziekenhuizen enzovoort). Meertalig personeel moet door bijkomende premies gestimuleerd worden. Gratis taallessen moeten tijdens de diensturen van de administratie voorzien worden.

De centen

Elke discussie over staathervorming draait in laatste instantie over centen. De federale staat komt geld tekort voor de financiering van de vergrijzing. De patroons willen centen in de vorm van belastingvermindering om de nakende economische recessie op te vangen. De arbeidersbeweging eist een herstel van de koopkracht. Tegelijkertijd waarschuwt de Nationale Bank dat er voor het evenwicht van de begroting dit jaar nog 1 miljard euro besparingen nodig zullen zijn, volgend jaar zelfs 4 miljard. Dit is een recept voor klassenstrijd! De staatshervorming kan en zal gebruikt worden om mist te spuien en de werkelijke tegenstellingen te verdoezelen.

Wij zien in grote lijnen twee mogelijke uitkomsten. Ofwel lanceert de regering een aanval op onze levensstandaard om het gat in de begroting te dichten en de bedrijven op hun wenken te bedienen; de staatshervorming kan hierbij gebruikt worden om de besparingen naar de gewesten door te sluizen. Ofwel durft de regering de confrontatie niet aan en valt ze; ook dan kun je er donder op zeggen dat de regering niet zal vallen over het thema waarover het werkelijk gaat maar schijnbaar over een communautair probleem, laat ons zeggen BHV. Maar voor we het zouden vergeten: er is natuurlijk nog een derde oplossing: de PS verlaat deze asociale regering en strijdt samen met SP.a en de vakbonden voor een socialistisch alternatief (in het parlement, maar ook op straat!). Komen er nieuwe verkiezingen dan zouden zij daar in dat scenario zeker niets van te vrezen hebben.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken