Een fenomeen dat de aandacht trekt in Bolivia, een land met een talrijke bevolking van inheemse oorsprong (meer dan 50%) en mestizo's, is de aanwezigheid van talloze fascistische organisaties en nazi's die openlijk hun racisme tegenover deze etnische groepen verkondigen.

Zoals in de meerderheid van de Zuid-Amerikaanse landen waar fascistische ideeën enige rol van betekenis hebben gehad, werden de eerste demonstraties van deze reactionaire ideologie gehouden in de jaren '30 van de vorige eeuw. Dit kwam in periode overeen met het hoogtepunt van fascistische regimes in Italië en nazi-Duitsland. Bolivia was net verslagen in de Chaco-oorlog en dat genereerde de ideale voedingsbodem voor ideeën die opriepen tot het redden van de nationale trots, zoals was gebeurd in Duitsland na de nederlaag in de Eerste Wereldoorlog. "Zo verschenen er organisaties zoals het genootschap van officiële oud-reservisten Estrella de Hierro (IJzeren Ster) in 1935, het genootschap van oud-genietroepen Beta Gama (Bèta Gamma), de patriotisch-ultranationalistische groep Cehga in 1936, Acción Nacionalista Boliviana (ANB, Boliviaans-Nationalistische Actie) in 1937 of Falange Socialista Boliviana (FSB, Boliviaans-Socialistische Falange) in 1937. In dezelfde jaren verscheen de Falange Unida de Acción Juvenil (FUDAJ, Verenigde Falange van Jeugdactie), een falangistische jeugdkern, en deze werd gesticht door de Spaanse priester Juan Burón, op de San Calixto de La Paz-school." (7) Men heeft ook enkele leiders van de MNR, zoals Gualberto Villarroel, een van de oprichters, en zelfs voormalige presidenten van de republiek in verband gebracht met aan het nazisme verwante ideeën (7).

De fascistische ideologie is dus niet nieuw in de politieke geschiedenis van Bolivia. Haar volgelingen namen deel aan enkele van de vele staatsgrepen of pogingen daartoe, die plaatsvonden gedurende de twintigste eeuw. De meest beruchte gevallen waren misschien wel in 1941 door kapitein Elías Belmonte Pavón en de poging in 1959 van de FSB met haar oprichter en leider Oscar Unzaga de la Vega aan het hoofd.

Duitse nazi's in Bolivia

Na de nederlaag van nazi-Duitsland in de Tweede Wereldoorlog waren er veel nationaal-socialistische bevelhebbers van allerlei rangen die hun schuilplaats zochten in Latijns-Amerika. Daardoor boden landen als Paraguay, Chili, Argentinië, Brazilië en Bolivia zich aan als veilige toevluchtsoorden voor de volgelingen van Adolf Hitler. In Bolivia was het meest sprekende voorbeeld hiervan ongetwijfeld "De slager van Lyon", Klaus Barbie, die daar 32 jaar bleef tot zijn uitlevering aan Frankrijk in 1983. Hijzelf gaf het volgende commentaar over zijn eerste indrukken van het land: "Toen ik aankwam in 1951, kreeg ik toevalligerwijs een geruststellend beeld: een parade van de FSB met uniformen die bijna identiek waren aan de onze. De leren band, de mouwband, de fascistische groet. Later kreeg ik nog de mogelijkheid om vriendschap aan te gaan met partijleden en hun filosofie grondig te leren kennen, wat mijn sympathie voor de beweging bevestigde. Wanneer ik maar kon, probeerde ik deze mensen te helpen." (7)

Tijdens zijn verblijf in Bolivia ontving Barbie het Boliviaanse staatsburgerschap uit handen van Hugo Banzer en in 1980, vlak voor zijn uitlevering, werd hij benoemd tot kolonel-luitenant ad honorem van het Boliviaanse leger. Maar niet alleen Klaus Barbie was daar, "ook Herbert Kopplon (ex-SS), Hans Jürgen, Manfred Kuhlmann, Napoleon Leclerc en Hans Stellfeld waren aanwezig. De advocaat en politiek raadsman van Hugo Banzer, Adolfo Ustarez, beval hen eens: "we moeten alle communisten doden" tijdens de onderdrukking van Banzer. Later zou hij Contralor de la República gekozen worden.

Nieuwe nazi's?

