De Nationale Uitgebreide Bijeenkomst van de Boliviaanse Arbeidersunie (de COB, de grootste vakbondsfederatie, n.v.d.r.) kwam op 22 januari samen in Cochabamba. Daar besloten ze een algemene staking van onbepaalde duur uit te roepen binnen twintig dagen als de nieuwe regering van Mesa niet toegeeft aan de eisen van de oktoberopstand en de aangekondigde besparingsmaatregelen doordrukt. De bijeenkomst van de COB “eindigde met de beslissing om de macht te nemen door het parlement te sluiten” (El Diario, 23/01/04).

Deze beslissing betekent het einde van de wapenstilstand die de leiders van de arbeiders en boeren uitriepen nadat de nieuwe regering van president Carlos Mesa aan de macht kwam. In oktober hebben ze immers via een algemene staking en opstand de vorige president ‘Goñi’ ten val gebracht. Zoals we toen al stelden, was het doel van de nieuwe regering om met allerlei beloften een zekere sociale basis van steun te verwerven. Tegelijk waarschuwden we dat dit valse beloften zijn aangezien het kapitalisme in Bolivia compleet bankroet is en zich dus geen toegevingen aan de werkende mensen kan veroorloven.

Mesa toonde al snel zijn ware gelaat. Hij gaat gewoon verder met de vernietiging van cocaplantages, die tienduizenden landbouwfamilies van een (mager) inkomen voorzien. Wat betreft het beloofde referendum over de export van gas, heeft de regering besloten dit minstens negentig dagen uit te stellen. Bovendien is het helemaal niet duidelijk wat juist in het referendum ter discussie wordt gesteld: de verkoop van het gas aan de VS of de hernationalisering van het gas (de eigenlijke kwestie).

De president kondigde in zijn nieuwjaarstoespraak ook een nieuw pakket besparingsmaatregelen aan zoals een stijging van de belastingen op loon (dezelfde maatregel die vorig jaar werd teruggetrokken na de opstand van februari), stopzetting van de prijssubsidies voor binnenlands gebruik van gas en een stijging van de brandstofprijs. Toen hij deze maatregelen aankondigde zei de minister van Economische Ontwikkeling dat ze “bloed, zweet en tranen” zouden betekenen. Wat hij gemakshalve niet vermeldde, was dat het gaat om het bloed, zweet en tranen van de werkende mensen en dat deze dan gegeven zullen worden aan de kapitalisten, landeigenaars en multinationals.

Dit is de ideale cocktail voor een nieuwe sociale explosie. Tegelijkertijd is het beleid van Mesa de enige optie vanuit een kapitalistisch standpunt. De Boliviaanse heersende klasse kan enkel de financiën van haar failliete staat in evenwicht houden en haar winsten recupereren door een frontale aanval te lanceren op de levensstandaard van het Boliviaanse volk.

De kwestie van de macht

In deze omstandigheden moeten we niet verwonderd zijn als de organisaties van de arbeiders en de boeren de wapenstilstand met Mesa hebben opgeschort. Op 30 december reeds stelde de leider van de Regionale Vakbond van El Alto, Roberto de la Cruz, “zich vragen bij het falen van de nieuwe regering om tegemoet te komen aan de eisen die de bevolking formuleerde in oktober en vroeg hij de sluiting van het parlement” (Bolpress 30/12/04). En nu heeft de COB dus besloten om “een nationale noodtoestand uit te vaardigen in heel het land om een staking van onbepaalde duur met mobilisaties (binnen twintig dagen) uit te roepen en voor te bereiden, om de basis te plannen voor de afbakening van een strategie om druk te zetten op de regering en een politiek strijdfront op te richten tegen de regering.” (Econoticiasbolivia.com 23/01/04). Aan hun eisen hebben ze ook nog de volgende toegevoegd: “De heroprichting van Comibol en YPFB (de vroegere overheidsbedrijven van mijnbouw en olie, n.v.d.r.) onder arbeiderscontrole” (La Razon 24/01/04).

Een van de belangrijkste discussies op de uitgebreide bijeenkomst van de COB was die over de macht. Tijdens de cruciale momenten van februari 2003, en nog sterker in oktober, voelden de verdrukte massa’s dat de macht in hun handen lag, maar dat hun leiders geen duidelijke strategie hadden om die macht te consolideren en de democratie van de oligarchie te vervangen door de democratie van de werkende mensen. Met de woorden van Jaime Solares, de leider van de COB:

“De nieuwe sociale bewegingen richten zich op de sluiting van het nationale parlement wegens gebrek aan effectief werk ten voordele van de Bolivianen (…) Het Boliviaanse volk vraagt de sluiting van het parlement en de COB heeft geen andere optie dan dit mandaat uit te voeren.” (Econoticiasbolivia.com 23/01/04)

Deze woorden weerspiegelen hoe sterk de burgerlijke democratie is gediscrediteerd in Bolivia. Een groeiend aantal mensen begrijpt dat dit een democratie is die enkel de kapitalisten en de multinationals ten goede komt en dat ze moet worden vervangen door een ander soort regering. De COB stelt voor om het parlement te sluiten en het te vervangen door een Volksvergadering.

Evo Morales en de andere leiders van de MAS (de Beweging naar het Socialisme, de grootste linkse partij met diepe wortels in de beweging, vooral onder de cocaboeren, n.v.d.r.) haastten zich echter om de plannen van de COB te veroordelen. “Zij die denken aan de sluiting van het parlement staan niet aan de zijde van de democratie en vervoegen het koor van de Amerikaanse ambassade, samen met de partijen die in oktober werden verslagen.” Roberto de la Cruz antwoordde: “Degenen die dit burgerlijk parlement verdedigen staan aan de kant van het Amerikaanse imperialisme.” De leiders van de MAS hebben zich ontpopt tot de sterkste verdedigers van de regering van Mesa. Hun strategie is dit jaar de gemeenteraadsverkiezingen te winnen en misschien de komende nationale verkiezingen. Ze lijden duidelijk aan parlementair cretinisme, waartegen de Boliviaanse arbeiders gelukkig al zijn ingeënt. Toen een senator van de MAS, Filemon Escobar, het burgerlijk parlement, de verkiezingen en de regering van Mesa verdedigde op de uitgebreide vergadering van de COB, werd hij onthaald op een fluitconcert en verwensingen. Solares daagde Evo Morales openlijk uit om duidelijk te stellen “of hij aan de kant van het volk of aan de kant van Mesa’s regering staat” (Econoticiasbolivia.com 23/01/04). Het is belangrijk om deze publieke uitdaging te combineren met een open oproep en een bewuste oriëntatie naar de mensen aan de basis van de MAS. De cocaboeren zijn immers ontevreden over de politiek van hun leiders, die een regering verdedigen die evenals de vorige de cocateelt wil uitroeien.

Morales waarschuwt dat de voorgestelde staking in de kaarten van Washington spelen en van die secties van het leger die een militaire coup voorbereiden. Die aantijgingen houden echter geen steek. De reden waarom het imperialisme en de Boliviaanse heersers een poging tot coup zouden wagen, is omdat ze de strijd van de massa voor gerechtvaardigde eisen niet meer in de hand kunnen houden via de normale ‘democratische’ methodes. Bijgevolg zou de enige manier om een militaire coup te vermijden, volgens deze redenering, de demobilisatie van de massa zijn en het schrappen van hun eisen. Als de Bolivianen nu maar eens ‘redelijk’ zouden willen zijn en passief hun honger, miserie, werkloosheid en uitbuiting van de natuur zouden aanvaarden, dan zouden ze helemaal geen reactie uitlokken! Dat lijkt Morales te suggereren. En daar voegt hij nog een alternatief aan toe: de verkiezingsstrijd. Toch zit er een probleem in dit alternatief. Stel dat Morales wint en hij wil een beleid uitvoeren dat indruist tegen de belangen van de multinationals en ten voordele is van de werkende klasse, dan… zou hij evengoed een staatsgreep uitlokken! Dat heeft nu juist de ervaring met de regering van Allende in Chili aangetoond. De heersende klasse zal nooit haar privileges opgeven, ook niet via verkiezingen.

