De dreiging van een terugkeer van rechts werd bezworen op 20 september bij de stembusslag in Zweden. Ondanks een historisch dieptepunt in haar verkiezingsresultaat en een lage opkomst naar Zweedse maatstaven kan de sociaal-democratie aan de macht blijven. De sociaal-democratische partij (SAP) verloor 600.000 kiezers, die echter niet overliepen naar de burgerlijke partijen, maar thuisbleven of hun stem uitbrachten op de linkse partij V, de voormalige communisten. De rechtse partijen wonnen nauwelijks stemmen bij in vergelijking met de verkiezingen van '94 en dankten hun stijging van 41,4 tot 44,5% vrijwel uitsluitend aan de lagere opkomst. Bovendien behaalden ze in '94 hun laagste score ooit. Het succes van de christen-democraten ging ten koste van de andere drie burgerlijke partijen. De gematigden, liberalen en Centrum Partij verloren samen 377.000 stemmen, terwijl de christen-democraten er 385.000 bij wonnen.
De sociaal-democraten zagen hun aanhang slinken van 45,6% tot 36,4% en dat bij een opkomst van 81,2% tegenover 86,8% in '94. De SAP verloor vooral bij vrouwen, industriearbeiders, jongeren en ook in de voorsteden van de grote steden. De Linkse Partij daarentegen groeide van 6,2% tot 12%.
Dit resultaat toont duidelijk aan dat het electoraat -arbeiders, vrouwen en jongeren in het bijzonder- opgeschoven is naar links. De opgang van de christen-democraten is paradoxaal genoeg eveneens een teken hiervan. Ze boekten vooral succes bij gepensioneerden ui het burgerlijke kamp, die waren afgeschrikt van de plannen van de gematigden op de welvaartsstaat af te bouwen en wel oor hadden naar de preken van de leiders van de CD om de bejaarden beter te beschermen.
Reden verlies SAP
Een groot gedeelte van de kiezers hebben gekozen voor een uitbreiding van de overheidssector en een politiek van rechtvaardigheid en werk voor iedereen, thema's die de SAP centraal stelde. Waarom verloor de SAP dan zoveel van haar aanhang? De reden is eenvoudig. De kiezer vond het praat tegen de vaak omdat de SAP verantwoordelijk was voor de bezuinigingen en de verslechterende levensomstandigheden van de afgelopen jaren. De toegevingen die de SAP-regering in het laatste jaar heeft gedaan (verhoging van ziekte- en werkloosheidsuitkering tot 80% van het loon, hoger kindergeld en extra uitgaven voor de publieke sector) kon de stemming niet keren. De belangrijkste maatregelen waren nog niet uitgevoerd (hoger kindergeld en goedkopere crèches), zodat de kiezer oordeelde dat het een verkiezingsstunt was van de regering.
Een van de belangrijkste redenen van de neergang van de SAP is ongetwijfeld de werkloosheid die torenhoog blijft en de twijfel bij de kiezer dat de SAP in staat is een fundamenteel andere politiek te voeren dan ze totnogtoe gevoerd heeft. Ondergeschikte factoren waren lokale corruptieschandalen, het onvermogen van de partij om haar politiek uit te leggen en het karakter van de partijleider.
De ontevredenheid met de regeringspolitiek werd op verschillende manieren geuit. De politiek minder bewuste arbeiders en jongeren trokken het besluit dat stemmen toch niets opleverde. De meer politiek bewuste elementen gaven een kritische stem op de SAP of stemden V in de hoop dat er een meer linkse koers zou gevaren worden. Het succes van V is dan ook in de eerste plaats en proteststem tegen de regering en een manier om aan te tonen dat de politiek van de sociaal democratie moet veranderen.
Om aan de macht te kunnen blijven moet de SAP nu samenwerken met andere politieke partijen. Het is duidelijk dat de overgrote meerderheid van degenen die links hebben gestemd willen dat de SAP gaat samenwerken met V en de groenen. Deze druk, gecombineerd met het slechte verkiezingsresultaat van de SAP en de voormalige coalitiepartner, de centrum partij, deed de poging van de rechtervleugel van de SAP om een coalitie af te sluiten met de burgerlijke partijen mislukken.