Tegenwoordig blijven de groepen en organisaties van neo-nazi's in Bolivia talrijk. Ze zijn een van de vele symptomen van de grote polarisatie die plaatsvindt in de maatschappij. Sommige, zoals de Falange Socialista Boliviana-Unzaguista, erfgenaam van de FSB, zijn slechts een samenraapsel van de oude nazigroepen die van verschijning en leiders zijn veranderd maar die nog altijd dezelfde reactionaire ideeën van weleer verdedigen. In het laatste geval is haar huidige leider een sujet dat nog geen 30 jaar oud is. Zijn naam is Horacio Poppe Inch, stichter van het zogeheten Nationalistiche Netwerk van het Zuid-Amerikaanse Continent, samen met de hoofdorganisatie van de Chileense nazi's Patria Nueva Sociedad. Iemand die op zijn webpagina ideeën verkondigt zoals: "De nieuwe falangistische era is begonnen. De revolutie is in gang. En het zal gewelddadig en groots zijn. We hebben het al gezegd, we zijn een nieuwe generatie falangisten die niet alleen wierook naar het altaar van het Vaderland brengt, maar ook buskruit om de vijanden van onze revolutie in vlammen te doen ontsteken." (8)

Andere, zoals de Unión Radical Nacional Socialismo Bolivia (UNRSB), vertegenwoordigen de nieuwe nazi's, met geschoren hoofden of skinheads geheel volgens de mode in Europa en de Verenigde Staten, die de rassensuperioriteit van de blanke Boliviaanse minderheden verdedigen tegen de meerderheid van mestizo's. Tussen het vuil dat ze verkondigen zijn er parels zoals de volgende: "Hou van je rasbroeder: Sta toe dat je intense gevoel die van de liefde voor je rasfamilie zal zijn waaraan je je leven overhandigt. Vrees niet de ondermensen - de rasvijand - en achtervolg hen niet. Je bent hun meerdere, maar niet hun meester. Als je moet vechten met de ondermensen, verlies dan nooit je zelfbeheersing, geleid door de haat. Vernietig echter je vijanden - zij van jouw ras - op onverbiddelijke en nietsontziende wijze. Strijd in dit koninkrijk van het buitensporige geweld en verspreid het ware woord over de ondermensen en de bedreiging die zij vormen voor jouw blanke familie." (9)

De Unión Juvenil Cruceñista

Er bestaan andere groepen die zich als nieuw voordoen en die niet in verband gebracht willen worden met het nazisme of vergelijkbare ideeën. Van deze groepen heeft de Unión Juvenil Cruceñista internationale bekendheid gekregen als gevolg van het referendum van het autonome departement Santa Cruz. Zij heeft zich veranderd in de uitvoerende arm van de gewelddadige politiek van het Burgercomité van Santa Cruz, de belangrijkste stimulator van de eerdergenoemde autonomie. "Ze hebben ons altijd beschuldigd als neonazi's, fascisten en andere beledigingen. We zijn niks van dat alles. We zijn slechts een groep jongeren die houden van ons land", zei Wilberto Zurita, vice-president van de Unión Juvenil Cruceñista (UJC), om gauw te ontkennen dat er zich onder de gelederen van de UJC nationaal-socialisten bevinden (7). Een ander lid van de UJC spreekt hem echter wat later tegen: "Hij bekent ook dat er veel nationaal-socialisten aanwezig waren toen de ‘boeren' de stad Santa Cruz probeerden binnen te komen. Ze werden geleid door de leiders van de Unión Juvenil Cruceñista (UJC) en beschouwd als een gewapende arm van het Burgercomité van Santa Cruz. ‘We hadden goede en slechte presidenten bij de UJC maar ze droegen allen bij tot het creëren van een identiteit van Santa Cruz en de liefde voor ons ras, zoals Luis Fernando Camacho, Juan Ramón Banegas (die in 2003 overleed), Eduardo Zurita en vandaag de dag Jorge Begner Hollweg. Ik kan niet zeggen wie ze aan ons gaf, maar we hadden en hebben altijd beschikking over knotsen, knuppels, palen, schilden, boksbeugels, ijzeren sabels en zelfs traangas om onze stad te beschermen', vertelt Leeuw 88, die sinds tien jaar de UJC dient." (7)

