Om ongeveer 1 uur ‘s nachts, na lang wachten, kondigde de Venezolaanse nationale kiescommissie de resultaten voor het referendum over de grondwetsherziening aan. De voorstellen voor de grondwetswijziging werden afgewezen met een zeer miniem verschil: 4.504.354 stemmen tegen (50,70%) en 4.379.392 stemmen voor (49,29%). Niet lang daarna aanvaardde president Chavez op televisie de resultaten. Hij zei dat de voorgestelde veranderingen het niet gehaald hadden, voorlopig, en dat hij zou blijven strijden voor socialisme.
Zoals verwacht werd het resultaat met luid gejuich onthaald door de rechtse oppositie en alle reactionaire krachten. Voor de eerste keer in bijna tien jaar konden ze eens winnen. In de middenklassenbuurten van Caracas waren er ware vreugdetaferelen. "Eindelijk hebben we getoond dat Chavez verslagen kan worden! Eindelijk is de beweging richting communisme afgestopt! Eindelijk hebben we het gepeupel een lesje geleerd!"
De blijdschap van de reactionairen is zowel overdreven als voorbarig. Een blik op de resultaten leert ons dat de oppositie haar electorale gewicht amper kon verhogen: als je deze resultaten vergelijkt met de presidentsverkiezingen in 2006 zie je dat de oppositie slechts 100.000 stemmen heeft bijgewonnen, maar dat Chavez er 2,8 miljoen verloren heeft. Deze stemmen gingen niet naar de oppositie, maar naar onthouding. Dit wil zeggen dat de steun voor de contrarevolutie sinds vorig jaar niet significant is toegenomen.
Hoe de oligarchie de publieke opinie "informeert"
Een hele reeks factoren hebben bijgedragen tot deze uitslag. De oligarchie heeft in haar handen machtige instrumenten om de publieke opinie te vormen. Ze organiseerden een volledige mobilisatie van de reactionaire media in een hysterische smeercampagne vol leugens tegen Chavez, de revolutie en socialisme. Deze angstcampagne van de reactionaire oppositie had ongetwijfeld een effect op de meer achtergebleven lagen van de bevolking.
De druk was enorm. De katholieke Kerk, geleid door het reactionaire episcopaat, preekte vanaf de preekstoel tegen Chavez en het "goddeloze communisme". Er was een betaalde advertentie van twee pagina's groot in Ultimas Noticias, een van de meest gelezen en verspreide kranten in Venezuela, waarin beweerd werd dat de staat je kinderen ging wegnemen, je kinderen tot de staat zouden behoren, en dat vrijheid van religie zou opgeheven worden. In Carabobo kopte de lokale krant Notitarde op de dag van het referendum "vandaag beslist u, en het is een beslissing voor altijd", met daaronder een afbeelding van een lege slagerij met een Cubaanse vlag, een foto van Castro en het opschrift "dit is hoe socialistisch Cuba er vandaag uitziet."
Dit toont de tergende hypocrisie van de campagne gevoerd door de internationale media dat er "vandaag geen persvrijheid in Venezuela" bestaat. Deze luide campagne bereikte enkele maanden geleden een hoogtepunt toen de overheid besliste geen verlenging toe te kennen van de uitzendlicentie voor RCTV, een rechts televisiestation en notoir nest van contrarevolutionaire samenzweerders die een sleutelrol in de coup van april 2002 speelden.
Het probleem is dus niet dat de revolutie de democratische rechten van de oppositie heeft beperkt of persvrijheid met de voeten getreden heeft. Het probleem is dat de revolutie veel te genereus is geweest met haar tegenstanders, veel te tolerant, veel te geduldig, veel te braaf. Ze heeft te veel macht in de handen van de oligarchie en haar lakeien gelaten. Daardoor hebben ze een wapen in handen dat ze zeer effectief gebruiken om de revolutie te saboteren, te stoppen en uiteindelijk te vernietigen.
Onthoudingen
Dit is allemaal wel waar maar het vertelt niet waarom de nee-stem won. Het belangrijkste element was de onthouding: een groot deel van de chavisten is niet gaan stemmen. We moeten ons de vraag stellen: waarom? De bureaucraten en cynische kleinburgers schuiven de schuld in de schoenen van de massa, die zogezegd apathisch is. Dat is een compleet verkeerde voorstelling. Ze hebben consequent voor Chavez gestemd bij elke verkiezing en elk referendum. Ze stemden massaal vorig jaar in december. Nu vertonen ze echter tekenen van vermoeidheid. Waarom?
Na al de toespraken over socialisme zit de oligarchie nog steeds stevig in het zadel. Ze gebruikt haar rijkdom en macht om de revolutie te saboteren en te ondermijnen. De coupplegers van 2002 lopen nog steeds op vrije voeten. De rechtse media kunnen vrijelijk hun leugens en venijn tegen de revolutie spuwen. Boerenactivisten worden vermoord en daar gebeurt juist niets tegen. Ondanks de hervormingen van de regering, die onmiskenbaar de armen hebben geholpen, leeft de meerderheid nog altijd in armoede. Het probleem van huisvesting blijft onopgelost. De sabotage door grootgrondbezitters en kapitalisten veroorzaakt een tekort aan basisproducten. Dit heeft allemaal een effect op het moreel van de massa.
Een overweldigende meerderheid blijft Chavez en de revolutie steunen, maar ze vertonen symptomen van vermoeidheid. Na negen jaar van sociale beroering begint de massa stilaan moe te raken van de woorden en de speechen, de parades en betogingen, en ook de eindeloze verkiezingen en referenda. Ze willen minder woorden en meer beslissende daden: daden tegen de grootgrondbezitters en kapitalisten, daden tegen de corrupte gouverneurs en ambtenaren. Bovenal willen ze daden tegen de vijfde colonne van rechtse chavisten die rode T-shirts dragen en spreken over het socialisme van de 21ste eeuw, maar in realiteit zich verzetten tegen echt socialisme en de revolutie van binnenin saboteren. We kunnen niets beginnen als de Bolivariaanse beweging en de PSUV niet worden gezuiverd van deze reformistische bureaucraten en carrièristen.
De Vijfde Colonne
De bureaucraten bewezen opnieuw hun complete onvermogen om een degelijke campagne te organiseren. Ze konden de leugens van de oppositie niet van antwoord dienen. Ze slaagden er niet in een goede uitleg te geven over de vele punten in de hervormde grondwet die gunstig waren voor de werkende klasse, zoals de 36-urenweek. En hoe kan dat ook, als ze zelf tegen zulke socialistische maatregelen zijn? De sabotage door de vijfde colonne is bekend bij de basis van de beweging - en ook bij haar vijanden. Time magazine sneerde:
"Zelfs sommige bondgenoten van Chavez willen de radicale trein van de president afremmen. Veel grondwetsvoorstellen, zo argumenteren ze, gaan minder over macht geven aan het volk dan over machtsconcentratie in handen van Chavez. Onder die initiatieven: afschaffen van limieten op presidentiële termijnen; de autonome Centrale Bank onder controle van de president brengen; en de creatie van regionale vice-presidenten. Provinciale leiders zoals Ramon Martinez, gouverneur van de oostelijke staat Sucre en zelf een socialist, beschouwt dat laatste idee als een overdreven centralisering van de federale autoriteit, evenals een verraad aan Chavez' Bolivariaanse Revolutie (genoemd naar de 19e-eeuwse Zuid-Amerikaanse onafhankelijkheidsheld Simon Bolivar). ‘Deze revolutie moest meer pluralisme brengen in Venezuela', zegt Martinez. ‘We willen geen megastaat zoals de Sovjetunie.'"
Iedereen die deze regels leest, zal direct begrijpen waarom er geen degelijke campagne was. Ramon Martinez is geen socialist maar een leider van Podemos, die verraders die vlak voor de referendumcampagne afsplitsten van de Bolivariaanse beweging om zelf een heftige campagne te voeren voor de nee-stem. Zijn gedrag zou niemand moeten verrassen. Het was echter geen geïsoleerd geval. In Apure deed de gouverneur niks om de campagne te organiseren en veel anderen gedroegen zich gelijkaardig. De bureaucraten herhaalden gewoon dezelfde rampzalige en lege campagne als een jaar voordien bij de presidentsverkiezingen.
Een kameraad in Merida beschreef ze als volgt: "Het was een stomme campagne waarin de affiches enkel vertelden dat indien je voor Chavez stemt je dan uit ‘liefde' stemt. De campagne van de rechterzijde was daarentegen venijnig. Ze zeiden dat alles zou worden afgenomen van de mensen, dat als je twee huizen hebt er dan één zou worden afgenomen, dat als je twee auto's hebt je dan één zou verliezen, dat pasgeboren kinderen door de socialistische staat zouden worden afgenomen."
Na de aankondiging van het verkiezingsresultaat was er een live telefoonshow op RNV, een van de openbare radio's. De meeste bellers gaven de bureaucratie de schuld vanwege het gebrek aan campagne. Velen vermeldden de houding van ‘chavistische' gouverneurs en burgemeesters die niet alleen geen campagne organiseerden maar ze zelfs actief saboteerden. Deze bureaucraten vreesden de hervormingen even erg als de oppositie. Ze zagen terecht dat de massa het referendum zou beschouwen als een rekeningverheffing met de heersende klasse maar evengoed met de reformistische en bureaucratische elementen in de leiding van de Bolivariaanse beweging.
Baduels tactieken
De verklaringen van de oppositie na de bekendmaking van de resultaten waren treffend. De eerste spreker was een van de leiders van de reactionaire studenten. De derde spreker was Rosales, de presidentskandidaat van de oppositie die in december 2006 zwaar van Chavez verloor. De tweede spreker was niemand minder dan generaal Baduel, de voormalige defensieminister, over wie we de laatste tijd vaker hebben geschreven.
Wat zei Baduel? Hij sprak over nationale verzoening en bood onderhandelingen met Chavez aan. Hij deed afstand van alle plannen om een staatsgreep te plegen. Samengevat bood hij Chavez een gulle lach en vriendschappelijke hand aan. Dit is een heel slimme tactiek, die ons vermoeden bevestigt dat Baduel een sluwe contrarevolutionair is. Daarnaast weerspiegelt deze nieuwe tactiek van de oppositie de ware krachtverhoudingen, die, ondanks de uitslag van het referendum, nog steeds ontegensprekelijk in het nadeel van de contrarevolutionairen zijn.
De revolutie mag geen vertrouwen hebben in de verzoenende lach van de contrarevolutie. Zoals Shakespeare zei: "There are daggers in men's smiles" (er schuilen dolken in de glimlach van mensen). Het aanbod tot verzoening is een val. Er kan geen verzoening zijn tussen revolutie en contrarevolutie, want er kan geen verzoening zijn tussen rijk en arm, tussen uitbuiters en uitgebuitenen. De enige reden voor deze verandering van tactiek is dat de oppositie Chavez niet door middel van directe actie kan verslaan. Ze zijn te zwak en ze weten het. De minder tactische zielen van de oppositie zitten in een overwinningsroes. Maar na een nacht van dronken euforie komt 's ochtends de hevige hoofdpijn. De ‘overwinning' werd behaald met de kleinst mogelijke marge. Ondanks de zware inspanningen is de oppositie er slechts in geslaagd 100.000 stemmers meer te mobiliseren. Bovendien kan deze strijd niet alleen door stemmen worden gewonnen.
De dikke bourgeois en zijn vrouw en kinderen, kleine winkeliers, verwende rijke studenten, overheidsambtenaren wrokkig door de sociale vooruitgang van het plebs, gepensioneerden die met heimwee terugkijken naar de periode van de Vierde Republiek, de speculanten, dieven en oplichters, de diepgelovige oudjes die gemanipuleerd worden door de hiërarchie van de Kerk, de aanzienlijke groep burgers uit de middenklasse die de ‘anarchie' beu zijn: al deze groepen vormen een enorme factor in electorale termen, maar in de klassenstrijd spelen ze niet mee.
De machtsverhoudingen tussen de klassen
De echte machtsverhoudingen tussen de klassen waren het best zichtbaar tijdens de massabijeenkomsten in de aanloop naar het referendum. Zoals ook in december 2006 gebeurde, bewoog de oppositie hemel en aarde om haar achterban te mobiliseren en slaagde erin een grote massa op de been te brengen. De volgende dag echter werden de straten van Caracas overspoeld door een vloed van rode shirts and spandoeken. De twee bijeenkomsten toonden aan dat de actieve Chavez-achterban vijf tot acht keer zo groot is als die van de oppositie.
Dit beeld is nog duidelijker bij de jeugd. De rechtse studenten zijn de stoottroepen van de oppositie. Zij zijn de belangrijkste actoren geweest tijdens de gewelddadige provocaties tegen Chavez-aanhangers. Op hun grootste bijeenkomst waren ze met zo'n 50.000, en dat is de meest optimistische schatting. De chavistische studenten waren op hun bijeenkomst met 200.000 à 300.000. Op dit beslissende terrein van de strijd, namelijk wie wint de jeugd, zien we een overweldigende meerderheid aan de zijde van de revolutie staan.
Aan de zijde van de revolutie staat de overgrote meerderheid van de werkers en de boeren. Dit is een essentieel gegeven! Zonder de werkende klasse brandt geen enkel lichtje, draait geen enkel rad, belt geen enkele telefoon. Eens ze wordt georganiseerd en gemobiliseerd voor een socialistische transformatie van de maatschappij, is dit een kolossale kracht.
En hoe zit het met het leger? Reformisten als Heinz Dieterich hameren steeds op dezelfde vraag, zoals een oude plaat die blijft hangen. Het leger is inderdaad van essentieel belang. Maar het leger weerspiegelt vaak de tendensen binnen de maatschappij. Het Venezolaanse leger ondergaat al een decennium zware revolutionaire schokken. Dit laat tekens achter. Er kan geen twijfel over bestaan dat een overgrote meerderheid van de gewone soldaten, zonen van arbeiders en boeren, trouw zijn aan Chavez en de revolutie. Hetzelfde geldt ongetwijfeld voor de meeste sergeanten en andere onderofficieren. Hoe hoger we in de legerhiërarchie opgaan, hoe onduidelijker de situatie wordt. In de laatste weken hebben geruchten van samenzweringen de ronde gedaan en zijn er officieren gearresteerd. Dit is een serieuze waarschuwing! Onder de officieren zullen velen trouw zijn aan Chavez, terwijl anderen sympathie hebben voor de oppositie of zelfs geheime contrarevolutionairen zijn. De meeste zijn waarschijnlijk apolitieke beroepssoldaten, van wie de sympathie draait naar gelang het algemene klimaat in de samenleving.
Het feit dat generaal Baduel heeft beslist om een voorzichtige en verzoenende toon te gebruiken, bewijst dat er momenteel geen serieuze basis voor een coup bestaat. De doordachte contrarevolutionairen (incluis hun CIA-raadgevers) weten dat de tijd nog niet rijp is voor een operatie zoals in april 2002. Waarom niet? Omdat elke couppoging op dit moment de massa's op straat zou brengen. Ze zouden klaar staan om te vechten en te sterven ter verdediging van de revolutie. In zulke omstandigheden is het Venezolaanse leger zoals het vandaag is een zeer onbetrouwbaar instrument voor een staatsgreep. Het zou leiden tot een burgeroorlog die de contrarevolutionairen helemaal niet met zekerheid zouden winnen. Ongetwijfeld zou een nederlaag van de contrarevolutie in een open strijd deze keer resulteren in de onmiddellijke afschaffing van het kapitalisme in Venezuela.
Juist omwille van deze praktische overwegingen neemt Baduel zijn huidig standpunt in. Eigenlijk wil hij tijd winnen, hopend dat de objectieve omstandigheden zullen omslaan in het voordeel van de contrarevolutie. En we moeten toegeven dat deze berekeningen correct zijn. De tijd staat niet aan de kan van de revolutie!
Negatieve rol van de sekten
Baduel pleit momenteel voor het bijeenroepen van een grondwetgevende vergadering. Dit is, ironisch genoeg, dezelfde eis die naar voren wordt geschoven door de Argentijnse PO en andere uiterst-linkse sekten. Uiterst-links bevond zich tijdens de campagne over het referendum al in het gezelschap van de contrarevolutie, dus dit vormt op zich geen grote verassing. De rol van Orlando Chirino en andere zogenaamde ‘trotskisten' die de mensen opriepen om niet te stemmen, was bijzonder negatief. Deze dames en heren zijn zo verblind door hun haat ten aanzien van Chavez dat ze niet langer het verschil zien tussen revolutie en contrarevolutie. Dit impliceert dat ze volledig afgedaan hebben als progressieve kracht, laat staan als een revolutionaire kracht. Maar laat de doden hun doden begraven, laat de sekten maar voor wat ze zijn.
De contrarevolutionairen en de imperialisten begrijpen de situatie veel beter dan de sektaire halve garen. De massa's zijn politiek tot leven gewekt door Chavez en zijn bijzonder loyaal tegenover hem. De burgerij heeft alles geprobeerd om Chavez te verwijderen maar is telkens mislukt. Elke contrarevolutionaire poging werd aan diggelen geslagen op de rots van de massabeweging.
Ze hebben daarom beslist om wat geduld te oefenen. Chavez werd verkozen voor zes jaar en heeft dus nog vijf jaar voor de boeg. De eerste stap van de burgerij was te verzekeren dat hij niet nog eens zou kunnen deelnemen aan de verkiezingen. Dat was voor hen de inzet van dit referendum. Ze rekenen erop dat indien ze op de één of andere manier kunnen afraken van Chavez, dat de beweging zal splitsen en desintegreren, wat hen zou toestaan om de macht terug in handen te nemen.
De oppositie is voorzichtig omdat ze zich bewust zijn van haar zwakheid. Ze weten dat ze niet sterk genoeg zijn om in het offensief te gaan. Maar op basis van een "nationaal akkoord" proberen ze Chavez ertoe te brengen zijn programma af te zwakken. Als ze daarin slagen zal dit de chavista-basis demoraliseren terwijl het de reformisten en de bureaucraten zal versterken.
Het is een intelligente tactiek, maar er is een probleem. Ondanks de uitslag van het referendum zitten ze vast aan Chavez tot 2012-13 en er zijn geen belangrijke verkiezingen in de nabije toekomst. In een situatie zoals die in Venezuela kan er veel gebeuren op vijf jaar tijd. Dat is waarom ze een grondwetgevende vergadering willen. Als ze een nieuw referendum kunnen halen, dan veranderen ze de grondwet om vervroegde verkiezingen toe te laten die ze hopen te winnen - wellicht met Baduel als hun kandidaat.
Waarom zijn ze zo zeker van hun overwinning? Omdat de revolutie niet tot het einde werd doorgevoerd: omdat belangrijke economische hefbomen in handen gelaten zijn van vijanden van de revolutie en omdat er een limiet is aan hetgeen de massa's kunnen tolereren zonder in apathie en wanhoop te vervallen.
Beslissende maatregelen nodig!
Enkele jaren terug, in mei 2004, schreef ik een artikel ‘Thesen over de revolutie en contrarevolutie in Venezuela' waarin ik het volgende stelde:
"Het is fout om uitsluitend te steunen op de bereidheid van de massa's. De massa's kunnen hun heden slechts opofferen voor hun morgen tot op een bepaald punt. In laatste instantie is het de economische kwestie die bepalend is."
Die observatie blijft nog steeds van kracht. In zijn artikel van 27 november citeerde Erik Demeester cijfers uit een recent rapport van Datanalisis, die aangeven wat velen eigenlijk al wisten: de schaarste van basisvoedsel wordt stilaan ondraaglijk. De studie stelt vast dat het bijzonder moeilijk geworden is om nog melk, vlees of suiker te vinden. Andere producten zoals kip, kaas en bonen zijn ook schaars. De analisten interviewden 800 mensen in 60 verschillende winkels, zowel in de privé-sector als in het publieke distributienetwerk Mercal. In 73,3 procent van de bezochte plaatsen was er geen melkpoeder voorhanden, 51,7 procent had geen suiker en 26,7 procent had geen bonen, het hoofdvoedsel in Venezuela.
Twee derden van de klanten verklaarden dat ze één of andere vorm van schaarste ondervinden in de winkels waar ze gewoonlijk kopen. Wachtrijen van enkele uren, soms tot vier uur, om wat melk te kopen, vormen niet langer een uitzondering. Zoals kameraad Demeester aangeeft, is dit gelijkaardig aan de situatie in Chili toen er grootschalige economische sabotage werd gepleegd tegen de linkse Unidad Popular regering van Allende in de jaren '70.
In de ogen van de massa's is socialisme of revolutie geen abstracte kwestie maar een zeer concrete. De arbeiders en boeren zijn tot hiertoe bijzonder loyaal geweest ten aanzien van de revolutie. Ze toonden zich bereid om te vechten. Maar als deze situatie te lang aansleept zonder een beslissende doorbraak, dan treedt vermoeidheid op bij de massa's. Beginnend bij de onderste en de meest inerte lagen komt er een sfeer van apathie en scepticisme. Als er een duidelijk doel ontbreekt, beginnen ze te zeggen: al die speeches hebben we eerder gehoord, maar er is niks fundamenteel veranderd. Welk nut heeft het om te betogen? Welk nut heeft het om te stemmen als er niks verandert. Dit is het grootste gevaar voor de revolutie. Wanneer de reactionairen zien dat het revolutionair getij wegebt, dan zullen ze overgaan tot een tegenoffensief. De verst gevorderde arbeiders zullen geïsoleerd achterblijven. De massa's zullen niet langer gehoor geven aan hun oproepen. Op dat moment zal de contrarevolutie toeslaan.
Diegenen die stellen dat de revolutie te snel te ver is gegaan, dat het noodzakelijk is om de onteigeningen te stoppen en een compromis te sluiten met Baduel om de revolutie te redden, slaan de bal compleet mis. De reden waarom een deel van de massa's gedesillusioneerd raakt, is niet omdat de revolutie te snel te ver is gegaan, maar omdat ze te traag gaat en niet ver genoeg. De toenemende schaarste van basisgoederen en de inflatie treffen vooral de arbeiderswijken, die de basis vormen van het chavisme. Dit ondermijnt de revolutie, niet het "te ver gaan". Indien we het advies volgen van de reformisten van de school van Heinz Dieterich, dan betekent dat het einde van de revolutie. Dat komt neer op het afzagen van tak van de boom waarop we zelf zitten.
Verkiezingen en klassenstrijd
Marxisten weigeren niet om deel te nemen aan verkiezingen. Dat is de houding van het anarchisme, niet het marxisme. Over het algemeen moet de arbeidersklasse elke democratische opening die voorhanden is, gebruiken om haar krachten te verzamelen, om de ene na de andere positie te veroveren op de klassenvijand en om zich voor te bereiden op de machtsstrijd. De kiesstrijd speelde in Venezuela al meermaals een belangrijke rol in het verenigen, het organiseren en het mobiliseren van de massa's. Dat heeft echter zijn grenzen. De klassenstrijd kan niet herleid worden tot abstracte statistieken en electorale rekenkunde. Noch wordt het lot van een revolutie bepaald door wetten of grondwetten. Revoluties worden niet gewonnen of verloren in rechtszalen of parlementen, maar op straat, in de bedrijven, de dorpen en de wijken, in de scholen en in de kazernes.
De reformisten geloven dat de arbeidersklasse zich best kan houden aan de wettelijke subtiliteiten. De contrarevolutie toonde echter geen enkel respect voor de grondwet in 2002, die ze meteen afschaften toen ze daartoe de gelegenheid kregen. Maar momenteel roepen ze allemaal om het behoud van diezelfde grondwet.
Zelfs na de nederlaag in het referendum beschikt Chavez nog steeds over voldoende macht om onteigening van de grootgrondbezitters, de bankiers en de kapitalisten door te voeren. Hij controleert het parlement en geniet de steun van de doorslaggevende delen van de Venezolaanse samenleving. Een wet ter onteigening van de gronden, de banken en de grote private bedrijven zou op enthousiasme onthaald worden.
Het grote aantal Venezolanen dat niet ging stemmen gaf de overwinning aan de oppositie. Het is een waarschuwing. De massa's eisen beslissende maatregelen, geen woorden! Het kan zijn dat deze nederlaag een omgekeerd effect heeft. Het kan de massa's brengen tot een hernieuwde revolutionaire strijd. Marx zei dat de revolutie de zweepslag van de contrarevolutie nodig heeft. We zagen dit de voorbije negen jaar in Venezuela al verschillende keren.
Je kan geen omelet maken zonder eieren te breken. Een revolutie is geen spelletje schaak met duidelijke spelregels. Het is een gevecht tussen tegengestelde en onverzoenbare klassenbelangen. Beslissende maatregelen zijn noodzakelijk om de revolutie te verdedigen en de contrarevolutie te ontwapenen.
De overwinning van de ‘No' in het referendum zal zorgen voor een heilzaam shockeffect. De basismilitanten van de Bolivariaanse beweging zijn woedend en schrijven de nederlaag terecht toe aan de bureaucratie. Ze eisen maatregelen om de rechterzijde uit de beweging te verwijderen. Dit is absoluut noodzakelijk! Onze slogans zijn:
Geen stap achteruit!
Smijt de bureaucraten en de carrièristen buiten!
Onteigen de oligarchie!
Bewapen de arbeidersklasse om de strijd aan te gaan tegen de reactie!
Leve het socialisme!
Londen, 3 december 2007