300px Flag of Cuba.svgOp woensdag 17 december gaven de Verenigde Staten toe dat hun poging Cuba te onderwerpen is mislukt. Dit zou gezien moeten worden als een overwinning voor de Cubaanse Revolutie en haar vasthoudendheid tegen de meedogenloze aanval van de meest machtige imperialistische mogendheid op Aarde, die op slechts 140 kilometer van haar kust ligt. Maar het Amerikaanse imperialisme heeft haar doel niet opgegeven: het herstel van de heerschappij van het privé-eigendom en de vernietiging van de verworvenheden van de revolutie. Het is enkel van middelen veranderd om hetzelfde resultaat te bereiken.

De bekendmaking over de hervatting van diplomatieke banden tussen de twee landen volgde op vele maanden van geheime onderhandelingen en werd uiteindelijk bevestigd door een telefoongesprek tussen Raúl Castro en Barack Obama op maandag 15 december. Als onderdeel van de overeenkomst liet Cuba de Amerikaanse spion Alan Grossman vrij op humanitaire gronden samen met een andere anonieme Amerikaanse spion en liet de VS de overgebleven drie van de ‘Cuban Five’ vrij, die gevangen zaten omdat ze de FBI ervan op de hoogte hadden gebracht dat er terroristische acties werden voorbereid op Amerikaans grondgebied door reactionaire Cubaanse emigranten.

De bekendmaking van het Witte Huis over de beleidsverandering begint met een heldere erkenning van mislukking: “Een mislukte aanpak. Decennia van Amerikaanse isolatie van Cuba zijn er niet in geslaagd om ons doel te behalen de Cubanen de mogelijkheid te geven een open en democratisch land op te bouwen.” Uiteraard moet hier worden aangetekend dat waar er ‘open en democratisch land’ staat er eigenlijk een kapitalistisch land wordt bedoeld, waar de ‘democratie’ slechts een dekmantel is voor de heerschappij van de grote multinationals.

En de bekendmaking vervolgt door duidelijk te maken wat 55 jaar lang hun doelen waren en hoe ze hebben gefaald: “Hoewel dit beleid haar oorsprong vond in de beste bedoelingen, heeft het weinig effect gehad – net als in 1961 wordt Cuba vandaag geregeerd door de Castro’s en de Communistische Partij.”

Dit kan niet onderschat worden. Washington heeft een misdadig beleid gevoerd tegen de Cubaanse revolutie sinds de door de Amerikanen gesteunde dictatuur van Batista werd afgezet. Dit beleid omvatte het steunen van invasies, een commercieel, economisch en financieel embargo, terrorisme, moordaanslagen, financiering van ‘dissidenten’, een constante stroom propaganda, destabiliseringspogingen, etc. De kosten van dit beleid van imperialistische agressie zijn gigantisch. Volgens de Cubaanse overheid kost het embargo het kleine eiland 562 miljoen euro per jaar.

In september nog kregen Europese banken boetes opgelegd van honderdduizenden euro’s vanwege het schenden van het Amerikaanse embargo op Cuba. De Duitse Commerzbank kreeg van de VS een boete van 820 miljoen euro opgelegd en de Franse bank BNP Paribas volgde met een boete van 7,4 miljard euro (hoewel deze boete ook te maken had met het schenden van sancties tegen Soedan en Iran).

De diplomatieke banden tussen de twee landen werden verbroken door de Verenigde Staten in januari 1961, toen de Cubanen het inperken van de Amerikaanse diplomatieke missie eisten, die betrokken was bij terroristische acties tegen het nieuwe revolutionaire bewind. Het embargo, dat nog niet opgeheven is, zoals Raúl Castro duidelijk heeft gemaakt, was al in 1960 ingesteld als reactie op de onteigening van Amerikaans eigendom door de revolutie. Voor de revolutie controleerden Amerikaanse bedrijven 70% van het land en driekwart van de primaire industrie.

Drie decennia lang stelden een combinatie van enorme vooruitgang van de revolutie op het gebied van de gezondheidszorg, huisvesting, onderwijs en andere sectoren, samen met een zeer voordelige handelsrelatie met de Sovjet-Unie, de revolutie in staat om de aanvallen te overleven. Hieraan moet ook worden toegevoegd dat deze relatie een bureaucratisering van de Cubaanse revolutie tot gevolg had.

Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie moest het kleine eiland zichzelf bedruipen. De Speciale Periode (1991-1994) zag een ongekende economische ineenstorting vanwege de blootstelling van Cuba aan de wereldmarkt. Het feit dat ondanks al deze moeilijkheden de revolutie niet ineenstortte, getuigt van de veerkracht van de Cubaanse revolutie en haar enorme steun onder de massa’s. Dit was een generatie die zich kon herinneren hoe het leven was vóór de revolutie, onderdrukt door Amerikaanse marionetten, en wat er was gewonnen door de afschaffing van het privé-eigendom. Het verzet was niet alleen economisch, maar ook politiek tegen de enorme propagandacampagne van de heersende klasse internationaal, die stelde dat het socialisme dood was en dat er geen alternatief was voor het kapitalisme.

