De Provinciale Statenverkiezingen (de verkiezing van de parlementen in de 12 provincies, die op hun beurt de leden van de Eerste Kamer of Senaat verkiezen) hebben, net als in 2019, voor een aardverschuiving gezorgd. De tussentijdse test voor kabinet- Rutte IV eindigde met verlies voor de kabinetspartijen, waarbij de BoerBurgerBeweging (BBB) het vacuüm wist op te vullen. Een analyse.
In alle provincies is de partij de grootste gewonnen, met vooral megawinsten in het oosten van het land. De partij wordt hierdoor ook de grootste in de Senaat. Hoe kan het dat deze demagogische partij, die uit de boerenprotesten tegen de stikstofmaatregelen is voortgekomen, zoveel stemmen heeft weten te winnen? Het is belangrijk om dit nuchter te analyseren en niet (zoals sommigen ter linkerzijde) in cynisme of wanhoop te vervallen.
De Provinciale Statenverkiezingen werden, net als in 2019, door veel mensen gezien als een referendum over het kabinet-Rutte. Waar toen het Forum voor Democratie de eerste partij werd, was deze rol nu weggelegd voor de BBB. De BBB heeft de meeste aanhang in de provincies, vooral op het platteland maar ook in de kleinere steden. De boeren zelf zijn in Nederland maar een kleine minderheid (minder dan 1%), maar de partij vindt veel aanhang binnen de bredere rurale kleinburgerij en onder een deel van de werkende klasse (vooral degenen woonachtig in de provincies). In de grote steden, maar ook onder jongeren, is de steun beduidend minder.
BBB-kopstuk Caroline van der Plas heeft een groot podium gehad. Sinds ze door de burgerlijke media werd ontdekt, is ze constant onder de aandacht gebracht. In 2018-19 gebeurde hetzelfde met Thierry Baudet. Bijna kritiekloze interviews, met als doel om een ‘redelijke’ rechtse oppositie neer te zetten. Toen Thierry Baudet zich tijdens de coronacrisis steeds meer ging verbinden met antivaxers, complotdenkers en antisemitische elementen, is hij uit de gratie gevallen bij de mainstream burgerlijke media. Deze stapten vervolgens over op het promoten van JA21 en de BBB.
Echter, het hebben van een podium op zichzelf verklaart niet alles. De partij moet zich weten te verbinden met bepaalde gevoelens en een bepaald bewustzijn. De BBB profileert zich als ‘nuchter’, als dichter bij de mensen in de provincies (zowel het platteland als de kleinere steden) en als zijnde tegen ‘de Randstad’. Het is er succesvol in geslaagd om de strategie van ‘cultuurstrijd’ in te zetten tegen de grootstedelijke liberalen en ‘progressieven’.
Dit alles is een verward geheel. In de eerste plaats zijn er stemmen op de BBB uit protest tegen de stikstofmaatregelen, die hebben geleid tot de boerenprotesten. De partij is als het ware de politieke tak van de boerenbeweging. Zoals we eerder beschreven hebben, is er niets progressiefs aan deze door de agro-business gesteunde beweging, hoewel dat zeker niet betekent dat we de politiek van het kabinet-Rutte steunen. We zien hoe de stikstofkwestie nu gebruikt wordt om te ageren tegen de ‘Randstad’, met reactionaire demagogie over hoe boeren gedwongen uitgekocht zouden worden om plaats te maken voor ‘natuur voor stadsmensen’ en ‘woningen voor migranten’.
Anderzijds is de groei van de BBB ook een protest tegen bezuinigingen op voorzieningen in de landelijke gebieden, zoals de vele provinciale buslijnen die zijn verdwenen. Dit is echter geen gevolg van een ‘grootstedelijke’ visie, maar van privatiseringen van en bezuinigingen op het openbaar vervoer, ten gunste van de winsten van de private vervoersbedrijven.
Ten derde is er het algemene element van een proteststem. Er is een groeiende onvrede binnen de arbeidersklasse en middenklasse over Rutte’s regeringsbeleid, het toeslagenschandaal, de Groninger gaskwestie, de hoge energiekosten, enz. Er is echter geen socialistisch klassenalternatief dat een weg vooruit biedt, waardoor de BBB in deze omstandigheden de meeste proteststemmen weet te trekken en deels dit vacuüm opvult. De BBB wordt vereenzelvigd met de boerenbeweging, die (ondanks de reactionaire aard) jarenlang veel strijdbaarder heeft weten te mobiliseren dan de vakbondsleiders en een deel van de werkende klasse achter zich heeft weten te krijgen met een verwarde boodschap tegen het kabinet-Rutte.
