Eindelijk is er een akkoord over de begroting. Maar moeten we nu blij of treurig zijn? Het tweede vrezen we, want het is een slecht akkoord. Verwonderd moeten we daarover niet zijn, want de nota die formateur Di Rupo in de zomer voorstelde was al beneden alle peil. Daarin was de basis al gelegd voor de aanvallen op de werklozen, de jongeren en de pensioengerechtigden. De onderhandelingen met de rechtse partijen moesten toen nog beginnen. Na vijf weken onderhandelen is de uitkomst allesbehalve een evenwichtig compromis zoals de onderhandelende partijen nu uitbazuinen, maar is het een duidelijke overwinning van de partijen die de spreekbuis zijn van de kapitalisten.
Werkloosheid
Werklozensteun is niet langer een recht voor wie gestudeerd heeft of ontslagen wordt. De ‘wachtuitkering’ wordt pas toegekend 12 maanden na het beëindigen van de studies en wordt afhankelijk gemaakt van drie controles om te zien of er wel naar werk gezocht is. De jacht op werklozen is dus geopend. In plaats van arbeidsbegeleiding komt er sanctionering, in plaats van rechten komen er eisen. Benieuwd ook of de controlerende instanties voldoende middelen zullen krijgen of dat het gewoon een bureaucratische heksenjacht wordt. Voor wie die meer dan dertig is, wordt de wachtuitkering hoe dan ook beperkt tot drie jaar. Ze zou voortaan ‘zoekuitkering’ heten.
Werkloosheid neemt ook sterk af in de tijd. De eerste drie maanden is er wel een toename van 60 tot 65 procent van het laatste loon, nadien gaat het echter veel vlugger achteruit dan nu het geval is. Armoede zal het gevolg zijn. Het zal werklozen dwingen tot allerlei nepjobs en zal het zwartwerk stimuleren. Het zal een neerwaartse druk uitoefenen op de bestaande lonen en dat is natuurlijk wat de kapitalisten en de partijen die hen vertegenwoordigden wilden. Geen enkele garantie van patronale zijde dat er jobs bijkomen natuurlijk. Of dat er minder zouden verdwijnen? Remmen op sluitingen van bedrijven? Er werd blijkbaar zelfs niet over gesproken. We kunnen ons levendig voorstellen hoe de arbeiders van Arcelor Mital in Luik zich voelen. Maar cynisch wordt erbij gefluisterd dat het voor hen is dat sommige maatregelen zoals die voor de brugpensioenen pas ingaan vanaf 2016.
Pensioenen
De maatregelen voor de pensioenen en de brugpensioenen zijn de andere maatregelen die recht uit de eisenbundels van de patroonsorganisaties komen. Rudi Thomaes, afgevaardigde bestuurder van het VBO, legde deze zomer in een radio-interview duidelijk de zorgen van het patronaat uit. In 2012 zijn er niet alleen gemeenteraadverkiezingen, maar ook sociale verkiezingen in het voorjaar. In het najaar zijn er dan nieuwe CAO-onderhandelingen. Als er nu niets gedaan wordt aan de pensioenproblematiek, dan zitten ‘we’ nog gedurende twee jaar met de brugpensioenen opgescheept. In alle teksten van VBO, VOKA e.d. komt de pensioenproblematiek altijd als eerste punt naar voren. En waarom? Omdat zij willen dat de pensioenen betaalbaar blijven is het ‘officiële’ antwoord. Dat zou wel de eerste maal zijn dat de voornaamste bekommernis van de patroons uitgaat naar het welzijn van hun ex-werknemers. Net zoals bij de werkloosheid zorgt een vermindering van de rechten op (brug)pensioen ervoor dat de patroons sterker zullen staan en de arbeiders zwakker.
Dit zijn de belangrijkste maatregelen: de pensioenleeftijd wordt behouden op 65. Dat is dan ook het enige positieve, want al de rest wordt opgetrokken. Brugpensioen bij collectief ontslag van 55, niet langer vanaf 52. Conventioneel brugpensioen pas vanaf 60. Vervroegd pensioen vanaf 62 in plaats van 60. De voorwaarde is een loopbaan van 40 jaar, terwijl het vroeger 35 was. De eisen op het vlak van ‘beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt’ en de controle erop worden verder verscherpt. Ook jacht op bruggepensioneerden? En maatregelen die de patroons zouden verhinderen om ouderen bij bosjes te ontslaan? Met geen vergrootglas te bespeuren!
Wat zullen de gevolgen zijn?
De vorige twee maatregelen zijn degene uit het voorakkoord die het meest tegen de borst stuiten. Ze zullen wanhoop en verbittering veroorzaken bij de jongere generatie die pas aan het werk wil gaan. Maar tegelijkertijd zal er een even grote woede zijn bij degenen die al jaren hun arbeidsomstandigheden zagen achteruitgaan, de stress en de eisen van de bazen zagen toenemen en die halsreikend uitkeken naar een einde. Dat zullen ze nu jaren moeten uitstellen. En dat alles houdt dan nog geen rekening met de economische vooruitzichten.