Het aan de macht komen van de Bolivariaanse revolutie in 1998 betekende nieuwe hoop voor Cuba. Aan de ene kant gaf het de mogelijkheid voor het ruilen van Venezolaanse olie voor Cubaanse medische diensten. Aan de andere kant brak het de isolatie van de Cubaanse revolutie en zorgde het voor de hoop dat ze zich nog verder kon verspreiden.

De ineenstorting van de Sovjet-Unie bracht duidelijk het fundamentele probleem van de Cubaanse revolutie naar voren: haar isolement. De Cubaanse economie, ondanks de beperkingen die het gevolg zijn van het embargo, is op zeer nadelige wijze verbonden met de wereldeconomie. Het verkrijgt harde valuta met de verkoop van nikkel en medische diensten, via toerisme en donaties van emigranten, die het dan weer moet besteden aan het kopen van vrijwel al het overige (van zware machines tot voedsel). Zoals bij elk onderontwikkeld land met een lage arbeidsproductiviteit en verouderde machines, zijn de kosten van handel erg hoog.

Het is in deze omstandigheden dat grote delen van het Cubaanse regime met het idee zijn gaan spelen dat de ‘Chinese weg’ (het introduceren van marktelementen in bepaalde delen van de economie met behoud van algeheel zeggenschap van de staat) de weg vooruit is voor Cuba. Is China immers niet de snelst groeiende economie ter wereld? Het probleem met dit plan is dat in China marktmechanismen in bepaalde sectoren geleidelijk hebben geleid tot het volledige herstel van het kapitalisme in het land en de vernietiging van veel verworvenheden van de revolutie. Cuba, een klein land met weinig middelen, is in een veel zwakkere positie dan China was toen het zich opende voor de wereldeconomie.

De heersende klasse van de VS verandert haar tactieken tegenover de Cubaanse Revolutie

Gedurende vele jaren wees een deel van de heersende klasse in de VS erop, dat Washingtons benadering waarbij zij de Cubaanse revolutie met brute kracht trachtte omver te werpen, gefaald had. Zij realiseerde zich ook dat nu Cuba bepaalde sectoren geopend had voor buitenlandse investeerders, Amerikaanse bedrijven potentieel winstgevende handelsmogelijkheden kwijtraakten aan Canadese en Europese kapitalisten. Bovendien, zo redeneerden zij, zouden de Amerikaanse doelstellingen (het herstel van het kapitalisme op Cuba) het best gediend worden door een wijziging in tactieken, hetgeen de werkelijke betekenis is van deze aankondiging.

In de verklaring van het Witte Huis komt dit duidelijk naar voren: “We hebben op de harde manier geleerd dat het beter is om hervorming aan te moedigen en te ondersteunen, dan om beleid op te leggen dat een land tot een gefaalde staat maakt... Vandaag kondigde de president aanvullende maatregelen aan om onze verouderde benadering te beëindigen en om op effectievere wijze veranderingen op Cuba te promoten, die consistent zijn met de Amerikaanse steun voor het Cubaanse volk en in lijn zijn met de nationale veiligheidsbelangen van de VS.”

Wat dit inhoudt is dat de Verenigde Staten nog steeds vinden dat zij het recht hebben om de toekomst van Cuba te bepalen “in lijn met de nationale veiligheidsbelangen van de VS.” Het is duidelijk dat de ‘verandering’ die de heersende klasse van de VS op Cuba wil zien, enerzijds het volledige herstel van het privé-eigendom over de productiemiddelen is (en daarmee de vernietiging van de verworvenheden van de revolutie) en anderzijds het installeren van een burgerlijke ‘democratie’ die zij kunnen controleren.

Als men naar de details kijkt van de maatregelen die door Obama zijn aangenomen, dan is het duidelijk dat deze gericht zijn op het promoten, aanmoedigen en steunen van de ontwikkeling van een private kapitalistische klasse. Obama’s verklaring legt onder andere uit: “De beleidsveranderingen maken het gemakkelijker voor Amerikanen om bedrijfsopleidingen te geven aan Cubaanse private bedrijven en kleine boeren, en om andere steun te leveren voor de groei van Cuba’s ontluikende private sector. Aanvullende mogelijkheden voor het promoten van de groei van ondernemerschap en de private sector op Cuba worden onderzocht.” Het nieuwe beleid omvat ook het toestaan van grotere geldverzendingen (de limiet wordt verhoogd van $500 naar $2000) en het feit dat “steun voor de ontwikkeling van private bedrijven op Cuba niet langer een specifieke vergunning nodig heeft.” Dit wordt vergezeld door een reeks andere maatregelen die gericht zijn op het versoepelen van het embargo (het toestaan van het gebruik van Amerikaanse credit cards op het eiland; toestaan dat Amerikaanse banken rekeningen mogen openen op Cuba; het opheffen van enkele import-/exportrestricties, etc.).

