In de komende weken zullen we op nationaal en Europees niveau een debat zien ontstaan over de noodzaak om de overheidsschuld en de overheidsuitgaven te verminderen om aan de criteria van Maastricht te voldoen. Het resultaat is een uitgemaakte zaak: in België wordt een terugkeer naar de bezuinigingen aangekondigd. Deze werden in 2020 aan het begin van de pandemie opgeschort.
De Europese Unie is het nu eens geworden over een nieuwe reeks begrotingsregels voor haar lidstaten. Deze moeten het oude "Stabiliteits- en Groeipact" vervangen, de zogenaamde Maastricht-criteria.
Het proces zal niet gemakkelijk zijn. De regels zullen in de aanvang flexibeler zijn, zodat plannen en termijnen van tevoren kunnen worden vastgesteld; de follow-up van de aangegane verbintenissen zal echter strikter zijn.
De vakbonden hebben hun verzet al aangekondigd en ze hebben twee betogingen georganiseerd (een in Parijs en een tweede in Brussel), elk met ongeveer 20.000 deelnemers. Volgens het Europees Verbond van Vakverenigingen zou de nieuwe wetgeving, als ze wordt aangenomen, "leiden tot minder banen, lagere lonen en overbelaste openbare diensten, en zou het de meeste landen niet in staat stellen de investeringen te doen die nodig zijn om de eigen sociale en klimaatdoelstellingen van de EU te halen". De budgetverlaging in België zou 2,7 miljard bedragen. Met dit geld zouden 82.500 leraren of 37.200 verpleegkundigen kunnen tewerkgesteld worden.
Twee maten en twee gewichten
In België, maar ook voor veel Zuid-Europese landen, lijken deze nieuwe regels op het eerste gezicht misschien soepeler, maar ze zullen belangrijke gevolgen hebben.
Naast deze maatregelen, die een enorme impact zullen hebben op de openbare diensten en de sociale opvang (budgetten voor de OCMW's, werkloosheidsuitkeringen, enz.), zijn de regeringen van plan om de winsten en de rentabiliteit van bepaalde sectoren te verhogen. Op 8 januari keurde dezelfde Europese Commissie het door Frankrijk voorgestelde belastingkrediet van 2,9 miljard euro goed om de productie van zonnepanelen, batterijen, windturbines en warmtepompen te stimuleren.
Margrethe Vestager, de EU-commissaris voor mededinging, zei dat het programma een aanvulling is op soortgelijke programma's die zijn opgezet door Duitsland, Spanje, Italië en andere landen. Dit is een steunpakket van 9,1 miljard euro om "op dit kritieke moment klimaat neutrale investeringen te versnellen". Andere soortgelijke projecten zijn in ontwikkeling.
De volgende dag kondigde de commissaris voor de Interne Markt, Thierry Breton, de oprichting aan van een Europees defensiefonds van 100 miljard euro.
Om het samen te vatten: miljarden voor bedrijven en voor defensie en bezuinigingen voor gezondheidswerkers, vuilnismannen, brandweerlieden, … Drie jaar geleden werden ze nog als 'helden' bejubeld door de hoogste hoogwaardigheidsbekleders van Europa.
Nieuwe regels
Vanaf volgend jaar worden deze budgettaire regels opnieuw ingevoerd, maar in een herziene vorm. De lidstaten hebben lang geprobeerd om van het oude systeem af te stappen.
Duitsland dringt erop aan dat de regels deze keer daadwerkelijk worden nageleefd. De schuld mag niet hoger zijn dan 90 procent van het BBP en zal met 1 procent per jaar moeten dalen. Het begrotingstekort van 3 procent moet worden teruggebracht tot 1,5 procent. Dit zal een aanzienlijke
impact hebben op de Belgische overheidsfinanciën. Aan de andere kant zullen evaluaties niet langer gebaseerd zijn op één jaar, maar zich uitstrekken over vier tot zeven jaar, waarbij ook rekening wordt gehouden met investeringen. Het is het resultaat van een Frans-Duits compromis dat uiteindelijk door de andere lidstaten is goedgekeurd onder impuls van het Spaanse voorzitterschap van de Raad.
Met een ernstige onevenwichtige federale begroting, evenals die van de regeringen van Wallonië, Brussel en de Franse Gemeenschap, zal het debat over de toepassing van de nieuwe regels waarschijnlijk uitbreken tijdens de verkiezingscampagne van dit voorjaar.
Het tekort voor België als geheel zal in 2023 4,9 procent van het BBP bedragen. Ook de totale schuld van de Belgische staat, die historisch hoog is, is blijven groeien en loopt op tot meer dan 100 procent. En deze cijfers worden opeens weer cruciaal.
De Europese heersende klassen zijn vastbesloten om de staatsschuld te verminderen, ondanks de protesten. En waarom? Ze hebben niets te vrezen van de voorzichtige officiële reactie van de vakbond. En dat stelt hen gerust.
Na Griekenland, Italië, Portugal, Frankrijk en Spanje behoort ook België tot deze groep slechte leerlingen, met een schuld van meer dan 100 procent. De Nationale Bank van België heeft het gehad over een inspanning van 2 miljard per jaar in de komende 5 jaar voor de volgende regering, alleen maar om de achteruitgang te kunnen stoppen.
De komende weken zullen dus een terugkeer naar bezuinigingsplannen en bezuinigingen inluiden. Net als in 2013 en 2014 moeten we ons voorbereiden op de strijd, maar deze keer moeten we onze vakbondsorganisaties klaarstomen om de strijd aan te gaan en geen compromissen te sluiten zoals we al 10 jaar gewoon zijn!