Op 2 april kwamen Algerijnen de straat op om te vieren dat president Abdelaziz Bouteflika zijn aftreden bekendmaakte. Dit volgde op anderhalve maand van massaprotesten tegen zijn regering. Dit alleen lost echter niets op en de massa roept nu op tot het omgooien van het hele regime. De vrijdagprotesten blijven daarom koppig aanhouden.
Sinds 22 februari waren de activisten al bezig om de elite te verwijderen die Algerije al sinds de onafhankelijkheid in 1962 heeft geregeerd. Na anderhalve maand van massale protesten, kondigde president Bouteflika zijn aftreden aan. Daaropvolgend vulden de straten zich met vreugdevolle burgers. Velen riepen leuzen als “Gefeliciteerd, dit is pas het begin” en “het volk wil ze allemaal weg”. Zij waren zich er van bewust dat de hele regering vervangen moest worden.
Het presidentschap werd overgedragen aan Abelkader Bensalah, de president van de grondwettelijke raad. Hij zou het presidentschap overnemen voor 90 dagen en verkiezingen organiseren. Maar het Algerijnse volk prikte door dit bedrog heen: sinds het aftreden van Bouteflika is het blijven protesteren om zijn drie nauwste bondgenoten te doen aftreden. Het volk boekte zijn tweede overwinning toen één van de drie, hoofd van het grondwettelijke raad
Tayeb Belaiz, aftrad.
Vrijdag 19 april waren er weer protesten om de rest van de zogenaamde “B3” weg te krijgen, namelijk interim-president Bensalah en zijn premier Nouredinne Bedoui . Het volk heeft geen vertrouwen in de grondwettelijke raad, zoals blijkt uit de geroepen leuzen: “Dat Belaiz is afgetreden betekent niet dat het nu voorbij is”. “Wat heeft de constitutionele raad ooit gedaan behalve het valideren van de fraude van het systeem waartoe het behoort?”
De strijd gaat door. Ook wordt de vervanger van Belaiz, rechter Kamel Feniche, als een loyalist gezien. Ondanks dat Bensalah presidentiële verkiezingen heeft uitgeroepen op 4 juli, eisen de demonstranten een brede herziening van het politieke systeem. Ondertussen is deze datum afgezegd en werd er geen nieuwe vast gelegd.
Splitsingen aan de top
De toenemende kracht en vertrouwen van de revolutionaire beweging veroorzaakte een hele reeks splitsingen en capitulaties binnen het regime. Uit angst voor hun eigen posities begonnen meerdere lagen vanuit de heersende elite afstand te nemen van Bouteflika en de directe omgeving om hem heen. Enkele dagen voor het aftreden, heeft de personeelschef van het leger, die tot dan trouw aan Bouteflika’s zijde had gestaan, een oproep gedaan om de president ongeschikt te verklaren om de macht over te dragen aan de grondwettelijke raad.
De komst van het leger (en de manier waarop) op het toneel weerspiegelt de verdeeldheid binnen de heersende klasse. Eén kamp, achter Bouteflika, is zeer tegen het geven van concessies aan de revolutionaire massa’s. Deze factie staat op het punt om de meeste van alle facties van de heersende klasse te verliezen. Zij vreest dat het geven van concessies aan de massa’s de beweging alleen maar zal aanmoedigen en verder radicaliseren. Het leger, daarentegen, vertegenwoordigt een andere vleugel, die ook het Franse imperialisme aan zijn kant heeft, en die kan zien dat deze beweging niet zal verdwijnen. Het probeert de beweging in veilige banen te leiden. Ze spreken over “het volk en het leger”, waarbij ze rustig vergeten dat het leger tot nu toe een belangrijke pijler in de dictatuur is geweest.
Het is duidelijk dat de intenties van het leger zijn om het systeem te redden. Hiervoor pogen de militairen politiek op te bouwen bij de protestbeweging. Dit doen ze door talrijke hooggeplaatste ambtenaren, ministers en zelfs twee voormalige premiers op te sluiten wegens corruptie. Waarschijnlijk zullen de generaals verkiezingen toelaten in de toekomst, maar deze zullen zo georganiseerd worden dat ze de belangrijkste belangen van de heersende klasse in stand houden. Als het leger de beweging afgelopen maanden had neergeslagen, dan had het waarschijnlijk geleid tot het verlies van de lagere rangen die dichterbij het protesterende volk staan. Het vallen van het leger had het vallen van de rest van het systeem betekend.
Wat moet er gebeuren?
Voor echte verandering moet het hele regime verwijderd worden. Maar wat moet het vervangen? Er zijn vele berichtgevingen gekomen over comités die zijn opgezet in buurten, scholen en werkplaatsen om de strijd daar te coördineren. Een paar van deze hebben protesten georganiseerd en andere belangrijke taken verricht in de strijd. Ook in plaatsen als Tizi Ouzou en Bejaia hielden de stakingscomités de facto de macht in handen. Deze comités moeten worden veralgemeend en verbonden op regionale en landelijke schaal. Op deze manier kan de revolutie de embryonale elementen van een nieuw type macht oprichten, gebaseerd op de werkende klasse, de jeugd en de armen. Onnodig te zeggen dat ze veel competenter
zijn in het runnen van de samenleving dan de huidige parasieten aan de top.
De enige manier om deze problemen op te lossen, is niet alleen om de toplaag binnen het staatsapparaat te veranderen, maar ook om de heersende klasse als geheel te onteigenen. Alle eigendommen van de oligarchen moeten onteigend worden en onder de controle en het management van de arbeidersklasse gerund worden. In plaats van de winsten van deze entiteiten in de zakken van corrupte regime-insiders te stoppen, moeten ze worden gebruikt om de levensstandaard te verhogen en de Algerijnse samenleving te ontwikkelen. Op basis van een democratisch geplande economie zou deze kunnen floreren op een nog nooit eerder gezien niveau.
• Geen vertrouwen in het leger!
• Weg met het hele systeem!
• Commissies overal : voor een nationale conventie van afgevaardigden!
• Onteigening van de kapitalistische klasse!
• Nationaliseer alle grote binnenlandse en multinationale bedrijven!