Een poging tot staatsgreep zou momenteel in Bolivia desastreuze gevolgen voor de heersende klasse kunnen hebben. In de huidige omstandigheden van revolutionaire mobilisatie zou het werken als een rode lap op een stier, zoals gebeurde in april 2002 in Venezuela. Uiteraard wil dat niet zeggen dat het Pentagon en het Boliviaanse leger geen voorbereidingen treffen. Uit vrees dat het oproer in Bolivia buiten zijn oevers zou kunnen treden, kwamen de militaire chefs van Argentinië, Brazilië en Chili samen in Buenos Aires begin januari. Een rapport in de Argentijnse krant La Nacion (9/01/04) stelde dat er “nood kon zijn aan de interventie van een regionale stabilisatiemacht.” In normale taal betekent dit dat indien de Boliviaanse arbeiders en boeren de macht grijpen, de legers van Argentinië, Brazilië en Chili bereid zijn om met eender welk excuus het land militair binnen te vallen. Nochtans is het weinig waarschijnlijk dat ze direct zouden overgaan tot zulke maatregelen aangezien dat enorme gevolgen zou hebben, ook in hun eigen land. Toch is het feit alleen al dat ze dit bediscussiëren een duidelijk bewijs hoe ongerust ze zijn over de vooruitgang van de Boliviaanse revolutie.

Doorgang naar de zee

Nu speelt de Boliviaanse elite een andere troef uit, namelijk het opzwepen van nationalistische gevolgen. Ze trachten de aandacht af te leiden door de oude frustraties ten opzichte van Chili op te kloppen. Chili heeft immers in de 19e eeuw een groot gebied van Bolivia veroverd, waardoor het land nu is afgesneden van de zee. Argentinië kwam op de proppen met het idee om een kilometerbrede corridor vanuit Bolivia naar de Stille Oceaan aan te leggen, waar ze dan een spoorweg en rijweg kunnen aanleggen die uitlopen op een Boliviaanse haven. Dit dus als oplossing voor de problemen in Bolivia. De corridor zou dan beheerd worden door Mercosur (een handelsunie in Zuid-Amerika, vergelijkbaar met de EU in kinderschoenen, n.v.d.r.). Voor Argentinië zou dit alvast niet slecht uitkomen, want dan zouden ze zelf een doorgang hebben naar de Stille Oceaan. Maar noch Peru, noch Chili zijn happig deze ‘oplossing’ genegen.

Arbeiders en boeren van alle betrokken landen dienen een internationalistisch klassenstandpunt in te nemen over deze kwestie om het gevaar van een regionale oorlog af te wenden. De belangrijkste vijand van de arbeiders en boeren in Bolivia, Peru en Chili zijn de kapitalisten in hun eigen land, die eten uit de hand van het imperialisme. De nationale elites hebben steeds samen met het imperialisme de volkeren van Latijns-Amerika verdeeld willen houden en de gewone mensen in oorlogen voor natuurlijke rijkdommen gestort, zoals bijvoorbeeld de Chaco-oorlog tussen Paraguay en Bolivia in de jaren ’30. Zodra de verdrukte klassen de macht in handen nemen, kunnen ze de grensconflicten op een kameraadschappelijk wijze oplossen binnen het kader van een federatie van socialistische republieken.

We mogen niet vergeten dat de economische onderontwikkeling van Bolivia niet het gevolg is van het gebrek aan havens, maar wel van de parasitaire alliantie van mijn- en landeigenaars die zichzelf hebben verkocht aan de multinationals en Bolivia beheersen sinds zijn geboorte. Peru heeft ettelijke honderden kilometers kust met verschillende havens. Niettemin zijn de levensomstandigheden van de meerderheid hier even lamentabel als in Bolivia.

Een marxistische leiding opbouwen

Om het kapitalisme omver te werpen volstaat het niet gewoon de kwestie van de macht op de orde van de dag te stellen, zoals overigens al in oktober is gebeurd. De kwestie van de macht is niet iets waar men lichtzinnig over moet gaan. Het is zeer gevaarlijk de macht te willen nemen zonder gedetailleerde voorbereidingen die maken dat de meerderheid van de arbeidersbeweging achter je staat en dat de beweging gewapend is tegen de slagkracht van de reactie. De beweging dient democratische structuren van arbeiders- en volksmacht te creëren, waarin de wil van de gemobiliseerde massa zich uitdrukt. In Bolivia betekent dit dat vertegenwoordigers voor de Volksvergadering verkozen moeten worden in de reeds bestaande cabildos abiertos (open massameetings van het volk) in alle steden en wijken, in de dorpen, in de fabrieken en mijnen. Deze vertegenwoordigers moeten een duidelijk mandaat krijgen van degenen die hen verkozen en bovendien op elk moment door hen kunnen worden teruggefloten. De nationale Volksvergadering dient de oprichting te stimuleren van gelijkaardige volksvergaderingen op regionaal en lokaal niveau, en ervoor zorgen dat ze nationaal met elkaar verbonden zijn. Zo zou een alternatieve structuur ontstaan van volksmacht tegen de macht van de heersende klasse.

Opdat deze macht echter kan overwinnen is het eveneens nodig milities van gewapende arbeiders en boeren te creëren, die onder de controle staan van de Volksvergadering en haar organisaties, en tegelijk de soldaten, revolutionaire politieagenten en onderofficieren te incorporeren in de Volksvergadering door de vorming van comités in het leger met vertegenwoordigers verkozen door de soldaten. Zo zou het leger als repressieapparaat van de staat gedeeltelijk geneutraliseerd worden. Tezelfdertijd vermijdt men zo situaties zoals de slachting in El Alto, toen de mensen met blote vuist het leger moesten trotseren.

De ervaring van de voorgaande revolutionaire situaties in Bolivia in 1952, in 1970-71 en tijdens de opstanden van 1982 en 1985, toont de nood aan een revolutionaire leiding met een duidelijk programma, een leiding die niet aarzelt op cruciale momenten, een leiding die voor honderd procent de verdrukte klassen vertegenwoordigt en voor hen de overwinning garandeert. De Boliviaanse massa’s bewezen sinds de ’oorlog om water’ in Cochabamba, en meer nog vorig jaar, dat ze een goed klasseninstinct hebben. Meer dan eens gingen ze verder dan hun eigen leiding. Met een marxistische leiding zouden ze onoverwinnelijk zijn. De elementen om zo’n leiding te vormen zijn al overvloedig aanwezig in Bolivia. Honderden leiders aan de basis van de arbeiders-, boeren- en volksorganisaties grijpen nu al naar het idee van een socialistische revolutie en hebben reeds verschillende taken begrepen om deze ten uitvoer te brengen. Daarom moeten ze zich nu verenigen in een marxistische organisatie die op een gecoördineerde manier op elk moment de juiste slogans en eisen kan vooruitschuiven, waardoor de deelnemers aan de beweging zich steeds bewuster worden van de noodzakelijke stappen voor een geslaagde revolutie. Zo’n marxistische organisatie, die snel zou kunnen uitgroeien tot een partij, kan de beweging verenigen en haar op een georganiseerde manier oriënteren naar de machtsovername. Een marxistische partij zou een duidelijk internationalistisch standpunt innemen door een oproep te lanceren met de vraag aan de massa’s in de omringende landen ook in opstand te komen en richting socialisme te marcheren. Alleen zo kan men een buitenlandse militaire interventie en internationale blokkade vermijden.

We kunnen moeilijk zeggen wat de uitkomst zal zijn van de algemene staking. Het gevaar bestaat zeker dat er niet genoeg voorbereidingen zijn getroffen om echt de macht over te nemen en de kwestie op te lossen in het voordeel van de werkende klasse. Alle indicaties wijzen er wel op dat arbeiders en boeren de oproep positief beantwoorden.

Het is goed mogelijk dat de regering wegens schrik voor de overwinning van de revolutie enkele toegevingen zal doen, zelfs belangrijke toegevingen, om de mobilisatie te stoppen. Dat zou echter niets oplossen. Enerzijds zouden die toegevingen het vertrouwen van de massa’s in hun eigen kracht versterken, aangezien ze die zouden beschouwen als een overwinning. Anderzijds zou de economische situatie de regering aanzetten tot nieuwe aanvallen, eerder vroeg dan laat. De beslissende krachtmeting zou alleen maar uitgesteld worden. Een ander mogelijkheid is dat de heersende klasse verkiezingen kan gebruiken om de massabeweging af te remmen, bijvoorbeeld door vervroegde verkiezingen uit te vaardigen of door een Grondwetgevende Vergadering bijeen te roepen. De MAS van Evo Morales zou zo’n verkiezing kunnen winnen. Maar al snel zou een regering van de MAS voor een dilemma staan: ofwel onder druk van de massa ingaan tegen de bourgeoisie en het imperialisme, ofwel een besparingsprogramma uitvoeren waardoor ze echter zelf de confrontatie met de massabeweging moeten aangaan.

Het alternatief in Bolivia voor de komende periode is zeer duidelijk: ofwel nemen de arbeiders en boeren de macht, wat de socialistische revolutie in gang zou zetten in Latijns-Amerika, ofwel vernietigt de bourgeoisie vroeg of laat de revolutionaire beweging met een bloedige dictatuur.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken