De regering en het patronaat wisten wat ze deden met de stevige vergrendeling van de loonstijgingen. De bindende loonnorm van 0,4 procent was een signaal om de grote verwachtingen van arbeiders en bedienden na de lockdown af te koelen. Deze verwachtingen zijn volledig terecht en kunnen niet worden ingelost binnen het keurslijf van de loonnorm. Dit zorgt voor acties in sommige bedrijven en sectoren, vooral daar waar de vakbonden, dikwijls onder druk van de achterban, de kruimels van de bazen niet smaken.
‘Essentiële werkers’ eisen respect
Velen zijn ondanks de gezondheidsrisico’s tijdens de lockdownperiodes blijven werken. Het personeel werd officieel bejubeld en zelfs omgedoopt tot ‘essentiële werknemers’. De procesoperatoren in de scheikunde, de shift-arbeiders in de petrol, de poetshulpen in de dienstenchequebedrijven, de Gentse staalarbeiders van Arcelor, de bouwvakkers die de werven hebben blijven bemannen, het supermarktpersoneel, de logistieke medewerkers... allen willen nu beloond worden voor de gedane inspanningen. En dat wordt hen in veel sectoren en bedrijven ontzegd. De hoge winsten en de uitbetaalde dividenden werken echter als een rode lap op een stier bij de werknemers. Verleden jaar werd er immers een slordige 5 miljard euro dividenden uitgekeerd aan de aandeelhouders! De Pandora Papers, onthulden ook dat de Belgische bedrijven in alle wettelijkheid, 265 miljard euro, hebben versluisd naar belastingparadijzen. Bovendien trekt de economie zeer sterk aan sinds de wereldwijde versoepeling van de lockdownmaatregelen. Een groei van het bbp met vijf procent is de verwachting dit jaar. En dan komen patroons vertellen dat ze geen geld hebben. Hier en daar is er zeker wel een onderneming die het moeilijk heeft. Maar de hele economie veert weer sterk op. De overgrote meerderheid van bedrijven doen het goed.
Forse prijsstijgingen
De druk voor consequente loonsverhogingen wordt ook aangejaagd door de prijsstijgingen. De energiefactuur wordt stukken duurder:
“De gemiddelde jaarlijkse aardgasfactuur voor een modaal gezin in België is in amper een maand tijd met niet minder dan 750 euro of 43 procent gestegen tot bijna 2.500 euro, terwijl die voor elektriciteit met 230 euro of 22 procent is toegenomen tot net geen 1.250 euro – ongeziene stijgingen.”
Binnenkort kunnen we ook prijsstijgingen verwachten in de winkel en de supermarkt. Verleden jaar piekten de prijzen al:
“De prijsstijging van voedingsmiddelen was het afgelopen jaar zes keer zo hoog als de totale inflatie.”
Dit jaar worden er stijgingen verwacht van 5 tot 10 procent in de supermarkt. Ook diesel en benzine breken prijzenrecords.
Even forse strijd nodig
De akkoorden rond de loonnorm van voor de zomer werden, ondanks syndicale goedkeuring, niet geslikt door een groot segment van de achterban en delen van het vakbondsapparaat. Het
ABVV besliste daarom op 24 september te betoging tegen de gewraakte loonwet van 1996. Vijftienduizend militanten kwamen op straat in een traditionele stoet van Brussel Noord naar Brussel Zuid. Maar wie aandachtig luisterde naar de gesprekken onder de betogers merkte op dat velen het hier niet bij wilden laten. Er was duidelijk veel kwaadheid op de werkvloer. Je voelde het aan de stemming: er was bereidheid tot actie.
De eersten die op een spectaculaire het startschot losten, waren de personeelsleden van de Duitse supermarktketen Lidl. Een staking van verschillende dagen, in de winkels en distributiecentra, werd massaal opgevolgd. Ze reageerden tegen een patronaal voorstel om de werkdruk te verhogen. Net zoals een paar jaar geleden heeft de directie in het zand moeten bijten. Het akkoord met de vakbonden is duidelijk een overwinning. De maatregelen om de werkdruk te verminderen, worden behouden en zelfs uitgebreid.
Daarna was er in oktober de actiedag in de chemische sector. Die ging gepaard met werkonderbrekingen, zelfs regelrechte stopzetting van de productie in een aantal grote bedrijven zoals Agfa-Gevaert. Reeds met de betoging van 24 september legden verschillende scheikundige bedrijven het werk neer. De dreiging van een algehele stopzetting van de sector op 29 oktober heeft de sectorfederatie, Essencia, blijkbaar ‘overtuigd’ om nieuwe toegevingen te doen. Het akkoord wordt op dit moment voorgelegd aan de achterban. In de petroleumsector is het ook hommeles. Een staking is aangekondigd voor 15 november.
Bij de Gentse vestiging van de staalreus Arcelor slaat de stemming bij de arbeiders eveneens om en groeit het ongenoegen en de actiebereidheid. Niet te verwonderen eigenlijk. Een paar weken geleden betaalde Arcelor haar aandeelhouders 100 miljoen aan dividenden uit. Als reactie op het gemor van de arbeiders en de bedienden, deed de directie iets heel dom. Om het personeel te ‘bedanken’ voor de gedane inspanningen werden ‘foodtrucks’ ingehuurd waar ze gratis hamburgers en friet kregen. Een spontane staking was het gevolg. De arbeiders kregen de smaak te pakken en staakten spontaan opnieuw tegen een cao voorstel dat door meer dan 70 procent van het personeel werd verworpen.
In andere sectoren (transport, metaal) gaat het er - voorlopig - rustiger aan toe. Vakbondsonderhandelaars en zelfs delegees op de werkvloer hebben er te veel ‘begrip’ voor de belangen van de bazen. Hier wordt teveel gedacht en gehandeld vanuit het standpunt van ‘sociaal partnerschap’ voor de ‘relance’ van de economie. Zij leven in het verleden. De toekomst van de vakbondsstrijd is niet ‘sociaal overleg’ maar klassenstrijd. Dit is de nieuwe wind die moet en zal waaien in de arbeidersbeweging.