Op maandagavond om 20u was het dan eindelijk zover. In café De Nieuwe Sportclub in Gent organiseerden SP.a Rood Oost-Vlaanderen en de Gentse SP.a-wijkafdeling Rood Station een debat tussen Daniël Termont, Gents burgemeester en belangrijk mandataris van de SP.a, en Erik De Bruyn, voorman van de beweging SP.a Rood, die de SP.a een linksere en meer democratische koers wil doen varen.
Dit debat, met als thema "Een socialistisch beleid in tijden van economische crisis" had de bedoeling om een open discussie op gang te brengen tussen de militanten van SP.a Rood en de andere partijleden en -mandatarissen. Daniël Termont was, als openlijk voorstander van de discussie met SP.a Rood, de geschikte persoon om zich mee in dit initiatief te engageren.
Enkele dagen voor het debat was de crisis in de partij opnieuw volop losgebarsten, toen enkele mails uitlekten die het weinig democratische proces illustreren hoe ministerposten worden verdeeld en hoe verkozen mandatarissen worden bespeeld. Deze gebeurtenis dreigde even roet in het eten te gooien toen werd voorgesteld om ook dit belangrijke actuele punt ter discussie op de agenda te plaatsen, en ook de pers hierbij uit te nodigen. Dit probleem werd echter opgelost door de pers vooralsnog niet uit te nodigen, en het heikele punt formeel van de agenda te houden.
Op het debat waren ruim 80 aanwezigen. Café De Nieuwe Sportclub, een traditionele socialistische vergaderplaats, zat dan ook overvol. Op dit vlak was de avond dus al zeker een succes te noemen.
Er was voorzien om het debat op te bouwen rond een vijftal onderwerpen, maar de moderator van dienst, de heer Jacques Vandersichel, paste deze indeling heel flexibel toe, en zette zo zijn eigen stempel op de gelegenheid.
Uit het debat kwam naar voren dat Daniël Termont en Erik De Bruyn het op heel wat vlakken met elkaar eens zijn, maar dat ze ook vaak verschillen in de strategische keuzes die zij maken en de wijze waarop zij hun ideeën in de praktijk willen brengen.
Een eerste opvallende uitspraak van de burgemeester was dat hij er geen enkel probleem mee heeft om zichzelf een marxist te noemen. Hij verwees naar zijn jonge jaren bij de jongsocialisten, waar hij in de gelegenheid was om kennis te maken met het marxistische gedachtegoed.
Ook de keuze vóór de solidariteit, waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, was een punt van eensgezindheid tussen beide sprekers. Zo stelde Daniël Termont voor om de winsten af te toppen en dit bedrag in een solidariteitsfonds te stoppen waarmee de armoede kan worden weggewerkt. Ook vond hij het een schande dat er zoveel geld werd gegeven aan de banken, zonder dat daar ook maar enige voorwaarden tegenover werden gesteld. Helaas weigerde hij deze gedachte door te trekken naar de volledige nationalisatie van deze instellingen, zoals dat bij Erik wel het geval is. Toch moest ook hij toegeven dat het recente voorstel van John Crombez om een volkslening aan te gaan, kenmerken vertoont die in de richting gaan van een staatsbank, ook al zijn er nog aanzienlijke tekortkomingen in dit opzicht. Erik vraagt zich af waarom we dan niet meteen voor het volledige alternatief gaan, dus een echte staatsbank onder democratische controle.
In het verlengde van deze discussie bekritiseerde burgmeester Termont de rol die de politiek, waaronder ook de SP.a, had gespeeld bij de privatisering van vele openbare instellingen, zoals de ASLK of het Gemeentekrediet.
Naast de ideologische standpunten, waarop beide sprekers grotendeels overeen kwamen, waren er echter ook enkele botsingen, waarvan de nasleep van de voorzittersverkiezingen het scherpst tot uiting kwam.
Daniël Termont verwijt Erik De Bruyn dat hij zich bij de voorzittersverkiezingen niet tegelijk kandidaat heeft gesteld voor het partijbureau, alwaar hij ook zijn stem had kunnen laten horen binnen de partij. Daniël beschuldigt Erik ervan bewust aan de zijlijn te willen blijven staan, en enkel kritiek te willen leveren op de partij via de media. Hoewel Erik duidelijk maakte dat hij dit als een afbreuk zou hebben gezien aan zijn kandidatuur voor het voorzitterschap, vond hij dit geen bevredigend antwoord. De opmerking van Erik dat het partijbureau in de praktijk ook niet geschikt is voor leden die daarnaast nog een gewone job uitoefenen, kon bij hem echter wel op een stilzwijgende bevestiging rekenen.
Naast dit politiek-strategische twistpunt, trad ook nog een ander verschil aan het licht, ditmaal op ideologisch vlak. Burgemeester Termont is van mening dat een groot deel van de mensen tot de middenklasse is gaan behoren. Hoewel de SP.a zeker ook deze middenklasse moet aanspreken, wil hij dat de partij zich vooral bekommert om de verbetering van het lot van het beduidend kleinere armste deel van de bevolking. Erik repliceerde hierop door te wijzen op het niet-wetenschappelijke karakter van een dergelijke opdeling in midden- en lagere klasse. Alle personen die in (het grootste deel van) hun levensonderhoud voorzien door middel van het loon uit hun arbeid, behoren tot dezelfde klasse, ongeacht de hoogte van dit loon. De SP.a moet haar doelpubliek dus niet kunstmatig opsplitsen, maar moet zich tot de volledige loontrekkende klasse richten.
Na ongeveer een uur werd ook de gelegenheid gegeven aan de talrijke aanwezigen om hun vragen op de sprekers af te vuren. Als eerste kwam een vraag naar meer democratie in de partijstructuren. De manier waarop mensen in de afdelingen worden betrokken, en al dan niet een stem krijgen op de congressen, zorgt ervoor dat bijna niemand van SP.a Rood zijn of haar mening via de gewone partijkanalen kan uiten. Burgemeester Termont beaamde dat er op nationaal niveau en ook elders nog heel wat problemen zijn op dit vlak.
Een andere aanwezige ging hier verder op in en vroeg Daniël Termont of hij, als lid van het partijbureau, bereid is om op dat niveau het voorstel te doen om de congressen op een meer democratische manier te organiseren. Zo zouden de afdelingen voldoende op voorhand de voorbereidende teksten moeten krijgen, en zouden ze deze moeten kunnen bespreken en amenderen. Tevens werd gevraagd, indien het partijbureau hem niet zou volgen, en SP.a Rood dan een campagne zou voeren rond dit punt, of Termont deze campagne dan openlijk zou steunen. Op beide vragen antwoordde Daniël Termont kort en duidelijk "Ja!"
Dit positieve antwoordt vormde meteen het einde van een succesvol debat, waarmee de eerste stap voor een toenadering werd gezet. Deze zal hopelijk massaal navolging kennen bij de andere mandatarissen van de socialistische partij.