Vonk: Het nieuwe saneringsplan voor Antwerpen voorziet in 1,4 miljard besparingen en 82,6 miljoen ontradende belastingen. Het stadsonderwijs zou 240 miljoen moeten inleveren. Wat zijn de gevolgen hiervan op het stadsonderwijs?
FM: Eerst en vooral iets waarover nogal wat verwarring bestaat: de extra uitgaven voor ‘onderwijs’ die de Stad zich getroost, hebben niets rechtstreeks te maken met de man of vrouw voor de klas. Sedert de toepassing van het KB-Nothomb (in ’84 aan Antwerpen opgelegd als deficitaire gemeente) mag de stad geen extra inspanningen doen voor het onderwijs als dusdanig. Hogere wedden of extra vergoedingen voor leerkrachten, extra mensen voor de klas en in de scholen, betalingen voor kinderopvang voor en na de lessen... dat is allemaal verboden. De leerkrachten in het Stedelijk Onderwijs worden volledig gesubsidieerd door de Vlaamse regering en kosten de stad geen cent. De bijkomende onderwijsuitgaven hebben te maken met het in stand houden van een eigen pedagogisch centrum, een eigen inspectie, een eigen administratie, de zogenaamde openluchtwerking, een betere omkadering voor het onderhoudspersoneel... Deze laatste is stevig uitgebouwd en biedt de kans aan alle kinderen van het Stedelijk Onderwijs om aan een redelijke prijs in comfortabele omstandigheden deel te nemen aan zee-, bos-, of Ardennenklassen. De 240 miljoen bezuiniging treffen de openluchtwerking (sluiten van twee centra) en mogelijk het onderhoudspersoneel. Dit zijn twee zaken die onrechtstreeks het onderwijs, de kinderen en de ouders treffen. Tussen haakjes: de stadslast voor het Stedelijk Onderwijs bevat ook betalingen aan andere netten en een deel van de afbouw van de schuldenlast ten bedrage van ongeveer 350 miljoen. De stedelijke bijpas is dus zeker niet zo groot als sommigen willen laten geloven en veel kleiner dan de inspanningen die bijvoorbeeld de Stedelijk Overheid in Gent nog altijd opbrengt voor haar onderwijs. De realiteit is dat het Antwerps Stedelijk Onderwijs al twintig jaar moet afrekenen met een desinvesteringsbeleid en nu komt dit er nog eens bovenop.
Vonk: Wat is volgens u kwaliteitsonderwijs en waarom kan dat beter georganiseerd worden via het openbare net? Wat is er nodig om kwaliteitsonderwijs te garanderen?
FM: Het oude socialistische ideaal was gratis onderwijs voor allen, georganiseerd als een openbare dienst. Dit ideaal is in sommige landen voor een groot stuk gerealiseerd en heeft ze geen windeieren gelegd. Zo konden ze een enorm intellectueel en manueel (geschoold) potentieel aanboren in de arbeidersklasse, die de toenmalige ‘elite’ tot niets in staat achtte. Het verplicht openbaar onderwijs heeft voor een groot stuk de rijkdom van de Westerse wereld bepaald en tegelijkertijd de ontvoogding van de zwaksten in de samenleving gerealiseerd. De laatste jaren - zeker sinds de val van de muur - worden openbare diensten en al wat naar planeconomie ruikt, gezien als hinderpalen op de weg naar ongebreidelde winst en stapsgewijs maar onverbiddelijk de weg van de privatisering opgestuurd. Nu ook het onderwijs. De Wereldhandelsorganisatie wil het onderwijs op termijn zien als een commerciële dienst, die moet openstaan voor allen die erin willen investeren. Onderwijs mag geen overheidsmonopolie zijn. De markt moet er kunnen spelen. Onderwijs moet gecommercialiseerd worden en winsten genereren. Kwaliteitsonderwijs is voor ons onderwijs dat voor allen toegankelijk is, gratis, en zoveel mogelijk leerlingen op een zo hoog mogelijk niveau brengt. De enige inrichtende macht die een dergelijk systeem kan uitbouwen en garanderen, is de overheid. Het marktconform maken van onderwijs is de dood van de democratiseringsidee, vertegenwoordigd door het principe van openbaar onderwijs.
Kwaliteitsonderwijs kost trouwens handenvol geld, en ook op dat vlak schort er een en ander: de Vlaamse Overheid besteedt nog geen 5% van het BRP (Bruto regionaal Product nvdr) aan onderwijs. Dat is ver onder de internationale norm van 6,5% die als behoorlijk wordt beschouwd. Naar onze schatting geeft men in Vlaanderen 100 à 120 miljard op jaarbasis te weinig uit om de kinderen en studenten in optimale omstandigheden van onderwijs te laten genieten
Vonk: Onlangs stemde ACOD-onderwijs in Antwerpen een resolutie die verzet aankondigt tegen nieuwe besparingen in het onderwijs. Is er een actiestrategie en zo ja, zijn er plannen om samen te werken met andere vakbonden zoals ACOD-LRB die ook getroffen worden door de geplande sanering?
FM: Er zijn uiteraard de nodige contacten met de LRB, maar ook met de andere overheidsvakbonden. Het centrale probleem is dat de onmiddellijke patroon, de Stad Antwerpen, onder curatele valt van de Vlaamse regering en dat we de bezuinigingsklepel daar moeten zoeken. In de voorbije periode hebben we ons met alle mogelijke middelen (behalve staking) tegen de nieuwe bezuinigingsoperatie verzet. Onderwijs heeft inderdaad een stakingsaanzegging lopen. Het probleem met staken is dat we daarmee de Vlaamse regering niet rechtstreeks raken en dat we onze adem dreigen te verliezen zoals in 1983.
Vonk: Kersvers voorzitter van de Antwerpse SP-afdeling Robert Voorhamme stelde in een interview met de Standaard van 18/05/2001 dat “zonder een sanering Antwerpen de gegijzelde van de antipolitiek blijft”. Vonk ziet in de aanhoudende saneringsoperaties een belangrijke oorzaak van het ongenoegen bij de bevolking dat zich uitdrukt in een groeiende electorale aanhang voor het Vlaams Blok. Wat is uw mening?
FM: Wij zijn ervan overtuigd dat na twintig jaar saneringen deze nieuwe bezuinigingsronde de kans op een electorale meerderheid voor uiterst rechts vergroot. Het zijn juist, en dit in tegenstelling tot de door u geciteerde beweringen, de niet ophoudende, niets oplossende saneringen die het fascisme in Antwerpen vleugels hebben gegeven. Op dat vlak zijn we als vakbond haast wanhopig: deze stad heeft een absolute nood, in al zijn facetten, aan investeringen. De Vlaamse regering (ondanks de ronkende regeringsverklaring: “de stadsvlucht stoppen”) doet net het tegenovergestelde. Het is onze overtuiging dat men deze stad op een zilveren bezuinigingsschoteltje aan het Blok biedt. Op kruissnelheid heeft men sedert ’86, ieder jaar opnieuw, één miljard bespaard op het Stedelijk Onderwijs. En wat is het resultaat? Een steile electorale opgang van uiterst-rechts en... opnieuw een kwart miljard bezuinigingen.