Dinsdag 26 november 2002 waren we getuige van de grootste arbeidersmobilisaties sinds de overwinning van rechts in de presidents- en parlementaire verkiezingen zes maanden geleden. In Parijs kwamen zo’n 70 à 80.000 betogers uit de openbare sector op straat op initiatief van de drie grote confederaties CGT, FO en de CFDT. Tegelijkertijd werden er ook overal andere regionale stakingen en betogingen gehouden in de rest van het land. Deze opwelling van syndicaal protest was de eerste reactie op de plannen van de Raffarin-regering om een gedeelte van de openbare diensten te privatiseren en af te slanken.

De grootste groepen in de betoging waren samengesteld uit de Post, France Telecom, EDF-GDF (de genationaliseerde energiesector), Air France, de SNCF (het spoor) en de Parijse metro (RATP). De verkeersleiders waren ook van de partij. Dit zorgde voor het afzeggen van 78 procent van de vluchten in de belangrijkste luchthaven Charles De Gaulle. In Bordeaux reden slechts vijf van de honderd bussen uit. In Lyon, Marseille, Bordeaux en Toulouse was het openbaar vervoer ook ernstig verstoord als gevolg van de staking en de betogingen. In sommige steden hadden personeelsleden uit de privé-sector ook beslist deel te nemen aan de betogingen. Het personeel van de Auchan-supermarktketen protesteerde die dag ook tegen de lage lonen en in Roanne werd de betoging vervoegd door mensen van de wapenfabrikant GIAT Industries.

Als reactie op de besnoeiingen en de tegenhervormingen in het onderwijs kwamen studenten en leraars ook massaal op straat die dag. De minister van onderwijs stelde dat alle verdere aanwervingen van leerkrachten bevroren zou worden. Daarboven op gaan de jobs van 5.600 schoolopzichters binnenkort in rook op, net zoals de jobs van 20.000 opvoeders. De verhoging van de begrotingen voor de politie en het leger gooien olie op dit vuur van sociale onrust. De studenten laten zich ook niet doen. In Toulouse is er op de unief een belangrijke beweging gestart tegen de vergrote deelname van de privé-sector in het beheer van de uniefs en hogescholen terwijl de openbare subsidiëring achteruitboert.

De betogingen van dinsdag volgen in het kielzog van de korte truckerstaking over het weekeinde. Deze staking werd ondermijnd door een combinatie van politierepressie en vakbondsverdeeldheid. Een belangrijke staking van de truckers stond duidelijk op de agenda. Deze eisten een vermindering in hun draconische werktijden en een verhoging van hun belachelijk lage lonen. Het antwoord op de staking was regelrechte intimidatie vanwege de politie op bevel van de zeer rechtse minister van Binnenlandse Zaken, Sarkozy. Het democratische stakingsrecht werd ondergraven door het dreigement dat de truckers die deelnamen aan de wegblokkades hun rijbewijs (hun job als het ware) gingen verliezen en gevangen genomen zouden worden. Zonder om te kijken naar de mening van de twee grootste en representatieve vakbonden onder de truckers – de CFDT en de CGT – besliste de regering ook een afzonderlijke akkoord te ondertekenen met de minderheidsvakbond Force Ouvrière. Verwarring en ontgoocheling waren hiervan het gevolg onder de stakers, wiens beweging nog verder verzwakte. Desalniettemin was de beweging niet verslagen. Men mag eerder praten van een ‘doodgeboren’ beweging. De truckers blijven even strijdbaar maar wachten hun beurt af voor een vernieuwde mobilisatie.

Sinds de verkiezingen is de rechtse regering nogal voorzichtig over haar strategie. Maar de laatste weken heeft de regering meer en meer in haar kaarten laten zien. Het ene reactionaire plan na de andere werd uit de doeken gedaan. De openbare sector bevindt zich in het oog van de storm van deze plannen. De regering vreest een herhaling van de stakingen van november en december 1995, toen de plannen van de conservatieve regering om de publieke sector af te slanken, tegengehouden werden. De eerste minister Raffarin en president Chirac hanteren nu een veel subtielere en verzoenende aanpak. Maar er zijn duidelijk grenzen aan deze aanpak. Dat was deze week duidelijk. De echte bedoelingen van rechts bestaan uit een waarachtige Thatcheriaans beleid van privatiseringen van de openbare sector zoals de gas- en elektriciteitsmaatschappijen, de Post en de verdere privatiseringen van France Telecom en Air France, de ontmanteling van de richtlijnen rond de 35-urenweek en een loonstop. Voor vele personeelsleden uit de genationaliseerde sector kwam dit helemaal niet als een verrassing. Vandaar de massale deelname aan het protest hiertegen.

Maar deze acties zijn slechts de eerste salvo’s die gelost worden in de strijd voor de verdediging van de openbare sector, de jobs en de werkomstandigheden. De regering gaat voorzichtig te werk met de bedoeling de arbeidersklasse niet te veel voor het hoofd te stoten. Dit verklaart de strategische keuze van president Chirac voor een gematigde eerste minister als Raffarin. Maar in zijn schaduw staan de ‘hardliners’ te popelen om in actie te mogen schieten met een Thatcheriaans model van sociale afbouw voor Frankrijk. De patronale druk voor de uitvoering van zo’n plannen stijgt als gevolg van de economische vertraging en de inkrimping van de winstmarges in de bedrijven. Met de massale deelname aan de acties tegen de privatiseringen zenden de arbeiders en de bedienden een duidelijk signaal uit. “Genoeg is genoeg, te veel is te veel”, zo luidt de boodschap. De vakbonden kunnen echter niet bij de pakken blijven zitten. Een nationale en eengemaakte 24-urenstaking van zowel de privé-sector als de openbare diensten tegen deze plannen dringt zich op. Als de maatregelen dan nog niet worden teruggetrokken is een staking van onbeperkte duur een must.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken