De Britse arbeiders zijn ontevreden. Het resultaat: de grootste stakingsgolf in decennia. In december 2022, gingen er in Groot-Brittannië 843.000 werkdagen verloren door stakingen. Dat is het hoogste aantal in één maand tijd sinds de pensioenstaking in de publieke sector in 2011. De Britten hebben in 2022 meer gestaakt dan in enig ander jaar sinds 1989. In 2023 gaan ze gewoon verder, op zoek naar nieuwe records om te breken. Wij supporteren alvast mee.
De Britse economie in een notendop
Het kapitalisme bevindt zich in een erbarmelijke toestand. De Europese economie is de jongste twee kwartalen licht gekrompen. Dat betekent dat de eurozone wordt geconfronteerd met een milde recessie. De Amerikaanse economie hield de laatste kwartalen beter stand dan de Europese, maar ook daar verslechteren de economische conjunctuur en vooruitzichten. De Amerikaanse centrale bank (Fed) gelooft dat de economie afstevent op een recessie later dit jaar. Groot-Brittannië gaat dezelfde weg op. Volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) zal Groot-Brittannië in 2023 de hoogste inflatie van alle grote economieën hebben. De verwachting dat de Bank of England (BoE) verder zal gaan met het verhogen van de rente wordt hierdoor versterkt. Het is dus mogelijk dat ook de Britten afstevenen op een recessie.
De Britse economie heeft naast conjuncturele-, ook duidelijk structurele problemen. De Britse bedrijven zijn sterk gefinancialiseerd; de multinationals zwaaien er de plak en hebben als enig doel om zo veel mogelijk dividenden te laten stromen naar de aandeelhouders. Dat verklaart onder andere ook de zwakke arbeidsproductiviteit bij onze Britse buren. De financiële crisis van 2008 heeft de situatie niet verbeterd. De arbeidsproductiviteit vertraagde sterk in Groot-Brittannië, in een mate die ongekend was in de ontwikkelde kapitalistische landen. Als gevolg daarvan werden bedrijven steeds afhankelijker van loonmatiging en kapitaalinstroom om winstgevend te blijven. Om deze stromen te garanderen was het nodig om zeer lage belastingtarieven te handhaven en dus tegelijkertijd de overheidsuitgaven te verminderen. De fundamenten van het huidige Britse drama werden toen gelegd: een wankel economisch model, eindeloze besparingen en sterke loonmatiging. In die context heeft de Brexit de Britse economie een eerste klap toegebracht door de instroom van kapitaal te verminderen; de stijgende inflatie heeft de huidige crisis getriggerd. De Britse kapitalisten, die hun stijgende kosten niet kunnen dekken met een productiviteitstoename, rekenen de stijgende kosten door in hun prijzen. De inflatie wordt uiteraard zo verder gevoed. De Britse arbeiders, die na decennia van besparingen en loonmatigingen, de stijgende prijzen niet kunnen betalen, hebben bijgevolg geen andere keuze: het is staken of verhongeren.
De politieke leiders zitten met de handen in het haar
Op politiek vlak staan de arbeiders er alleen voor. De Britse premier, Rishi Sunak, heeft aangekondigd een nieuwe besparingsronde op te leggen. De premier verwacht uiteraard een reactie en neemt zijn voorzorgen door op twee fronten te spelen. Hij probeert zich te verzoenen met bepaalde stakers uit de publieke sector door naar hen te luisteren en enkele concessies (loonverhogingen, premies enz…) te maken. Dat heeft ervoor gezorgd dat in die sectoren (onderwijs, postmedewerkers…) de stakingen voorlopig zijn gaan liggen. In andere sectoren is die strategie niet even succesvol. Een voorbeeld is dat van de Britse ‘junior doctors’; gediplomeerde artsen die zich verder specialiseren en de ruggengraat van de ziekenhuiszorg vormen. De National Health Service (NHS) werd de voorbije jaren kapot bespaard en de zorg van patiënten komt steeds meer in het gedrang.
Voeg daar nog loonproblemen aan toe en het is duidelijk waarom de junior dokters staken. Een andere sector in conflict met de overheid is die van de spoorwerkers. Ook zij eisen (onder andere) hogere lonen om de stijgende inflatie te compenseren.
Dat de stakingen niet onmiddellijk zullen gaan liggen is voor iedereen een evidentie. De Britse politiek neemt bijgevolg voorzorgsmaatregelen in de vorm van antidemocratische maatregelen tegen de vakbonden. De laatste maanden werden verschillende wetten goedgekeurd. De Minimum Service Levels Bill: deze nieuwe wetgeving zal naar schatting één op de vijf werknemers het stakingsrecht ontnemen door het opleggen van een minimumdienst bij stakingen in de belangrijke openbare diensten zoals transport en gezondheidszorg. Dit is niet het enige repressieve wetsvoorstel dat onlangs in het parlement werd gestemd. Eind april werd de Public Order Act aangenomen. Dit geeft de politie nieuwe bevoegdheden om protesten de kop in te drukken, zelfs voordat ze daadwerkelijk plaatsvinden. Alleen al het feit dat deze nieuwe wetten nu worden ingevoerd – snel na elkaar – laat zien hoe bezorgd de heersende klasse is. Deze wetten zijn het zoveelste bewijs dat de heersende klasse, geconfronteerd met instabiliteit en intense klassenstrijd, steeds meer naar de repressieve krachten van de staat zal grijpen om te proberen afwijkende meningen de kop in te drukken.
Conclusie?
De stakingsgolf heeft voorlopig zijn hoogtepunt bereikt. In sommige sectoren werden indrukwekkende overwinningen behaald, in andere is de vooruitgang moeilijker. De belangrijkste erfenis schrijft Jonathan White in Lava is echter de mate waarin de stakingsgolf resulteert in een meer georganiseerde, klassenbewuste vakbeweging. Die georganiseerde vakbeweging zal noodzakelijk zijn. De arbeiders kunnen slechts op hun eigen kracht rekenen. Het probleem ligt niet bij de ene of de andere politici. De oorzaak van de problemen is het kapitalisme. Het omverwerpen van dat systeem is de taak.