De BBB bestaat uit bedreven demagogen, die zich als ‘nuchter’ alternatief voor FvD en PVV weten neer te zetten en soms strategisch slimme keuzes maken, zoals tegen de nieuwe pensioenwet stemmen (terwijl PvdA en GroenLinks deze op verraderlijke wijze hebben gesteund). In essentie is de BBB echter gewoon een reactionaire burgerlijke partij, met banden met de agro-business en in haar rangen veel voormalige politici van VVD en vooral CDA.
Instabiliteit op komst
In de Eerste Kamer, die gekozen wordt door de Provinciale Staten, ziet het ernaar uit dat de BBB 16 van de 75 zetels haalt. De kabinetspartijen dalen gezamenlijk van 32 zetels naar 24 zetels. Ze hadden al een minderheid, maar deze is nu een stuk kleiner, vooral door het verlies vanuit het CDA richting de BBB.
Het FvD is geheel ingestort, van 12 naar 2 Senaatszetels. Dit toont aan wat een grote onzin het was dat de uitslag in 2019 zou wijzen op de opkomst van het ‘fascisme’. Zonder de ultra-reactionaire aard van FvD’s ideeën te ontkennen, moeten we duidelijk maken dat er geen sprake was van een fascistische massabeweging, maar hoofdzakelijk van een verwarde proteststem. De daling van de stem op de PVV laat hetzelfde zien.
De PvdA en GroenLinks wijzen erop hoe ze samen gewonnen zouden hebben en hoe succesvol deze ‘linkse samenwerking’ (in de vorm van een gezamenlijke Senaatsfractie) zou zijn. Bij elkaar opgeteld zitten de partijen op 15 Senaatszetels, min of meer hetzelfde als in 2019. Van een groot herstel is geen sprake. Ter vergelijking: in 2007 haalde de PvdA op zichzelf 19 zetels. Deze centrumlinkse samenwerking is geen teken van kracht, maar van zwakte.
De SP is verder ineen gekrompen, met verliezen in alle provincies en een daling van 4 naar 3 Senaatszetels. Ze heeft geen gebruik kunnen maken van de heersende onvrede. Ondanks enkele positieve strijdpunten (zoals de nationalisering van de energiesector; oppositie tegen het nieuwe pensioenstelsel) is de partij weinig zichtbaar geweest en zijn er weinig jonge mensen die zich ervoor willen inzetten, vooral ook vanwege de chauvinistische standpunten over o.a. arbeidsmigranten. De extreme focus op de persoon Lilian Marijnissen levert al jaren niets op, maar critici die een andere koers voorstellen worden systematisch de partij uitgewerkt.
Er is dus een enorm vacuüm op links. Het is de taak van de arbeidersbeweging om dit op te vullen. We zien een opkomende klassenstrijd in de vorm van vakbondsstrijd voor de verdediging van de levensstandaard. Nieuwe lagen raken betrokken in de arbeidersbeweging. Een politieke uiting hiervan mist echter. Zolang dat het geval is, zullen we fenomenen als de BBB zien die het vacuüm vullen, totdat ze zichzelf onthullen en weer snel ten onder kunnen gaan.
Het kabinet zal in de Senaat een deal moet sluiten met BBB over de stikstofdoelen, wat een nederlaag zou zijn, met spanning binnen de coalitie als gevolg. Als het dit niet doet, door in plaats daarvan met PvdA-GroenLinks een deal te sluiten, zal dit leiden tot nog meer munitie voor de BBB om op de VVD en CDA te schieten, met eveneens een kabinetscrisis tot gevolg. We kunnen dus sowieso verdere instabiliteit verwachten.
In deze chaos is er nood aan duidelijkheid en perspectieven. Alleen het marxisme heeft de langetermijnvisie om de situatie te begrijpen en de arbeidersbeweging voor te bereiden op wat er gaat komen. Sluit je aan bij de marxistische tendens en bouw mee aan een socialistisch alternatief voor de werkende klasse!