Deze groep is helemaal niet nieuw en haar relatie met het nazisme is meer dan duidelijk. Ze werd gesticht in 1957, in opdracht van de Falange Socialista Boliviana, door een nazi die een volledige bekentenis heeft afgelegd: Carlos Valverde Barbery, beter bekend als "de gekke Valverde". Hij was bovendien de eerste voorzitter (10). Deze duistere persoon, die afgevaardigde werd in 1966 en die tegenwoordig een van de belangrijkste ideologen van de autonomiebeweging is, "was ook een prominente deelgenoot in de staatsgreep van 1971, toen hij op 20 augustus in Santa Cruz met mitrailleur in de hand de openbare universiteit bezette. Hij is in verband gebracht met het doden van studenten en arbeiders in de Autonome Universiteit Gabriel René Moreno (UAGRM) en de Federación de Fabriles (Federatie van Fabrieksarbeiders). Als beloning ontving hij de functie van minister van Volksgezondheid onder het bewind van Banzer van het Frente Popular Nacionalista, de naam van de alliantie FSB-MNR en de FFAA. Op een zeker moment verscheen zijn naam op de lijsten van de Amerikaanse Drugs Enforcement Administration en men weet van zijn verslaving aan alkaloïden die hem tot heden achtervolgt. De familie Valverde en veel ouders en grootouders van de huidige patriotten van de autonome staat leidden een gelukkig leven tijdens de eerste maanden van de dictatuur en herinneren die als een mooie periode ondanks het feit dat Santa Cruz verklaard werd tot gemilitariseerd gebied.

Valverde verscheen opnieuw in 1987, toen hij de Movimiento Federalista Democrático stichtte, als onderdeel van zijn poging om zijn falangistische verleden uit te wissen. De MFD faalde echter als partij in de verkiezingsperiode. Toch plantte ze het zaad voor de huidige afscheidingsbeweging, die zich voordoet als voorstander van de autonomie. Valverde zweerde na zijn mislukkingen dat hij niet zou terugkeren in de politiek, maar in 2000, tijdens de tweede regering van Banzer toen de sociale crisis ontstond en conflicten zoals de Wateroorlog de regering in problemen brachten, verschenen Valverde en de Unión Juvenil Cruceñista opnieuw. Ze riepen op om de wapens ter hand te nemen om colla's (bewoners van de Boliviaanse hoogvlaktes) te doden en de door de kolonisten versperde wegen vrij te maken van blokkades. Ze gingen over tot het maken van lijsten met vrijwilligers om naar Yapacaní en San Julián te lopen. Valverde steunde ook de oprichting van de groep Nación Camba.

Tegenwoordig is hij op zijn oude dag (wie hield het voor mogelijk!) opgestegen tot nog hogere posities, terwijl hij voorbereidingen treft voor de algehele onafhankelijkheid van Santa Cruz als een nieuwe republiek. Hij is aanwezig bij de burgervergaderingen, bij manifestaties en bij de carnavalbijeenkomsten, waar hij op grove wijze extreme ideeën verkondigt, zoals bij de laatste vergadering van de Cruceñidad, waar hij aangaf dat patriot zijn "niet sterven maar doden voor het vaderland is" in een duidelijke oproep om zich te richten op het broedergeweld in naam van het vaderland van de camba's (bewoners van de Boliviaanse laagvlaktes). De prefect Rubén Costas zelf en de burgerpresident Branco Marinkovic houden maar niet op met hem te dragen als een amulet, hem aan het publiek te tonen, te zoenen en te omhelzen. Misschien is het vanwege lafheid, omdat Valverde zegt wat zij niet durven te zeggen. Vlak voor Kerst verscheen Valverde verrassend genoeg op het televisiescherm, nauwelijks hakkelend en op groteske wijze, terwijl hij een verklaring oplas die de jeugd van Santa Cruz opriep om zich te wapenen met knuppels, stenen, stokken, katapulten met stukjes glas, revolvers, automatische pistolen, .22 karabijnen, molotovcocktails, "alles wat kan dienen ter bescherming", want volgens hem is de burgeroorlog tegen het ‘Masista-communisme' van de colla's uit het Andes-gebergte onvermijdelijk en moet met name de jeugd zich voorbereiden om hun levens te geven voor Santa Cruz, voor haar autonomie en ander gezeur. (10)

De rol van het fascisme in de huidige situatie

De persoon die het fascisme het meest heeft bestudeerd en begrepen, vanuit een wetenschappelijk oogpunt, was zonder twijfel Leon Trotski. De geniale bolsjewistische leider schreef een compleet proefschrift gebaseerd op de theorie van Marx over de oorzaken van het fascisme, haar eigenschappen, haar doelen, hoe men haar ontwikkeling kan voorkomen en de beste manier om het te bestrijden. Trotski stelde dat het fascisme ontstond tijdens de fase van decadentie van het kapitalisme. Dit was een situatie die leidde tot een crisis binnen de leiding van de bourgeoisie. Die maakt dat zij niet meer gebruik kan maken van de parlementaire democratie om haar controle uit te oefenen over de maatschappij. Daardoor moet ze grijpen naar methoden van burgeroorlog tegen het proletariaat om haar recht op uitbuiting te kunnen behouden. De bourgeoisie moet de arbeidersklasse verpletteren, die tijdens deze crisissituatie haar macht begint te betwisten, om de dictatuur van het monopoliekapitalisme af te dwingen. De bourgeoisie die economisch machtig is maar numeriek niet talrijk - ze vertegenwoordigt slechts een klein percentage van de samenleving - gebruikt echter de steun van de kleinburgerij. Ze wint voor haar zaak de meest geradicaliseerde sectoren van de kleinburgerij en het klasseloze lompenproletariaat, economisch aangetast door de kapitalistische crisis, door de schuld van de genoemde crisis toe te schrijven aan de behoeftes van de arbeidersbeweging. Ze mobiliseert hen, bewapent hen en verandert hen in haar stoottroepen tegen het proletariaat. Zie hier de opkomst van een fascistische beweging.

Een ander belangrijk punt dat het fascisme onderscheidt, is dat het om een massabeweging gaat. Trotski zei ook dat deze aansluiting van de kleinburgerij bij de grote bourgeoisie niet onvermijdelijk was, want als het proletariaat zich vastberaden en resoluut toonde om de revolutie voort te zetten en het kapitalisme ten val te brengen, dan zou hoogstwaarschijnlijk de kleinburgerij zich aan haar kant scharen. Maar als het tegenovergestelde gebeurde en het proletariaat zich onzeker, verward en besluiteloos toonde, dan zou het geheel tegenovergestelde gebeuren en zou de kleinburgerij uiteindelijk haar geduld verliezen en het proletariaat beschuldigen van het veroorzaken van haar ellende. In deze zin was Trotski erg kritisch ten aanzien van de reformisten; hij zei dat zij met hun verzoenende politiek bijdroegen tot de groei van het fascisme aangezien ze de arbeidersklasse weerhielden van de verwezenlijking van hun leidinggevende rol in de revolutie. (11)

Hoewel deze theorie door Trotski werd ontwikkeld op basis van de fascistische nazi-beweging die in Europa opkwam in de jaren '20 en '30 van de vorige eeuw, zijn de essentiële elementen ervan perfect toepasbaar op wat er vandaag gebeurt in Bolivia. In een wereld waar het kapitalistische systeem zich ondergedompeld ziet in een zware crisis, inclusief de economische recessie in de VS, is Bolivia geen uitzondering. Aangezien het een extreem uitgebuit derdewereldland is, doet de crisis zich daar nog sterker voelen en is de economische situatie nog dramatischer. De constante instabiliteit van de laatste oligarchische regeringen, met hun kritieke punten in 2000, 2003 en 2005, is het stelligste bewijs dat de crisis van de burgerlijke leiding over het land zich verder verdiept. De Boliviaanse massa is vanzelfsprekend niet bereid om onder de voogdij van de oligarchie te blijven wat, verbonden met het vorige, de revolutionaire situatie creëert die men in Bolivia sinds het begin van de huidige eeuw beleeft.

Het is hier dat de fascistische kaart in het spel komt. De Boliviaanse bourgeoisie speelt deze nu uit omdat ze op het punt staat haar macht te verliezen aan het volk. "De revolutie toont eens te meer dat het onmogelijk is om een burgerlijke democratie tegen de revolutionaire massa te beschermen, behalve met fascistische reactionaire methodes..." (12) Tot nu toe beperkt de functie van de fascistische organisaties, met name in het departement Santa Cruz, zich tot het onderdrukken en het afschrikken van de arbeiders en boeren. Dit deden ook de bendes bruinhemden in het begin in Italië en Duitsland. Nochtans kan deze situatie veranderen indien de Boliviaanse revolutie niet vooruitgaat en de reactie aan vertrouwen wint. We moeten niet vergeten dat in het verleden in meerdere gevallen de Boliviaanse fascisten deel uitgemaakt hebben van de regering (de regeringen van Hugo Banzer) en in andere gevallen dit hebben proberen te bereiken door middel van staatsgrepen.

Referenties:

(7) Neonazis en la Bolivia de Evo, Richard Sánchez, document uit de Diario La Epoca http://www.embajadadebolivia.com.ar/dossier_neonazis.htm   

(8) Falange socialista boliviana

(9) "Más demonios sueltos en Bolivia: reaparecen los nazis", The Narco News Bulletin, http://www.aporrea.org/  (08/11/05)

(10) "Carlos Valverde Barbery convoca a la juventud cruceña a derramar su sangre", Marcelino Villarreal, ASC Noticias

(11) "Burgerij, kleinburgerij en proletariaat", Leon Trotski, uit het boek Fascisme, wat het is en hoe het te bestrijden

(12) "Obras, 3, España, 1937-39", Leon Trotski

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken