De kerstboodschappen stonden dit jaar in het teken van de ‘vluchtelingen’. Of ‘illegalen’ zoals ze in dit land de laatste tijd worden genoemd. Zowel de koning als de paus deden een beroep op ons medelijden. ‘We’ zijn egoïstisch geworden. ‘We’ baden in de weelde, maar voelen ons bedreigd door arme sloebers uit de Derde Wereld. En we reageren ons dan maar af door op extreem- rechts te stemmen. Of de vrome woorden van koning en Kerk veel zoden aan de dijk zullen brengen, is een andere zaak. Waarschijnlijk bewerkstelligen ze precies het omgekeerde effect bij de doelgroep die ze beogen.  

De regering hoopt met een ‘krachtdadiger’ optreden tegenover de vluchtelingen te scoren onder de aanhangers van extreem- rechts. De procedures worden versneld, de vluchtelingen krijgen geen geld meer. Een schitterende maatregel in het kader van de bestrijding van de kleine criminaliteit.

Nogmaals, het succes van extreem-rechts, het alsmaar groeiende racistische klimaat en de hele heisa rond de vluchtelingen kan niet bestreden worden door morele oproepen of pogingen om een beroep te doen op de medemenselijkheid. Het is veeleer beledigend. Net zoals de ergernissen van linkse intellectuelen, zoals onze goede vriend Tom Lanoye, die eigenlijk dezelfde redenering volgen. Volgens hen leiden ‘de Vlamingen’ aan navelstaarderij, hebben ze bekrompen geesten enzovoort.

Indien het juist is dat de hedendaagse mens op zichzelf terugplooit en ‘egoïstisch’ wordt, moeten we ons de vraag stellen: hoe komt dat? Het begrip ‘de mens’ is in de eerste plaats weinigzeggend in een maatschappij die gekenmerkt wordt door de grootst mogelijke ongelijkheid. Koning Albert is een mens en zelfs de paus is een mens, maar binnen hun respectievelijke paleizen zijn ze redelijk goed beschermd tegen de miserie van de straat. Als je in het centrum van Brussel of Antwerpen woont en je komt thuis met de deur uit het slot getild, of je stapt naar je auto en die blijkt opeens verdwenen, piep je wel anders.

Waarom heeft de slogan ‘eigen volk eerst’ zoveel succes? Omdat deze slogan erkent dat er problemen zijn en daarbij nog de fictie creëert dat ze wel eens opgelost kunnen geraken, indien de aandacht die nu gaat naar ‘het vreemdelingenprobleem’ zou gaan naar de problemen van Belgen die in de miserie zitten. En elk nieuwsbericht en elke politieke speech die oproept tot solidariteit versterkt de Blokslogan. Want we zien dagelijks dat de miserie rond ons blijft bestaan. Maar de ellende uit zich niet alleen in arme gepensioneerden, bedelaars op straat, kleine criminaliteit, laag betaalde werkers, doppers en verloederde wijken...

Onlangs kregen de werknemers van Fortis een nieuw werkreglement onder de neus geduwd, dat meer doet denken aan een regime van een negentiende- eeuwse kostschool dan aan dat van een moderne bank. Er is tegenwoordig heel wat te doen over de werkdruk in het onderwijs, maar de achteruitgang van de levenskwaliteit op het werk is een globaal fenomeen. Onvrede alom. De verzuring van de samenleving zoals Stevaert het zo mooi uitdrukt.

Maar de tragedie van de hedendaagse ‘ik-maatschappij’ is als zoveel zaken te herleiden tot het onvermogen van de progressieve krachten (of met een ouderwets woord: de arbeidersbeweging) om een alternatief te bieden en ervoor te vechten. Dagelijks schotelen de media ons de vluchtelingenproblematiek voor, maar waar blijft de ‘linkse pers’ met de aanvallen op de klassenvijand? Of bestaat die niet meer in de burgermaatschappij?

Als de staat een paar miljard besteedt aan de opvang van vluchtelingen, schreeuwt men moord en brand, maar als bedrijven honderden miljarden belastingen ontwijken (om dan nog maar te zwijgen over de legale manieren van ontduiking) kraait er geen haan meer naar. Het lijkt wel alsof niemand meer, ook de socialisten niet, de geroemde ‘kip met de gouden eieren’ wil aanvallen. Maar wie gaat met de gouden eieren lopen? Niet de meerderheid die met een karig loon moet rondkomen. En voor hen biedt de socialistische beweging niks meer, behalve dezelfde moraliserende zedenpreken als Albert II en Kardinaal Danneels.

In de afgelopen twintig jaar is er een verschuiving van een slordige 15% van inkomen uit arbeid naar inkomen uit kapitaal. Dit schreeuwt om te worden rechtgezet. In plaats van ons blind te staren op de kruimeltjes die van tafel vallen voor arme sloebers, zouden we beter ons oog laten vallen op de feestdis van de grote bedrijven, die miljarden winnen uit onze arbeid. Wij zwoegen, zij worden rijk. Maar alleen samen kunnen we daar iets aan veranderen, weet je nog wel?

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken