Om vier uur s’morgens op maandag 16 augustus heeft de Nationale Kiesraad (CNE) van Venezuela de resultaten van het herroepingsreferendum ten aanzien van president Hugo Chavez Frias bekend gemaakt. De uitslag was gebaseerd op 94,49 procent van de stemmen afkomstig uit automatische telmachines en toonde aan dat de oppositie er niet in geslaagd was om meer stemmen te verzamelen dan dezen die het behoud van Chavez wensten. Er waren 4.991.483 ‘neen’ stemmen, wat ongeveer 58,25 procent vertegenwoordigt van de uitgebrachte stemmen, tegen 3.576.517 ‘ja’ stemmen, goed voor 41,74 percent.
Onmiddellijk weigerde de oppositie categoriek het resultaat te erkennen. Het is desalniettemin duidelijk dat het neen met overgrote meerderheid heeft gewonnen. Eerdere rapporten suggereerden zelfs een grotere meerderheid van 63 percent tegen 36 percent. Dit zou dichter bij de waarheid kunnen zijn. De resultaten die nog moeten binnenkomen van de handmatige telling in landelijke streken en volkswijken waar Chavez een brede steun geniet en waar automatische machines niet werden gebruikt zullen de marge van de overwinning vergroten.
De opstoot van de massa's
Het referendum heeft de massa's gemobiliseerd. Nooit eerder was de graad van participatie zo hoog omdat iedereen besefte waar het om ging. Bijgevolg stonden sommige Venezolanen meer dan tien uur aan te schuiven. Onze correspondent in Carácas schreef in de nacht van zondag op maandag: ‘de euforie op de gezichten van de bevolking en het straatgebeuren in de arme wijken van Carácas contrasteren sterk met de woede in de welgestelde wijken. In alle streken waren er lange wachtrijen om te gaan stemmen maar in de arme districten is men tot zeer laat blijven stemmen. In sommige wijken hebben de mensen zes tot zeven uur gewacht om te kunnen stemmen. In de districten van de middenklasse en de hogere klasse zijn de wachtrijen daarentegen snel verdwenen.’
De deelname bedroeg ongeveer 90 percent. Een historische record dat sterk contrasteert met de opkomst bij verkiezingen in de VS of in Groot-Brittannië. Dit is wat er gebeurt wanneer mensen voelen dat politiek echt telt, dat stemmen een verschil kan maken, dat vóór of tegen stemmen ook iets betekent. Wat een contrast met de situatie in de ‘Westerse democratieën’ waar in de meeste gevallen mensen zich niet eens de moeite doen om te gaan stemmen, omdat ze het gevoel hebben dat, wie er ook verkozen wordt, het allemaal niet uitmaakt. En toch denken Bush en Blair dat ze het recht hebben lessen te geven in democratie! De overwinning in het referendum van zondag is de achtste overwinning op zes jaar tijd van Chavez en de bolivarianen.Toch blijft de oppositie hem stelselmatig afschilderen als een dictator. De feiten zijn anders. Wat men ook moge denken over Chavez, hij is geen dictator. Na bijna zes jaar aan de macht heeft Chavez niet alleen zijn volkse steun behouden, maar zelfs uitgebreid. Hij won 56 percent in de verkiezingen van 1998 en 59 percent in 2000. Nu is zijn steun bijna 60 procent. De oppositie verloor elke verkiezing. Zij heeft geprobeerd Chavez uit het zadel te lichten via een staatsgreep in 2002, enkele maanden later gevolgd door een door het management geleide lock-out in de staatsolieraffinaderij PDVSA.
Wanneer deze pogingen mislukten heeft de oppositie alles op het herroepingsreferendum gezet om het presidentieel mandaat voortijdig stop te zetten. Dit is eigenlijk nogal ironisch. Het grondwettelijk recht om een herroepingsreferendum te organiseren bestaat enkel dankzij de nieuwe grondwet die tijdens een grondwettelijke vergadering werd bekrachtigd ten tijde van Chavez’ eerste ambtstermijn. De mogelijkheid om verkozenen te herroepen was een idee dat door Chavez zelf was voorgesteld en dat toen werd bestreden door de oppositie die er vandaag op een hypocriete manier gebruik van maakt. Even terzijde: het eerste wat de oppositie zou doen indien ze aan de macht zou komen, is het afschaffen van de mogelijkheid tot dergelijke herroepingsreferenda.
Deze heren noemen zichzelf democraten maar de praktijk toont aan dat ze ‘democratie’ enkel aanvaarden zolang hun kamp wint. Tot op het laatste ogenblik heeft de oppositie verder geprobeerd te manoeuvreren. Voor de officiële bekendmaking door de Nationale Kiesraad brachten Sobella Mejia en Ezequiel Zamora, de oppositiegezinde leden van deze raad, aparte communiqués uit die het resultaat betwistten. Het is een publiek geheim dat Mejia en Zamora op dezelfde lijn zitten als de oppositie. Met zulke smerige streken probeert de oppositie het referendum te discrediteren en dus de weg vrij te maken voor toekomstige sabotagedaden.
Eens te meer hebben de arbeiders en de armen van Venezuela hun klasseninstinct laten spreken. In sommige arbeidersbuurten zoals in Petare stonden er reeds mensen in de rij vanaf vier uur ’s morgens. Toen het duidelijk werd dat de oppositie verslagen was barstte de vreugde los. De straten rond het presidentieel paleis van Miraflores in Carácas werden ingenomen door pro-Chavez betogers die de overwinning vierden van de Bolivariaanse revolutie. Op Venezuelanalysis.com lezen we het volgende verslag ‘De chavisten bezetten de straten in de arbeidersbuurten, toeteren en maken muziek. Vuurwerk en voetzoekers zijn overal te horen in de arbeiderswijken van Carácas. Het lijkt wel Nieuwjaar.’
Zware slag voor de contrarevolutie
Zonder twijfel betekent dit resultaat een serieuze slag voor de contrarevolutionairen, waarvan een deel duidelijk niet happig was om het resultaat te accepteren. Er werden intense onderhandelingen gesignaleerd tussen het Carter Center en de OAS (Organisatie van Amerikaanse Staten) met de oppositie, de zogenaamde ‘Democratische Coördinatie’, om hen ervan te overtuigen Chavez’ overwinning te aanvaarden.
De massa’s hadden goede redenen om te feesten. Voor de zoveelste keer werden de pogingen van de contrarevolutie afgeblokt. Vreemd genoeg kwamen ook Chavez’ tegenstanders al feestend op straat nadat hun leiders hadden opgeroepen om hún ‘overwinning’ te vieren. chavistische basisgroeperingen veroordeelden deze oproep als een plan om publieke onrust te veroorzaken zoals eerder dit jaar. Een oproep van een oppositieleider tot ‘rebellie’ tegen het trage stemproces, bevestigden deze vrees.
De contrarevolutionairen hoopten het referendum te gebruiken om nieuwe botsingen en wanorde uit te lokken, in de hoop voldoende chaos te veroorzaken als wegbereiding voor een coup. Dit zou zeker het scenario geweest zijn indien het resultaat nipt was.
Oppositieleiders Humberto Calderon Berti en Cesar Perez Vivas van de COPEI-partij gaven zondagavond een persconferentie om de internationale waarnemers te bedanken voor hun aanwezigheid tijdens deze ‘historische verkiezing’. Het mistroostige gezicht van Berti sprak boekdelen: zo was het duidelijk niet gepland! De contrarevolutionairen hoopten dat hun controle over de massamedia hen voldoende voordeel zou opleveren om het referendum te winnen. Bovendien rekenden ze op de nauwelijks verholen steun van Washington en het merendeel van de Latijns-Amerikaanse regeringen, in de persoon van Jimmy Carter en de OAS.
De rol van buitenlandse ‘waarnemers’
Meer dan 400 internationale waarnemers streken neer in Venezuela om het herroepingsreferendum te ‘observeren’: een nooit gezien niveau van buitenlandse inmenging in Venezuela’s interne aangelegenheden. Nooit eerder genoot een electoraal proces in het westelijk halfrond een dergelijk internationaal toezicht. Zo’n toezicht was er bijvoorbeeld niet in de vorige presidentsverkiezingen in de VS, waarbij Bush door middel van geknoei in het Witte Huis terechtkwam. Maar aan dergelijke kleine contradicties storen de buitenlandse critici van Venezuela zich niet te erg.
De bekendste deelnemer aan de ‘observatiemissie’ is ongetwijfeld het Carter Center, gesticht door ex-president Jimmy Carter. Deze voormalige pindaboer was maar een middelmatige president; hij verwierf zijn sporen eerder met diplomatiek gemanoeuvreer. President Chavez vertelde me onlangs hoe Carter huilde toen hij over de ontstellende levensomstandigheden van de Venezolaanse armen hoorde: ongetwijfeld deel van zijn erfenis uit de zuidelijke ‘Bible Belt’ in de VS. Ongetwijfeld huilden zijn voorouders ook om de ellende van de armen terwijl ze zich verrijkten op de rug van hun zwarte slaven. Dit genre van christelijke hypocrisie blijkt een bijzonder bruikbaar wapen in het arsenaal van de internationale diplomatie, een wapen dat Mr. Carter blijkbaar tot in de puntjes beheerst.
Hypocrisie blijkt in feite erg in trek in Venezuela. De contrarevolutie kan het zich op dit ogenblik immers niet veroorloven om haar werkelijke gedaante openlijk te tonen. Ze moet zich vermommen als de ‘echte democratie’, hoewel haar eigenlijke doel de installatie van een dictatoriaal regime in Venezuela is. Talloze contrarevolutionaire organisaties doen zich voor als ‘mensenrechtengroeperingen’ en dergelijke. Om de publieke opinie te kunnen misleiden worden de zaken op hun kop gezet: een verkiezingsnederlaag wordt voorgesteld als een overwinning, een overwinning als een nederlaag; dictatuur als democratie, democratie als dictatuur; enzovoort.
Eén van de specialisten in dit type hypocrisie is Súmate, dat verondersteld wordt een objectieve en onpartijdige middenveldorganisatie te zijn, maar in werkelijkheid een pro-oppositiegroep is, gefinancierd door Washington. De codirecteur van Súmate, Maria Corina Machado, nam deel aan de aprilcoup in 2002 waarbij Chavez tijdelijk werd afgezet: zij tekende de decreten van would-be dictator Pedro Carmona. Tegen haar loopt ondertussen een onderzoek voor hoogverraad, omdat ze gelden uit het buitenland (de VS) heeft aangenomen die bestemd waren om de regering Chavez omver te werpen.
Súmate gebruikte de rijkelijk voorziene fondsen van de VS om een groot team van ‘vrijwilligers’ te organiseren dat zoveel mogelijk ‘Ja-stemmen’ in de exit-polls diende te verzamelen. Deze ‘objectieve resultaten’ konden dan als ‘bewijs’ gelden voor overwinning van de oppositie, en gebruikt worden als tegenpropaganda op het moment dat de overwinning van Chavez zou worden aangekondigd.
Ondanks haar imago van onpartijdigheid is het Carter Center een instrument van Washington. Het Carter Center wordt betaald door de VS-overheid en zoals het gezegde gaat: wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Het is alombekend dat het volledige politieke establishment van de VS de oppositie steunt en zo snel mogelijk af wil van Chavez
In een verklaring voor een VS-senaatscommissie op 15 maart 2000 plaatste Jennifer McCoy, professor in de politieke wetenschappen aan de universiteit van Georgia en Venezuela-experte van het Carter Center, Venezuela bij de categorie van de ‘nieuwe, meer subtiele, vormen van autoritarisme die nu een electorale strategie hanteren ’. Teneinde dergelijke ‘nieuwe hybride democratieën te ontmoedigen’ vroeg ze meer steun vanwege de VS aan het Carter Center, stellend dat dergelijke steun een ‘neutraal en professioneel middel’ is om het electorale proces te ‘verbeteren’.
Prof. McCoy vroeg de VS om meer druk te zetten op de regering Chavez, hoewel er noch in Chavez’ verkiezing van 1998, noch in de daaropvolgende referenda, significante aanwijzingen waren omtrent een mogelijke electorale fraude. Verder vergeleek ze Chavez met de Peruviaanse ex-dictator Alberto Fujimori!
Carter dringt aan op voorzichtigheid
Er bestaat weinig twijfel over het feit dat Carter en de OAS enige sympathie koesteren voor de oppositie. Maar de plannen van de oppositie om gebruik te maken van buitenlandse waarnemers werd tenietgedaan door de massale opkomt bij het referendum. Het referendum zelf was eerlijk en democratisch. Geen enkele onregelmatigheid werd gevonden, iets waar de oppositie zo hard op gehoopt had.
Reeds in de loop van zondag, nadat hij verschillende stembureaus had bezocht, moest Carter toegeven dat de rijen aan de stemlokalen zeer lang maar ook zeer ordelijk waren. Carter stelde dat ‘zij reeds vroeg op de dag verschillende stemlokalen hadden bezocht en gezien hoe duizenden mensen stonden te wachten op een zeer geduldige en vredevolle manier.’ Cesar Gaviria, de secretaris-generaal van de OAS gaf zondag reeds aan dat de resultaten van het referendum ‘betrouwbaar’ zouden zijn.
Wat kunnen deze dames en heren ook anders zeggen? De eigenlijke bedoeling van de OAS en het Carter Center is om druk uit te oefenen op de regering in Carácas om een compromis te sluiten met de oppositie of om, indien mogelijk, het referendum te sturen in het voordeel van de oppositie. Indien het resultaat van het referendum zeer nipt was geweest, dan zouden zij in staat zijn geweest om de overwinning aan de oppositie toe te wijzen nog voor er een officiële bekendmaking van de resultaten was geweest. Dit verklaart wellicht waarom de resultaten met enige vertraging bekend werden gemaakt.
Een gedeelte van de hardliners moet ook gevraagd hebben aan de OAS en Carter om mee te werken met een dergelijk manoeuvre. Sommige delen van de oppositie (bvb. oppositieleider Enrique Mendoza) hadden immers aangekondigd dat zij de resultaten van hun exit-polls reeds 5 uren voor de sluiting van de stemlokalen zouden bekendmaken. Dat zou een regelrechte provocatie geweest zijn. Zowel het Carter Center als de OAS hadden echter terecht begrepen dat het nutteloos en contraproductief is om de resultaten van het referendum te ontkennen.
Om half een ‘s morgens kwamen de officials van het Carter Center en de OAS uit een ontmoeting met de Nationale Kiesraad. Ze probeerden de oppositie ervan te overtuigen om de overwinning van Chavez te aanvaarden. Het moet een hevige discussie zijn geweest. Carter kon de hardliners echter niet overtuigen. Hij is ontegensprekelijk een imperialistische schurk maar hij is geen volledige onnozelaar. Een openlijke poging om de overwinning van het referendum aan de oppositie toe te wijzen, via een fraudeclaim, zou immers onmiddellijk een explosie van sociaal protest uitgelokt hebben die moeilijk te controleren zou zijn geweest.
Carter, die een relatief sluwe vertegenwoordiger van het Amerikaanse imperialisme is, moest daarom druk gaan uitoefenen op de oppositie om rustig te blijven. De Venezolaanse krant Diario Vea stelde dat Dr. McCoy indirect de beslissing van de oppositie had bekritiseerd om vroege en onofficiële resultaten bekend te maken. Dr. McCoy had verklaard dat alle politieke deelnemers moesten wachten op de bekendmaking van de resultaten door het daarvoor bevoegde orgaan, de Nationale Kiesraad.
Zowel het Carter Center als de OAS begrepen zeer goed dat het nutteloos en contraproductief is om de resultaten van het referendum te ontkennen. Dit was echter niet meer dan een tactische beslissing. Ze begrijpen dat er van een coup vanwege de oppositie geen sprake kan zijn omdat de krachtsverhoudingen niet in hun voordeel zijn. Dus zal de overwinning van Chavez aanvaard moeten worden door tenminste een deel van de oppositie. Het enige was ze op dit ogenblik nog kunnen doen is wat twijfels zaaien over het verloop van het referendum en de ander beschuldigen van fraude. Dit deden ze eigenlijk al nog voor het referendum van start was gegaan.
Wat nu?
We voorspelden het in vorige artikels: de imperialisten hebben begrepen dat de tijd niet rijp is voor een nieuwe coup. Die zou immers uitmonden in een burgeroorlog die ze zeker zouden verliezen. Daarom hebben ze beslist een andere tactiek te volgen. Nu zij hun doel niet hebben bereikt door een openlijke aanval, zullen zij overgaan tot een stellingenoorlog. De strijd is dus niet gedaan, maar verplaatst zich naar een ander niveau. De contrarevolutionaire en hun imperialistische bondgenoten zullen wachten tot de krachtsverhoudingen weer in hun voordeel zijn. Dan zullen zij opnieuw toeslaan. Op dit moment moeten zij zich echter tactisch terugtrekken.
Betekent dit dat alles nu opgelost is en de oppositie nu voor goed verslagen is? Nee, natuurlijk niet. Het referendum heeft juist duidelijk gemaakt dat de Venezolaanse maatschappij extreem gepolariseerd is tussen links en rechts. Die polarisatie zal niet verdwijnen na het referendum maar zal nog toenemen. In die zin heeft het referendum niets opgelost. De contrarevolutionairen zullen hun krachten hergroeperen en zullen zich voorbereiden op een nieuw offensief eens de voorwaarden daarvoor terug gunstiger zijn.
Op internationaal niveau zullen zij hun campagne tegen de Venezolaanse revolutie verderzetten en Chavez blijven beschuldigen van autoritarisme. Met de hulp van organisaties zoals Súmate zullen ze valse exit-polls publiceren die de officiële resultaten tegenspreken om aan te tonen dat er fraude is gepleegd. Zij zullen de ontwikkeling van de revolutie blijven tegenwerken en zo proberen om een klimaat van economische en sociale chaos te creëren. Zij zullen pas tevreden zijn wanneer Chavez omver geworpen is en de verworvenheden van de Bolivariaanse revolutie geliquideerd zijn.
De laatste overwinning van Chavez brengt de burgerlijke oppositie in lastig parket. Dit is de vierde keer dat vrije verkiezingen in Venezuela een beslissende meerderheid aan Chavez geven. De Venezolaanse bourgeoisie wordt stilaan wanhopig en de klassenstrijd wordt steeds heviger. De arbeiders en boeren zullen nog meer aangemoedigd zijn door de resultaten van het referendum en zullen nog meer eisen gaan stellen om de revolutie te verdiepen De bourgeoisie en de imperialisten zullen dit proberen tegen te houden. De regering zal zich eens te meer tussen twee vuren bevinden.
De massale deelname zondag is een duidelijke weerspiegeling van de extreme politieke polarisatie tussen links en rechts in de Venezolaanse samenleving. De dringendste kwestie was het aan de macht houden van president Hugo Chavez. Maar diepgaandere vragen dringen zich op en blijven vooralsnog onopgelost. Het was noodzakelijk om dit referendum te winnen maar het resultaat van dit referendum zal de fundamentele problemen niet oplossen. Integendeel, de fundamentele problemen zullen zich scherper dan ooit stellen.
Die leiders van de Bolivariaanse beweging die beweerden dat dankzij dit referendum de vijanden van de revolutie tot zwijgen zouden worden veroordeeld hebben ongelijk gekregen. Het is onmogelijk om zich met de interne en externe vijanden van de revolutie te verzoenen door middel van verkiezingen, referenda of onderhandelingen. Deze zullen enkel maar tevreden zijn na de nederlaag van de revolutie. Het is absoluut onverantwoord om dit niet onder ogen te willen zien. Bij vorige gelegenheden, toen de massa’s de contrarevolutie verslagen had, bood er zich een gouden kans om de revolutie tot het einde door te voeren en om voorgoed een einde te stellen aan de macht van de oligarchie. Maar steeds weer werd de kans verspeeld. De leiders lieten zich vermurwen door de sirenezang van diegenen die opriepen voor ‘gematigdheid’ en ‘onderhandelingen’. Dit mondde onvermijdelijk uit in een nieuw offensief van de contrarevolutie.
Het is hoog tijd om hier lessen uit te trekken! Het is onmogelijk om een halve revolutie te maken. Zolang de oligarchie haar greep behoudt over belangrijke delen van de economie zal ze blijven handelen als het Trojaanse paard van het VS imperialisme en de Bolivariaanse revolutie blijven saboteren en ondermijnen. We moeten ons de volgende belangrijke vraag stellen: kunnen we blijven toestaan dat de belangen van een handvol rijke parasieten het lot van miljoenen mensen blijven bepalen? Of zullen we eens en voor altijd een einde stellen aan deze toestand door de eigendommen van de contrarevolutionairen te onteigenen en door de weg op te gaan van een socialistische democratie?
Zondag 15 augustus zal de annalen van de revolutionaire geschiedenis ingaan als de dag van een grote overwinning voor de werkende bevolking – maar slechts op één voorwaarde: dat we de kans niet verkwisten. We mogen het initiatief niet aan onze vijanden overlaten, maar er integendeel van gebruik maken om hun machtsbasis te vernietigen. Dit is de enige manier om verder te bouwen op onze overwinning en om ze om te buigen in een beslissende revolutionaire verandering van de maatschappij.