In 2003 en 2005 lag de overwinning voor het Boliviaanse volk binnen handbereik. Het gebrek aan een partij en een revolutionaire leiding zorgde er evenwel voor dat ze uiteindelijk de macht niet grepen. Bijgevolg gokte de Boliviaanse massa aan het einde van 2005 op een uitweg via de verkiezingen om haar problemen op te lossen. Zo kwam het dat de boerenleider Evo Morales in de regering kwam, gesteund door een formidabele lawine van stemmen.
Aan de partij Movimiento al Socialismo (MAS) onder leiding van Evo Morales presenteerde zich dus de historische mogelijkheid om het volk voor te gaan in de revolutionaire transformatie van de Boliviaanse maatschappij. Dat was wat de massa die op hem had gestemd van hem verwachtte. De nieuwe regering liet echter snel zien dat ze niet van plan was erg snel noch erg ver de veranderingen door te voeren. In zijn eigen regeringsprogramma wordt het woord socialisme geen enkele keer genoemd; integendeel, er wordt gesproken over het ongemoeid laten van privé-bezit van gronden ("De staat zal de investeringen en rechten op de grond respecteren en diegenen steunen die haar aantoonbaar gebruiken op productieve en rendabele wijze." 21). Hij gokt op de ontwikkeling gebaseerd op deelname van de nationale bourgeoisie ("Premies voor de productieve herinvestering van de nationale ondernemingen. Premies via tijdelijke subsidies door de schepping van werk." 21).
Eugenio Preobrazhenski schreef: "Het programma is het belangrijkste van elke partij. Men kan altijd op basis van het programma van elke willekeurige partij weten voor welke belangen ze staat." (22) Het respect voor de privé-eigendom van de bourgeoisie op het vlak van gronden en productiemiddelen is duidelijk niet in het belang van de boerenstand noch van het proletariaat maar geheel het tegenovergestelde. Het is direct in strijd met hun belangen omdat het de uitbuitingsrelaties van de ene klasse door de andere in stand houdt. De MAS heeft zich vanaf het begin moeten steunen op de massa van boeren en proletariërs die haar in de regering bracht om vanaf daar de socialistische revolutie aan te sturen. Ze koos er echter voor om de hand te reiken naar de bourgeoisie en daar zit haar grootste zwakte: je kunt niet zowel God als de Mammon tegelijkertijd dienen.
Deze ambiguïteit van de regering van Evo Morales heeft de bourgeoisie de kans gegeven tijd te winnen om haar krachten, behoorlijk gehavend na de acties in 2003 en 2005, te hergroeperen en zich voor te bereiden op de herovering van de regering zoals in 1964 gebeurde. De reformisten, nog steeds met goede bedoelingen of onwetend, spelen uiteindelijk altijd een contrarevolutionaire rol omdat ze de massa demobiliseren met hun verzoenende politiek en gunstige omstandigheden creëren voor de bourgeoisie om de macht te heroveren, zoals Trotski zei: "de onwetendheid is geen instrument van de revolutie". Het hervormingsproject is op voorhand gedoemd te mislukken. De bourgeoisie liet al zien, eerst via het referendum van Santa Cruz en later van Beni en Pando, dat ze zelfs niet bereid is om de bescheiden democratiserende maatregelen die Evo Morales heeft genomen wat de herverdeling van de gronden betreft, te accepteren. Evenmin aanvaardt ze de nieuwe nationale grondwet. Ze toont zich echter wel bereid tot het einde te gaan in deze confrontatie.
Er is nog steeds ruimte om het recht te zetten. De onderlinge krachtsverhoudingen blijven in het voordeel van de volksbeweging. Zelfs de populariteit van Evo Morales blijft groot, zoals de mobilisaties in heel Bolivia, inclusief Santa Cruz, tegen de referenda over autonomie lieten zien. Maar dit is niet voor eeuwig zo. Als de gang van zaken niet in korte tijd verandert, zal de massa uiteindelijk ontmoedigd worden wanneer ze ziet dat haar wensen niet vervuld worden en zal zij weer apathisch worden tegenover de revolutie. Dat zal de kans zijn waar de bourgeoisie op zit te wachten om ten slotte de revolutie de kop in te drukken.
Een revolutionaire strategie
"Jullie zullen mij alleen doden, maar morgen zal ik terugkeren en ik zal met miljoenen zijn", zo zei Túpac Catari volgens sommige bronnen vlak voor hij stierf in handen van de Spaanse imperialisten. Deze profetie leek meerdere keren op het punt te staan uit te komen. Toch is de eindoverwinning, ondanks de verschillende revolutionaire golven gedurende alle etappes van de Boliviaanse geschiedenis, nog steeds niet concreet geworden. Wanneer men deze verschillende bewegingen analyseert, met name die van de twintigste eeuw tot in dit decennium, kan men zien dat in allemaal de basiselementen aanwezig waren die volgens Lenin de indicaties van elk revolutionair proces waren: de uitbuitende klasse begon de macht te verliezen, haar heerschappij raakte in verval. Langs de andere kant kwamen de uitgebuite klassen in opstand tegen hun uitbuiters en accepteerden ze niet meer in deze toestand te blijven. Al deze revolutionaire ervaringen liepen echter vroeg of laat uit op een nederlaag.
De nieuwe revolutionaire golf die door Latijns-Amerika stroomt sinds het einde van de vorige eeuw, en waaraan Bolivia evenmin is ontsnapt, heeft opnieuw enorm gunstige omstandigheden geschapen opdat de uitgebuite klassen zich eens en voor altijd ontdoen van het juk van de bourgeoisie. Dit is tot op het moment echter niet gebeurd. Bijgevolg kunnen deze revolutionaire omstandigheden, zoals Trotski zei, niet langer meer "rijp" zijn en beginnen rotten. Zoals we al eerder hebben gezegd is het drama van Bolivia hetzelfde als die van Venezuela en de rest van de Zuid-Amerikaanse landen: de afwezigheid van een revolutionaire partij en een leiding die in staat is om de werkelijkheid op correcte manier te vatten, vanuit een perspectief van de klassenstrijd, en daar beslist en ferm naar te handelen, met andere woorden, een revolutionair-marxistische leiding. Alan Woods stelde in 2003 al: "Het is een dringende taak om een revolutionaire partij en leiding op te richten." (3)
In de huidige omstandigheden zou Evo Morales snel een reeks concrete maatregelen moeten nemen die de condities scheppen voor de afschaffing in korte tijd van de bourgeoisie als sociale klasse. Deze zouden bovendien de massa een ongelofelijke impuls geven opdat ze over zou gaan tot de definitieve verovering van de macht. Het zou totaal niet moeilijk zijn om deze maatregelen te nemen gegeven de huidige krachtsverhoudingen. Het is slechts een kwestie van de wil om het te doenen voornamelijk van een absoluut vertrouwen in de revolutionaire kracht van de massa en de proletarische voorhoede. Wat zou Evo moeten doen? Afstand doen van het reformistische programma van verzoening met een bourgeoisie wiens belangrijkste en onmiddellijke doel uitschakeling van hem en zijn regering is. Aannemen van een socialistisch programma, zoals Trotski duidelijk schetste in zijn tijd: "De kracht van de revolutie berust op het in staat zijn van het op de been brengen van de grootste massa... het is alleen nodig het programma van de socialistische revolutie voort te zetten met ernst en lef. Men moet afkondigen dat de grond en de fabrieken vanaf vandaag uit de handen van de kapitalisten en in die van het volk terecht komen... De voorwaarden voor de overwinning zijn erg simpel. Het geheel heet socialistische revolutie." (12)
Met een parafrase van dezelfde Trotski zou men zich af moeten vragen ‘waarom we het privé-bezit moeten respecteren van fascistische grootgrondbezitters die het revolutionaire proces in Bolivia proberen te vernietigen?' Als men afkondigt dat de grond van Bolivia van de boeren is, de mijnen van Bolivia van de mijnwerkers en de fabrieken van Bolivia van de arbeiders, dan zou de overwinning van de revolutie meer dan verzekerd zijn. Geen enkele fascist, zelfs niet met de meeste branie, zou ook maar durven te protesteren tegen deze maatregelen wanneer hij zou geconfronteerd worden met de overweldigende kracht waarin de Boliviaanse massa zich zou transformeren terwijl ze haar gronden, mijnen en fabrieken verdedigt. Zelfs de imperialisten zouden wel twee keer nadenken alvorens te proberen tussen beide te komen onder die omstandigheden. Geen van deze ideeën zijn vreemd voor het Boliviaanse proletariaat, dat al in 1946 de Tesis de Pulacayo steunde. Evenmin is het socialisme vreemd voor de massa; een systeem dat geheel verwant is aan dat van de oorspronkelijke volkeren die in Bolivia de meerderheid uitmaken. De enige manier om de revolutie in Bolivia af te sluiten, om het fascisme voor eens en altijd te verpletteren, is de socialistische revolutie uitvoeren. Elke andere formule zal alleen maar de doodsstrijd van de massa verlengen en hen onderdompelen in nieuwe nederlagen.
Referenties:
(3) "La clave de la revolución andina", Alan Woods
(12) "Obras, 3, España, 1937-39", Leon Trotski
(21) "Programa de gobierno del MAS", Movimiento al Socialismo
(22) "Nuestro programa", Eugenio Preobrazhenski