Als er een nieuwe zware recessie op ons af komt (en het heeft er alle schijn van) dan zullen de bovenstaande maatregelen in pensioenen en werkloosheid nog dubbel hard aankomen. Tot welke toestanden dat kan leiden zien we in het zuiden van Europa: jonge koppels die opnieuw bij hun ouders moeten intrekken. Huizen die ze van de hand moeten doen omdat ze de hypotheek niet meer kunnen betalen. Het zijn allemaal fenomenen die nu al aanwezig zijn in onze maatschappij, maar die bij een crisis enorm kunnen aanzwellen. En waarom? Zelfs niet omdat het de begroting zoveel vooruit helpt. Beide maatregelen zijn niet becijferd, maar we kunnen met grote zekerheid zeggen dat ze weinig zullen opbrengen voor de schatkist. Het zijn zuivere maatregelen die de onderhandelaars hebben doorgevoerd met het geladen pistool van de patroons en ‘de markten’ tegen de slaap.
Leugens en bedrog
In principe gaat een begroting natuurlijk over centen. Dat het aan te bevelen is om niet (veel) meer uit te geven dan er inkomsten zijn, is iets wat niemand betwist. Zelfs het vooropgestelde bedrag van 11,3 miljard besparingen is niet direct het voornaamste voorwerp van discussie. De vraag der vragen is natuurlijk: wie betaalt? Heel de oorspronkelijke nota van Di Rupo was al doordrongen van het idee van de ‘spreiding van de lasten’, “zodat iedereen zij steentje bijdraagt”. Op zich is dat al een belachelijk idee op het ogenblik dat de inkomsten uit vermogen in dit land groter zijn dan het totaal van alle lonen. Maar opeens hoorden we niets meer van de kapitalisten die enkele maanden geleden met hun open portefeuille stonden te zwaaien, Davignon voorop.
Een afschaffing van de notionele intrest alleen zou al vijf miljard opbrengen, bijna de helft van het nodige bedrag. Het wordt beperkt tot kleine ingrepen zoals een aftopping op 3 procent, tegenover 3,45 nu. Men beweert dat dit 1,6 miljard euro zal opbrengen. Wij betwijfelen dat ten zeerste, de ‘creativiteit’ van de belastingsconsulenten kennende. Dat was het lot van alle maatregelen die in de oorspronkelijke nota Di Rupo gevraagd werden van de bedrijven of de rijken: taks op degenen die eerste of business-class vliegen: afgeschaft; beurstaks, ocharme 50 miljoen. Besparing op de ziekteverzekering daarentegen: 2,3 miljard.
Het is hemeltergend daarbij dat met name de liberalen zich opwerpen als de beschermers van de werkende mens en beweren dat zij hen behoed hebben voor belastingsverhogingen. Het tegendeel is waar: elke maatregel die vooral gericht was op de rijke bovenlaag van de maatschappij hebben zij fanatiek en met succes bestreden. De werkende mensen, de werklozen en de gepensioneerden zullen het merendeel van de maatregelen dragen, zoals een verhoogde heffing op spaargelden. In laatste instantie duiken bijvoorbeeld uit het niets maatregelen op als verhoging van accijnzen op tabak en alcohol. En wij zal dit vooral treffen? Juist! Je zou denken dat die liberalen weer alleen willen zijn in de tennisclub of in de manege, zonder het gepeupel dat de laatste tijd ook hun heiligdommen durfde betreden.
Wat nu?
Ongetwijfeld zal een regeringsakkoord met bekwame spoed door de partijcongressen geloodst worden. Die zullen strak geregisseerd zijn om zoveel mogelijk dissidente stemmen te weren. Het volle gewicht van het verzet komt daarmee op de schouders van de vakbonden te liggen. Die hebben zich al uitgesproken tegen de begroting en een betoging aangekondigd voor 2 december. Dat is goed, er zijn geen honderd manieren om een gevecht aan te vatten en een grote betoging maakt de werkende bevolking bewust van de macht die zij hebben door hun aantal. Maar dat het niet voldoende zal zijn spreekt ook voor zichzelf.
Het besparingsbeleid dat ons wordt opgedrongen is niet alleen onrechtvaardig, maar ook contraproductief. Het zal de consumptie ondermijnen, wat de bestaande crisis nog erger zal maken. In die toestand zullen de kapitalisten weigeren te investeren, ook al zitten ze op een berg geld. Het gevecht tegen deze onrechtvaardige begroting is dus niet alleen een gevecht ter verdediging van de verworvenheden van de werkende klasse maar ook een tegen ‘remedies’ die de maatschappij in zijn geheel naar de afgrond duwt. De kapitalisten aarzelen niet om in dergelijke gevechten alle middelen in te zetten. De ‘markten’ waarover nu zo dreigend wordt gedaan, zijn niet anders dan een speciale groep kapitalisten die de anderen kan en wil helpen om hun wil op te leggen aan de werkende klasse.
De Europese Unie is het ultraliberale bolwerk bij uitstek, dat voortdurend als boeman wordt opgevoerd. Alles is goed om hun winsten te behouden in de voortdurende concurrentieslag die ze leveren met de kapitalisten van andere continenten. Gedaan is de tijd dat er een compromis kon worden gezocht of de scherpe kantjes afgevijld. Het wordt een gevecht van levensbelang en de logica zegt dat dit gevecht uiteindelijk op Europese schaal zal worden gevoerd.