Linkse Alliantie
Het is echter onvoldoende om een linkse alliantie op te richten. De hamvraag blijft: wat is de inhoud ervan? Zoals verwacht heeft de linkse partij gaandeweg haar meer radicale standpunten laten vallen. Dit is geen toeval. De linkse partij schuift systematisch naar rechts op naarmate haar electorale aanhang groeit. Het parlementair werk wordt steeds belangrijker, terwijl het vakbonds- en campagnewerk op de achtergrond verdwijnt. Ze begint dan ook steeds meer te lijken op haar oudere neef, de SAP, die echter over diepere wortels beschikt in de arbeidersklasse.
De politiek van V verschilt niet veel van deze van de linkervleugel van de SAP. Net als de sociaal-democratie voert de linkse partij een politiek die netjes binnen het kapitalistisch kader blijft. Het verschil is dat de leiders van de linkse partij radicalere hervormingen wensen in het kapitalisme dan de SAP-leiding en dat ze geloven dat de kapitalisten bereid zullen zijn deze hervormingen te aanvaarden. In die zin vertonen de leiders van V zelfs meer illusies in het kapitalisme dan de SAP-leiders.
Het ziet er dus naar uit dat Persson aan de macht blijft, maar dat hij een beroep zal moeten doen op de Groenen en de ex-communisten. Deze zullen waarschijnlijk enkele veranderingen eisen in het beleid, maar deze zullen onvoldoende blijken om de problemen van de werkloosheid en onrechtvaardigheid op te lossen. En tegen de achtergrond van een naderende wereldcrisis, die wel eens de ernstigste sedert de jaren '30 zou kunnen worden, zal deze politiek helemaal niet opgewassen zijn. Het kapitaal zal deze regering dwingen dezelfde politiek te voeren als in 1990-91 en 1994-96. Niet alleen de SAP-kiezers, maar ook degenen die hun hoop in de ex-communisten hebben gesteld staan grote teleurstellingen te wachten.
Socialisten
Het wordt uitkijken wat de gevolgen hiervan zullen zijn op de SAP en de Linkse Partij. De ontwikkeling in deze laatste zal een zekere rol spelen bij de radicalistie van de arbeidersbeweging. Maar de ontwikkelingen binnen de SAP en de vakbonden blijven beslissend voor de toekomst van de arbeidersklas.
De verkiezingsresultaten hebben voor een gunstige atmosfeer gezorgd voor de sociaal-democraten die ijveren voor een radicalisering van de partij. De autoriteit van de partijleiding werd verzwakt. De druk van de leden voor een verandering van regeringspolitiek zal toenemen. Ook de mogelijkheden om een aantal veranderingen door te drukken zullen toenemen. Maar deze zullen onvoldoende zijn om de problemen daadwerkelijk op te lossen. Hiervoor moeten de wortels ervan aangepakt worden: het kapitalistisch systeem zélf. Onze kameraden van "Socialisten" eisen daarom het volgende:
* Een linkse alliantie met de socialistische politiek. De arbeidersbeweging mag niet langer accepteren dat het kapitaal de wens van de bevolking domineert.
* Werk voor iedereen via een uitbreiding van de openbare sector en de invoering van een zesurendag zonder loonsverlies
* Iedereen moet kunnen genieten van een loon, pensioen of uitkering van 10.000 kroon netto
* De maatschappelijke middelen moeten gericht worden op daar waar de noden het hoogst zijn: de gezondheidszorg, scholen, bejaardenzorg en voor het vrijwaren van het milieu en een stabiel energiesysteem
Het kapitaal zal een dergelijke politiek proberen te dwarsbomen met de welbekende middelen: kapitaalvlucht, speculatie en de dreiging om alle investeringen naar het buitenland te verhuizen. De arbeidersbeweging moet daarom gemobiliseerd worden om deze sabotage aan de kaak te stellen en de grote ondernemingen onder eigen democratische controle te brengen via nationalisatie. Wanneer dit gebeurt zullen crisissen en werkloosheid definitief tot het verleden behoren. Productie zal niet langer geregeerd worden door de grillen van de markt, maar door een democratisch opgesteld plan. Het zal in functie staan van de noden van de bevolking en niet van het winstbejag van een handvol. De mens zal dan eindelijk over zijn eigen lot kunnen beschikken: een zaak die de moeite loont om voor te strijden!