Dit is precies het beleid dat lange tijd door een sectie van de heersende klasse van de VS bepleit werd: versla de revolutie door de “zware artillerie van de goedkope warenprijzen” waar Marx over sprak. Om een voorbeeld op te noemen: tien jaar geleden beargumenteerde een van de directeurs van de conservatieve kapitalistische denktank Cato Institute dat het embargo beëindigd zou moeten worden en dat er een reeks maatregelen ingevoerd zou moeten worden die, bijna tot op het woord, overeenkomen met degene die gisteren door Obama aangekondigd werden. Het artikel sloot af met de woorden: “De sterkste kracht van verandering op Cuba zal niet meer sancties zijn, maar meer dagelijkse omgang met vrije mensen die dollars en nieuwe ideeën bij zich dragen.” (http://www.cato.org/publications/speeches/four-decades-failure-us-embargo-against-cuba).

De kapitalistische publieke opinie werd voorbereid op de aankondiging door een redactioneel artikel in de New York Times op maandag (http://www.nytimes.com/2014/12/15/opinion/cubas-economy-at-a-crossroads.html), welke interessant is omdat het onthult wat de gedachte is achter deze maatregelen. Het artikel wijst erop dat er een splitsing is binnen de Cubaanse leiding tussen enerzijds degenen die het beschrijft als “de leiders van de Oude Garde” die “waarschuwen dat een geliberaliseerde markteconomie Cuba in een minder egalitaire samenleving zou kunnen veranderen, en zou kunnen zorgen voor een opening voor de Verenigde Staten om de regering door middel van een vloedgolf van private investeringen te destabiliseren,” en anderzijds “reformisten, waaronder enkele vooraanstaande economen van het land, die zeggen dat de huidige staat van de economie onhoudbaar is.” Het advies van de New York Times? “Washington zou het reformistische kamp kunnen versterken door het gemakkelijker te maken voor Cubaanse ondernemers om externe financiering en bedrijfsopleidingen te krijgen.”

Modernisering van het socialisme, of een beweging richting een markteconomie?

Dit verschil van standpunt binnen de Cubaanse leiding is niet slechts een verzinsel dat voortkomt uit de verbeelding van de redactie van de NY Times, noch is het wishful thinking vanuit de heersende klasse van de VS. We hebben eerder al gewaarschuwd dat er een sterke stroming van opinie heerst onder vooraanstaande economen, die als de weg voorwaarts een reeks verregaande markthervormingen voorstellen, zoals degene die het proces van kapitalistisch herstel in China inluidden. Sommige van deze zijn reeds ingevoerd (zie http://www.vonk.org/Cuba/waar-gaat-cuba-naar-toe-naar-het-kapitalisme-of-naar-het-socialisme.html ).

Eén van de meest uitgesproken van deze economen is Omar Everleny van het officiële Centrum voor de Studie van de Cubaanse Economie (CEEC). In een interview met Havana Times over de nieuwe wet buitenlandse investeringen, somde hij zijn benadering op: “Geen enkel land kan op zichzelf overleven in de geglobaliseerde wereld van vandaag – op de een of andere manier hebben zij buitenlandse middelen nodig om ontwikkeling te realiseren. China en Vietnam hebben aangetoond dat men massaal gebruik kan maken van buitenlandse investeringen en goede economische resultaten kan bereiken, zonder de politieke controle over het binnenland te verliezen.” (1)

Twee andere prominente economen van het CEEC, Juan Triana Cordoví en Ricardo Torres Pérez, komen in hun analyse van de uitdagingen van het “beleid voor economische groei”, tot de conclusie dat “hoewel bepaalde termen niet gebruikt worden, het duidelijk is dat Cuba zich richting een model beweegt dat meer lijkt op dat van een markteconomie, ondanks dat het einddoel niet de transitie naar een typisch kapitalistisch land lijkt te zijn.” En om deze bewering te ondersteunen, sommen zij de maatregelen op: “Dit kan men zien in een reeks gebieden zoals het groeiende gewicht van de niet-statelijke sector (privaat en coöperatief), grotere decentralisatie in de besluitvorming voor de economische actoren als geheel (...) een grotere rol van het prijssysteem in de allocatie van productieve middelen, een groeiende rol van directe belasting (over de uitkomsten van de productieactiviteit) in het financieren van de staat, onder andere.”

Zoals we eerder beargumenteerd hebben, is het probleem dat deze maatregelen een eigen dynamiek verkrijgen en, zoals we gezien hebben in China, direct leiden tot het herstel van het kapitalisme. Dit herstel zou de verworvenheden van de revolutie vernietigen, in het bijzonder op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en huisvesting.

De imperialistische bemoeizucht van de VS zal zich voortzetten

Naast de lange reeks economische maatregelen die door Washington werd aangekondigd, is er ook de belofte om Cuba te verwijderen van de lijst van landen die ‘terrorisme sponsort’. Cuba’s aanwezigheid op de lijst is bijzonder schandalig, aangezien het in feite de VS zijn geweest die terroristen hebben geholpen, beschermd en gefinancierd die zich tegen de Cubaanse revolutie keerden.

De VS zeggen echter openlijk dat zij zich zullen blijven bemoeien met de interne aangelegenheden van Cuba, allemaal in de naam van ‘mensenrechten’ en ‘democratie’. Dit is wat de verklaring zegt: “Een kritische focus van onze verhoogde betrokkenheid zal sterke aanhoudende steun bevatten van de Verenigde Staten voor een verbeterde mensenrechtensituatie en democratische hervormingen op Cuba. Het promoten van democratie ondersteunt de universele mensenrechten, door middel van het versterken van de burgermaatschappij en het recht van personen om vrijuit te spreken, vreedzaam bijeen te komen en zich te verenigen, en door het ondersteunen van de mogelijkheid van mensen om vrij hun eigen toekomst te bepalen. Onze inspanningen zijn gericht op het promoten van de onafhankelijkheid van het Cubaanse volk, zodat zij niet op de Cubaanse staat aangewezen zijn.”

Wat een stinkende hypocrisie! De regering die betrokken is bij het massaal bespioneren van haar eigen bevolking, het doden van ongewapende burgers door haar politie, onderdrukking van haar burgers, en het binnenvallen van elk land dat niet haar dictaten opvolgt, praat nu over democratische rechten en onafhankelijkheid!

De veranderingen die hebben plaatsgevonden binnen de Cubaanse gemeenschap op Florida zijn ook een factor in Obama’s berekeningen. De generatie van hen die in de jaren 1960 emigreerden om te vluchten voor de revolutie, zijn nu grotendeels vervangen door hun nakomelingen, die ondanks dat zij fundamenteel tegen de revolutie zijn, meer openstaan voor de voorgestelde verandering in tactieken. Er is tevens een toevloed geweest van een nieuwe laag economische migranten uit Cuba, die de beperkingen op reizen en geldverzendingen graag opgeheven zouden zien worden. Voor de eerste keer is de publieke opinie in Florida nu vóór het opheffen van het embargo, en de Democraten staan voor op de Republikeinen. Obama zal nog steeds veel moeite hebben om de maatregelen om het embargo op te heffen door te voeren in het Congres, waar de Republikeinen een meerderheid hebben. Om deze reden heeft hij tot zover gesteund op zijn eigen uitvoerende bevoegdheden.

Hoe kan de Cubaanse revolutie de nieuwe uitdagingen het hoofd bieden?

De huidige situatie in de wereld, met een onhandelbare economische crisis van het kapitalisme en een groeiend aantal mensen dat het systeem in vraag stelt, speelt in het voordeel van de Cubaanse revolutie. De situatie op het eiland zelf laat echter niet veel ruimte over om te manoeuvreren. De economische problemen die voortkomen uit zijn ongelijke plaatsing in de wereldmarkt, worden verergerd door mismanagement en bureaucratie. De status quo kan niet in stand gehouden worden.

De situatie laat zien dat het grootste gevaar dat de Cubaanse revolutie bedreigt, voortkomt uit het feit dat de revolutie nog steeds geïsoleerd is op een klein eiland, omsingeld door de kapitalistische wereldmarkt. Dit is een onvermijdelijk feit. De gehele geschiedenis van de betrekking tussen Cuba en de Sovjet-Unie, en later die met Venezuela, onderstreept het punt dat de Cubaanse revolutie, als zij wil overleven, niet geïsoleerd kan blijven. Haar lot zal uiteindelijk bepaald worden op het strijdperk van de wereldwijde klassenstrijd.

Deze zal op haar beurt een dialectische verhouding hebben met de balans van krachten op het eiland, tussen degenen die beargumenteren dat men vooruit komt via de weg van de markt, en zij die beargumenteren dat de verdediging van de verworvenheden van de revolutie, gekoppeld is aan de verdediging van de genationaliseerde eigendomsvormen die deze mogelijk maakten.

- Verdedig de Cubaanse revolutie!

- Geen imperialistische interventie!

- Geen herstel van het kapitalisme!

 

1) http://www.havanatimes.org/?p=103249

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken