De grote verrassing is niet dat Leterme zijn ontslag heeft ingediend, maar wel dat de media er verrast op reageren. In de afgelopen maanden achtte immers geen enkele krant een akkoord over de staatshervorming tegen 15 juli mogelijk. Vanwaar dan de verrassing?
De meeste waarnemers hadden er blijkbaar op gemikt dat als puntje bij paaltje kwam Leterme uiteindelijk de moed zou hebben zijn partij voor de keus te stellen. Zijn regering had immers een akkoord bereikt over het sociaaleconomische luik en de begroting. Alleen de deadline voor een akkoord over de staatshervorming haalde hij niet. Leterme hoopte wellicht dat een nieuwe formule waarbij de gewesten en gemeenschappen werden betrokken en een engagement langs Franstalige zijde voor een grote staathervorming misschien niet de N-VA, maar toch zijn eigen partij over de streep zouden trekken. Maar neen, de leider werd niet gevolgd. Wel door de top (zie verklaring Peeters die het zou verdedigen binnen de Vlaamse regering), maar niet door de basis.
De CD&V-top is dus het noorden kwijt. Hij heeft met zijn kartel een monster van Frankenstein gecreëerd die hij niet langer onder controle heeft. Kiezen voor Leterme en een voortzetting van de communautaire onderhandelingen zou niet alleen een breuk in het kartel veroorzaken, maar een schisma binnen de CD&V zelf. Die verscheurende keuze kon Leterme alleen vermijden door zijn ontslag aan te bieden. Daarmee is zijn prestige en is zijn partij voorlopig wel gered, ook al staat België aan de rand van de afgrond.
Het is duidelijk dat zowel Leterme, Kris Peeters als de CD&V-top verkozen om de onderhandelingen over de zomer te tillen en verder te zetten in een uitgebreid overlegorgaan met een vertegenwoordiging van de gewesten en gemeenschappen. De band met de NV-A dwong ze echter in een andere richting. Een van de meest opmerkelijke uitspraken van Leterme bij zijn ontslag is dat het Belgische overlegmodel zijn limieten heeft bereikt. Hij zegt daarmee identiek hetzelfde als Bart Dewever. Die uitspraak kan alleen maar betekenen dat een compromis op federaal vlak niet langer mogelijk is.
Maar wie a zegt, moet ook b zeggen. Leterme mist echter de moed om zijn redenering af te maken. Want als overleg niet meer kan, rest enkel nog een eenzijdig optreden. Wie niet luisteren wil, moet voelen. De reden waarom dat niet openlijk wordt gezegd, is dat in alle stilte gehoopt wordt op grotere toegevingen van de Franstaligen. Gebeurt dat niet, dan willen ze de Franstaligen voor een voldongen feit plaatsen: een confederaal model als enige werkbare oplossing. Ze vergeten echter één ding. Ook daarover moet worden onderhandeld. En hoe denken ze daarover een akkoord te bereiken, als ze nog geen kiesarrondissement kunnen splitsen? Nee, de CD&V heeft zich in een onmogelijke impasse gemanoeuvreerd die ze zélf heeft gecreëerd, en nu hoopt ze dat anderen de kastanjes uit het vuur zullen halen. Maar wie? Ze kunnen moeilijk in een regering blijven onder een andere leider die exact hetzelfde zou voorstellen als Leterme.
Is er dan echt geen alternatief? Ik moet afleren te eten voor de tv, want toen ik bij het middagnieuws Caroline Gennez hoorde zeggen dat de impasse volledig toe te schrijven is aan de Franstaligen die op alles ‘neen' blijven zeggen, ben ik haast gestikt. Door verslikking en van woede. Nu het nationalisme op alle fronten zijn petieterig onvermogen heeft aangetoond, trekt Gennez de Vlaamse kaart! On-be-grij-pe-lijk. Volgens opiniepeilingen heeft het kartel een dreun van 6% gekregen. De communautair veel minder beladen VLD klimt 2% omhoog. Toegegeven, de grootste winst gaat naar Dedecker, maar wie heeft het laatste jaar de SP.a echt gehoord? Ben ik de enige die eczema krijg bij het horen van het woord ‘staatshervorming'? Durft er dan niemand in de SP.a ingaan tegen het nationalistische vergif dat zich meester heeft gemaakt van brede lagen van de Vlaamse bevolking? Zijn de groenen dan de enigen die getuigen van gezond verstand op communautair vlak?
Anderzijds komt het communautaire niet eens voor in de topbekommernissen van ‘de mensen'. Werk, koopkracht en pensioen, stuk voor stuk thema's die op het lijf geschreven staan van de socialisten, vormen de topdrie. De SP.a zou rond die drie thema's, samen met de PS, een (geloofwaardig!) socialistisch noodprogramma moeten opstellen. Op die manier zouden de socialistische partijen in de prakrijk aantonen dat samenwerking over de taalgrens wel mogelijk is. Daar rond moeten ze vervolgens bondgenoten verzamelen: de groenen, maar ook de werknemersvleugel van de christendemocraten. Zelfs de arbeidersbasis van het Vlaams Belang zou zich achter een dergelijk programma kunnen scharen. Langs Franstalige kant zou een dergelijk programma vast weerklank vinden bij Ecolo en een deel van de CDH.
Dat betekent niet dat de SP.a en de PS blind moeten zijn voor de institutionele tekortkomingen van de Belgische staat. Maar de basis van die hervorming mag niet de Vlaams-Waalse tegenstelling zijn, maar die tussen arbeid en kapitaal. Utopisch? Een werk van lange adem? Allicht. Maar als je erover nadenkt, een praktische noodzaak. Want zoniet doemt er een alternatief op dat op termijn kan uitmonden in Balkantoestanden.
Overgenomen van de blog: http://revolutieresolutie.skynetblogs.be/